GRAAF FOLKF Eerste Amerikaanse ambassade op palen In dienst van de mensheid Een warme zomeravond in 1939 ZATERDAG 30 MAART 1957 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 18 Een kruisvaarder voor het goede (4) Hugustus 1939 is een hete maand. Klimatologisch en politiek heet. De Europese at mosfeer is met hoogspanning geladen. Met bezorgdheid leest graaf Folke Bernadotte, vice- president van het Rode Kruis, op de late avond van de 31ste augustus de laatste berichten over de ontwikkeling van het conflict tussen Duitsland en Po len. Sedert hij tien jaar geleden, kort na zijn huwelijk, in dienst is getreden van deze door Henri Dunant gestichte instelling, wydt hij zgn gehele kracht nog slechts aan deze ene opgave, de opgave van zijn leven: Goed doen. Het Zweedse Rode Kruis heeft zijn vice-president in het oude gebouw, niet ver van het Stockholmse raadhuis, een vier kamerwoning ter beschikking gesteld. „Vier kamers voor de neef van de koning een tikje bescheiden" vindt Estelles moe der als zij het jonge paar voor het eerst komt bezoeken. „Folke wil niet meer", verklaart haar dochter. „Hij vindt deze wo ning groot genoeg voor ons. Heel wat kinderrijke gezinnen zouden dolblij zijn er een als deze te heb ben en de huur te kunnen betalen". „En denkt hy dan helemaal niet aan jou?" De jonge vrouw glimlacht: „Misschien denkt hy wel te veel om mjj. Hij verwent my met zyn liefde. Maar nooit denkt hij aan zichzelf, altijd alleen aan anderen". „Een vreemd mens", zucht me vrouw Manville. „Een groot mens", verbetert Estelle haar. Van de nabije klokketoren klin ken elf slagen in de zomernacht. Door het wijd geopende venster bij de rooktafel fladdert een uiltje naar binnen. Het cirkelt nerveus rond de staande lamp en valt dan uitgeput neer op het boek, dat Bernadotte in zijn handen houdt. Een boek over Henri .Dunant, de Zwitserse mensenvriend, die 38 jaar tevoren de Nobelprijs voor de vrede verwierf. Bernadotte leest zijn biografie voor de tweede maal. „Ik zal dit boek nog vaak lezen", zegt hij tegen Estelle, „en ik zou alleen maar willen, dat alle staats lieden, diplomaten en militairen het eenmaal ter hand namen, zo dat zy iets van zijn geest in zich zouden kunnen opnemen". In deze dagen, waarin de volke ren opnieuw aantreden voor een veldtocht, waarin door Duitsland, Polen, Frankrijk eindeloze men sen- en materiaal-treinen naar de grenzen rollen, waarin de dicta tor van het Kremlin de dictator in de nieuwe Rijkskanselarij door zijn vriendschapspact aanmoe digt de lont aan te steken; in de ze onweerszwangere, onheilspel lende laatste dagen van augustus en van de vrede, zoekt Bernadotte troost en sterkte in het woord van Henri Dunant: „Het boze mag dan vaak overwinnen, het goede zal nooit ten onder gaan. Of God zou zelf voor eeuwig van zijn zetel stij gen Strijd om de vrede Hy herinnert zich de uitspraak van zyn schoonvader Edwart Henry Manville op die avond in Monte Carlo, twaalf jaar gele den: „Het lot der Idealisten is de teleurstelling. Ook jou zal die niet bespaard blijven". Manville is een scepticus, misschien een pessimist, dacht hy toen. Ik ben een optimist. Maar krijgen de pessimisten mis schien toch geiyk? Zou men niet gaan twijfelen aan de menseiyke goedheid en het verstand? Waar om zit ik hier in myn gezellig huis met myn jachttaferelen en mijn zilveren sportpryzen, in een mak kelijke leunstoel en doe ik niets om het onheil af te wenden? Birger Dahlerus, mijn landgenoot, vecht al wekenlang om de vrede, daar, in het land van het hakenkruis, hy spreekt met Göring, met Hitier h(j vliegt op en neer tussen Berlyn en Londen. En wat doe ik Waar om aarzel ik nog? Onrustig kykt de graaf de gro te, half in het donker liggende, ka mer rond. Dan neemt hy een be sluit: Hy zal zich naar Duitsland spoeden! Morgen, met het eerste vliegtuig! Zolanghet nog niet te laat is! Hy zal Birger Dahlerus helpen de vertwijfelde, haast ho peloze strijd om de vrede te win nen. Hy kent deze industrieel, hij waardeert deze koele zakenman om zyn sociale houding, om zijn humane instelling, om zyn van werkelykheidszin getuigend be grip voor politieke en economische problemen. Dahlerus zal zich niet gekwetst voelen, wanneer een hel per naast hem komt staan Een mysterieus telefoongesprek Bernadotte klapt zyn boek dicht en wilde de schemerlamp uit doen. Dan gaat de telefoon. Het is kwart over elf. De Zweden zyn een democra tisch volk. In het telefoonboek van Stockholm zullen zh niet alleen hun minister-president vinden, maar net zo goed de leden van de koninklyke familie. Koning Gustaaf V staat er in vermeld en graaf Folke Bernadotte is op ieder uur onder nummer 621518 te be reiken. Is hy niet thuis, dan neemt zyn vrouw of een bediende het ge sprek aan. Bernadotte neemt de hoorn op. Een nerveuze, ijle stem zegt„Herr Graf,-neemt U my niet kwalijk, dat ik U stoor. Het "is dringend, zeer dringend. Ik moet U spreken. Als het kan nu direct!" Bernadotte drukt de telefoon dichter tegen het oor. Hy kan maar weinig verstaan. De ander is kennelyk een buitenlander. Hy spreekt gebroken Zweeds. „Bent U buitenlander?" vraagt hy. „Ik spreek vreemde talen. Spreekt U gerust uw eigen taal!" De ander zwijgt. „Hallo roept Bernadotte. Dan: „Ik kom naar U toe! Alstublieft, wacht U op my!" „Maar wie bent U dan?" De te lefoon zoemt alleen nog maar. De geheimzinnige man heeft opge hangen. Bernadotte in Stockholm als vice- president van het Zweedse Rode Kruis. Bernadotte grijpt weer naar ziin boek, zijn ogen volgen de regels, maar zy vatten de zin van het ge schrevene niet. Deze anders zo beheerste man steekt nerveus een sigaret op en loopt naar het nog steeds openstaande venster. Een gestalte loopt op straat naar het huis. Een man, die voorzichtig achteromkijkt, voor hy de stoep opgaat ep belt. Snel gaat Berna dotte naar de deur. De vreemde neemt hoffelijk zyn hoed af. „Ik vind dit zeer onprettig", zegt hy haastig, „maar ik wist geen andere manier omKan ik U spreken?" Als Bernadotte de deur gesloten heeft, stelt de nachtelyke bezoe ker zich voor: „Gördeler. Doctor Gördeler uit Berlijn. Ik kon door de telefoon myn naam niet noe men. Dat zult U begrijpen!" „Eerlijk gezegd", zegt Berna dotte, begrijp ik er niets van. Maar komt U toch binnen!" Het duurt niet lang of Folke Bernadot te begrijpt, wat dr. Carl Fried- rich Gördeler, de vroegere burge meester van Koningsbergen, eer ste burgemeester van Leipzig en Rijks-pryzencommissaris onder Hitier, naar Stockholm voert, naar de neef van Zwedens koning. „Ik smeek U, Herr Graf, ik be zweer U, gaat U met my mee naar Berlijn!" overrompelt de Duitser hem. „U onderhoudt nauwe be trekkingen met het Duitse Rode Kruis, met de voorzitter. Deze staat op goede voet met invloed rijke lieden rond Hitier. Zy zullen U by Hitler introduceren!" Een beschikking Bernadotte schrikt: wat een merkwaardig toeval! Of is het geen toeval? Is het een vingerwijzing van het lot Zojuist heeft hij immers besloten, morgen naar Duitsland te reizen en nu duikt rond middernacht ineens de ze Duitser op, om hem daarheen te halen! Twee geesten, één ge dachte! Twee mensen, honderden kilometers van elkaar af, die elk ander nooit hebben gezien, nemen hetzelfde besluit! ..Dit isbeangstigend", fluis tert de graaf. Gördeler kykt hem verbaasd aan: „Hoe bedoelt u dat?" „Het is beangstigend", herhaalt Bernadotte, „ik had zojuist het besluit genomen, morgen naar Berlyn te vliegen „Daarin is niets beangstigends", zegt de bezoeker overtuigd, „dit is een beschikking!" „Ik ga met u mee", zegt Berna dotte vastbesloten. „Beschouwt U zich als myn gast. Myn huis staat te uwer beschikking". Hij opent een fles Bordeaux en zet twee glazen neer. Nog lang na midder nacht zyn de beide mannen in een ernstig gesprek gewikkeld. Zy zien het als een goed voorteken, dat zij tegelijkertijd eenzelfde plan maakten: het redden van de vrede in Europa. Geen van beiden heeft de laatste nieuwsberichten gehoord, die rond middernacht ove'r de Zweedse ra dio zijn uitgezonden, ontleend aan het Duitse nieuws: „Poolse op standelingen hebben heden, de 31ste augustus, de radiozender van Gleiwitz overvallenBer nadotte luistert nooit 's avonds. Als hij de volgende morgen, vry- dag 1 september, om half negen de nieuwsberichten aanzet, hoort hy: „Heden om 4 uur 45 hebben Duitse troepen over een breed front de Poolse grens overschre den. Aan het binnentrekken van Polen ging geen oorlogsverkla ring voorafHalf verdoofd gaat hy de trap op naar de slaap kamer van zijn gast. Dr. Gördeler kijkt in een verwrongen gezicht. „Het was alles voor niets, Herr Doctor", zegt Bernadotte. „U bent voor niets hierheen gekomen. Sinds vier uur hebben we oorlog in Europa Stom laat de Duitser de armen zakken. De graaf brengt hem naar de luchthaven. Het is een triest afscheid. ,Jk wilde, dat ik met U had kunnen meevliegen", zegt Ber nadotte, „nu kan ik alleen nog hopen, dat wy elkaar spoedig zul len weerzienin een vreedzaam Europa". Gördeler lacht vermoeid: „Spoe dig? Dit wordt een lange, een neel lange oorlog. De hemel weet, wie van ons haar zal overleven". Graaf Bernadotte zal zich deze woorden van zijn gast herinneren, als hy vyf jaar na die eerste en laatste ontmoeting met de Duitser verneemt, dat Gördeler zyn leven aan de galg eindigde verraden door Helene Schw&rzel, die voor een miljoen Reichsmark haar ziel verkocht. Dat is Graaf Folke Bernadotte De vrede der volken heeft graaf Bernadotte niet kunnen red den. Hy heeft voldoende poli tieke werkelykheidszin om te we ten, dat zyn missie mislukt zou zjjn zoals die van ziin landgenoot ook mislukte, maar hy lydt er on der, helemaal niets te hebben ge daan. Dit gevoel drukt hem als een schuld. Tevergeefs honden vrien den, houdt ook Estelle hem voor, dat hem nooit gelukt zou zyn, wat zelfs sterkere krachten, die voch ten om een voorkomen van de oor log, niet kon gelukken. zyn antwoord was, dat men dit tevoren niet weten kon, dat men het slechts kon vermoeden. Pas in later jaren, als hij Hitier eindelijk doorziet, komt hy tot de overtui ging, dat op de kwade trouw vaa de Duitse dictator en diens minis ter van buitenlandse zaken, alle vredesacties móésten stranden. „Hoe vreseiyk het ook is, dit te moeten erkennen", zegt hy tegen Estelle, „toch ben ik er blij om. Het bevrijdt me van een zware last. Ik had geen goed geweten..." Zo is hij, deze man, die koning Gustaaf V „een der laatste rid ders" noemt „die ons in een we reld van wolven en tijgers, in de jungle van onze aarde, nog over gebleven zyn en die daarin een tikje radeloos en hulpeloos ronddo len". Zo is hyeen edelman in de wa- re zin des woords, met grote gees- telyke gaven. Met een gevoelige, tedere, maar niettemin sterke ziel. Met de dapperheid van een mee voelend, medelydend hart. Met de ijzeren wilskracht van een fanati cus, maar dan een fanaticus in het goede. Met een scherp verstand en een kinderlijk gemoed, eigenschap pen, die zich in deze byzondere mens verenigen tofc een zeldzame harmonie. Hij leeft voor het hel pen, het genezen, het offeren „wy zyn niet slechts op aarde om gelukkig te zyn, maar ook om an deren gelukkig te maken". Hy is een waar christen. Niet een, die vaak een kerk betreedt of dikwyis de handen in gebed vouwt, wél een christen voor wie het gebod „Ge zult niet doden" even heilig ls als de overige negen geboden, waar van hjj zegt, dat zy de hoogste ze delijke wet vormen, die de mens heid gegeven werd. Hy ls een on verschrokken strijder. Hy vecht met een der machtigste wapens: het hart. En daarom ia het ook niet juist, wanneer de koning van hem zegt, dat hy „een tikje rade loos en hulpeloos ronddoolt in de jungle". Integendeel, h|| kapt zich een weg door de jungle. Zyn weg voert hem door de gruwelen en ontzet tingen van zes jaar barbaarse oor log, waarby alle verschrikkingen van de eerste wereldoorlog ver bleken. Van de eerste oorlogsdag af organiseert hy het geweldige liefdewerk, dat de vreselijke won den niet sluiten kan, hoogstens verzachten. Zwaar gedeprimeerd moet hy spoedig erkennen, dat al zijn hulp slechts een druppel is op een gloeiende plaat, dat de stille goede daden van zyn medewerkers en zyn organisatie in het niet ver zinken tegenover de wandaden die van minuut tot minuut op bevel bedreven worden, op de slagvelden in bommenwerpers, in vernieti gingskampen. Soms, in donkere uren, heeft hij het gevoel, er niet meer tegenop te kunnen, maar zo schryft hy in zyn memoires „dan vond ik myn beheersing weer terug en ging ik met nieuwe moed aan het werk". Vrijwillig in de jungle Overal waar mensen lijden en hongeren, waar het vader land verloren ging en mede mensen ontworteld zyn, duikt de slanke, lange graaf Bernadotte op in zyn lichte uniform van Zweedse officier, de dunne stok met zilve ren knop onder de rechterarm. Vrywel voortdurend la hy ergens op dit bloedende, brandende, ster vende werelddeel te gast. By mi nister-presidenten, by gezanten, by generaals, by voorzitters van Rode Kruia-organlsaties, by hoge geestelyken. Hy onderhandelt, Ey vraagt, hy bezweert, hy protes teert en hij toont zyn verontwaar diging. Men treft hem niet alleen aan in regeringsgebouwen en pa leizen, men kan hem tegenkomen in door bommen halfverwocste woningen, in benauwde schuilkel ders, die trillen onder het geweld van bombardementen, in de vluch telingenkampen van Frankryk, België en de Balkan. Hij, die eens een prominente figuur was op Eu ropa's sportvelden, die men aan trof by iedere belangrijke toneel- en filmpremière, die rustig zou kunnen leven in zyn neutrale va derland, ver van het gedonder der kanonnen en granaten, die van wat hy maar wilde, zou kunnen ge nieten. begeeft zich vrijwillig in de jungle. Slechts één bevel brengt hem in de nabttheld van de dood: het bevel van zyn geweten. In zyn jaszak heeft h|j een klein boekje in leer gebonden: Uitspra ken van Inunanuel Kant. In een enkel rustig ogenblik, dat vertwij feling bem dreigt te overmannen: „Twee dingen zyn het, die mUn gemoed met steeds nieuwe en steeds toenemende bewondering vervuilen: de sterrenhemel bo ven mij en de wetten der moraal in in|j". De wetten der moraal, het geweten, dat verloren ging b|J de genen, die verantwoordelijk waren voor deze catastrofe. (Copyright ABC Press) Vervolg Brandweerman tussen rokend puin IN DEN HAAG WORDT GEBOUWD: Ontwerp van Marcel Breuer (Van onze Haagse redacteur) Marcel Breuer, de Amerikaanse ar chitect die zoëven Rotterdam een hy- Eermodem warenhuis heeft gegeven, eeft te Den Haag zyn plannen laten zien voor een gebouw voor de Ameri kaanse ambassade. Een ambassade op palen. Dit gebouw, op de hoek van het Lange Voorhout en het Korte Voorhout, recht tegenover de Ko ninklijke Schouwburg, zal naar men hoopt, over ongeveer anderhalf jaar kunnen worden opgeleverd. Het staat op historische grond, in een omgeving waar al sinds eeuwen buitenlandse vertegenwoordigingen hun plaats vonden en de historie van deze plaats heeft een sterke invloed gehad op de schepping van Marcel reuer. „In de negentiende en in het begin van de twintigste eeuw, aldus de ar chitect, probeerde men nieuwe ge bouwen, welke moesten aangepast worden aan de bestaande oude archi tectuur, te ontwerpen in een imitatie- styl. Voor ons moderne architecten is zoiets niet meer aanvaardbaar. En hier was dus het probleem: hoe moet ik mijn moderne architectuur aan passen aan de historische achter grond van deze stad, zonder daarby de bestaande omgeving geweld aan te doen Architect Marcel Breuer heeft hier naar gestreefd en uit zyn ontwerp blykt ook wel, dat hy getracht heeft zyn werk zo harmonieus mogelyk aan te passen aan de bestaande be bouwing. Het nieuwe ambassade-ge bouw bestaat uit twee vleugels. De hoofdvleugel met ingang komt aan het Lange Voorhout. Hierin is onder gebracht de eigenlijke ambassade. Dwars hierop komt het gebouw van de United States Information Service te staan, door een glazen gang ge scheiden van het hoofdgebouw. Hier door is het mogelyk een blik te wer pen op de tuin van de binnenplaats een oplossing voor de bebouwing van dit punt, welke reeds door architect Dudok is aanbevolen in zyn advies voor de herbouw van Den Haag, ech ter zonder dat Marcel Breuer dit wist. Het gebouw zal precies even hoog worden als de schouwburg zodat een soort corridor verkregen wordt naar weerszijden, namelyk naar het Korte Voorhout en naar het Tour- nooiveld. Er zal gebruik gemaakt worden van een ruwe zandsteen en gepolijst graniet, welke beide mate rialen op de duur dezelfde kleur zul len krijgen als een aantal gebouwen in de omgeving, zoals de Koninklyke Schouwburg, het Palels op het Voor hout, de Koninklyke Bibliotheek en Hotel des Indes. Marcel Breuer heeft door een spe ciale indeling van de gevel, waar bij de vensters niet boven elkaar werden geplaatst, getracht een te grote monumentaliteit te vermij den „De gevels waar mijn gebouw op aansluit, z|jn alle verschillend, het zijn allemaal kleinere gebou wen en daarom mocht ik als af sluiting van deze ry niet een ge bouw plaatsen, dat door zyn mo numentaliteit niet meer zou har moniëren met deze ry huizen. Wat ik bij de Bijenkorf juist heb nage streefd, liet ik hier met opzet ach terwege". De grond werd in 1951 door de ambassade gekocht voor een half miljoen gulden. Hier stond eens het vlak voor de oorlog geheel herbouwde hotel Paulez. dat tijdens het bombardement van het Bezuldenhout In februari 1945 volledig werd verwoest. De grond is zeer geschikt voor dit bouwwerk en lange palen behoeven niet geheid te worden. Marcel Breuer hoopt met palen van drie meter leng-' te uit te komen, doch vermoedelijk zal dit dan toch wel de eerste Ameri kaanse ambassade, waar ter wereld ook, zyn, die op palen za] staan. Korting voor buitenlandse toeristen in Frankrijk Ter bevordering van het vreemde- Hngenbezoek aan Frankrnk heeft de Franse regering bepaald, dat behalve voor de maanden juli en augustus, een korting van 15 procent zal wor den verleend voor betalingen in de viezen door buitenlandse toeristen, niet-ingezetenen, in daarvoor aange wezen Franse hotels. Dit betreft 1000 hotels, waarvan 250 ln Parijs. Volgens de bepalingen van het desbetreffende decreet zullen de hotelhouders op grond van hun dienstverleningen aan buitenlandse toeristen 15 procent van de waarde van deze dienstverleningen ln aftrek mogen brengen van hun fis cale en sociale lasten. De betalingen door de buitenlandse toeristen moeten geschieden in reischèques luidende in een der valuta's welfce werden ver handeld op de wisselmarkt te Parij3, ln bankbiljetten van bepaalde vreem de valuta's, waaronder de Nederland se gulden, of in reischèques van Fran se Danken, uitgegeven ln het buiten land tegen betaling in deviezen of ten laste van buitenlandse rekeningen ln frank of verstrekt in Frankrijk tegen overgave van deviezen. Rustig nijlpaard wordt plotseling razend Het eerste gedresseerde nijlpaard ter wereld was Oepidus, het braafste en vredigste dier, dat men zich kon den ken. Jarenlang werkte hij rustig mee in de voorstellingen van circus Sarra- sani en liep dromerig en onverschillig van zyn bassin naar de piste en weer terug. Juist omdat hy zo gesteld was op rust, zal het altyd wel een raadsel blijven wat er op een avond in Oepidus is om gegaan. Wat hem ertoe heeft ge bracht zijn eendere kalme loop plot seling te onderbreken en zich onver wachts, in volslagen razernij, op de olifanten te werpen, die niets vermoe dend op hun plateau stonden te wie gen. Allen, die het zagen, waren als aan de grond genageld Zo begint één van de tientallen ver halen. die U kunt lezen in het circus album „De bonte droom van het Cir cus". Een boeiend en afwisselend ver haal met talloze pentekeningen, vele p achtige kleurenplaten en plaatjes, geschreven door de circuskenners bij uitstek J. van Doveren en Fred Tho mas. Voor slecht, ƒ2.50 kunt U dit boekwerk kopen by uw roomboter- leverancier of rechtstreeks bestellen per brief of briefkaart bij Kantoor „Roomboteralbum" Postbus 47. Den Haag. U krijgt het album dan per omgaande toegezonden onder rem bours. Vermeld vooral duidelijk uw naam en volledig adres. De bijbehorende plaat jes ontvangt U gratis voor rijksboter- merken. u vindt zo'n merk op elk pakje roomboter. Neem een pakje extra voor de zondag!

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 9