Hollandse ex-verzetstrijdster publiceert boek in Amerika .s ZjKITSAL Onze "Dzoufvenpatjind „SCHAF SCHOOLBUJVEN AF!" ZATERDAG 80 MAART 1957 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 11 „KANSEN EN GELUK MOETEN ER ZIJN" „Kansen en geluk zijn er altijd geweest in myn leven", zegt Hen- rlëtte Roosenburg, een Hollands meisje, dat zojuist in Amerika het boek „The walls came tumbling down" heeft gepubliceerd. Dat ze dit zegt, is louter bescheidenheid van deze dappere jonge vrouw die tijdens de oorlog belangrijk werk deed als koerierster van geheime rapporten uit België, Frankrijk en Zwitserland voor de Ne derlandse regering in Londen. In maart 1944 werd ze gepakt en ter dood veroordeeld, maar het vonnis werd niet uitgevoerd. Na de be vrijding was ze de eerste vrouw, die geridderd werd met de Bron zen Leeuw. Onze medewerkster in New-York had een gesprek met Henriëtte Roosenburg; het resultaat van dit interview kunt U hieronder lezen. Een klein lapje borduurwerk Wat Jet, zoals zij door iedereen wordt genoemd, „geluk" noemt is een combinatie van moed, intelligentie, 'n warm hart, tegenwoordigheid van Ï;eest en doorzettingsvermogen. In 't even zijn het niet de kansen, waar het op aankomt, maar het grijpen er van. „Opgesloten, vaak alleen, in tal loze gevahgenissen, bleef ik in leven door... een lapje borduurwerk" ver telt ze, als we samen praten in haar gezellige kamer in New York's Greenwich Village. „Het lichaam kan alles doorstaan, als de geest iets heeft om zich op te concentreren. Je hebt contact nodig met iets buit zelf: je wilt iets doorgeven. Het en je is de creatieve drang, die ieder uitleeft op zijn of haar eigen manier: door te werken, te koken of kleuren te kie zen. In de gevangenis kan dit alles niet; je bent een object, een stuk hout. Daarom begon ik te borduren op een linnen zakdoek van mijn va der, die ik toevallig bij me had. Het bedenken van vormen en kleuren be tekende „leven" en dat was de red ding. Bovendien was het vinden van draadjes een uitdaging: rood uit on ze armbanden; blauw-grijs uit het ondergoed en voor een kostbaar stuk je rose gaf ik graag een halve aard appel of een stuk brood". Zij laat me de bewuste zakdoek zien die, ingelijst, haar kostbaarste bezit vormt. Er zijn negen medail lons. één voor elke gevangenis („Brussel", „Scheveningen", „Haa- ren", „Gottbus", „Ziegenhalm", „Dus- seldorf", „Anrath", „Waldheim") en één voor de bevrijding. In ieder half- rondje is met keurige lettertjes naam en datum geprikt, een figuurtje, dat de belangrijkste gebeurtenis weer geeft en een regel van het lied door ae gevangenen gezongen. Het is iets om stil van te worden, als men be denkt met hoeveel leed en eenzaam heid dit werkje doorvlochten is. Maar het legt een gloeiend getuigenis af van levensmoed en doorzettingsver mogen. Ook haar eerste tocht naar de Verenigde Staten was een gevolg van „de kansen grijpen". In 1948 hoorde ze op een Haags concert achter zich een gesprek over de ..World Student Service Fund". Men zocht studenten om lezingen te houden in Amerika. Jet draai de zich om, vroeg informatie, meldde zich aan (hoewel ze reeds was afgestudeerd) en werd geac cepteerd. Ze bezocht als spreek ster 22 staten van de V.S., verza melde geld, leerde het land ken nen en maakte vrienden. Tenslot te strandde ze in New York met 60 dollar en een bootkaartje. Daar stapte ze het kantoor binnen van de Time-Life-Fortune uitgevers naar als moeder „anders" is". Type rend voor deze moederlijke jonge vrouw, die door neefjes en nichtjes wordt geadoreerd. In de winter van 1955-'56 schreef deze ex-studente In de Franse let teren het reeds genoemde Engelse boek, dat hier enthousiast werd ontvangen. De schrijfster is nu plotseling een beroemdheid, die speechen moet op litteraire lun ches, voor vrouwenclubs en in uni versiteiten. „Het is een gekke ge waarwording" zegt zij; „iets heel nieuws, maar wel prettig". Haar boek is geen gruwelverhaal maar een vrijheidsepos. waarin ze beschrijft hoe drie vrouwen en een man, alle vier uit de verzetbeweging en alle vier ter dood veroordeeld ge weest, na de bevrijding erin slagen. O" eigen houtje naar net vaderland terug te keren. Het boek komt bin nenkort in Holland uit onder de ti tel „En de muren vallen om". 'n Schoonheidstip van Josephine firma en vroeg om een baan. Na een intensief examen waarbij ze vooral getoetst werd op „het aanpakken van een opdracht" kreeg ze te horen: „w'll let you know". Met de eerst volgende trein verliet ze duur New York om zich nuttig te maken op een boerderij in Vermont (New England) Op die farm in Vermont kreeg ze een telefoontje„aangenomen, kun je morgen komen?" „Neen, we zijn aan het hooien" luidde het karakteristie ke antwoord van de ex-verzetskame- raad, voor wie vriendschap heilig Na voor het tijdschrift Time (stand plaats Den Haag) gewerkt te hebben - - Amerikaans visum te en na een ben veroverd, kreej heb- tenslotte een vaste aanstelling bij de maatschappij eerst bij Fortune en later bij Life. Voor dit populaire wéekblad schrijft ze met drie anderen het hoofd artikel. Verrassenderwijze wordt haar Europese kijk op mensen en dingen hogelijk gewaardeerd. Door haar werk heeft ze een druk boeiend leven in de nieuwe wereld. „Het is interessant in New York, maar er is teveel te genieten", vindt zij. „Je versnippert jezelf omdat je alles mee maken wilt. De U.S.A. is een heerlijk land voor jonge mensen. Als ik oud ben, wil ik hier niet wonen: mensen boven de zestig tellen niet meer mee en na vijfenveertig jaar krijg je moeilijk werk". Mejuffrouw Roosen- burg voelt niet voor de z.g. „Ame rican way of life": voor haar geen uitgebreide garderobe en rode nagel tjes! had, zou ik dat alles hier wel doen' merkt ze op. „Kinderen vinden het Josephine de Beauhamais Napo leons grote liefde was afkomstig van Martinique. Zij werden verliefd op elkaar, toen Napoleon nog een heel jong generaal was. maar toen hij aan de macht kwam, trok hij gedu rende lange tijd ziin handen van haar af. Later gelukte het haar toch, hem weer voor zich terug te winnen en zij sloten een burgerlijk huwelijk. Het kerkelijk huwelijk vond pas plaats, toen Napoleon zich tot keizer had la ten uitroepen. Hij gaf haar toen Mal- maison ten geschenke, waar zij tot haar dood bleef wonen. Josephine was niet bijzonder be gaafd, maar zij was zeer lieftallig en charmant. Bovendien had zij een mooi figuur en een prachtige blanke huid. Toen men haar eens vroeg, hoe zij haar figuur en haar huid zo mooi hield, moet zij het volgende ant woord hebben gegeven: „Als kind had ik op Martinique als kindermeisje een inboorlinge, die, ofschoon zij er jong uitzag, volhield, dat zij 103 jaar oud was. Iedere mor- Tijdens een hoedenshow in een van de grootste Parijse hotels, waar be leende modisten haar collecties voor deze zomer toonden, bleek dat men het spreekwoord „elk wat wils" ditmaal wel bijzonder consequent in de praktijk had gein-acht. Er waren hoeden in de meest, uiteenlopende afme tingen, van enorme cocktailhoeden tot lieflijke hoofddekseltjes, die aan kleine bloementuintjes deden denken. Drie voorbeelden uit de laatste ca tegorie werden tezamen vastgelegd op deze foto: de hoedjes zijn gegar neerd met mauwe seringen, sleutelbloemen, Oostindische kers, witte vi ooltjes, jasmijn en boterbloemen fen maakte zij voor mij een pap laar van fijngewreven bast, vijgen- sap en bananenpuree en zelf at zi; daar ook van. Zij vertelde, dat zi' dank zij deze pap haar jeugd hai. behouden. Toen ik naar Frankrijk kwam, maakte ik voor mezelf iedere dag een portie klaar, maar dan hei melijk, want ik wilde niet, dat ande ren zich over mij vrolijk zouden ma ken..." Advertentie) baby-verzorging Show van mode en allerlei der Goese M.V.V. Evenals vorig jaar organiseert de Goese Middenstan ds Vrouwen Vere niging ook nu weer een „show van mode en allerlei". Deze demonstratie wordt op 3 en 4 april gehouden in „De Prins van Oranje"; de echtgeno te van de burgemeester, mevrouw A. C. tn KatePoppinga, zal op woensdag 3 april, 's avonds om acht uur, de officiële opening verrichten. Ook donderdag 4 april is deze „show van allerlei" nog te bezichtigen, en wel 's middags om half -drie en 's avonds om acht uur. Een achttal Goese zaken verzorgt de modeshow, waar dames-, heren- en kinderkle ding te zien is, gecompleteerd door hoedjes, schoenen, tassen en brilmon turen. Verder worden verscheidene stands ingericht, waar artikelen ge- exposeerd worden welke direct of indirect iets te maken hebben met het terrein van de huishouding. Ook ditmaal wordt weer een verloting van handwerken gehouden, waarvan de netto-opbrengst bestemd is voor bestrijding van de kinderverlam ming. De ln Amerika opgeleide mode-ontwer per Guy Laroche heeft een poging ge daan om bet „korset van eenvormigheid ln de fantasie" van de Parijse wereld der „haute couture", die niettegenstaande alles een gesloten wereld vormt, te doen springen. Om zich een weg te banen door de zwa re concurrentie van de Parijse mode-in dustrie, Is Laroche van plan zijn verfljnd- ste creaties tegen de betrekkelijk lage prijzen van f 900.— (voor Japonnen) en f 1000.— (voor mantels en mantelpakken) te verkopen. Laroche toonde, naast excentrieke mo dellen, die voor de publiciteit zijn be stemd en waarin men geen vrouw op de Champs-Elysees zal zien lopen, laat staan ln Londen, Amsterdam of New-York, mo dellen voor ln de stad. die voor hun ori ginele lijn applaus oogstten. „Vrijheid!" is de kreet, die dit voor jaar in de Franse modecentra tot wapenspreuk is verheven, en Dior is een van de meest enthousiaste voor vechters. Dit model is typerend voor zijn collectie van dit seizoen: een japon met. korte mouwen, bloesend lijfje en diep decolleté, waarover een kraagloze mantel wordt gedragen met een wijde halsuitsnijding. De mantel heeft ronde schouders en vier grote zakkenAls materiaal gebruik te Dior een lichte wollen stof in grijs-wit pepita-dessin. Haags ambtenaar richt adres aan Tweede Kamer Een Haags ambtenaar heeft een adres tot de Tweede Ka mer gericht, waarin hij ver zoekt te willen bevorderen, dat het schoolblijven by de onder wijsinstellingen niet meer al» straf wordt toegepast. Het is de heer J. W. Broek- huysen, die zeker 'n hoeraatje van de schooljeugd verdient, al is het hem daar niet om be gonnen. Want z|jn sympathie gaat toch ln de eerste plaats uit naar de moeders van schoolblgvend kroost en als zün adres ooit gevolgen zal hebben, dan zal hij een be dankje van die moeders ver moedelijk wel willen aanvaar den. Meneer. Broekhuysen is niet iemand, die zonodig adressen aan de Tweede Kamer moet schrijven. Hij is een rustig, uit Indonesië gerepatrieerd amb tenaar, die ineens tegenover 'n probleem kwam te staan. Het probleem van een moeder, wier dag is ingedeeld naar de schooltijden van de kinderen en nu ineens omdat een van die kinderen moet schoolblij ven haar dagschema in de war ziet lopen. Of een moe der, die zich dodelijk onge rust maakt, omdat het kind niet op tijd thuiskomt en als zij de mogelijkheid van schoolblijven al vermoedt zich dan realiseert, dat het kind nu zonder de hulp van de verkeersbrigadiertjes een drukke verkeersweg moet oversteken. Zelf kan zij mis schien niet weg, want een klei ner broertje of zusje kan niet alleen thuis worden gelaten. Het zijn voorbeelden van me neer Broekhuysen en hij heeft er méér. Hij denkt bijvoorbeeld aan een moeder, die geduren de de schooltijd ineens ziek wordt of al ziek is en op het op tijd thuiskomend kind rekent voor het doen van de noodzakelijke boodschappen. Of aan het oudere broertje, dat op weg naar huis een kleiner zusje van de kleuter school moet halen. En als er nu nog maar een boodschap naar huis werd gestuurd, dan kon de moeder zelf dat kleine meisje gaan halen, maar zij weet niets. En nóg meer voor beelden heeft dé heer Broek huysen: zo bijvoorbeeld van bepaalde lessen, waar een kind naar toe gebracht moet wor den door de moeder, die ech ter niet weg kan vóór de an dere kinderen thuis zijn. Hij ziet de inconveniënten van het schoolblijven zo om zich heen al geeft hij vol mondig toe, dat het niet een dagelijks voorkomend euvel is. En hij woont aan een zeer drukke verkeersweg, waar 't oversteken zonder hulp van verkeersbrigadiertjes voor kleine kinderen beslist levens gevaarlijk is. „Ik heb daar vroeger nooit zo over nagedacht, maar toen een tijd geleden een buur vrouw in zak en a3 zat, omdat haar kind maar niet kwam op dagen, herinnerde ik m|j in eens, dat ik zelf, vroeger in Indië eens van één uur tot vier uur moest schoolblijven en dat mijn dodelijk ongeruste moe der me toen kwam halen. Ik mocht meteen mee En om dat laatste gaat het de heer Broekhuysen nu precies. „Want", "zegt liy, „ouders dragen de op voeding van hun kinderen gedurende een bepaald deel van de dag over aan de school. Onverbrekelijk wordt hierbij tevens het ouderlijk gezag tot op ze kere hoogte aan de onder wijzer overgedragen. Buiten schooltijd komen de opvoe dingstaak en het gezag weer aan de ouders. En Ik vraag me dan ook af, of een onderwijzer of leraar formeel het, recht heeft, 't kind na schooltijd te hou den." De heer Broekhuysen wil dit formele standpunt zeker niet op de spits drijven. Niet temin zegt hij: „Vroeger on derscheidde ik niet zo de grens tussen bevoegdheid en onbe voegdheid. Het was nogal vaag omlijnd voor mg. Maar ik moest me ermee bezig houden door de studie voor de Rijksleergang voor de Mid delbare Bestuursdienst en toen kwam dat voorval met die buurvrouw en de herinnering aan mijn eigen schooltijd." Overigens heeft de heer Broekhuysen beslist niets te gen onderwijzers en hij he- doelt zijn adres ook niet als een klacht. Hij wil alleen de aandacht vestigen op een kwestie, die moeders en soms vaders van schoolkinderen di rect aangaat. En dis school blijven als straf of nablij ven voor het inhalen van werk beslist onvermijdelijk is. dan zou htt toch minstens wil len zien, dat de ouders daar tijdig over worden ingelicht. En wat dat betreft zullen vermoedelijk heel wat moe ders zeggen: „Schoon gelijk heeft meneer Broekhuysen...." Met onze keuken is het niet best ~üan ozcuH) C iet OZCtiJO E en van de zomerse dagen :n maart heb ik aangenaam en nu> *.;jt mogen besteden met een klein reisje en een alleszins opgewekt con tact met een vijftigtal vrouwen. Ik laat tijd en plaat» en onderwerp nu verder maar bulten beschouwing: het enige wat Ik erover lo» wH laten i* een opmerking van de presidente, juist over dit vijftigtal. Dit was meer. veel meer dan zij had durven verwachten, zo bekende zij mij, gezien d-.t onverwachte buiten kansje: een stralende zonnedag in de schoonmaaktijd. Inderdaad bij zo'n gelegenheid is een gehoor van vijftig in een klein dorp een compliment! Ik meen dat echter voor een groot deel te moeten afschuiven op een ver schijnsel, dat bijzonder verheugend is. al manifesteert zich dat nog maar heel schuchter en langzaam: de belangstel ling der vrouwen voor andere zaken dan het enkel huishoudelijke. Een vrouw en nog wel een van buiten die de moed heeft op een zonnige voorjaarsdag alle dorpse tra dities te trotseren- en, inplaats van lekker de bedden naar buiten te WA^*<V*^VVWVWVVVVWVNVVV*\<WV\A»%VW*'VVWV%VVv' sjouwen, op de fiets stapt om haar kostelijke tijd drie uur lang te zitten „verdoen" op een vergadering, met enkel een breiwerk om haar geweten te sussen.... Zo'n vrouw heeft een zelfoverwinning behaald en een zelf standigheid van handelen gedemon streerd die alle hulde verdient en veel voor de toekomst belooft. Want een vrouw is, ook al door dat generaties-lang aan huis gebonden zijn, een uiterst conservatief wezen geworden. Bepaalde begrippen zijn haar onverbiddelijk mgescherpt, aan bepaalde tradities kan zij zich, al zegt haar verstand ook nog zo lu:d dat zij onzinnig zijn, maar moeilijk ontworstelen. Een van die onwrikbare begrippen is de Grote Schoonmaak. Er is met geduld en volharding aan dit heilig huisje gewrikt en geram meid. Hoever we nu al zijn. bewees mij die onverschrokken vergadering bij stralende zon: voor vanmiddag geloven wij het wel, die bedden kunnen wachten, et komt nóg wel eens een mooie dag. Misschien ik waag het erop na deze bemoedigende ervaring ia nu de tijd wel zoetjesaan rijp voor het radicaal verhouwen van dat heilig huisje schoonmaak zélf! Het wordt tijd dat wij het schoon maken niet ais een noodzaak maar een genoegen zien Een ge noegen, dat wij ons niet laten be derven door gejakker of overver moeidheid, maar dat wij ir, ons eigen tempo, hoogstens met een klein schep je er bovenop, afwerken. Strijk die schoonmaker!} over een paar maanden uit, werk juist ais de natuur in deze dagen, gestadig maar in kleine stappen. Zie niet op tegen het extra werk: dat moet in zo kleine partjes zijn ge knipt dat het nauwelijks voor ver moeienis in aanmerking komt. Maar houd uzelf vooral ln ee: goed humeur en op de been met het vooruitzicht van alle vernieuwing en opfleurmg die uw huis, die vrolijk ruisend* schelp van uw gezinsleven, te wach ten heeft. Onze tijd heeft, bij veel narigheid, ook ongelooflijk veel voordelen aan te bieden, en het zou kortzichtig en dom 2ijn die niet uit te buiten. Er zijn nieuwe stoffen en nieuwe materialen, die wezenlijk goedkoop zijn. althans veel goedkoper dan tn de dagen van onze moeders en groot moeders. Of betekende voor héar een paar nieuwe gordijnen, een stel kussens of een lampetkan niet een uitgave waar over gewikt en gewogen moest wor den en die daarom veroordeelde tot jarenlang gebruik? Wij zijn verlost van het pluche en de gehaakte sprei, het onverslijtbaar vloerkleed en do lamp-voor-h et-leven. Wij maken met wat handigheid zelf onze wasbare overgordijnen, plooien zelf onze lampekap en grijpen zelfs onverschrokken naar de verf kwast. Daarom moet de schoonmaak voor ons steeds meer worden een tijd van verrassingen, van trapsgewijze ge daante-verwisseling, waarin wij ons hart kunnen ophalen aan nieuwe ma terialen en nieuwe kleurencombina ties. Want dat is een grondregel van alle levenskunst, uitbuiten van het ogenblik met al zijn mogelijkheden. SASKIA. Gebrek aan smaak, geringe culinaire belangstelling twintigjarig bestaan der vereniging van oud-leerlingen van erkende ho- telvakscholen in het Kurhaus te Scheveningen, heeft de heer M. G. J. Kempers, directeur van het centraal bureau der oud-leerlingen van hotel vakscholen, het Nederlandse volk twee dingen verweten: geringe gas tronomische kennis en gebrek aan smaak. Volgens de heer Kempers neemt de gastronomische onzin, die nu en dan via radio of andere publi citeitsmedia de wereld wordt inge zonden, af en toe astronomische af metingen aan„. Zijn bewering staaf de de spreker met diverse feiten. Het roomboterverbruik van de Nederlanders is van 5,6 kg per hoofd per jaar van voor de oorlog gedaald tot 2.8 kg, terwijl het margarine ver bruik is gestegen van 7,1 kg tot 18,5 kg per hoofd per jaar. Én dat is niet alleen een financiële kwestie. In vrijwel alle Europese landen blijkt de huisvrouw meer tijd over te hebben voor het bereiden van de maaltijd dan bij ons, en vrijwel nergens ter wereld wordt in de huishoudens zo eenzijdig gegeten. In de restaurants zijn het altijd weer de biefstuk met f ebakken aardappelen en doperwten, e schnitzel en de cotelette. De vele pogingen, ondernomen door voortva rende restaurateurs en fantasierijke chefs de cuisine, om hierin verande ring te brengen, stranden volgens de heer Kempers op de geringe culinaire kennis van onze bevolking... Deze zelfde onwetendheid heeft tot gevolg, dat vele goede voort brengselen van ons land niet naar waarde worden geschat. In 1956 werden 20 miljoen oesters geëx porteerd. Het binnenlands ver bruik was nog niet het twaalfde deel. Van onze mosselenproduk- tie werd slechts 3 miljoen kg ln eigen land geconsumeerd bij een export van 46 miljoen kilogram. Wanneer het waar zou zijn, dat de gastronomie een van de facetten is van wat men het cultuurleven van 'n land noemt, dan ziet het er slecht met ol volk uit.-, Om internationale koks-eer Een Engelse, een Franse, een Bel gische en een Nederlandse kok zul len op drie en vier april in Scarbo rough weer de jaarlijkse strijd leve ren om het best bereide diner uit het land van herkomst van de kok. De kookmeester krijgen hiervoor ingre diënten tot een bedrag van f 2,25. Dc kok. die Nederland zal vertegenwoor digen is dit jaar afkomstig uit Rot terdam. De drie deelnemers van het vaste land reizen zaterdag van Rotterdam naar Huil, waar zij door de burge meester van Huil eh de president van de Britse Hotelassociatie zullen wor den begroet. Zij gaan vandaar naai de plaats van bestemming. Uit handen van de voorzitter van de Internationale Wolverenlgtng sectie Ne derland, de heer F. Mutaaerts heeft oe heer P. J. M. van Gorp docent aan de technische hogeschool te Delft en aan de hogere textielschool te Tilburg, dezer dagen te Tilburg de jaarlijkse Interna tionale literaire prijs ontvangen van de Internationale Woiverenlging. Dit is de eerste maal dat een Neder lander deze prijs heeft gekregen. De prlj< werd gegeven a'.s waardering voor het standaardwerk „Wol" een uitgave van het Internationaal Wolsecretariaat in Ne-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 7