G. Stuiveling schreef knappe
biografie over Jacques Perk
Traditie en verval op de BIENNALE
Teleurstellend optreden
van het „Royal Ballet"
H1
ZATERDAG 22 JUNI 1957
PROVINCIALE Z B B U W S B COURANT
EEN WERK VAN LIEFDE
Eindelijk v/ordi rechi gedaan aan
„De heraui van de Tachtigers"
Dat er tot nu toe nooit een goede levensbeschrijving van Jacques
Perk verschenen was, is eigenlijk verwonderlijk. Deze bijna
legendarisch geworden „heraut van de Tachtigers", deze „inluider
van de moderne Nederlandse poëzie spreekt immers nog steeds tot
de verbeelding, ook al wordt hij, en dat toch ten onrechte, vrijwel
niet meer voor het zuiver genoegen gelezen. Op de middelbare school
maakt men kennis met „Iris" en enkele Mathilde-sonnetten, maar
eerlijk gezegd, geloven we niet dat die kennismaking velen noopt
tot een later zelfstandig, grondiger en volledig herlezen. Het gewild-
plechtige, het licht retorische, dat zoveel negentiende-eeuwse poëzie
duf maakt, is Perk niet volkomen vreemd, en zijn tweedehandse
filosofie, nadrukkelijk geponeerd, moedigt de hedendaagse lezer ook
niet erg aan. Neemt men die eigenschappen echter als ondergeschikte
en bij een zo jong dichter vergeeflijke bezwaren, en let men vooral op
de vele grote gaven van Perk: zijn treffende taaiplastiek en muzikali
teit, zijn stoutmoedig élan, dan blijkt hij ook thans nog een zeer
interessant dichter waarmee men rijke uren doorbrengen kan.
Perks biograaf heeft het bovendien
betrekkelijk gemakkelijk. We geven
het U te doen een werkelijk grondige
levensbeschrijving van Balzac, of, om
dichter bij huis te blijven: van Louis
Couperus, te schrijven. Doch Perk
werd slechts tweeëntwintig en zijn
verzamelde geschriften houdt men
gemakkelijk in één hand. Zijn jeugd
is normaal, biedt geen afgronden als
bij Rimbaud. Al had hij wijsgerige
GARMT STUIVELING
„liefdewerk"...*
neigingen, toch is hij overal zonder
enige moeite te volgen. Hij is het
voorbeeld van een uiterst begaafde,
licht ontvlambare, wat fatterig-ver-
wijfde, tot dwepen en extase geneigde
jongeling; het ideaal van wat men
„de typische jonge dichter" zou kun
nen noemen. Hij was daarbij boven
dien een knappe, rijzige, aristocrati
sche verschijning.
Toch duurde het tot heden eer Perks
biograaf opdaagde (de voorafgaande
geschriften over hem kan men geen
eigenlijke levensbeschrijvingen noe
men) en wel in de persoon van pro
fessor Stuiveling. We hebben diens
werk „Het korte leven van Jacques
Perk" in één adem uitgelezen, en kun
nen ons moeilijk een levendiger,
exacter, met meer liefde en indrin
gende kennis geschreven biografie
van Perk denken. Dit boek, dat
zich ais een roman laat lezen
(maar zelfs onder de soms ro-
man-acthige toon proeft men de
bronnen dit is geenszins een
vie-romancée, doch een authentieke
reconstructie voor zover mogelijk) is
op een zeer grondige studie en een zo
volledig mogelijk feitenmateriaal ge
baseerd. Het is bovendien geschreven
met distinctie, met fijne humor soms.
en, hoewel het getuigt van een grote
genegenheid (het is wat men een
„liefdewerk" zou kunnen noemen)
toont Stuiveling toch afstand tot zijn
stof en waar het moet een kritisch
oog.
Het lezen van biografieën die uit
zo'n zuivere genegenheid geboren
worden, is bijna altyd een genot, en
dit boekwerk is er een mooi voor
beeld van. Men voelt dat niets te veel
geweest Is om alle brokjes exacte
DE BESTVERZORGDE
BOEKEN
In het stedelijk museum
te Amsterdam is de ten
toonstelling „de bestver-
zorgde vijftig boeken van
1956" geopend. Mr. D. Gil-
tay Veth gaf namens de
jury een overzicht van de
indeling der uitverkoren
banden. Bij de vijftig best
verzorgde exemplaren be
horen 17 romans, gedichten
en essays, eenzelfde aantal
wetenschappelijke boeken
en vakboeken, 7 boeken
over kunst, 4 jeugd- en
schoolboeken, 1 boek dat
niet in de handel is, 1 biblio
fiel boek en voor het eerst
dit jaar 3 catalogi. De vijf
tig boeken zijn afkomstig
van 27 uitgevers. De jury
bestond uit mevr. S. Heyne-
mann en de heren D.
Dooijes, mr. D. Giltay Veth,
ChA Leeflang en G, Proost.
kennis samen te voegen tot een zo
gaaf en betrouwbaar mogeiyk, over
zichtelijk geheel dat het leven van
Jacques Perk omvat.
Garmt Stuiveling begint met een
schets van het ouderhuis; de va
der, Waals predikant van moder
ne richting, eerst in Dordt, waar Jac
ques op 10 juni 1859 geboren werd,
daarna in Breda en in Amsterdam,
waar hij een man van aanzien en ge
zag werd. De moeder was van acfel.
Stuiveling vertelt bewaard gebleven
anecdoten uit jeugd en jongelingsja
ren, geeft grappige voorbeelden van
eerste kinderlijke dichtproeven, ver
telt uitvoerig van de jeugdliefden van
de zeer gemakkelijke op mooie meis
jes zich verlievende jongen.
Een gezinsreisje naar de Ardennen
in 1879, leverde o.a. de kennismaking
op met een schone Brusselse, Mathil-
dë Thomas, iets ouder dan Perk en
bovendien verloofd, die de eerste in-
spiratrice was voor wat later de Ma-
thildekrans worden zou.
Eigenlijk was Perk een late trou
badour hij had een verre vrouwe, een
muze nodig, een ideaal dat geenszins
benaderd hoefde te worden. Wellicht
was deze onbenaderbaarheid wel ont-
staansvoorwaarde voor zijn dicht
kunst.
De lieflijke natuur van de Arden
nen maakte diepe indruk op hem,
zo sterk dat men het landschap in
ztfn werk eigeniyk niet herkent: hy
maakte het groots en woest. Ook
ontmoette hjj er Oscar "'de, een
nog veel groter dandy dan hyzelf,
en het is amusant te gissen welke
loop zyn leven genomen hebben zou
als hy wat meer aandacht aan de
ze Wilde besteed had.
Na deze onvergetelijke vakantie zal
de terugkeer in Amsterdam niet mee
gevallen zyn. Want Perk was ook
daarin een typisch jong dichter, dat
hij eigeniyk nergens toe deugde dan
Letterkundige kroniek
door HANS ÏÏARREX
tot dichten (wat meer dan genoeg is,
maar dat leert de toekomst altyd
pas). Zijn studie mislukte, voor exa
mens zakte hij en de verhouding tus
sen zijn vader en hem verkoelde aan
merkelijk. In enkele maanden tyds
schreef hy de eerste versie van de
Mathilde-krans. Zijn eerzucht ont
waakte: hij zou de wereld, zyn vader
vooral, laten zien dat hij iemand was.
Stap voor stap volgt Stuiveling de
ze typische ontwikkeling: het con
tact zoeken met letterkundigen
van naam. de tegenslagen en succes-
jes, de wryving thuis. Daarna de ge-
exalteerde vriendschap met Willem
Kloos die tenslotte verbroken werd
voor een nieuwe liefde: Joanna Blan-
cke. Zowel Kloos als Joanna inspi
reerde hem tot vele van zyn beste ge
dichten.
Perk leed aan tuberculose, een fa
miliekwaal, die hem reeds zeer jong
ernstige waarschuwingen gegeven
had. Juist toen zijn werk brede erken
ning begon te vinden, wat ontzaglyk
veel voor hem moet hebben betekend,
want nu moest zelfs zijn vader inzien
dat ziin zoon verre van een mislukke
ling was, stak de z'-Me de kop weer
op. Een longabces maakte een einde
aan dit veelbelovende jonge leven: de
eerste november 1881 stierf hij, vol
komen uitgeteerd.
Hij was nog niet begraven of de in
triges over zyn literaire nalaten
schap begonnen. Kloos. die hij de
laatste maanden van zijn leven niet
had willen zien, heeft die papieren,
ondanks de tegenstand van Perks va
der, tenslotte toch vrijwel alleen in
handen gekregen en hjj heeft er vry
eigenmachtig mee gehandeld. Kloos'
handelwijze is in menig onzicht laak
baar, en zijn machinaties verwekken
ronduit wrevel. Toch weten we niet
wi# het, destyds. beter gedaan zou
hebben, en Kloos inleiding waa in elk
geval een manifest van allure.
En binnenkort zal men voor het
eerst nauwkeurig kunnen vergeiyken
w&t er Is gebeurd: Stuiveling* boek
ia namelijk het eerste van een reeks
van vier boeken „Jacques Perks leven
en werken", waarvan het tweede deel
de „Verzamelde gedichten", het derde
„Proeven in dicht en ondicht" en het
vierde „Brieven en documenten" zal
bevatten. Het belooft een zeer inte
ressante uitgave te worden waarmee
dan voor het eerst recht zal zyn ge
daan aan deze belangwekkende lite
raire figuur.
DE ZOMERTENTOONSTELLING
van het Rijksmuseum in Amsterdam
is dit jaar gewijd aan de Franse
kunstnijverheid, onder de titel „Van
Gotiek tot Empire(7 juli tot en
met IS oktoberUit Parijs komen
ongeveer 250 voorwerpen, die de pe
riode van de late middeleeuwen tot
het begin der 19e eeuw omvatten.
Verschillende voorwerpen zijn af
komstig uit Franse paleizen, zoals
o.m. de toilettafel van keizerin Ma
rie-Louise.
EEN SCHILDERIJ VAN Gauguin
ee» stilleven met appels heeft
op'een veiling in Parijs een miljoen
gulden opgebracht. Het werk maakte
deel uit van de collectie van Marga
ret Thampsonbiddle, een onlangs
overleden ryke Amerikaanse.
Wissel op geduld van Feslivalbezoekers
Een scène uit het ballet ,J>an-
scs Conccrtantes" (muziek
Igor Strawinskychoreografie
Kenneth MacMxllan), dat ook
op het repertoire van het
,Jtoyal Ballet" staat.
Naast het wassenbeeldenmuseum van
madame Tussaud aan de Marylebone
Rood in Londen, op de plaats
van een in de oorlog weggebombar
deerd pand, verrijst op het ogenblik
deze enorme koepél, waarin \n de
herfst van dit jaar het eerste plane
tarium van Groot-Brxttannië en het
Gemenebest zal worden geopend. De
bezoekers, waarvan er in de koepel,
welk een diameter krijgt van bijna 25
meter, 550 teglijk een zitplaats kun
nen vinden, zullen de gang van ster
ren en planeten op de binnenzijde
van het gewelf kunnen volgen via
een projectie met een hypermoderne
installatie, welke op het ogenblik in
de Zeiss-fabrieken te Oberkochen in
West-Duitsland wordt vervaardigd.
Het planetarium wordt een onder
deel van het museum Tussaud en
wordt ingericht ter gelegenheid van
het ticeede eeuwfeest van het was
senbeeldenkabinet.
(Van een onzer redacteuren.)
ET MET ZOVEEL VREUGDE verbeide optreden van het
„Royal Ballet" in het kader van het Holland Festival is voor
de talrijke balletliefhebbers, die dinsdag het gebouw van Kunsten
en Wetenschappen in Den Haag vulden, rondweg een teleurstelling
van formaat geworden. Wat deze vermaarde Engelse groep (gefor
meerd uit het voormalige Sadler's Wells Theatre Ballet) die avond
aan danskunst bracht, kwam niet uit boven het peil van een huis-,
tuin- en keukenvoorstelling en dat kwam voornamelijk door de lichte
lijk verbijsterende keuze uit het repertoire. Want dansen kunnen de
leden van het „Royal Ballet" ongetwijfeld, maar leven blazen in
overjarige, brave en vaak suikerzoete verhaaltjes, néé dat is althans
in deze voorstelling zelfs het „Royal Ballet" niet gelukt.
Zodat er die avond een grote wis
sel is getrokken op het geduld
van het overigens zachtzinnige
publiek, dat van tijd tot tijd zelfs be
reid was 'n open doekje weg te geven
voor in dit tam geheel vanzelfspre
kend nog sterker dan gewoonlyk op
vallende. individuele prestaties. Maar
geduld was er wel voor nodig om heel
net programma „uit te zitten" en dat
was toch waarlijk niet alleen te wij
ten aan de meer dan tropische tempe
ratuur in de zaal Nee, dat kwam
voornamelijk door de slepende, trage
verhaaltjes, die zich te beginnen
met „Apparitions" van Frederick
Ashton o"p muziek van Fransz Liszt
op de planken aan het oog ontrol
den. Het gehele, uit vier nummers be
staande programma omvatte name
lijk uitsluitend verhalend ballet,
waarvan dan „Apparitions" naar on
ze smaak nog het best te genieten
viel. Dit „ballet op romantische the
ma's" vermocht weliswaar de dansers
venmin te inspireren als de overige
drie, maar het gaf solist John Field
tenminste gelegenheid zijn dramati
sche- èn danstalenten te tonen en dat
was tenminste iets.
(Van een bijzondere medewerker)
Wy leven in een eeuw van traditie en ver
val, van vooruitgang en achteruitgang,
van bezinning en oppervlakkigheid. Een
bewys hiervan brengt ons de Vierde Biennale
voor Beeldhouwkunst, die der traditie getrouw
in het Middelheimpark te Antwerpen wordt ge
houden.
„Een Biennale zoals trouwens een museum
moet tonen, wat de tyd produceert", schryft
Lode Craeybecks, burgemeester van Antwer
pen en voorzitter van de Raadgevende Commis
sie van Middelheïm. Om hieraan te kunnen vol
doen werd denkelijk een tweede park voor
beeldhouwkunst ingericht, recht tegenover liet
eigenlyke Middelheimpark, waar vroeger uit
sluitend de openluchttentoonstelling werd ge-
Karl Prantl' Teken een der
abstracte beeldhouwwerken in
Middelheim.
Beeldhouwkunst uit
Europa in Antwerpen
houden. Gezien het grote aantal inzendingen
was deze uitbreiding wel nodig.
Deze vierde Biennale staat vooral in het te
ken van de beeldhouwkunst in Centraal Euro
pa, in het bijzonder van Duitsland, Zwitserland
en Oostenrijk. Indien nu toch een Biennale
moet tonen wat de tyd produceert, vragen wy
ons af, waarom de machtige beeldhouwwerken
van Arno en Ernst Breker hier ontbreken, zon
der wie een overzicht van de Duitse beeldhouw
kunst niet volledig is.
Dit is eveneens het geval met de Belgische
kunst. In het Middelheimpark treffen wij vele
onbekende namen aan, zoals Monique Dervi-
chien, Edith Ehrlich, Pol Faster en nog zovele
anderen allemaal jongeren, die naar voren
zyn geschoven en die in wezen niets te zeggen
hebben. Zy nemen de plaats in van oudere, ver
dienstelijke kunstenaars, zoals Charles Bres
sous, Maurits van Reeth, Geo Vindevogel, Oli
vier van Dongen, Herman de Cuyper en Moni
que Cornil. Van deze laatste zagen wij op de
vorige Biennale een zeer goed werk, namelijk
„Vrydag". dat als een verrassing mocht wor
den beschouwd. De maakster bewees er
mee, dat zij een geboren kunstenares is. Dat
kan echter van de thans exposerende jongeren
niet worden gezegd, met name niet van Jan
Heylen.
Deze jongeman, die een jaar ouder is dan
Monique Cornil, komt hier met een „Vrouw
met stoel" voor de dag, die rondweg af
schuwelijk is. Dat een dergelijk werk tot de ten
toonstelling kon worden toegelaten, pleit niet
voor de objectiviteit van de Raadgevende Com
missie. Het ziet er trouwens naar uit, dat het
deze Commissie er om te doen is geweest, de
abstracte kunst te propageren. In feite bewijst
zy echter, dat deze uitingen volslagen onzin
zijn. In elk geval vragen wy ons af, waarom
goede beeldhouwers werden geweerd of slechts
met een enkel klein werk aan deze tentoonstel
ling mochten deelnemen. Hier denken wij aan
het Portret van Emiel Hullebroeck, van Floris
de Cuyper.
Deze beeldhouwer werd op de vorige Bienna
le gepasseerd, hetgeen veel stof heeft doen op
waaien. Want het werk van deze kunstenaar
wordt ook buiten België zeer gewaardeerd. Dit
maal heeft men eèh enkel werk van hem op de
tentoonstelling toegelaten. »V'y hebben de in
druk, dat de commissie niet anders gedurfd
heeft gezien althans het feit, dat „Emiel
Hullebroeck" fissen enkele abstracte werken
in een verlore'i hoek werd geplaatst.
Dat leidt meteen tot de vraag, waarom er
geen ander werk van deze meester werd geko
zen. Zyn beelden kunnen gerust een plaats in
nemen naast de beroemde meesters Auguste
Rodin, Emile Bourdelle, Charles Despiau, Georg
Kolbe, Constantin Meunier en Rik Wouters,
„Een Biennale zoals trouwens een
museum moet tonen wat de tyd pro
duceert". Lode Craeybecks.
wier werken tonen wat grote beeldhouwkunst
is. Dat doen de voortbrengselen van velen der
hier getoonde jongeren bepaald niet: Karl Har-
tung. Bernard Heiliger, Fritz Koenig, Norbert
Kricke, Hans Steinbrenner, Hans Ulkmann,
Cesar Baldacini en *et minst van al Jean Tin-
guely, wiens Metamechanische Sculptuur een
prijs in de rubriek kinderspeelgoed verdient.
Laten we eerlijk zijn: Naast zeer vele waar
deloze abstracte worken staan er gelukkig nog
andere, die ons al die onzinnige uitdrukkings
vormen doen vergeten: prachtige werken, mo
numentaal gezien, evenwichtig van bouw en
vooruitstrevend van bedoeling zyn in de meeste
gevallen de scheppingen van Ernst Barlach,
Toni Fiedler, Heinrich Kirchner. Gerhard
Marcke, Astrid Noack, Raymond Martin en
Giacomo Manzu.
Wie een bezoek brengt aan de vierde Bien
nale voor Beeldhouwkunst in het Mid
delheimpark te Antwerpen krygt onge-
twyfeld een breed overzicht van de beeldhouw
kunst in Europa. Bijna alle landen zyn er ver
tegenwoordigd. Het uitgebreide geheel zal de
bezoekers enerzyds boeien, anderzijds afstoten.
Middelheim is met betrekking tot de beeld
houwkunst een schone tuin. waarin spytig ge
noeg ook veel onkruid staat. Laat ons hopen,
dat dit onkruid gewied zal worden, opdat de
schoonheid die er aanwezig is tot haar volste
recht zal kunnen komen. Dan wordt Middel
heim een plaats, waar iedere bezoeker rnstig
zal kunnen genieten van de prach*i»e scheppin
gen der belangryke meesters, zonder dat zyn
aandacht wordt afgeleid door waardeloze ab
stractie», die evenmin kunst als attractie zyn.
Schier kinderlyk doet zo langza
merhand het evenals „Apparitions"
rond twintig Jaar oude ballet ..Les
rendezvous" (ook van Ashton j aan.
Een kleur- en bloedeloos brokje bal
let. dat die naam nauwelijks meer
verdient.
Sterk verhalend was ook het zwaar
van romantiek doortrokken
Blood Wedding", gebaseerd op
een toneelstuk van Garcia Lorca. met
choreografie van Alfred Rodrigues
en op muziek van Denis Apivor. Ook
hier lukte het de leden van het
„Royal Ballet" maar zelden het toch
zwakke verhaal ondergeschikt te ma
ken aan de danskunst en dat nu
maakte het aanschouwen van deze
voorstelling zo uii^uttend: het voort
durend wachten op een bezield, be
geesterd „gebaar", op een mogelijke
plotselinge opbloei in een bepaalde,
tot strakke vertolking nodende scène.
Dat is deze avond niet gebeurd; de
„open doekjes" werden uitsluitend
verdiend met een enkele demonstratie
van technisch kunnen en voor het
overige bleven zowel sterren als Do
nald Britten. Ann Heaton en John
Field, als het ganse corps de ballet
onder de maat.
ot besluit bracht men „Les Pati-
neurs" op muziek van Meyerbeer
en met choreografie van (weder
om) Fredérlck Ashton: een op het
schaatsen geïnspireerd ballet, dat dan
ook alsmaar uitsluitend aan schaat-
senrbden deed denken en maar zelden
aan danskunst.
Het Rotterdams Phllharnionlsch
Orkest, onder leiding van John
I.anohbery zorgde voor een bekwa
me, zy het soms wat erg fanatiek
aandoende hegeleiding. Kostuums en
decors waren in alle balletten uitste
kend verzorgd en pasten volkomen in
de ..verhalend- sfeer" van deze voor
het overige (helaas, helaas) zo te
leurstellende festival-gebeurtenis.
To
r.
Culturele
Cavalcade
IN MAART en april van het volgend
jaar zal in Moskou een interna
tionaal concours voor pianisten en
violisten worden gehouden; het zo
genaamde ,T sjaikofsky-concours".
De jury zal bestaan uit bekende
pianisten cn violisten uit verscheide
ne landen.
DE FILMACTRICE Hedy Lamar
keert va een afwezigheid van zeven
jaar terug tot de film. Zij zal een
rol spelen in de film .Jlideway Hou
se". Haar laatste optreden dateert
uit de film Samson en Delilah" van
Cecil B. de Mille, waarin zjj de rol
ran Delilah vertolkte.
HET RIJKSMUSEUM Kröller—
Muller heeft een schildery van Tou
louse Lautrer ten geschenke gekre
gen van wijlen de heer Wilhelm
Weinberg uit Amerika. De heer
Weinberg heeft het aan het Neder
landse museum nagelaten uit dank
baarheid voor het land, waar hij
tussen de beide wereldoorlogen een
tehuis vond.
DE TONEELGROEP >yStudio" zal
op 15 juli a.s. te Amsterdam op het
landgoed Frankendaal een zomer-
theater openen, dat geheel door eigen
medewerkers wordt opgebouwd. On
der auspiciën van het vakantie-comi
té Amsterdam zullen er bij gunstig
weer iedere avosid voorstellingen
worden gegeven.