GRAAF EOLKE
Prof. De Vries: Dappere Grieken
verdienen Nederlandse steun
In dienst van de mensheid
Brandweerman iussen rokend puin
WOENSDAG 3 APRIL 1957
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
t
Een kruisvaarder voor het goede (5)
e zesde september 1940
1 valt op zaterdag. Het is
een warme, vroege herfstdag in
Londen. Bernadotte, die de dag
tevoren heeft gesproken met
vertegenwoordigers van het
Britse Rode Kruis, logeert in
een eenvoudig hotel. Honderd
duizenden brengen het weekend
buiten door, zoals toen er nog
vrede was. De nacht hult Lon
den in duisternis. Bernadotte is
vroeg naar bed gegaan. Een
griezelige stilte ligt over de
sluimerende stad. Slapeloos
woelt Bernadotte in z'n bed. Hy
voelt een merkwaardige onrust.
Hy knipt het leeslampje naast
zijn bed aan en grijpt naar zijn
boek: een biografie van Rabin-
dranath Tagore, de Indische
wyze en dichter. Bernadotte
vereert deze grote filosoof.
Diens gedicht „De tuinman"
kent hij uit het hoofd, het to
neelstuk „Het postkantoor"
heeft hij verscheidene malen
zien opvoeren. Welk een tra
giek, dat Tagore dit nog moest
beleven, denkt Bernadotte.
Geloei verscheurt de nachtelnke
stilte. In de kamers links en rechts
nerveuze stemmen, op de gangen
voetstappen, deuren vliegen open.
Bernadotte springt uit bed en
kleedt r/ch aan. Een donderbui rolt
boven de ruw ontwaakte stad.
Lange spookachtige armen strek
ken zich uit in de fluwelen hemel,
men hoort koffers vallen, kinderen
huilen en jammeren. Een ruwe
mannenstem gebiedt rust: „Gaat
U naar de kelder, blijft kalm".
De Zweed neemt zyn koffertje
en wordt opgenomen in de stroom
van mensen, die opgewonden naar
beneden gaan. Deze stroom voert
hem in een helverlichte ruimte.
Hg belandt vlak naast een oude
man en vrouw die dicht tegen el
kaar gedrukt op een smalle bank
zitten.
Er is het gezoem van een reus
achtige bijenkorf. Een vreselijke
slag doet dit plotseling verstom
men en laat de ruimte sidderen.
Het plotseling zwygen ligt allen
als een centenaarslast op de borst.
Gingen ze maar weer. praten,
denkt Bernadotte. Maar de angst
voor het onheilspellende, het on
grijpbare, dat wat de mensen de
dood noemen en wat daar boven
door de verscheurde, brandende
straten gaat, verlamt him mond.
Bernadotte is volkomen rustig. Hij
voelt de dood nabij, zoals allen hier
in die kelder. Zijn hart klopt niet
sneller dan bij een partij tennis,
het spel waaraan hij zo hartstoch
telijk verknocht is. Dan een doffe
slag. Het licht flikkert, gaat daar
na uit. Gekreun, onderdrukt vloe
ken
Hier is geen twijfel: de bom is
op het huis gevallen. Zaklantaarns
worden aangeknipt, stof warrelt
door de ruimte, grote wolken stof,
dat in keel, neus en ogen dringt.
Naast Bernadotte is een jonge
vrouw op. de knieën gevallen. Zjj
mompelt gebeden. In het licht van
zijn zaklantaarn ziet hij haar ble
ke, door tranen overstroomde ge
zicht, smal, getekend door het
leed der mensheid. Rechts naast
hem is de oude vrouw van de bank
gegleden. De oude man wringt hul
peloos de handen. „Pakt U aan!"
roept Bernadotte en neemt de be
wusteloze vrouw op. Uit zijn kof
fer haalt hij een hemd, hg legt het
hoofd op de samengevouwen zijde.
Hij stapt over jammerende vrou
wen, huilende kinderen, verwarde
mannen heen, over benen, armen,
lichamen, koffers, zakken, haalt
een verpleger.
Twee oorvegen
Terwyi deze zich bezighoudt
met de bewusteloze vrouw,
spreekt Bernadotte de bid
dende vrouw moed in, troost hy
kinderen. Zullen wij hier ooit uit
komen? vraagt hy zich af. Men
moet tegen deze mensen wat zeg
gen, opdat zy rustig worden. Men
moet ze weg zien te krijgen van
de kelderdeur, waar zy voor staan
en schreeuwen en het hout beuken
met de vuisten. „Wy zyn ingeslo
ten!" brult een reus van een vent.
Hij slaat de handen voor zjjn wit
gezicht. Bernadotte rammelt hem
door elkaar. „Bent U gek gewor
den? Vooruit, beheerst U zich!"
De reus blijft schreeuwen. Twee
knetterende oorvegende man
neemt de handen van het gezicht
en staart Bernadotte aan. „Bent U
een vent of een oud wijf?" snauwt
deze tegen hem.
Er dreigt paniek. De ingeslotenen
bemerken niet, dat verscheidene
mannen bezig zijn een bres te slaan
in de muur van het belendende
huis.
Het zweet loopt hun langs het
voorhoofd, in het plafond van de
kelder ontstaan dunne scheuren.
Lieve God, bidt Bernadotte, laat
het houden, laat het tenminste nog
een paar minuten houden
De scheuren worden breder, maar
de ingeslotenen zien niets. Zij ver
dringen zich voor het gat in de
muur. „Vrouwen en kinderen
eerst!" beveelt de officier, die zij
niet kennen en die er als een edel
man uitziet. De reus stort zich
naar voren. Krachtige armen hou
den hem tegen. „Hebt U het niet
gehoord: Vrouwen en kinderen
eerst!" Voor de opening in de muur
staande, licht de officier de men
sen bij met zyn lamp. Pas als de
laatste vrouw de kelder heeft
verlaten, kruipt hij met de man
nen door de uitgang.
Als de geredden na deze aanval
zoeken naar de grote officier in
zyn vreemde uniform, is hij ver
dwenen. De oude man wil hem be
danken. Hij is intussen de door
vlammen helder verlichte straat
opgegaan, waar hij tussen brand
weerlieden en luchtbeschermings
mensen bewusteloze mensen uit
brandende huizen haalt. Zyn lichte
uniform is smerig, zyn gezicht
zwart van roet en rook, zyn han
den bloeden en het haar hangt hem
nat in de ogen. De oude man grijpt
zyn hand: „Hoe moet ik U danken
misterDe Zweed kijkt hem
aan. Dan herkent hg hem. „Dan
ken? Voor wat? Gaat het beter
met uw vrouw?" Dan loopt hij weg
met grote passen.
Hongerende Grieken
In oktober 1940 overvalt Musso
lini Griekenland. Hy denkt
met dit kleine land gauw klaar
te zyn. Hy vergist zich schrome-
ïyk. Voor de tweede maal. De eer
ste keer vergiste hy zich in het
miljoenenvolk van de Negus, die
hy pas na een veldtocht van zes
maanden van de troon kon verdry-
ven. Het moedige volk der Helle
nen stelt zich dapper teweer. De
Duitsers moeten te hulp komen.
Zy breken de vertwyfelde weer
stand en hysen, eind april 1941, de
hakenkruisvlag op de Acropolis.
De oorlog is voorby, de ellende be
gint. Een ellende zoals dit over
wonnen volk maar zelden beleefde
in zyn roemryke geschiedenis. De
honger waart door het ongelukki
ge land.
In zyn werkkamer in Stockholm
bereiken Bernadotte de eerste be
richten over de catastrofe in Grie
kenland. „De mensen klimmen in
de bomen en eten het loof. Zy wer
pen zich op de grond en eten
graswordt hem bericht.
„Duizenden sterven als vliegen, op
de plaats, waar zy toevallig zyn".
„Er moet onmiddellijk wat ge
beuren!" zegt Bernadotte. En er
gebeurt wat. Hg roept het Zweed
se volk op tot het inzamelen van
geld voor het Rode Kruis. Hy licht
net in, waarvoor de middelen ge
bruikt worden: in krantenartike
len, in openbare vergaderingen,
voor mensenmenigten op straten
en pleinen. Hij duikt op op plaat
sen, waar men hem het minst ver
wacht. Hij gaat naar politieke bij
eenkomsten, naar verenigingsver
gaderingen, naar kunstmanifesta
ties, naar de grote bioscopen en
theaters. Als hij gesproken heeft,
tussen het eerste en tweede bedrijf
na een referaat, na een vioolcon
cert, neemt hy de collectebus en
gaat van rij tot ry. Hy spreekt
steeds slechts weinige woorden,
maar zy branden de mensen in de
ziel: „In Hellas brandde duizenden
jaren geleden het licht van een on-
sterfely'ke cultuurgeest en de we
tenschappen van de menselijkheid
en de vryheid! Het volk, welks
voorvaderen de mensheid de groot
ste schatten schonken, het volk,
dat deze schatten verzorgt en in
stand houdt als het bezit van dat
deel der mensheid, dat de geest, de
schoonheid en de vreugde bemint,
dat volk is tot sterven veroordeeld!
Zijn mannen sterven, zyn vrouwen
Bterven, zyn zonen en zyn doch
ters sterven! Kunt gij rustig toe
zien, dat uw broeders, uw zusters
als onschuldigen ten gronde
gaan?"
Miljoenen kronen schenkt het
Zweedse volk. Miljoenen kronen
worden omgezet in meel in levens
middelen. in stoffen. Uit Canada,
uit Noord-Amerika uit Brazilië en
Argentinië, uit geheel het weste
lijk halfrond brengen de schepen
van het Zweedse Rode Kruis deze
goederen over de zeeën. In drieste,
vaak levensgevaarlijke overtoch
ten doorbreken zy alle hindernis
sen. Twee schepen worden het
slachtoffer van drijvende mynen.
Zij gingen verloren.
„Een zwaar verlies", zegt men te
gen de president van net Rode
Kruis, wie zal ze vervangen Kun
nen wy de leveranties niet beter
stopzetten?"
De president kykt de steller van
deze vraag koud aan: „Ik neem
aan, dat U van my geen antwoord
wenst te horen. Het zou kunnen
dat ik mij dan voor het eerst van
mijn leven zou vergeten
Zonder zijn medewerker nog ver
der aan te zien, verlaat Bernadot
te de kamer. De volgende dag
neemt graaf Bernadotte een be-
langryk bedrag van zyn bankre
kening. Voor de bouw van een
nieuw vrachtschip.
Erik Erikson
Op een decemberdag van het
jaar 1941 nodigen Bernadot
te en zyn vrouw kennissen
uit voor een ontvangst by hem
thuis. Er komen Stockholmse
zakenmensen, industriëlen, advo
caten, artsen, journalisten en of
ficieren met hun vrouwen, doch
ters en zoons.
Er komt ook Erik Erikson met zyn
beeldschone Jonge vrouw. Erikson
is de enige buitenlander tussen
veertig andere gasten. Hg werd
geboren in Brooklyn, dat eindelo
ze stadsdeel van New York. En hy
werd er opgevoed. Zijn studie vol
tooide hy aan de Cornell Univer
siteit, daarna kwam hij al spoedig
in de internationale oliehandel.
Toen hij een heel mooie jonge
Zweedse trouwde, nam hij de na
tionaliteit van haar land aan, werd
manager van de „Texas Oil Com
pany" en richtte een maatschappij
op voor de import van Amerikaan
se olieprodukten. Hoewel thans een
der hunnen, blijven de Zweden
hem als Amerikaan zien. De sym
pathie, die men in Zweden heeft
voor de Amerikanen, sedert deze
optraden tegen de mateloze aan
spraken van Hitier en de aanval
op de zusternaties Denemarken en
Noorwegen, geldt ook deze man,
die alle oliemensen kent tussen
Teheran en Londen en die in korte
tijd een groot vermogen vergaard
heeft. Nu echter, in december '41,
slaat Erik Erikson een golf van af-
wijziging, van vy'andscbap tege
moet.
Als de gedrongen, blonde man
met zyn mooie vrouw Bernadottes
huis betreedt, verstomt het ge
sprek der gasten. Enkele draaien
Graaf Folke Bernadotte verlaat
Stockholm om zich naar Parijs te
hegeven waar hij zijn medewer
kers in de Palestijnse missie zal
ontmoeten. V.l.n.r. mevrouw Wes-
sel, zijn secretaresse, graaf Ber
nadotte, gravin Bernadotte en Jo-
hann Kuil, zijn chauffeur.
het paar de rug toe, anderen gaan
naar de vensters en verdiepen zich
in de wonderen van de sterrenhe
mel, de dames fluisteren met el
kaar. Duistere blikken worden op
de nieuwe gasten geworpen.
„Hoe kon de graaf deze mensen
uitnodigen?" windt een houtfabri
kant zich op.
„Eigenlyk moest men weggaan",
stelt de vrouw van een arts voor.
„Wy zouden de graaf beledigen"
werpt haar man tegen.
„Wie deze man uitnodigt, stelt
zich aan Hitiers zrjde", zegt een
bankiersvrouw scherp. „Ik ga naar
huis!"
Bernadotte bemerkt de onrust,
de vijandige blikken. Hg hoort het
fgefluister en de opmerkingen. Hy
aat zich echter niet van de wijs
brengen en begroet Erikson als
een oude vriend. Zij zijn immers
ook vrienden. Jarenlang al. De
oliemagnaat staat nu alleen nog
maar met Folke Bernadotte op
goede voet. De anderen hebben
zich van hem verwyderd «n hy
van de anderen.
„Ik stel er geen prys op, aan
het gezelschap voorgesteld te wor
den, zegt hij. „Er zouden alleen
maar pyniyke situaties door ont
staan
Bernadotte glimlacht geamu
seerd: „Dat was ik ook niet van
plan. Aan tafel zul je naast m(j
zitten".
„Wat zullen de mensen denken?"
vraagt Erikson.
„Tot het einde van de oorlog
kunnen zy van ons beiden denken,
wat ze willen", antwoordt do
graaf. „DaarnaHij onder
breekt zichzelf: „Ik vrees, dat het
daarna nog heel lang kan duren".
Er is een y/.ige atmosfeer rond
om het echtpaar Erikson. Slechts
Bernadotte en zyn vrouw onder
houden zich met deze uitgestote
nen. Onbewogen trekt Erik Erik
son aan z\jn sigaar, zyn jonge
vrouw trekt zich de boycot echter
duidelijk aan.
„U had ons niet moeten uitno
digen", zegt zij tegen Estelle. „Wy
veroorzaken U moeilijkheden".
„Maak je daarover geen zorgen,
Karin", troost Estelie haar, „wy
staan achter jou en je man. Je
mag het deze mensen niet kwalijk
nemen. Wij zouden ons zeker '.let
anders gedragen, wanneer wy sa
men waren met een Zweed, die
met het Duitsland van Hitler zul
ke nauwe zakelyke banden onder
hield. Geloof me, wij zullen ook
deze ongewone situatie wel te bo
ven komen".
Toast op de zege
Karin glimlacht door haar tra
nen heen: „Ik geloof Je.
Maar het is alles zo moei
lijkZy ondervindt vernede
ringen pijnlijker, dan haar man, die
in staat schynt te zyn, zich er
overheen te zetten, dat de gealli
eerde geheime dienst in maart '41
meldde: „De handelsman Erik
Erikson, Amerikaan van geboorte.
Zweeds staatsburger, zou lid zUn
van de Duitse Kamer van Koop
handel in Stockholm, zou met toe
stemming van de regering Duits
land bezoeken en grote hoeveelhe
den olie van Duitsland kopen
Erik Erikson zal in de komende
Jaren, tot de Duitse olievoorraden
tengevolge van de luchtaanvallen
uitgeput beginnen te raken, de
Duitse olie blnven afnemen, zich
door Duitse oliemensen laten uit
nodigen, met hoge partyielders en
Gestapo-beambten aan één tafel
zitten. Hy zal hun vrouwen en
dochters Zweeds bont, kleding en
levensmiddelen geven en in de
winter van 1944—1945 zal hy al
lerminst oppervlakkig de Duit
se olie-installaties bezichtigen,
voorzover deze nog niet verwoest
zyn. Aan Himmicrs vertrouwens
man in Zweden. Edmund Fïnke,
oudstryder sedert 1929. legt hy
een groot plan voor een enorme
olieraffinaderij in Zweden voor,
die 22 miljoen Mark zal gaan kos
ten. welk bedrag door Zweden en
Duitsland samen zal worden opge
bracht. En verder zal Erik Erik
son regelmatig dc president van
het Zweedse Rode Kruis ontmoe
ten, nu en dan een party schaak
met hem spelen enmet hem
klinken op dc overwinning! Op
wiens overwinning dat zal pas
na die overwinning blyken
Verscheidene malen klinken de
ze mannen op hun successen: op
de gelukte redding van de honger
dood van tienduizenden Grieken,
op de door Bernadotte verkregen
verbetering van de levensomstan
digheden der Franse dwangarbei
der» in Duitsland op de uitwisse
ling van vyfdulzend zieke Duitse
soldaten tegen eenzelfde getal zie
ke geallieerde soldaten dit
heeft Bernadotte bijzonder veel
tyd en moeite gekost en op de
voordelige activiteit van de olie
magnaat Erik Erikson, die, tussen
haakjes, helemaal niet zo onge-
vaarlyk is. Maar daarover later...
(Copyright ABC Press)
Vervolg
Bernadotte krijgt
onheilsbericht
PLANNEN VOOR INTERNATIONALE BIJSTAND
Ook projecten voor Marokko en
Soedan worden onderzocht
(Van onze speciale verslaggever)
Griekenland, Marokko en de Soedan deze drie landen komen naar de
mening van het dageiyks bestuur van de Nederlandse Organisatie voor In
ternationale Bystand liet meest in aanmerking voor de steun, die het Neder
landse volk in particulier verband aan de economisch onderontwikkelde
landen kan geven. In de dinsdagmiddag te Amsterdam gehouden openbare
vergadering van het algemeen bestuur heeft de voorzitter, prof. dr. ir. E de
Vries, machtiging gevraagd om in deze drie landen een onderzoek in te stel
len en na te gaan wat de mogelykheden en vooruitzichten zyn van een pro
ject voor Nederlandse hulpverlening. Worden inderdaad concrete mogelijk
heden gesignaleerd, dan zal een uitgewerkt project voor één of, als de
geldmiddelen dat toelaten, voor enkele van deze landen aan het algemeen
bestuur worden voorgelegd. De aangesloten organisaties, die tezamen
de Nederlandse bevolking in velerlei schakering vertegenwoordigen, moe
ten dan beslissen of daarvoor de daadwerkelijke financiële steun van het
publiek zal worden gevraagd. In de komende herfst wordt met een actie tot
inzameling van gelden begonnen.
Voor drie landen is de aandacht van
Nederland gevraagd. In Griekeland
gaat het om een project van de Ver.
Naties tot ontwikkeling van het stad
je Chrysoupolis cn omgeving, in het
dal van de Nestos in Tracie.
Het is een typisch streekproject,
waarbij de economische en sociale in
tegratie van stad en platteland en de
hulp aan boeren en stedelingen om
zich te organiseren en met name het
vak-onderwijs te verbeteren, op de
voorgrond staan. Sedert het begin van
de eerste Balkan-oorlog heeft dit ge
bied eigenlyk voortdurend geleden
onder oorlog en bezetting. Toch is
men vol goede moed en hoop om de
streek tot grotere welvaart te bren
gen.
„Het dappere Griekse volk verdient
ongetwyfeld onze steun", aldus prof.
De Vries. „Het komt ons dus voor, dat
dit project onze speciale belangstel
ling moet trekken. Eén van onze land
genoten dr. Ch. O. van der Plas
is de leider van dc missie fler Ver. Na
ties voor dit project".
Grote maatschappelijke nood
heerst In de snel groeiende steden
Casablanca en Fez in Marokko.
De nieuwe regering streeft ernstig
naar verbeteringen van de be
staande toestanden. Hulp is daar
dringend nodig, zo blijkt uit rap
porten van experts der V.N. Ook
van andere zyde is met nadruk ge
wezen op de behoefte aan betere
maatschappelyke verzorging, met
name van vrouwen en kinderen.
In het hartje van de Soedan, een an
dere Afrikaanse staat die eveneens
eerst verleden jaar onafhankelijk
werd, ligt een gebied van 400.000 ha,
waar in de laatste 25 jaar de irriga
tie is verbeterd en veel katoen wordt
verbouwd. Er is een dringende be
hoefte aan economische en sociale
vorming en organisatie van de dorps
bewoners, evenals aan kadervorming
en vormingswerk.
De situatie in deze drie landen zal
nog nader moeten worden bestudeerd.
Ook is nog geen contact met de rege
ringen opgenomen Overigens wil het
bestuur van de NOVIB niet al het
geld, dat zij hoopt samen te brengen
aan één of meer van deze projecten
besteden. Er wordt op de wereld, al
dus prof. De Vries, door verscheidene
instellingen voortreffelijk werk ge
daan, dat soms dreigt te verzanden,
omdat op een bepaald moment de
hoogst nodige middelen niet kunnen
worden gevonden. Daarom is de ge
dachte geopperd, dat wij altjjd een
zeker percentage der binnenkomende
gelden zouden moeten reserveren als
z.g. smeerolie om bestaande machine
rieën op gang te houden.
Aandacht voor de mens
Een uitgangspunt by het zoeken
van een geschikt project was. dat
„wy als particuliere organisatie in
een klein land niet kunnen proberen
een algemene hulp in beginsel aan de
hele wereld beschikbaar te stellen",
want „als we de boter te dun uit
smeren, blijft het een droge boter
ham", constateerde prof. De Vries.
Het project moest ook voldoende tot
de verbeelding van het Nederlandse
volk spreken en tevens deel uitmaken
van een erkend urgentieprogramma.
Immers: „wy helpen de bewoners van
een ander land by hun project., voeren
niet het ónze uit."
Wanneer echter in een land of
streek dammen, dijken of water
krachtinstallaties moeten worden
aangelegd, kan de NOVIB nooit ho
pen het geld daartoe bijeen te bren
gen, vervolgde prof. De Vries. Dat
zou dwaasheid zijn. Maar dikwijls
werpen zulke grote werken niet het
volle nut af, omdat de plaatselyke
bevolking niet in staat is. voiiedig
prof jjt er van te trekken. Dat is ver
kwisting van zware investeringen en
een bron van ontmoediging en teleur
stelling. Op de menselijke kant van
maatschappelijke ontwikkeling moe
ten we dus de meeste nadruk leggen.
In de negen ontwikkelingsge
bieden in ons eigen land hebben
wij dat terdege geleerd. En het is
niet om ons op de borst te klop
pen, aldus prof. De Vries, maar
Nederland is verder gevorderd dan
enig ander land met Zwitser
land, Denemarken en Japan op
vergel ykbaar niveau met het
opbouwen van een behoorlyke wel-
Prins Bernhard:
Aller energie nodig.
De bijeenkomst, waarin prof.
De Vries gisteren de voorlo
pige plannen van de N.O.
V.I.B. uiteenzette, werd gepre
sideerd door de algemeen voor
zitter. Prins Bernharü. In zijn
openingswoord constateerde de
prins, dat er élan voor nodig
is. het moeizame werk van
hulpverlening aan te vatten
en vol te houden. Hij meende
stellig te kunnen rekenen op
de medewerking van geweste
lijke en plaatselijke autoritei
ten, alsmede van de locale lei
ders der in de stichting ver
tegenwoordigde organisaties,
voor de voorlichting van het
Nederlandse volk en daarna
voor het inzamelen der nodige
gelden. Met een beroep op
„hetgeen er ten diepste in een
mens kan worden aangespro
ken", wees de prins erop. dat
„ons aller geest en energie
volop nodig zijn, opdat wij sa
men erin slagen het Neder
landse volk daadwerkelijk te
maken tot een volk, dat zijn
verantwoordelijkheid voor on
ze weyeld kent en weet te be
leven. De nood van miljoenen
mensen moet ons zo concreet
mogelijk voor ogen komen
staan; de mogelijkheden om
zinvol te helpen en op te bou
wen dienen te worden gewo-,
gen met goed inzicht en prak-'
tisché zin."
vaart op basis van geringe, ontoe
reikende natuurlyke rykdommen.
De economisch onderontwikkelde
landen verkeren vaak \an nature in
dezelfde nioeïHjio- omstandigheid
veel mensen op kleine stukjes, arme,
vaak uitgebouwde en uitgeputte
grond, een slecht marktwezen, geen
landbouwkrediet, geen medische en
hygiënische verzorging, slecht ver
zorgd onderwijs. Hoe wil men econo
mische vooruitgang, als de mensen in
dat gebied niet worden geholpen zich
zelf te helpen?
De heer H. Oosterhuis, vice-voor-
zitter van de NOVIB, kondigde een
nationale geldinzamelingsactie aan,
die in de ..week van de Ver. Naties"
(21 tot 27 oktober i zal worden ge
houden. Daartoe zullen provinciale en
plaatselijke NOVIB-comité's worden
gevormd.