GRAAF EOLKE Prof. De Vries: Dappere Grieken verdienen Nederlandse steun In dienst van de mensheid Brandweerman iussen rokend puin WOENSDAG 3 APRIL 1957 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT t Een kruisvaarder voor het goede (5) e zesde september 1940 1 valt op zaterdag. Het is een warme, vroege herfstdag in Londen. Bernadotte, die de dag tevoren heeft gesproken met vertegenwoordigers van het Britse Rode Kruis, logeert in een eenvoudig hotel. Honderd duizenden brengen het weekend buiten door, zoals toen er nog vrede was. De nacht hult Lon den in duisternis. Bernadotte is vroeg naar bed gegaan. Een griezelige stilte ligt over de sluimerende stad. Slapeloos woelt Bernadotte in z'n bed. Hy voelt een merkwaardige onrust. Hy knipt het leeslampje naast zijn bed aan en grijpt naar zijn boek: een biografie van Rabin- dranath Tagore, de Indische wyze en dichter. Bernadotte vereert deze grote filosoof. Diens gedicht „De tuinman" kent hij uit het hoofd, het to neelstuk „Het postkantoor" heeft hij verscheidene malen zien opvoeren. Welk een tra giek, dat Tagore dit nog moest beleven, denkt Bernadotte. Geloei verscheurt de nachtelnke stilte. In de kamers links en rechts nerveuze stemmen, op de gangen voetstappen, deuren vliegen open. Bernadotte springt uit bed en kleedt r/ch aan. Een donderbui rolt boven de ruw ontwaakte stad. Lange spookachtige armen strek ken zich uit in de fluwelen hemel, men hoort koffers vallen, kinderen huilen en jammeren. Een ruwe mannenstem gebiedt rust: „Gaat U naar de kelder, blijft kalm". De Zweed neemt zyn koffertje en wordt opgenomen in de stroom van mensen, die opgewonden naar beneden gaan. Deze stroom voert hem in een helverlichte ruimte. Hg belandt vlak naast een oude man en vrouw die dicht tegen el kaar gedrukt op een smalle bank zitten. Er is het gezoem van een reus achtige bijenkorf. Een vreselijke slag doet dit plotseling verstom men en laat de ruimte sidderen. Het plotseling zwygen ligt allen als een centenaarslast op de borst. Gingen ze maar weer. praten, denkt Bernadotte. Maar de angst voor het onheilspellende, het on grijpbare, dat wat de mensen de dood noemen en wat daar boven door de verscheurde, brandende straten gaat, verlamt him mond. Bernadotte is volkomen rustig. Hij voelt de dood nabij, zoals allen hier in die kelder. Zijn hart klopt niet sneller dan bij een partij tennis, het spel waaraan hij zo hartstoch telijk verknocht is. Dan een doffe slag. Het licht flikkert, gaat daar na uit. Gekreun, onderdrukt vloe ken Hier is geen twijfel: de bom is op het huis gevallen. Zaklantaarns worden aangeknipt, stof warrelt door de ruimte, grote wolken stof, dat in keel, neus en ogen dringt. Naast Bernadotte is een jonge vrouw op. de knieën gevallen. Zjj mompelt gebeden. In het licht van zijn zaklantaarn ziet hij haar ble ke, door tranen overstroomde ge zicht, smal, getekend door het leed der mensheid. Rechts naast hem is de oude vrouw van de bank gegleden. De oude man wringt hul peloos de handen. „Pakt U aan!" roept Bernadotte en neemt de be wusteloze vrouw op. Uit zijn kof fer haalt hij een hemd, hg legt het hoofd op de samengevouwen zijde. Hij stapt over jammerende vrou wen, huilende kinderen, verwarde mannen heen, over benen, armen, lichamen, koffers, zakken, haalt een verpleger. Twee oorvegen Terwyi deze zich bezighoudt met de bewusteloze vrouw, spreekt Bernadotte de bid dende vrouw moed in, troost hy kinderen. Zullen wij hier ooit uit komen? vraagt hy zich af. Men moet tegen deze mensen wat zeg gen, opdat zy rustig worden. Men moet ze weg zien te krijgen van de kelderdeur, waar zy voor staan en schreeuwen en het hout beuken met de vuisten. „Wy zyn ingeslo ten!" brult een reus van een vent. Hij slaat de handen voor zjjn wit gezicht. Bernadotte rammelt hem door elkaar. „Bent U gek gewor den? Vooruit, beheerst U zich!" De reus blijft schreeuwen. Twee knetterende oorvegende man neemt de handen van het gezicht en staart Bernadotte aan. „Bent U een vent of een oud wijf?" snauwt deze tegen hem. Er dreigt paniek. De ingeslotenen bemerken niet, dat verscheidene mannen bezig zijn een bres te slaan in de muur van het belendende huis. Het zweet loopt hun langs het voorhoofd, in het plafond van de kelder ontstaan dunne scheuren. Lieve God, bidt Bernadotte, laat het houden, laat het tenminste nog een paar minuten houden De scheuren worden breder, maar de ingeslotenen zien niets. Zij ver dringen zich voor het gat in de muur. „Vrouwen en kinderen eerst!" beveelt de officier, die zij niet kennen en die er als een edel man uitziet. De reus stort zich naar voren. Krachtige armen hou den hem tegen. „Hebt U het niet gehoord: Vrouwen en kinderen eerst!" Voor de opening in de muur staande, licht de officier de men sen bij met zyn lamp. Pas als de laatste vrouw de kelder heeft verlaten, kruipt hij met de man nen door de uitgang. Als de geredden na deze aanval zoeken naar de grote officier in zyn vreemde uniform, is hij ver dwenen. De oude man wil hem be danken. Hij is intussen de door vlammen helder verlichte straat opgegaan, waar hij tussen brand weerlieden en luchtbeschermings mensen bewusteloze mensen uit brandende huizen haalt. Zyn lichte uniform is smerig, zyn gezicht zwart van roet en rook, zyn han den bloeden en het haar hangt hem nat in de ogen. De oude man grijpt zyn hand: „Hoe moet ik U danken misterDe Zweed kijkt hem aan. Dan herkent hg hem. „Dan ken? Voor wat? Gaat het beter met uw vrouw?" Dan loopt hij weg met grote passen. Hongerende Grieken In oktober 1940 overvalt Musso lini Griekenland. Hy denkt met dit kleine land gauw klaar te zyn. Hy vergist zich schrome- ïyk. Voor de tweede maal. De eer ste keer vergiste hy zich in het miljoenenvolk van de Negus, die hy pas na een veldtocht van zes maanden van de troon kon verdry- ven. Het moedige volk der Helle nen stelt zich dapper teweer. De Duitsers moeten te hulp komen. Zy breken de vertwyfelde weer stand en hysen, eind april 1941, de hakenkruisvlag op de Acropolis. De oorlog is voorby, de ellende be gint. Een ellende zoals dit over wonnen volk maar zelden beleefde in zyn roemryke geschiedenis. De honger waart door het ongelukki ge land. In zyn werkkamer in Stockholm bereiken Bernadotte de eerste be richten over de catastrofe in Grie kenland. „De mensen klimmen in de bomen en eten het loof. Zy wer pen zich op de grond en eten graswordt hem bericht. „Duizenden sterven als vliegen, op de plaats, waar zy toevallig zyn". „Er moet onmiddellijk wat ge beuren!" zegt Bernadotte. En er gebeurt wat. Hg roept het Zweed se volk op tot het inzamelen van geld voor het Rode Kruis. Hy licht net in, waarvoor de middelen ge bruikt worden: in krantenartike len, in openbare vergaderingen, voor mensenmenigten op straten en pleinen. Hij duikt op op plaat sen, waar men hem het minst ver wacht. Hij gaat naar politieke bij eenkomsten, naar verenigingsver gaderingen, naar kunstmanifesta ties, naar de grote bioscopen en theaters. Als hij gesproken heeft, tussen het eerste en tweede bedrijf na een referaat, na een vioolcon cert, neemt hy de collectebus en gaat van rij tot ry. Hy spreekt steeds slechts weinige woorden, maar zy branden de mensen in de ziel: „In Hellas brandde duizenden jaren geleden het licht van een on- sterfely'ke cultuurgeest en de we tenschappen van de menselijkheid en de vryheid! Het volk, welks voorvaderen de mensheid de groot ste schatten schonken, het volk, dat deze schatten verzorgt en in stand houdt als het bezit van dat deel der mensheid, dat de geest, de schoonheid en de vreugde bemint, dat volk is tot sterven veroordeeld! Zijn mannen sterven, zyn vrouwen Bterven, zyn zonen en zyn doch ters sterven! Kunt gij rustig toe zien, dat uw broeders, uw zusters als onschuldigen ten gronde gaan?" Miljoenen kronen schenkt het Zweedse volk. Miljoenen kronen worden omgezet in meel in levens middelen. in stoffen. Uit Canada, uit Noord-Amerika uit Brazilië en Argentinië, uit geheel het weste lijk halfrond brengen de schepen van het Zweedse Rode Kruis deze goederen over de zeeën. In drieste, vaak levensgevaarlijke overtoch ten doorbreken zy alle hindernis sen. Twee schepen worden het slachtoffer van drijvende mynen. Zij gingen verloren. „Een zwaar verlies", zegt men te gen de president van net Rode Kruis, wie zal ze vervangen Kun nen wy de leveranties niet beter stopzetten?" De president kykt de steller van deze vraag koud aan: „Ik neem aan, dat U van my geen antwoord wenst te horen. Het zou kunnen dat ik mij dan voor het eerst van mijn leven zou vergeten Zonder zijn medewerker nog ver der aan te zien, verlaat Bernadot te de kamer. De volgende dag neemt graaf Bernadotte een be- langryk bedrag van zyn bankre kening. Voor de bouw van een nieuw vrachtschip. Erik Erikson Op een decemberdag van het jaar 1941 nodigen Bernadot te en zyn vrouw kennissen uit voor een ontvangst by hem thuis. Er komen Stockholmse zakenmensen, industriëlen, advo caten, artsen, journalisten en of ficieren met hun vrouwen, doch ters en zoons. Er komt ook Erik Erikson met zyn beeldschone Jonge vrouw. Erikson is de enige buitenlander tussen veertig andere gasten. Hg werd geboren in Brooklyn, dat eindelo ze stadsdeel van New York. En hy werd er opgevoed. Zijn studie vol tooide hy aan de Cornell Univer siteit, daarna kwam hij al spoedig in de internationale oliehandel. Toen hij een heel mooie jonge Zweedse trouwde, nam hij de na tionaliteit van haar land aan, werd manager van de „Texas Oil Com pany" en richtte een maatschappij op voor de import van Amerikaan se olieprodukten. Hoewel thans een der hunnen, blijven de Zweden hem als Amerikaan zien. De sym pathie, die men in Zweden heeft voor de Amerikanen, sedert deze optraden tegen de mateloze aan spraken van Hitier en de aanval op de zusternaties Denemarken en Noorwegen, geldt ook deze man, die alle oliemensen kent tussen Teheran en Londen en die in korte tijd een groot vermogen vergaard heeft. Nu echter, in december '41, slaat Erik Erikson een golf van af- wijziging, van vy'andscbap tege moet. Als de gedrongen, blonde man met zyn mooie vrouw Bernadottes huis betreedt, verstomt het ge sprek der gasten. Enkele draaien Graaf Folke Bernadotte verlaat Stockholm om zich naar Parijs te hegeven waar hij zijn medewer kers in de Palestijnse missie zal ontmoeten. V.l.n.r. mevrouw Wes- sel, zijn secretaresse, graaf Ber nadotte, gravin Bernadotte en Jo- hann Kuil, zijn chauffeur. het paar de rug toe, anderen gaan naar de vensters en verdiepen zich in de wonderen van de sterrenhe mel, de dames fluisteren met el kaar. Duistere blikken worden op de nieuwe gasten geworpen. „Hoe kon de graaf deze mensen uitnodigen?" windt een houtfabri kant zich op. „Eigenlyk moest men weggaan", stelt de vrouw van een arts voor. „Wy zouden de graaf beledigen" werpt haar man tegen. „Wie deze man uitnodigt, stelt zich aan Hitiers zrjde", zegt een bankiersvrouw scherp. „Ik ga naar huis!" Bernadotte bemerkt de onrust, de vijandige blikken. Hg hoort het fgefluister en de opmerkingen. Hy aat zich echter niet van de wijs brengen en begroet Erikson als een oude vriend. Zij zijn immers ook vrienden. Jarenlang al. De oliemagnaat staat nu alleen nog maar met Folke Bernadotte op goede voet. De anderen hebben zich van hem verwyderd «n hy van de anderen. „Ik stel er geen prys op, aan het gezelschap voorgesteld te wor den, zegt hij. „Er zouden alleen maar pyniyke situaties door ont staan Bernadotte glimlacht geamu seerd: „Dat was ik ook niet van plan. Aan tafel zul je naast m(j zitten". „Wat zullen de mensen denken?" vraagt Erikson. „Tot het einde van de oorlog kunnen zy van ons beiden denken, wat ze willen", antwoordt do graaf. „DaarnaHij onder breekt zichzelf: „Ik vrees, dat het daarna nog heel lang kan duren". Er is een y/.ige atmosfeer rond om het echtpaar Erikson. Slechts Bernadotte en zyn vrouw onder houden zich met deze uitgestote nen. Onbewogen trekt Erik Erik son aan z\jn sigaar, zyn jonge vrouw trekt zich de boycot echter duidelijk aan. „U had ons niet moeten uitno digen", zegt zij tegen Estelle. „Wy veroorzaken U moeilijkheden". „Maak je daarover geen zorgen, Karin", troost Estelie haar, „wy staan achter jou en je man. Je mag het deze mensen niet kwalijk nemen. Wij zouden ons zeker '.let anders gedragen, wanneer wy sa men waren met een Zweed, die met het Duitsland van Hitler zul ke nauwe zakelyke banden onder hield. Geloof me, wij zullen ook deze ongewone situatie wel te bo ven komen". Toast op de zege Karin glimlacht door haar tra nen heen: „Ik geloof Je. Maar het is alles zo moei lijkZy ondervindt vernede ringen pijnlijker, dan haar man, die in staat schynt te zyn, zich er overheen te zetten, dat de gealli eerde geheime dienst in maart '41 meldde: „De handelsman Erik Erikson, Amerikaan van geboorte. Zweeds staatsburger, zou lid zUn van de Duitse Kamer van Koop handel in Stockholm, zou met toe stemming van de regering Duits land bezoeken en grote hoeveelhe den olie van Duitsland kopen Erik Erikson zal in de komende Jaren, tot de Duitse olievoorraden tengevolge van de luchtaanvallen uitgeput beginnen te raken, de Duitse olie blnven afnemen, zich door Duitse oliemensen laten uit nodigen, met hoge partyielders en Gestapo-beambten aan één tafel zitten. Hy zal hun vrouwen en dochters Zweeds bont, kleding en levensmiddelen geven en in de winter van 1944—1945 zal hy al lerminst oppervlakkig de Duit se olie-installaties bezichtigen, voorzover deze nog niet verwoest zyn. Aan Himmicrs vertrouwens man in Zweden. Edmund Fïnke, oudstryder sedert 1929. legt hy een groot plan voor een enorme olieraffinaderij in Zweden voor, die 22 miljoen Mark zal gaan kos ten. welk bedrag door Zweden en Duitsland samen zal worden opge bracht. En verder zal Erik Erik son regelmatig dc president van het Zweedse Rode Kruis ontmoe ten, nu en dan een party schaak met hem spelen enmet hem klinken op dc overwinning! Op wiens overwinning dat zal pas na die overwinning blyken Verscheidene malen klinken de ze mannen op hun successen: op de gelukte redding van de honger dood van tienduizenden Grieken, op de door Bernadotte verkregen verbetering van de levensomstan digheden der Franse dwangarbei der» in Duitsland op de uitwisse ling van vyfdulzend zieke Duitse soldaten tegen eenzelfde getal zie ke geallieerde soldaten dit heeft Bernadotte bijzonder veel tyd en moeite gekost en op de voordelige activiteit van de olie magnaat Erik Erikson, die, tussen haakjes, helemaal niet zo onge- vaarlyk is. Maar daarover later... (Copyright ABC Press) Vervolg Bernadotte krijgt onheilsbericht PLANNEN VOOR INTERNATIONALE BIJSTAND Ook projecten voor Marokko en Soedan worden onderzocht (Van onze speciale verslaggever) Griekenland, Marokko en de Soedan deze drie landen komen naar de mening van het dageiyks bestuur van de Nederlandse Organisatie voor In ternationale Bystand liet meest in aanmerking voor de steun, die het Neder landse volk in particulier verband aan de economisch onderontwikkelde landen kan geven. In de dinsdagmiddag te Amsterdam gehouden openbare vergadering van het algemeen bestuur heeft de voorzitter, prof. dr. ir. E de Vries, machtiging gevraagd om in deze drie landen een onderzoek in te stel len en na te gaan wat de mogelykheden en vooruitzichten zyn van een pro ject voor Nederlandse hulpverlening. Worden inderdaad concrete mogelijk heden gesignaleerd, dan zal een uitgewerkt project voor één of, als de geldmiddelen dat toelaten, voor enkele van deze landen aan het algemeen bestuur worden voorgelegd. De aangesloten organisaties, die tezamen de Nederlandse bevolking in velerlei schakering vertegenwoordigen, moe ten dan beslissen of daarvoor de daadwerkelijke financiële steun van het publiek zal worden gevraagd. In de komende herfst wordt met een actie tot inzameling van gelden begonnen. Voor drie landen is de aandacht van Nederland gevraagd. In Griekeland gaat het om een project van de Ver. Naties tot ontwikkeling van het stad je Chrysoupolis cn omgeving, in het dal van de Nestos in Tracie. Het is een typisch streekproject, waarbij de economische en sociale in tegratie van stad en platteland en de hulp aan boeren en stedelingen om zich te organiseren en met name het vak-onderwijs te verbeteren, op de voorgrond staan. Sedert het begin van de eerste Balkan-oorlog heeft dit ge bied eigenlyk voortdurend geleden onder oorlog en bezetting. Toch is men vol goede moed en hoop om de streek tot grotere welvaart te bren gen. „Het dappere Griekse volk verdient ongetwyfeld onze steun", aldus prof. De Vries. „Het komt ons dus voor, dat dit project onze speciale belangstel ling moet trekken. Eén van onze land genoten dr. Ch. O. van der Plas is de leider van dc missie fler Ver. Na ties voor dit project". Grote maatschappelijke nood heerst In de snel groeiende steden Casablanca en Fez in Marokko. De nieuwe regering streeft ernstig naar verbeteringen van de be staande toestanden. Hulp is daar dringend nodig, zo blijkt uit rap porten van experts der V.N. Ook van andere zyde is met nadruk ge wezen op de behoefte aan betere maatschappelyke verzorging, met name van vrouwen en kinderen. In het hartje van de Soedan, een an dere Afrikaanse staat die eveneens eerst verleden jaar onafhankelijk werd, ligt een gebied van 400.000 ha, waar in de laatste 25 jaar de irriga tie is verbeterd en veel katoen wordt verbouwd. Er is een dringende be hoefte aan economische en sociale vorming en organisatie van de dorps bewoners, evenals aan kadervorming en vormingswerk. De situatie in deze drie landen zal nog nader moeten worden bestudeerd. Ook is nog geen contact met de rege ringen opgenomen Overigens wil het bestuur van de NOVIB niet al het geld, dat zij hoopt samen te brengen aan één of meer van deze projecten besteden. Er wordt op de wereld, al dus prof. De Vries, door verscheidene instellingen voortreffelijk werk ge daan, dat soms dreigt te verzanden, omdat op een bepaald moment de hoogst nodige middelen niet kunnen worden gevonden. Daarom is de ge dachte geopperd, dat wij altjjd een zeker percentage der binnenkomende gelden zouden moeten reserveren als z.g. smeerolie om bestaande machine rieën op gang te houden. Aandacht voor de mens Een uitgangspunt by het zoeken van een geschikt project was. dat „wy als particuliere organisatie in een klein land niet kunnen proberen een algemene hulp in beginsel aan de hele wereld beschikbaar te stellen", want „als we de boter te dun uit smeren, blijft het een droge boter ham", constateerde prof. De Vries. Het project moest ook voldoende tot de verbeelding van het Nederlandse volk spreken en tevens deel uitmaken van een erkend urgentieprogramma. Immers: „wy helpen de bewoners van een ander land by hun project., voeren niet het ónze uit." Wanneer echter in een land of streek dammen, dijken of water krachtinstallaties moeten worden aangelegd, kan de NOVIB nooit ho pen het geld daartoe bijeen te bren gen, vervolgde prof. De Vries. Dat zou dwaasheid zijn. Maar dikwijls werpen zulke grote werken niet het volle nut af, omdat de plaatselyke bevolking niet in staat is. voiiedig prof jjt er van te trekken. Dat is ver kwisting van zware investeringen en een bron van ontmoediging en teleur stelling. Op de menselijke kant van maatschappelijke ontwikkeling moe ten we dus de meeste nadruk leggen. In de negen ontwikkelingsge bieden in ons eigen land hebben wij dat terdege geleerd. En het is niet om ons op de borst te klop pen, aldus prof. De Vries, maar Nederland is verder gevorderd dan enig ander land met Zwitser land, Denemarken en Japan op vergel ykbaar niveau met het opbouwen van een behoorlyke wel- Prins Bernhard: Aller energie nodig. De bijeenkomst, waarin prof. De Vries gisteren de voorlo pige plannen van de N.O. V.I.B. uiteenzette, werd gepre sideerd door de algemeen voor zitter. Prins Bernharü. In zijn openingswoord constateerde de prins, dat er élan voor nodig is. het moeizame werk van hulpverlening aan te vatten en vol te houden. Hij meende stellig te kunnen rekenen op de medewerking van geweste lijke en plaatselijke autoritei ten, alsmede van de locale lei ders der in de stichting ver tegenwoordigde organisaties, voor de voorlichting van het Nederlandse volk en daarna voor het inzamelen der nodige gelden. Met een beroep op „hetgeen er ten diepste in een mens kan worden aangespro ken", wees de prins erop. dat „ons aller geest en energie volop nodig zijn, opdat wij sa men erin slagen het Neder landse volk daadwerkelijk te maken tot een volk, dat zijn verantwoordelijkheid voor on ze weyeld kent en weet te be leven. De nood van miljoenen mensen moet ons zo concreet mogelijk voor ogen komen staan; de mogelijkheden om zinvol te helpen en op te bou wen dienen te worden gewo-, gen met goed inzicht en prak-' tisché zin." vaart op basis van geringe, ontoe reikende natuurlyke rykdommen. De economisch onderontwikkelde landen verkeren vaak \an nature in dezelfde nioeïHjio- omstandigheid veel mensen op kleine stukjes, arme, vaak uitgebouwde en uitgeputte grond, een slecht marktwezen, geen landbouwkrediet, geen medische en hygiënische verzorging, slecht ver zorgd onderwijs. Hoe wil men econo mische vooruitgang, als de mensen in dat gebied niet worden geholpen zich zelf te helpen? De heer H. Oosterhuis, vice-voor- zitter van de NOVIB, kondigde een nationale geldinzamelingsactie aan, die in de ..week van de Ver. Naties" (21 tot 27 oktober i zal worden ge houden. Daartoe zullen provinciale en plaatselijke NOVIB-comité's worden gevormd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 7