Olaf J. de Landell schreef „Een
vaartuig voor de herinnering"
NIEUWS van het filmfestival
Marcel Marceau: pantomime
Shirley vertelt sprookjes
voor Amerikaanse T.ï.
Opmerkelijke prndukten
van Bussen en lluiisers
ZATERDAG 11 MEI 1957
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ROMAN UIT HET OUDE EGYPTE
Een vrije interpretatie van
een boeiend tijdperk
Het eerste wat opvalt wanneer men „Een vaartuig voor de herinne
ring", de nieuwe roman van Olaf J. de Landell, opneemt is iets
wat niets met de kwaliteit van het boek te maken heeft, namelijk dat
het helemaal met rode inkt gedrukt is. Van alle experimenten, die
er wel met de kleuren van papier en drukinkt uitgehaald werden, is
dit een der minst geslaagde. Hoewel er schryvers met zwakke ogen
geweest zijn die met rode inkt schreven, bewerend dat deze kleur
zachter aan de ogen was, bleek het lézen van een helemaal in rood
gedrukt boek voor ons een absoluut hoofdpynverwekkende bezigheid.
Wij hopen dat deze proef niet herhaald zal worden.
„Een vaartuig voor de herinne
ring" is een roman met een onder
werp, dat voor velen aantrekkelijk
zal zijn. Hij speelt namelijk in het
oude Egypte, ten tijde van Toet-
anchamon (ong. - 1354), de farao
die het meest tot de volksverbeel
ding in de westerse wereld gespro
ken heeft, simpel door het feit, dat
zyn graf met fabelachtige schatten
nog vrywel intact aangetroffen
werd (in 1922). Een belangryk
vorst was Toetanchamon overigens
niet, hij heeft niet eens de kans ge
had het te worden want hij stierf
op ongeveer 18-jarige leeftijd. Van
by zonder belang echter was zyn
voorganger en schoonvader, Ame-
nophis IV of Echnaton (-1372 -
-1354) de farao, die op zyn beurt 't
sterkst tot de verbeelding van de
moderne intellectueel spreekt (en
die verbeelding nog al eens op hol
heeft doen slaan).
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
Echnaton, een vorst met een bij
zonder mooi gelaat en een ziekelijk,
ia, wanstaltig lichaam (de vele por
tretten en standbeelden tonen nem
nog al realistisch), gehuwd met de
inderdaad „beeld"-scnone Nefretite,
die ieder kent door het kleurige
kalksteenkopje uit Berlijn, was zoals
gezegd Toetanchamons schoonvader,
en mogelijk nog wel nauwer verwant.
Echnaton brak met het Egyptische
veelgodendom en stelde de eredienst
van aton, de zonneschijf in, een soort
monotheïstische, filosofische gods
dienst, die overigens reeds duidelijk
ontloken was onaer zijn voorganger,
Amenophis HL Het was een gods
dienst met hoge ethische maatstaven,
waarvoor het Egyptische volk op zijn
voorzichtigst gezegd, niet rijp was.
Het verzet ertegen werd sterker
naarmate Echnaton fanatieker, ja,
maniakaal werd. Deze vorst, meer
|lllllllll!llll!lll!lllllllllllllll[illlllllllll!lllllllllllllll!!l!llllllllll!llllllllll|
H Dit is de Noorse bioscooptech- j|
nicus Hilmar Sandberg met
zijn revolutionaire uitvinding,
de „Norway scope", een nieuw eh
lenzenstel, dat het mogelijk
maakt iedere maat film, bij-
s voorbeeld 8,16 of 82 millimeter
H breed, op een scherm van elke
gewenste grootte, bijvoorbeeld
cinemascope-breeabeéld of vol- j=
H gens het principe van Toad, te M
projecteren. Sandberg werkte
H voor de uitwerking van zijn
H idee samen met de Deense spe-
cialist op het gebied van de
lenzenfabricage, Holger Niel-
H sen. Naar het oordeel van des-
kundigen betekent de vinding
M van Sandberg een ware om-
wenteling op het gebied van de
bioscooppro jeotie.
dichter, natuurfilosoof en mysticus
dan politicus, zag niet alleen de
macht van zijn rijk volkomen ver
brokkelen: hij slaagde er ook niet
in, zijn ideeën te verwezenlijken, al
thans niet duurzaam. Reeds onder
Toetanchamon keerde men tot de
oude toestanden terug en het enige
blijvende was Echnatons invloed op
de kunst (een vermenselijking) en
bovenal het invoeren van de gewone
spreektaal, het neo-egyptisch, als
schrijftaal.
Rondom deze zo bekende en tege
lijk zo onbekende figuren heeft De
Landell zijn roman geschreven.
Eerlijk gezegd hebben we iets te
gen de historische roman als
genre, nl. tegen hetgeen we er
het „vervalsende" bestanddeel van
zouden willen noemen. Een histori
sche roman over onbekende personen
kan er nog mee door, maar zodra his
torische personen ingevoerd worden,
hebben we veel eerder kritiek. Hoe
verder men nu teruggaat in de histo
rie, hoe moeilijker aanvaardbaar het
geheel voor ons wordt. Het lijkt vrij
wel uitgesloten dat een Nederlander
van heden zich in kan leven in de
mentaliteit van een Egyptenaar van
veertienhonderd voor Christus, hij
kan het niet eens in een van thans.
De vertekening wordt zó groot dat
men er haast vrede mee zou hebben:
men kan bijna evengoed fabelwezens
ten tonele voeren. Doch dat preten
deert de schrijver van zo'n histori
sche roman niet te doen: hij wil ons
een kijkje geven in leven en ziele-
leven van de oude Egyptenaren en
heeft daartoe al het materiaal ijverig
bestudeerd en in dit geval de
tekst zelfs laten controleren door een
hooggeleerde, wat heerlijk naief aan
doet. Deze hooggeleerde liet op
„smaakvolle wijza' in „sommige pas
sages de literaire kant zwaarder we
gen dan de strikt wetenschappelijke"
en nu zitten we met de brokken, d.w.
z. met de keurig als Egyptische ko
ningen en koninginnetjes verklede
marionetten die willig dansen naar
De Landells pijpen.
Aangezien prof. De Buck het niet
noodzakelijk vond aperte onwaar
schijnlijkheden te corrigeren voelen
Zeeuwen in besiuurvan
toneelgroep ,,Siudio"
Mr. R. H. baron de Vos van Steen-
wijk, oud-commissaris der Koningin
in Drente, lid van de Eerste Kamer,
heeft de functie aanvaard van alge
meen voorzitter der stichting toneel
groep Studio. Tweede voorzitter is mr.
J. C. de Wit, voorzitter der stichting
toneelspreiding Oost-Nederland. Voorts
zijn als nieuwe leden tot het bestuur
toegetreden dr. E. Verkade-Cartier
van Dissel, letterkundigeH. Clewits,
directeur en hoofdredacteur van de
Provinciale Drentsche en Asser Cou
rant; M. J. van Poelje, lid van Ged.
Staten van Zeeland; A. A. Schuit,
burgemeester van Kortgene en J.
Ubinik, kunstredacteur van het
Nieuwsblad van het Noorden.
De artistieke leiding van het ge
zelschap wordt voor het nieuwe
speelseizoen gevormd door een drie
manschap bestaande uit Jaap Hoog-
stra, Han Surink en Jan Velzeboer.
Han Surink is benoemd tot directeur.
Als dramaturge is aangesteld me
vrouw dr. Eline Verkade
wij, die tenslotte vooral de literaire
waarde van dit boek dienen te be
oordelen, ons de mond gesnoerd.
Als roman is „Een vaartuig voor
de herinnering" zeer bevredi
gend, van een bescheidenheid en
onopgeschroefdheid die hier en daar
groots wordt. Zeer zuiver geschreven
ook, met mooie evocatieve Deelden en
passages.
Dit is in het kort het verhaal
Toetanchamon, die ons getoond wordt
als een jongensachtig, wat decadent
vorst, rijdt in pracht en praal uit en
wordt dan het slachtoffer van een ge
raffineerde moordaanslag met poli
tieke achtergrond. Zijn zeventien
jarige weduwe, Anchsenamon, doch
ter van Echnaton en Nefretite, klein
dochter van de eveneens zeer beken
de vorstin Tiji, treurt niet alleen om
het verlies van haar jeugdige ge
maal, maar zint tevens op een plan
om te voorkomen dat een officier van
niet koninklijk bloed op de troon
komt. Zij heeft enkele maanden de
tijd: zolang het lichaam van Toet
anchamon wordt voorbereid voor de
laatste reis naar het westen, berust
de macht bij haar. Doch daar er in
Egypte geen vorstelijke prinsen meer
zijn, wendt zij zich in het geheim tot
een vreemde Hittietenvorst met de
bede hem een zoon te zenden als
echtgenoot. Door allerlei omstandig
heden arriveert deze vorst later dan
verwacht werd.
Anchsenamon wordt bijgestaan
door een oude slaaf, de filosoof Anab,
die haar op zeer tactvolle wijze duide
lijk maakt dat er veel bloed vergo
ten zal worden wanneer zij haar plan
doordrijft. De koningin, nog sterk
onder de invloed van de godsdienst
van haar vader, die tegen bloedver
gieten was, overwint haar trots en
brengt het offer.
Deze vrij geïnterpreteerde stof, die
slechts in ruwe trekken overeen
komt met gebeurtenissen die werke
lijk hebben plaats gehad, is zeer
boeiend behandeld. Bij het uitbeelden
van de ceremoniele uitvaartdienst
van Toetanchamon vooral, bereikt de
schrijver een hoogtepunt, en het slot
van zijn boek is nobel. Fantasie en
exacte kennis zijn daar op gelukkige
wijze samengesmolten tot een indruk
wekkende reconstructie. Van de bij
figuren werd vooral de slaaf Anab
een geloofwaardige creatie.
Hedwig van de Linde illustreerde
het boek met een paar op Egyptische
motieven geïnspireerde prentjes en
maakte ook het foeilelijke omslag.
"Uitgave: A. A. M. Stols,
's-Gravenhage.
De eens zo beroemde kind-filmster,
Shirley Temple, heeft in de V.S. een
contract afgesloten als vertelster van
sprookjes. Na het bijna onwaarschijn
lijk grote succes, dat met de musical
„Assepoester" werd behaald, schij
nen eensklaps de oude sprookjes by
het Amerikaanse televisiepubliek bij
zonder in de smaak te vallen.
Men heeft berekend, dat „Asse
poes" door 107 miljoen kijkers ge
volgd Is. Hetzelfde gezelschap bereidt
nu voor de komenae herfst een mu
zikale versie voor van Aladdin en de
wonderlamp" voor de t.v.
In het schema voor komende uit
zendingen zijn nu reeds zes andere
sprookjes geplaatst. Shirley treedt
daarbij als de vertelster op."
CANNES, mei.
Rusland heeft tydens het
filmfestival van Cannes
voor een zekere sensatie ge
zorgd met de vertoning van
„Sorok Parvji" (De een-en-veer-
tigste). Dit niet, omdat deze
film in ieder opzicht een weste
lijke graad van volmaaktheid
zou bezitten, maar omdat hij
blijk geeft, dat Rusland zich
heeft afgewend van de theorie,
dat tractoren en planproductie
het enige liefdesmotief zijn.
„De „een-en-veertigste" ls de
geschiedenis van een Russisch
(communistisch) meisje en een
Wit-Russische officier, die na veel
avonturen eenzaam overblijven op
een eilandje in de Kaspische zee.
Hun liefde is sterker dan de poli
tiek, maar na enige dagen ont
dekt de Wit-Rus, dat dat zo niet
verder gaat. „Ik heb van je ge
leerd", zegt hij haar. „Nu weet ik,
dat mensen als ik ons niet in boe
ken kunnen begraven. We moeten
de werkelijkheid zien en mensen
zoals lij bent bestrijden, als we
niet willen dat jullie ae hele aarde
beheersen".
Het meisje, bekwaam !n het
scherpschieten, heeft reeds 40
Wit-Russen „neergelegd", en op
het ogenblik dat haar geliefde het
op een lopen zet naar een boot,
waarmee een Wit-Russische briga
de nadert, schiet zij hem neer
de een-en-veertigste.
Een scène uit de Franse be
drage tot het filmfestival in
Cannes, de film „Celui qui doit
mourir". Een gevoelig werk
stuk van regisseur Jules Das
sin, die op een vorig festival
een prijs verwierf voor ,JDu
Rififi chez les Hommes".
Zijn laatste film speelt in een
Grieks dorp, dat door de Tur
ken wordt overheerst en werd
vervaardigd naar de roman
van de Griekse schrijver
Kazantzake.
Door verdriet overweldigd
snelt zij naar haar slachtoffer,
dat levenloos in het water
drijft, omarmt hem en snikt.
Wat men over de psychologie
van het geval, en over de artis
ticiteit van het gegeven, moge
denken, de film is in ieder ge
val een opzienbarende terug
keer naar de wereld der mense
lijke gevoelens.
De film is hier en daar wat
langzaam, nergens vervelend. De
landschappen zijn prachtig, de
hoofdrolspeelster Izolta Iswitska-
Ja is een voortreffelijk actrice in
alle scènes. Oleg Strijenkow is een
decadente Russische edelman naar
de Sowjet-Russische opvatting,
maar als zodanig goed.
De vertoning van de film werd
na afloop gevierd door een gigan-
Maria Schell in een scène van
de Duitse film .Rose Bernd",
die op het filmfestival in Can
nes niet bepaald een onver
deeld gunstig onthaal kreeg.
Het spel van Maria Schell
daarentegen wekte allerwegen
grote bewondering.
tische receptie met omstreeks
2000 gasten, die bergen kaviaar
verslonden en kisten wodka dron
ken. Zulk een gedrang ontstond bij
de buffetten, aat een van de tafels
De Westdultse inzending op het
filmfestival te Cannes, „Rose
Bernd" heeft bij de verbaas
de critici overwegend één reactie
opgeroepen: „afstotend".
Men vraagt zich af waarom
West-Duitsland, waar jaarlijks
tientallen goede films worden ver
vaardigd, juist deze film naar
Cannes heeft gezonden.
Na afloop werd hoegenaamd
niet geapplaudiseerd.
Een arm Duits boerenmelsie
wordt door een man verleid, reeds
zwanger door een tweede ver
kracht en geeft tenslotte, in de
sneeuw, onder een spoorwegbrug,
het leven aan haar kind. De slot
scènes zijn genomen tegen een ge
luidsachtergrond van de jamme
rende vrouw, het huilende kind en
het fluiten van de trein, die over
de brug dendert.
Meerdere critici vroegen zich na
de voorstelling af waarom een der
gelijke film überhaupt moest wor
den vervaardigd.
Zo weinig waardering de film
als geheel kreeg, zo veel te meer
was men enthousiast over het spel
van Maria Schell als het boeren
meisje. Men was het er over eens
dat de acteur Raf Vallone voor
een onmogelijke opgave stond.
Na de voorstelling gaf de Duit
se delegatie een receptie. Crud
Jürgens bracht hier alle tongen
in beweging door te verschijnen
met zijn vrouw. Eva Bartok. Zij
leefden reeds lang gescheiden.
"'I'lllllllllllllllllllllllllllllllllll
(Van een byzondere mede
werker.)
Zomer 1951 bezocht Marceau
het laatst ons land. Thans
is hij teruggekeerd voor een uit
gebreide tournee in Nederland.
In de afgelopen zes jaren gaf
hij honderden voorstellingen in
Europa en Amerika, met enorm
succes, daarbij het bewijs leve
rend, dat de pantomimekunst
springlevend is en de bezoekers
iets te zeggen heeft.
Marcel Marceau is ongetwij
feld de grootste hedendaagse
pantomimespeler. Hii werd in
1923 in Straatsburg geboren
en speelde, als jongen reeds,
met zyn \riendjes toneel. Hjj
was er niet meer van af te
brengen, en zo trok hij als jon
geling naar Parijs, waar liy
les in toneel nam bij Charles
Dullin en in pantomime by
Etienne Decroux.
Hij had nog een tweede leer
meester, al heeft hij daar nooit les
van gehad: Charley Chaplin. Het
is bekend, dat Chaplin de over
gang van de zwijgende naar de
sprekende film niet geheel en niet
van harte heeft gemaakt. In de
zwijgende film kon niet over het
woord beschikt worden en moest
alles door gebaren en gelaatsuit
drukking bereikt worden, door
Dantomimlek en mimiek dus.
Chaplin werd daardoor de eerste
grote, moderne pantomimespeler
ip beoefenaar van een kunst, die
n de geluidsfilm weer groten -
leels ten onder ging. Marcear
'aat nooit na Chaplin als de reu?
jcler zijn voorgangers te noemen
Decroux, de grote leermeester
»ckt nooit over pantomime
wij .^emt deze: mime, en ook d
•pLiüpmimespeler heet tegenwoor
vojrilg mime. Laat ons ditmaal
k'"
CHARLIE CHAPLIN
leermeester
Uitgebreide tournee
door Nederland
iet oude woord pantomime nog
maar gebruiken.
Pantomime is de kunst van het
gebaar. Gebaren vormen een taal;
gebarentaal dus. Het onderscheid
met de danskunst springt direct
in het oog: dansbewegingen vor
men geen taal, zij doen geen me
iedelingen. zij zijn schoon zoals
nuziek schoon is; de danser is
onbekommerd, hij danst de hemel
ünnen; de mime is aards, volko
men menselijk, om beurten tra-
risch en komisch. De mime beeldt
de mens uit in zijn pogen en zyn
falen in zyn hoop en verlangen,
in zijn tegenslag en zyn diepe
droefheid. De mens in de panto
mime doet kinderlijk aan in zyn
strevingen, kinderachtig in zijn
leepheid. Dit wekt de lachlust van
de'toeschouwer op. Maar dit ko
mische effect heeft altyd een tra
gische bijsmaak.
Ook het onderscheid met het
toneelspel zal duidelijk zijn:
toneel is vooral de kunst van
het woord, in een drama dat zich
afspeelt in de tyd. De pantomime
kent dit niet: gebaren hebben al
leen betrekking op hier en nu,
nimmer op toen en ginds. En daar
om drukken zij met een bijzonde
re sterkte het innerlijk van de
mens uit, zijn gevoelsreacties op
uiterlijke gebeurtenissen en situ
aties. Wat er in een pantomime
febeurt, is dan ook zeer eenvou
dig en van weinig belang: het
gaat er immers om. hoe de mens
op zyn omgeving reageert, wat hij
erbij voelt.
Marceau creëerde een nieuw ty
pe in de aloude pantomimekunst.
Hij schiep „Bip" als moderne Pier
rot: Bip met zijn zwerende vin
ger, Bip in de metro, Bip met zijn
droevig teleurgesteld gezicht,
telkens weer opklarend tot aan de
volgende pech, Bip de Pierrot, Bip
de mens
Maar behalve deze nu reeds
klassieke figuur, schiep Marceau
verscheidene mimodrama's, zoals
„De mantel" van Gogol en de
„Drie pruiken" van Johann Nes-
tray. Het laatste gaat over een
miezerie mannetje met rood haar,
dat iedere deur gesloten vindt,
om dan gelukkig een roodharig
meisje te ontmoeten. Alweer een
dóódsimpel verhaaltje, maar met
een enorme suggestie van wat er
in de gevoelswereld van een mens
omgaat.
Aan de trits van grote mime-
spelers fDebureau. C'haplin, De
croux) ls een grote toegevoegd:
Marcel Marceau.
Culiurele
Cavalcade
MARIA SCHELL, de Duitse film
actrice, zal in Hollmcood fuiar debuut
maken als Grushenka in „Gebroe
ders Karamazov". De manlijke
hoofdrol zal vertolkt worden door de
kaalhoofdige acteur Yul Brenner.
Maria Schell speelt nu de rol. die
aanvankelijk aan Marilyn Monroe
was toebedeeld. Medio mei zal zy in
Hollywood arriveren.
EEN AANWINST voor het Afau-
ritshuis in Den Haag vormt het
schilderij ,De kandeelmakers'' van
Jan Steen. De staat der Nederlanden
kreeg dit werk ten geschenke tan
mej. M. C. van den Honert te Blari-
cum. Het is temeer een aanwinst,
omdat dit schilderjj een facet toont
van Jan Steens werk, dat tot nu toe
in het Haagse museum ontbrak.
DE IN ITALIë geboren operazan
ger Pinza is op 56-jarige leeftijd in
Stamford Connecticutin de Ver
enigde Staten overleden aan een
hartaanval. Hij debuteerde in 1919 in
zyn geboortestad Rome. maar zijn
grote faam verwierf hij op de plan
ken van de Metropolitan in New
York en in andere Amerikaanse ope
rahuizen.
IN DE VOLKSHOGESCHOOL
,J)rakenburgh' te Baarn zal van 5
tot 10 augustus een zomercursus
worden gehouden voor jongeren wit
Vlaanderen en Nederland, waarin
dichters, schryvers en personen uit
het openbare leven uit beide landen
verschillende aspecten van de Neder
landse cultuur in voord en zuid zul-
len behandelen. De avondprogram
ma's zijn gewyd aan zang, muziek
en declamatie.
HET VOLGEND JAAR zal het Ca-
sals-festival opnieuw in San Juart
worden gehouden en na rr men hoopt
weer onder leiding van de oude mees
ter, die dit jaar door zijn hartaan
val de leiding heeft moeten overdra
gen aan de violist Alexander Schnei
der.
„Geen orkest ter wereld kan in
geest en schoonheid het festival eve
naren", set Schneider.