rv^r BOUILLON De vierdaagse zeeslag was een uitermate hard gevecht RADIO-PRAATJE DICK VAN RIJN OVER P.Z.C.-SP0RTDAG IN VLISSINGSE BUITENHAVEN GEZONKEN „SCANIA" GELICHT 7&hcW DONDERDAG 27 JUNI 1957 PROVINCIALE ZEBÜW8E COURANT f M. A. de Ruyter bejubeld na thuiskomst te Vlissingen In de vroege juni-avond ankerden vijf schepen op de rede van Vlissingen. Ze waren met kleurige vlaggen en wimpels versierd. Op de schepen heerste vreugde en op de kade verzamelde zich allengs een enthousiaste menigte. Die vlaggen en wimpels Immers duidden op een overwinning! Een sterke Nederlandse vloot onder de moedige en knappe leiding van Michiel Adriaans- zoon de Ruyter had de trotse Engelsen van de zee geveegd. De Ruyter had voor het eerst gecommandeerd op zyn gloednieuwe admiraalsschip „De Zeven Provinciën", dat nog maar drie maanden oud was. Van dit schip maakte zich op de rede een fraaie staatsiesloep los, waarop de grote vloot voogd zich met zijn voornaamste officieren naar de wal liet brengen. Enkele minuten later wandelde De Ruyter door zyn vaderstad, waar hem door de bevolking een warme hulde werd gebracht. timiiiiiiiiiiniiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiniiiiHiiiiniiiiiiiiiiniiiiiifliuiinniiini Op 2 Juli aanstaande zal te M Vlissingen een kort historisch n spel worden opgevoerd, dat de landing uitbeeldt van Michiel Adriaansz. de Ruyter te Vlis- p singen na zijn overwinning in de vierdaagse zeeslag. In het hierbij gaande arti- s kei wordt een overzicht gege- p ven van deze grote zeeslag, j§ aan de hand van gegevens, welke door wijlen prof. P. J. Blok werden gepubliceerd in zijn boek „Michiel Adriaans- zoon de Ruyter". We schrijven 1666. De strijd tussen de Nederlandse en de Engelse vloot had van de lie tot en met de 14e juni geduurd. De gevechten waren zeer zwaar geweest, maar ze waren uiteindelijkrampzalig voor de Britten irmee hi Iopdi Staten-Generaal voldaan. ëindigd. Daarmee had de v uitdrukkelijke opdracht van de Het had lang (volgens De Ruyter al te lang) geduurd voor een vloot geformeerd was, die sterk genoeg was om de Engelsen, van wie ook bekend was dat ze grote toebereidselen maak ten, aan te pakken. Op de vijfde juni had men eindelijk bij Texel de onge kende strijdmacht van 84 oorlogs schepen, 13 fregatten, 8 adviesjach ten en 4 branders bijeen, bewapend met 4600 stukken en met ruim moeizaam geworven mansi De Ruyter formeerde uit deze "vloot drie eskaders. Het eerste stond onder commando van hemzelf, Aert van Nes en De Liefde, het tweede onder Corne- lis Evertsen. Tjerk Hiddes de Vries en Banckert, het derde onder de vechtjas Cornelis Tromp, Meppel en Van der Hulst. Op de negende zeilde de vloot eerst zuidwaarts en later naar de Engelse kust om de vijand op te zoeken. Op de elfde kwam „tussen Duinkerken en Noord-Voor land" de vijand in zicht. Britse vloot De Britse vloot werd aangevoerd door Monck, hertog van Albemarle, met de vice-admiraals Ayscue, Sprag- ge, Allin en Berkeley. Deze strijd macht telde behalve kleinere fregat ten slechts 55 oorlogsschepen. Prins Robert van de Palz was namelijk en kele dagen eerder met 20 oorlogs schepen naar Het Kanaal gezonden op een onjuiste melding, dat de Neder landers daar waren. Prins Robert werd onmiddellijk teruggeroepen, maar hij kon op de elfde nog niet aan wezig zijn. Albemarle, die een belangrijk wind- voordeel had en die bang was voor de indruk die hij zou maken wanneer hij In de Britse havens terugweek, ging om negen uur in de ochtend tot de aanval over. Op de Staatse vloot was juist het gebed voor de strijd gebeden. De zeer krachtige wind bracht de En gelsen zo snel naderbij, dat enige ver warring ontstond. Albemarle trachtte op het meest zuidelijke punt door de Hollandse linie heen te breken en stootte daar op het eskader onder Tromp, dat al strijdende wat afdreef. Na drie uur vechten hergroepeerde Albemarle en bracht zijn achterhoede tegen De Ruyter en Evertsen in de slag. Deze manoeuvre bleek zeer on verstandig te zijn. De Britten onder Berkeley moesten slag op slag incas seren. Berkeley sneuvelde en zijn schip de „Swiftsure" werd buitge maakt, evenals twee andere Britse bodems. Ook het schip van de Engel se schout-bij-nacht Harman werd ge heel ingesloten. Cornelis Evertsen achtte toen het ogenblik gekomen om de tegenstander kwartier aan te bie den. Harman wees dit aanbod af en liet onmiddellijk nog eens de volle laag geven. Een kogel trof Evertsen en doodde hem. Harman wist zich uit de omsingeling te bevrijden. Zo ein digde de eerste dag. Beide vloten wa ren deerlijk gehavend Tromp en Van Nes moesten hun masteloze sche pen voor andere verwisselen maar de strijd was nog onbeslist en beide partijen wilden doorvechten. Vroeg in de ochtend van de twaalf de juni 1666 werd de worsteling voort gezet met een passeergevecht. De Staatse schepen lagen daarbij zo dicht opeen, dat het vuren erdoor bemoei lijkt werd. Tromp Tromp wendde midden op de dag, tegen de orders in, zich van de ande ren af om de keurig in linie varende Engelsen de loef af te steken. Hg raakte daarbg tussen de gehele En gelse vloot in en liep met zijn eskader fjroot gevaar. De Ruyter, de gevaar- ijke positie van zijn onderbevelhebber bemerkend, reageerde met een onver wacht besluit. Door het hijsen van de bloedvlag gaf hij bevel met de hele vloot op de Engelsen in te breken. Er ontstond een verwoed gevecht, waarbij Van der Hulst het leven liet, maar waardoor Tromp kon worden gered. Tromp, die opnieuw op een an der schip moest overstappen, kwam dankbaar aan boord van „De Zeven Provinciën" om De Ruyter voor zijn hulp te danken. Deze was echter wei nig verheugd. Zijn vloot was gedes organiseerd, terwijl de Engélsen nog steeds in goede orde verkeerde. De grote admiraal zag echter snel kans zjjn linie te hergroeperen en bej opnieuw een passeergevecht. Van In leidde later op de dag nog een derde passeergevecht. nadat een grote steng van „De Zeven Provinciën" was ka pot geschoten en De Ruyter zich wat achteraf hield hetgeen de Staten hem- zo nadrukkelijk verzocht hadden. De Ruyter was de volgende dag ech ter weer in de voorste gelederen tij dens een achtervolging van de Engel sen, die de vorige avond nog besloten hadden te proberen de wijk te nemen, omdat de vloot te zeer beschadigd was. Geen wind De vervolging had weinig resultaat, omdat er bijna geen wind was op deze derde dag. Tegen de middag kwam er echter een frisse bries, die een goede kans gaf de vluchtende vijand te be reiken. Toen men naderde verscheen plotseling vlak onder de kust het ver se eskader onder Prins Robert. Albe marle had hem al eerder ontdekt en, verheugd over deze plotselinge ver sterking van zijn strijdmacht, wilde hg onmiddellijk naar prins Robert koersen. Hij ging evenwel over de bank de Galloper en enkele van zgn schepen liepen hier vast. Allen zagen kans tijdig weg te komen, behalve Ayscue op de fraaie, grote „Royal Charles". Tromp zag zijn kans schoon. De Engelse bemanning verplichtte de dappere Ayscue zich zonder slag of stoot over te geven. De versterking van de vloot had de moed bij de Engelsen doen herleven. De Ruyter liet dan ook de achtervol ging staken en herstelde zijn slagorde. Hij liet de „Royal Charles" in brand steken (zeer tot ongenoegen van Tromp, die het schip zelf in triomf te Amsterdam had willen binnenbren gen) en maakte zich gereed voor een nieuw treffen. De vierde dag Zover kwam het pas op de vierde dag. Er ontstond toen een algemeen gevecht, waarbij de beide vloten niet minder dan viermaal dicht langs elk aar zeilden en zelfs door elkaar heen raakten en beide zeer veel schade op liepen. De Engelsen wisten echter' steeds hun linie te herstellen. Het es kader van Tromp had zoveel schade opgelopen, dat het niet meer aan de strijd kon deelnemen. Te ongeveer vier uur stak een ste vige bries op en toen zag De Ruyter zijn kans. De bloedvlag ging omhoog, in snelle vaart „brak hij de wind en ging onder furieus geschutvuur van achter op de Engelsen in. Deze stoot konden de Engelsen niet doorstaan. Ze werden volkomen uit elkaar ge slagen en gingen op de vlucht naar de eigen kust. De vervolging werd met kracht ingezet, om de vijand nu ook volkomen te vernietigen, maar, reeds waren enkele achterblijvers in de grond geboord, toen, naar De Ruy ter zeide „door God gezonden, die de vijand alleen voor zijn hoogmoed had willen tuchtigen, niet diens ondergang voltooien", een zware mist opkwam, die verder achtervolgen onmogelijk maakte. De Staatse vloot had vier schepen verloren en 2000 man aan doden en gewonden. Naast Evertsen en Van der Hulst was ook de schout-bij-nacht Stachouwer gesneuveld. De Engelsen verloren twaalf schepen, 5000 man aan doden en gewonden en 3000 man aan gevangenen. De vice-admiraals Myngs en Berkeley waren gesneuveld, Ayscue gevangen genomen. Zo groot de teleurstelling en erger nis in Engeland waren, zo groot was de vreugde en dankbaarheid in ons land. Op 30 juni werden overal dank gebeden opgezonden, vreugdevuren ontstoken en feest gevierd. De Staten van Zeeland richtten te Middelburg een schitterende maaltijd aan en raadspensionaris Johan de Witt kwam De Ruyter persoonlijk in Vlissingen complimenteren. Hoho! Daarom rook je natuurlijk (zoals iedere kenner) die hoogst geurige IBIS shag. Dobbelmann lekker man In cellofaan verpakt m ZEEUWSE SPORTLIEFHEBBERS! Vanavond van 22.30 tot 22.40 uur houdt de bekende radio-sport verslaggever Dick van Rijn een radio-praatje over de Sportdag van de Provinciale Zeeuwse Courant, die zaterdag a.s. in Goes wordt gehouden. Dick van Rijn spreekt in het AVRO-programma „Sportactua- liteiten" over de zender Hilversum H. Niet alleen zal hij aandacht wijden aan de sportdag van de Pro vinciale Zeeuwse Courant, maar tevens zal hg ver tellen hoe in de andere gewesten de sport in Zeeland wordt gezien. Sportliefhebbers, vergeet dus niet van avond om half elf uw radio af te stemmen op de zender Hilversum II Doek van Haarlemse schilder is zoek. De Haarlemse recherche is od zoek naar een bijna gereed zijnd schilderij van de 80-jarige kunstenaar H. F. Boot, voorstellende een dame, dat se dert vorige week uit diens atelier is verdwenen. In verband met deze dief stal is een 56-jarige timmerman J. W. F. aangehouden, die naast het atelier woont en dikwijls bij de schilder op bezoek kwam. Deze F. beweert, dat hij het doek heeft verkocht aan een 24-jarige kopergieter, maar deze ont kent en is na eveneens te zijn aange houden, wederom op vrije voeten ge steld. (Slot van pag. 1) water het ondiepe havengedeelte te bereiken zou zijn verspeeld. Om één uur zou het hoog water zijn, het ogen blik, waarop de „Scania" volgens dp plannen, in ondiep water zou moeten zitten, en het was al 12 uur. Met moedeloze gezichten liepen de ber gers over de dekken, tot nietsdoen gedwongen. „We gaan varen!" Om kwart over twaalf verscheen uitvoerder Wout Mange weer! Hij werd van de wal naar zijn post op de brug teruggevaren. Reeds uit de verte gaf hij zijn aan wijzingen aan de sleepboten. Einde lijk was de langverbeide toestemming toch gekomen. „We gaan varen", riep riep hij, toen hij even later op het wrak sprong en reeds was de sleep in beweging. Langzaam kwam de „Scania" van de plaats af, waar hij vijf maanden geleden gezonken was. Met een sleepboot voor, en een achter en met de beide bokken opzij, die op hun beurt weer getrokken werden door- twee bergingsvaartuigen, was het moeilijk manoeuvreren in de drukke buitenhaven, waar bovendien nog werd gebaggerd. Alles verliep goed. Maar zomin men de huid mag ver kopen vóór de beer geschoten is, zo min mag men „hei" roepen voor een gezonken schip definitief is ge borgen. Dat bleek ook hier. Na tien minuten slepen begaf plotseling de kabel het, waar mee de bok „Atlas" met de mast van de „Scania" was verbonden. De bok begon af te drijven en de afstand tussen haar en het wrak werd snel groter. Alles tevergeefs? Wout je Mange gilde zijn bevelen in hét rond en vliegensvlug werd een nieuwe staaldraad uitgebracht eai aan de stoel van het scheepswrak beves tigd, al spoedig gevolgd door een tweede bevestiging. Een ramp was voorkomen en ge stadig, meter na meter bewoog de sleep zich in de richting van het red- dingbrengende, ondiepe deel van de haven. Eindelijk, tegen één uur, kon Wout Mange, triomfantelijk de handen boven het hoofd brengen, de „Scania" Twee sleepboten trekken de Scania bij hoog water door de modder „om hoog". Foto P.Z.C.) was geborgen! Even later schudde de heer J. van den Akker hem de hand en werd hij door zijn vrouw omhelsd. Het was een verdiende omhelzing. „Het was een hels karwei", vertel de heer Van den Akker later. De ber ging is meegevallen, maar bij de voor bereidingen stuitte men op vele ïqoei- lijkheden. De pech begon al toen de takels, waarin het schip zou komen te hangen onder het schip moesten worden gebracht. Het werk was al een eind gevorderd toen de kabe'.s niet verder onder het schip waren te Nederlandse logies-service op Wereldtentoonstelling. De Algemene Nederlandse Vereni ging voor Vreemdelingenverkeer heeft van de stichting Wereldtentoonstel ling Brussel 1958, afdeling Nederland, de beschikking gekregen over een ruime informatiestand, die door een viertal meisjes zal worden bezet. Deze informatrices zullen in Nederland grondig voor haar taak worden op_ leid. Zij zullen o.a. worden getramd in de bediening van een telexapparaat, dat de A.N.VTV.-stand in Brussel zal verbinden met het telexnet van de logiesinformatiedienst in Nederland Buitenlandse toeristen, die in België niet meer de gewenste accomodatie kunnen vinden, kunnen dank zij deze telexlijn bij de A.N.V.V.-stand in Brus sel rechtstreeks logies bespreken in I Nederland. De A.N.V.V. heeft in nauw overleg met de stichting Wereldtentoonstel- 'ing Brussel 1958, afdeling Nederland, oen werkcommissie ingesteld, die ten l doel heeft alle door Nederlandse in- stellingen, organisaties en bedrijven i met betrekking tot de Brusselse expo sitie ontplooide activiteiten te coördi- neren. Van trap gevallen en overleden De 50-jarige mevrouw B W.K. uit de Veerlaan te Rotterdam werd gis ternacht door een medebewoner op de vloer in het trapportaal van haar wo ning gevonden. Men vermoedt, dat zij bij thuiskomst van de trap was ge vallen. Zij werd naar het Zuiderzie kenhui s vervoerd, waar men de dood oonstateerde, krijgen. Een duiker stelde een onder zoek in en ontdekte, dat er een anker onder het schip lag. Toen de „Scania" zonk moet het anker zijn uitgebracht, dat daarbij onder het schip terecht is gekomen. Verleden week zondag werd bij de voorbereidende werkzaamheden de „Grutto", een bok van Van den Ak ker door de harde wind op het wrak geblazen. Het was afgaand getij en het gevaar was groot dat de bok op het wrak zou blijven hangen. Ter nauwernood heeft men de bok nog weg kunnen slepen. Hiervoor in de plaats werd nu de „Atlas" gebruikt, een bok met een hefvermogen van 270 ton, met behnlp waarvan de „Scania" woensdag tenslotte is ge borgen. Schepen van 100.000 ton in Antwerpens haven Maar dan is normalisatie van de Schelde nodig Enige maanden geleden meldde de N.R.C., dat het gemeentebestuur van Antwerpen de overtugiing had opge daan dat de haven van de Schel- destad toegankelijk gemaakt kan worden voor schepen van 52.000 ton en dat zulks zou Kunnen geschieden zonder bijzonder hoge kosten. Nodig zouden zijn werkzaamheden ter hoogte van Zandvliet en daarmede zou dan niet meer dan 100 miljoen frank zijn gemoeid. Te Antwerpen was men tot deze mening gekomen op grond van een rapport van de oua-hoofdambtenaar van bruggen en wegen Bonnet, ken ner bij uitstek van de vraagstukken van de haven en van de Schelde. Uit mededelingen van de burgemeester van Antwerpen is thans gebleken dat het gemeentebestuur aan de heer Bonnet gevraagd heeft ook een tweede onderzoek in te stellen, en wel naar de mogelijkheid schepen van 100.000 ton op te nemen. De resultaten van dit tweede on derzoek hebben het gemeentebestuur thans tot de conclusie geleid dat de mogelijkheid wetenschappelijk is be wezen. zo meldt thans de X.R.C. Evenwel zouden normalisatiewerfeen moeten worden uitgevoerd in de vaargeulen van de Schelde, nl. in de Wielingen, In het Zuidergat, stroom afwaarts van Hansweert en ter hoogte van Bath. Een voor deze werkzaamheden hoofdzakelijk be drag is niet genoemd. Wel is mede gedeeld dat uit bet tweede rapport- Bonnet gebleken zou zijn. dat na normalisatie van de vaargeulen het onderhoud daarvan geen bijzonder hoge kosten zou vergen. (Advertentie) Zwitserse tweeling helpt Nederlandse huisvrouw. Sinds enige tijd brengt een beroemde Zwitserse tweeling prettige verande ringen in vele Nederlandse keukens: zij demonstreren hoe men vlug en handig soep kan maken. Die veel en veel fijner is van smaak! Slechts met behulp van wat kokend water bereidt deze tweeling een bouillon, die de ideale „basis" vormt voor alles wat fijn-pikant moet smaken. Dus ook sausen, ragouts, hachees en noemt U maar op. De naam van de tweeling? natuurlijk: Knorr Bouillon. Sa men vormen zij het dubbele tablet waarvan U een hele liter heerlijk zuivere bouillon kunt maken! Getrok ken van kostelijk rundvlees en uitge zochte groenten; heerlijk licht met zout en kruiden afgemaakt. Dank zij de zorg en vakkundige toewijding van de Zwitserse Knorr koks! Als extra hulp biedt Knorr U nog een leuk geillusteerd boekje aan, met 17 handige vlug-klaar recepten: alle met die parelende Knorr bouillon als smaakverfijner. U kunt het zó aan vragen: sluit een postzegel van 10 ct, met uw naam en adres, in een ge frankeerde envelop cn adresseer: Knorr. Postbus 1700, te Amsterdam. U ontvangt het Knorr boekje dan thuis. van kostelijk vlees voor krachtiger soepl 35 ct per dubbel tablet VAN 11 TOT 14 JUNI 1666 liet altijd hogtrop. Letterman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 7