Culturele zomerdienstregeling van het Holland-Festival OTTO STERMAN: voordragen Nederlandse grafiek naar Sao Paulo ZATERDAG 1 JUNI 1957 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 9 WINSTPUNTEN EN BEZWAREN „Waf bloemen en wat stenen..." (Van een bijzondere medewerker) De nieuwe zomerdienstregeling is uitgekomen ik bedoel de culturele zomerdienstregeling, die Holland-Festival heet. Dit geval heeft inderdaad iets weg van een spoorboekje. Er zijn wat noviteiten in, wat nieuwe ver bindingen met de provincie, en de aspirant-reizigers vinden uitvoerig alle stopplaatsen en zelfs de tarie ven in hun gids. Dit stelt hen in staat een eerbiedige blik te werpen in luxe-treinen, die verre hun rede lijke aanspraken te boven gaan. De duurste biljetten lopen tot twintig gulden op.... Toch wilde ik zó niet doorgaan. Er leven heel wat bezwaren tegen het Holland-Festival, én als instituut én in zijn gedragingen. Bezwaren heeft ook schrijver dezes en hij zal ze niet verheimelijken. Toch is hij, bij de kritiek die van twee tegenge stelde kanten komt, om der wille van het evenwicht geneigd in het midden plaats te nemen, en stellig niet principieel afwijzend de voor- en nadelen van het festival rustig af te wegen. De geópperde bezwaren zijn twee zijdig en geheel verschillend van aard en strekking. De grote westelijke pers Is, ook dit jaar, in haar commentaar ge neigd het festival te oordelen en ver oordelen naar zijn artistieke niveau. Anderzijds heeft de gewestelijke JIII!IIIIIIIIlllllllillll!!llllllllllll!llilllllllllil!illl!llllllllllllll!ll!!!lllllllll§ Bernard Verhoeven, die hier ff kritisch het „Holland Festival" in beschouwing neemt, is thans H directeur van de Toneel Aca- s demie te Maastricht. Van huis uit is hij journalist, maar via m dit metier is zijn belangstel- H ling zich boven alles gaan p richten op de kunst. Hij is een vooraanstaand katholiek dich- ter en cultuur-filosoof. Sedert p 1917 publiceert deze nu 2 p tigjarige Arnhemmer verzen en essays. Illllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillilllllllllllllllllllllllf pers de neiging in het instituut een bij uitsték westelijke aangelegenheid le zien met slechts een paar gewes telijke zijlijntjes, kortom in wezen een galanummer voor de reeds zo verwende Randstad Holland. Tussen die twee vuren zit het Hol land Festival in, en wordt van twee kanten met argwaan bekeken. Hebben wellicht beide partijen ge lijk? Als dat zo is, dan is het Hol land Festival existentieel nergens. Voor ik tot de overweging van dit vraagstuk kom, een paar opmerkin gen vooraf. Het festival lijkt me nogal diri gistisch van voorkomen; en dat is een kwalijk iets, omdat het bij voor baat al wantrouwen wekt. Wanneer het festival in zijn structuur duide lijk werd gesteld in een algemeen nationaal kader, dus met medewer king in de leiding van competente vertegenwoordigers van het gehele land, dan zou het veel minder aan vechtbaar zijn. Thans lijkt het topzwaar, gou vernementeel, departementaal, officieel, hoe men het noemen wil. Een soort hedeling-met- muze van bovenaf, het staatsie- bezoek van een regeringstrein, waar eigenlijk de erewachten en vlaggetjes-zwaaiende kinderen op alle stations ontbreken. Ik meen, dat heel wat bezwaren tegen het festival als zodanig zouden zijn weggenomen, wan neer het. zou zijn gemaakt tot een overzichtelijke taak van het gehele volk in plaats van tot een humaan en vrijgevig regent schap. Een tweede opmerking is: dat het geld voor kunst en cultuur uit 's rijks kas nogal duur is. En hoewel ik de huidige bestedingsbe perking. als een hopelijk snel voor bijgaande factor, niet él te zwaar wil laten wegen bij de beoordeling van het bestaansrecht van een in stituut van langere leefduur, blijft toch de vraag kwellend of het geld voor incidentele feestviering geen roof is op zaken, die van dieper en duurzamer belang zijn dan het fes tival. Permanente spreidingsinstituten, als bijvoorbeeld het operagezelschap „Forum", toneel- en balletgezel schappen, verkeren bij hun verblij dende opkomst in een zodanige geld nood, dat het de vraag kan zijn, of de afweging van wezenlijke belan gen niet zou kunnen uitvallen ten nadele van het festival. Het rijk betaalt f 120.000 voor het festival, dat verder in zijn tekort wordt gefinancierd door Amsterdam en Den Haag, hoofdzakelijk. Het be drag uit 's rijks kas is niet zo bui tensporig, maar in het goudschaaltje der gewogen levenskansen kan het toch zwaar wegen. In kom thans tot de tweevoudige kritiek: enerzijds van westelijke kant, de klacht dat het festival ar tistiek niet ernstig genoeg in de markt ligt; anderzijds van geweste lijke zijde dat het festival toch eigenlijk maar een toegift is voor de cultureel reeds zo welgedane provin ciën. Er zit in beiderlei kritiek wel zo veel steekhoudends dat men minstens het gevaar in overweging moet ne men, dat het instituut in het lucht ledige zou komen te verkeren. Festival heeft een zwaje klank ln de wereld, al is die door overmatig gebruik wel gedevalueerd. De vol wassen festivals, zoals die van Salz burg bijvoorbeeld, hebben toch wel een andere allure dan het Holland- Festival. Déér, in de belangrijke festivals, gaat het om de werkelijke evene menten op artistiek gebied, om pre mières van klasse, nieuwe grootse monteringen enz. Het Holland-Fes tival heeft van deze allure weinig of niets. Het Is trouwens niet geheel duidelijk voor welk publiek het is bedoeld en welk publiek het inder daad bereikt. Gegevens daaromtrent zijn, naar ik meen, niet bekend. Zijn er veel buitenlandse toeristen bij? Onbekend. Zo ja, wat zoeken en vin den zij er? Zeker geen duidelijk beeld van de Nederlandse cultuur. Ziehier, een der bedenkingen, die men tegen het festival in zijn pro- grammabouw kan maken. Er is geen sprake van een bewust en zih- vol geheel. Als er treffers zijn en die zijn er stellig dan ligt het niet aan de schietschijf, want die is er, althans waarneembaar voor het blote oog, niet. Ik besef, dat wanneer men slechts over enkele tonnen, van rijk en ge meenten samen, beschikt, men niet de kleuren van de regenboog mag verwachten. Misschien dat men zien dan beter aan het beperkte maar heldere bestek van het witte licht kan houden. Enkele toppunten, in doelbewuste samenhang, in zinvol verband, kun nen kostbaarder zijn voor een wé zenlijk festival dan een bundeling van nummers, die tegen een bereik bare prijs op de wereldmarkt kunnen worden gekocht. Een uitstraling van de Nederland se geest in dit land van toch wel enkele Groten zou ook voor vreemdelingen belangrijker kunnen zijn, en in elk geval voor de zinbe paling van een festival waardevoller, dan een internationale Familie Door snee. Overigens, natuurlijk is een ontmoeting op werkelijk hoog inter nationaal niveau geenszins waarde loos. Maar deze waarde moet con tant worden gekocht en zijn fondsen hiervoor toereikend? De tweede categorie bezwaren, die van de provincie zou ik niet zó zwaar tellen of liever: de bezwa ren zouden constructief op te van gen zijn. Het zou niet billijk zijn om het festival in zijn streven naar re gionale spreiding, naar uitbreiding van het treinenplan, al te hard te vallen om het feit, dat het aantal verbindingen en stopplaatsen nog niet bevredigend is. Als het bestaans recht van het festival in het geding is, dan zeker niet op dit terrein van pas begonnen en uitdijende explora tie. Ik mag thans wijzen op enkele van de verschillende aanwezige winst- en lichtpunten in het festival- program van dit jaar. Het Nederlands Ballet, de meest opvallende in opkomst zijnde ballet groep van ons land, ontbeert door gebrek aan geldmiddelen node de steun van een goed orkest het krijgt thans voor minstens vier voor stellingen de medewerking van het Utrechts Stedelijk Orkest. Ons Radio Philharmonisch Orkest, een van on ze edelste renpaarden op stal, wordt nu in grote opmaak tot het publiek gebracht. Een der aantrekkelijkste eve nementen van het program is „Moortje", een daad van kame raadschappelijk samenspel van Een werkstuk van prof. Esscher voor Sao Paulo. (bijna!) het gehele Nederlandse toneel in zijn toppunten, waar (bijna!) alle azen vrij ter be schikking stonden, desnoods voor de rol van zevens en ach ten in het spel. Een dergelijke geste van nationa le saamhorigheid is, als symbool ten minste, een festival waard. Waar lijk, uit de eigen reservoirs is op deze wijze reeds een festival te vor men, misschien zonder wereldrepu tatie maar van een typisch eigen toon. Er is natuurlijk geen bezwaar te gen, de prov. te laten mee-profi- teren van het internationaal toe ristische verkeer van muzen in bus sen, maar dat zijn de toevallige mee vallers. Belangrijker zou zijn in de festi val-maand het gehele land, voorzover redelijk, opening van boeken te doen, een beeld te geven van het anders vrijwel onbenaderbaar nationaal kunstleven. Waarom, eindelijk, de Nederlandse Opera niet op galatournee naar de provinciale hoofdsteden gezonden, een goodwill-reis in eigen land Of omgekeerd, voor aangepast publiek en aantrekkelijke prijs, niet een vriendschapsbezoek van het jonge veelbelovende „Forum" naar het Westen? Men zou elkaar, van top tot laagland, in die maand eens als goede buren moeten leren kennen! Waarom geen kruisverkeer, in brillante programma's, van de ver schillende eigen provinciale orkes ten over en weer? Dit soort pendel diensten zou een verrijking kun nen zijn van het culturele spoor boekje. Gaarne wil ik in deze optimistische en hopelijk constructieve toon eindi gen. Ik heb er geen behoefte aan óf enkel bloemen óf enkel stenen naar het festival te werpen. Als het instituut na en naar bevind van bovenstaande overwegin gen levensvatbaar is, kan het minstens op dit terrein van ruilver keer zijn levensvatbaarheid ten vol le bevestigen. De mogelijkheden en het zij met waardering erkend aanwijzingen voor beloften zitten er in. ^Illlllllllllllillllllllllilllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllll^ H In het Hollandpark te Londen s wordt op het ogenblik een ten- H toonstelling gehouden over de - =e beeldhouwkunst in de afgelo- m pen 100 jaar onder de naam H „Sculpture 1850 and 1950". Een van de inzendingen Is het j= M beeld „Moeder en kind" van de beeldhouwer T. B. Huxley- Jones, Toneel, televisie, radio en ballet (Van een speciale verslaggever) Het leek wel, toen we de kleedka mer van de televisiestudio in Bussum binnenstanten om met een van Ne derlands beste en zeker eerste tele- .visieacteurs een babbeltje te maken, dat we In de catacomben van het Olympisch Stadion terecht waren gekomen na afloop van de een of an dere sportontmoeting. Want gebogen over de wastafel stond een man met een atletisch lichaam zich de resten van een uur Inspanning van z'n bo dy te wassen. Ken atletisch, goed ge traind lichaam, nis dat van een bok ser. Geen wonder, want de bezitter ervan is behalve acteur nog gymna stiekleraar ook en in zijn vrije tijd doet hij niets liever dan achter een voetbal aanlopen, het tennisracket hanteren of een spelletje honkbal spelen. Hij kan als leraar M.O. licha melijke oefeningen en gediplomeerd in heilgymnastiek en massage ruim zijn boterham verdienen en heeft dat ook lang gedaan. Maar moet men verwonderd zijn, dat iemand met zo veel talent het ongewisse van het kunstenaarsbestaan verkiest, onder het motto, dat hij met een klas schoolkinderen zijn artistieke presta ties niet kan uitleven? Otto Sterman is zijn naam en er zullen weinig Nederlanders zijn, die hem niet kennen. Van het toneel, de radio of van de televisie, want bij alle drie is hij een graag geziene gast. Zijn buitengewoon expressieve kop maakt hem voor de camera's misschien nog wel- het meest ge schikt, hoewel hij zich nooit aan een van de drie media geheel zal willen geven. Het is immers de afwisseling, die boeit, die prikkelt tot steeds be tere prestaties. Het is de noodzaak tot omschakeling, die hem telkens weer zich doet bezinnen op de speci ale eisen, die radio, televisie of to neel de acteur stellen. Vertellen Wat hij overigens het liefst doen Hij weet het zelf niet. Het komt er ook niet zo heel veel op aan. Alle werk is mooi. Hoewel kindervertel lingen en bijbelse verhalen een warm plekje hebben in het hart van Otto Sterman. Maar is het dat hij daar speciaal van houdt, omdat hij zoveel op dat terrein werkt, of vertelt hij zoveel van deze verhalen, omdat hij daar meer van houdt dan van iets anders Als hij dat voor zichzelf nog niet heeft uitgemaakt, zullen wij maar niet eens proberen een antwoord op deze vraag te geven. Otto Sterman werd niet alleen voor de gymnastiek opgeleid, hij vond in dit vak ook Jaren zijn be staan. Langzaam maar zeker is hij echter In de toneelwereld terechtge komen. Eerst, omdat men Iemand van zijn type nodig had en vroeg, of hij dat rolletje niet even wou spelen. Hij bleef aanvankelijk zijn oude beroep trouw, maar als er eens er gens een kleurling nodig was, was een telefoontje voldoende om hem in het geweer te roepen. Zo kreeg hij telkens kleine rolletjes, totdat in het laatst van de veertiger jaren een contract van vier jaar bij Comedia hem eigenlijk voorgoed op het toneel bracht. De tijd van het vaste engagement ligt al weer ver achter Otto Ster man. Maar er zijn nog altijd wel rolletjes te spelen, hoewel de moge lijkheden van deze acteur die im mers een zeer bepaald type vertegen woordigt beperkt zijn. „Ik kan mijn type niet ontlopen", zegt hij, „en dat wil ik ook niet". Zijn vader kwam immers van Curagao. Hoorspel Overigens was deze beperkte speel- mogelijkheid er oorzaak van, dat Carel Rijken Otto Sterman vroeg bij de hoorspelkern te komen. Dat is toch wel een grote ommekeer in zijn leven geworden. Tijdens een propa- gandatournee ontdekte hij immers zijn begaafdheid als voordrachts kunstenaar. „Ik stond in een programma van louter pretmakers plotseling helemaal alleen op het to neel een vêrhaal te vertellen. Onno dig te zeggen, hoe moeilijk het wel was om de mensen te pakken. De meest ongunstige omgeving en on mogelijke omstandigheden, ziedaar mijn debuut, als voordrachtkunste naar", zo vertelt Sterman, die vol vuur raakt, als hij daaraan terug denkt. Want het publiek luisterde met open mond. Het bleek helemaal niet moeilijk, de sfeer te scheppen. „Toen wist ik plotseling, dat ik voor dragen kon. En natuurlijk ben ik daarmee doorgegaan". Voordragen voor de radio, alleen op het toneel en voordragen voor de televisie. Otto Sterman was een der eerste televisieacteurs in ons land Onder Eric de Vries werkte hij al in Eindhoven en velen zullen zich zijn prachtige werk van de E 55 nog her inneren. Ook nu nog is hij regelma tig op het scherm te zien. Met suc ces. Ballet De serie radio, televisie, toneel en voordracht is nu nog aangevuld en Otto Sterman naar een tekening t-an Martin Brink. wel met ballet. Want met het „Lan- destheater" in Hannover heeft Otto Serman deze winter een serie .ballet voorstellingen gegeven van „Otello". Met een prachtige choreografie van Yvonne Georgi. Hij zou er graag eens mee naar Nederland komen, want publiek en per» waren enthou siast. Het vreemde was, dat hoewel hij uiteraard zelf niet een dansende rol had zijn atletische figuur en zijn getrainde lichaam hem bij deze ge legenheid uitstekend te pas kwamen. Zodat het toch niet zo vreemd was als het leek, die kfeedkamer, waar de handdoeken inmiddels in de kof fer waren geborgen en waar een keu rige. breedgeschouderde artiest af scheid van ons nam Culturele Cavalcade DE RUSSISCHE vertaling van do toneelbewerking van „Het Achter huis, dagboek van Anne Frank", zal in Moskou worden gespeeld. De regie heeft A. Efros en men is reeds met de voorbereidingen begonnen. HET NEDERLANDSE KAMER ORKEST, onder leiding van dirigent violist Szymon Goldberg, heeft het initiatief genomen tot het organise ren van een aantal kerkconcertcn met een Bach'Hdndelprogrnmma. De ze concerten zullen gegeven worden in Alkmaar, Baarn, Gouda en Zaan dam en worden vooralsnog gezien als een proefneming. IN GRANADA overweegt men om aan de universiteit aldaar een leer stoel voor televisie in te stellen. Daar naast is men voornemens een aantal deskundige lieden voordrachten te laten houden over het medium tele visie. MAX BROCKHAUS, de oprichter van de beroemde uitgeverij, bekend aa, 1 musici over de gehele wereld, is on 90-jarige leeftijd in Loerrach in Duitsland overleden. Hij was de klein zoon van de oprichter van de uitgeve rij F. A. Brockhaus in Leipzig; in 1893 richtte hij een eigen firma p. (Van onze redacteur beeldende kunsten) Wanneer half september de vierde Biën nale van Sao Paulo wordt geopend, zal Nederland op deze grote Braziliaanse kunstmanifestatie vertegenwoordigd zijn met een inzending grafiek, die bepaald belangrijk moet worden genoemd. Sao Paulo voor de oorlog alleen maar bekend als grote havenstad is na de oorlog plotseling een cultureel centrum van beteke nis geworden, doordat een krantenkoning er een reusachig paleis voor zijn bedrijf stichtte en hierin tévens een splinternieuw museum onderbracht. H|j kocht links en rechts in Europa alle be langrijke schilderijen op die hij te pakken kon kr|jgen. Zijn museum is sindsdien de zetel van een tweejaarlijkse internationale kunstten toonstelling geworden, die dit najaar voor de vierde maal zal worden gehouden. Deze Biennale is tevens een soort wedstrijd: voor de beste kunstenaar over de gehele linie en verder voor de beste kunstenaar in elk der afzonderlijke vakken zijn forse geldprijzen be schikbaar. Verder worden er nog een aantal kleinere bekroningen verwacht, die niet te versmaden zijn al zou het alleen maar zijn om de daaraan verbonden verplichting tot aankoop van het bekroonde werk. Nederland nu heeft voor deze Biennale zijn kracht gezocht ln- een inzending van grafiek Op uitnodiging van het ministerie van onder wijs, kunsten en wetenschappen hebben prof. J. Wiegers, van de rijksacademie te Amster dam, C. Doelman, kunstkritikus en J. C. Eb- binge Wubben, directeur van Museum Boy mans te Rotterdam, de collectie bijeenge bracht. Z|j hadden als opdracht werk v».n een klein aantal kunstenaars voor dit doel uit te zoeken en deze groep als het wa.e tan te vullen met Een waardevolle inzending enkele stuks plastiek van prof. V. P. S. Esser. met name van zijn fraaie sportfiguren. In het kader van deze opdracht heeft de jury een belangrijke collectie werk bijeen gebracht. Zij heeft zich daarbjj beperkt tot het werk van twaalf bekende grafici. Wie er vertegenwoordigd zijn behoren tot de besten van onze tijd, jongeren zowel als oude ren. Het zijn om te beginnen: De Vier te weten M. C. Escher H. Disberg, H. van Krui- ningen en W. van Heusden. Escher kent men als de mathematicus met zijn typische intellectuele constructies, maar ook als de schepper van een fraaie prent als „Modderplas". Harry Disberg onwikkelde de prent als een fel teken van zijn innerlijke bewogenheid, maar tegelijkertijd tot een zeer mooi spel van zwart en wit. H. van Kruiningen en W. van Heusden scheppen ieder op hun wjjze de ée in kleur, de ander in zwart-wit-etsen een bijna absurde droomwereld van grote schoonheid en spanning. Om hen heen acht anderen, de meesten bekend, een enkele een grote verrassing. Deze verrassing is de Limburger Jef Diederen, die zich tot dusverre alleen had laten kennen als de maker van diep-melancholische schilderijen en die hier met verbijsterende li thografieën voor de dag komt. Jeanne Bieruma Oosting stond enkele dier figuren in kleurhoutsnede af: haar Haan is voor mjj nog altgd haar mooiste stuk. W. Elenbaas' werk is niet in woorden te vangen. Men moet de merkwaardige, irreële droom sfeer van deze fraaie kleurenlitho's onder gaan. Friso ten Holt wordt klaarblijkelijk door be paalde motleven sterk bezig gehouden meer nog om hun technische uitdrukkingsmogelijk heden dan om hun inhoud. Want het drietal prenten dat hij wijdde aan de worsteling van Jacob met de Engel verschilt nauwelijks in vormgeving maar des te meer ln techniek en daardoor in zeggingskracht. De merkwaardige evocatieve houtsneden van W Noordhoek met hun brede, rafelige contouren zag men al vaker. Maakt hij geen nieuwe prenten meer, of heeft hij deze vijf na dien nooit meer overtroffen? Een merkwaar dig verschijnsel trouwens, dat zich in deze tijd meer voordoet; een kunstenaar schjjnt zich som in één of enkele werken volkomen uit te spreken W. J. Rozendaal is vertegenwoordigd met en kele houtsneden in kleur, die hem bij de ex pressionisten van de oude stempel rangschik ken. Het zrjn mooie forse prenten, waarin soms de kleur zeer belangrijk is. De vrouwefiguur, sterk zinnelijk gezien, is voor hem een be langrijk motief. Het werk van A. Schotel tenslotte valt ln dit milieu eigenlijk een beetje uit de toon. Deze verfijnde etser is op een uiterst persoon lijke wijze realist. In fijne, brokkelige ner veuze lijntjes kan hij schijnbaar onaanzien lijke dingen als korenaren en dennetakken neerschrijven met een intensiteit, die deze zaken verre boven hun gewone betekenis uit heft. Er is niets „moderns" in dit werk. In zo verre loopt het er uit doet het in deze col lectie zelfs een beetje verweesd aan; om zijn bijzondere kwaliteiten verdient het z|Jn plaats echter volkomen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 5