Van en voor de boekenplank
Nog steeds verschijnen boeken
over de Tweede Wereldoorlog
Bestelhuis: een enorme trechter
INTERESSANTE, BELANGRIJKE
HERDRUKKEN
DONDERDAG 28 MAART 1957
PROVINCIALE ZEEÜXV8E COURANT
II
NIEUWE VERTAALDE ROMANS
Ook probleem van de doodstraf
blijft velen bezighouden
Nog steeds vherschynen er veel boeken over de oorlog:. Iedere schryver
hoopt wellicht door het beklemmend uitbeelden van de gruwelen de mensen
wakker te houden of opnieuw wakker te schudden we leven in dit opzicht
immers voortdurend op een vulkaan. Of het helpt? Onder de onlangs van
de pers gekomen werken bevinden zich twee vertalingen van Duitse oor
logsboeken. Hans Donmanns „Soldaten zonder generaal" (Soldaten ohne
Oeneral) geeft een episode van de stryd in Rusland in juni 1944 na de grote
ontreddering in het Duitse leger. Zes omsingelde soldaten van een berich
tendienst zwerven, evenals duizenden anderen, op eigen houtje door de ver
woeste streken, hunkerend naar huis. Zij verenigen zich met anderen, maar
kunnen niet doorbreken, en hun groepje, diep teruggetrokken in de bossen
wordt steeds kleiner, tot tenslotte de laatste man zich aan de Russen moet
overgeven. (Foreholte, Voorhout).
,,In hun schrale graven" (Rote Leuchtkugeln) van Benno Zieser behan
delt eveneens deze Russische veldtocht. Beide boeken tekenen de gruwelen
en de onmenselykheiÜ, het vreselyke lijden van de moderne oorlog op on
barmhartige wijze en zy zyn het lezen en overdenken zeker waard. „In hun
schrale graven" verscheen bij J. H. Gottiner, Haarlem.
Behalve de oorlog blijft ook het
probleem van de doodstraf heden ten
dage velen bezig houden. De Cultuur
serie brengt twee romans met de
doodstraf als kernprobleem: „Nacht,
neem my op" van Joan Henry (Yield
to the night) en „Kruisverhoor"
(Trial) van Don M. Mankiewicz. Het
eerste tekent op directe, eenvoudige
w(jze de laatste veertien dagen van
een wegens moord ter dood veroor
deelde jonge vrouw. In deze dagen
van folterend wachten op het einde,
voortdurend bewaakt, leert men by
stukjes en beetjes haar leven kennen:
het leven van een goede vrouw die
een slechte vrouw vermoordde, en nu
hangen moet. Recht? Onrecht? Toch
zijn net mensen die hierover beslissen
moeten en dat ook doen, feilbare
mensen.
In „Kruisverhoor" is er geen twij
fel over recht of onrecht: het
recht wordt daar met voeten ge
treden. Angel Chavez, een vijf
tienjarige Mexicaanse jongen
wordt er van beschuldigd een
meisje te hebben aangerand, een
aanranding die haar dood tenge
volge had. Zijn verdediger, mr.
Blake, (en de lezer) weet dat An
gel onschuldig is. Het is Blakes
eerste proces, hij is- kwetsbaar, en
de rechtschapen man vecht ver
geefs en met groot gevaar voor
zijn eigen toekomst tegen de cor
ruptie op de achtergrond, de enor
me rechtsverkrachting waarvan
dit aangrijpende geval helaas niet
het enige voorbeeld in de wereld
is. Angel Chavez wordt het on
schuldige slachtoffer van de poli
tieke intrigues die hier worden
uitgespeeld. Een meeslepende, uit
stekend geschreven roman. Beide
boeken werden rijk geïllustreerd
met (film) foto's waarvan de her
komst echter niet werd vermeld.
(Ad. M. C. Stok, Z. Holl. uitge-
versmy. Den Haag).
Bij dezelfde uitgever, eveneens in de
Cultuurserie, verscheen „Vrouw en
Keizerin" van F. W. Kenyon, een
„vie romancée" van Joséphine de
Beauharnais. Met veel kleur en verve
ten tonele gevoerd, men zou haast
zeggen: geconcipieerd met het oog op
technicolor en cinemascope. Een boek
als „Vrouw en Keizerin" is ongetwij
feld meeslepend; een handig schrij
ver heeft de op zichzelf boeiende stof
slechts wat te rangschikken. Het is
echter niet zo gemakkelyk een José-
Bestelhuis van de Boekhandel
zoals het er alléén maar op een héél
stille zondag uitziet.
phine, een Napoleon ten tonele te
voeren. Zodra men de werkeiykheid
verlaat en begint te fantaseren, giy-
den de meesten uit. Zo ook Kenyon.
De enkelingen die een ware belang
stelling hebben voor de unieke vrouw
die Joséphine was laten dit boek be
ter ongelezen. Zy hebben meer aan
zuivere biografie, aan de historische
documenten of aan het sublieme por
tret dat Prud'hon van haar maakte
in het park van La Malmaison, en dat
nu in het Louvre hangt.
Bij Elsevier verscheen een uitste
kende vertaling van de nieuwste ro
man van Richard Llewellyn, „Mr.
Hamish Gleave" onder de titel „De
grote verleiding". Llewellyn, die ook
ten onzent grote bekendheid ver
wierf met „Hoe groen was myn dal"
geeft in deze psychologische roman
een verantwoord beeld van de rede
nen die iemand tot ontrouw en land
verraad kunnen bewegen. Gleave,
rancuneus ingeklemd tussen de
aristocratie waartoe hy eigenlijk be
hoort (maar zijn grootvader heeft
het hele familievermogen verspeeld)
en de arbeidersklasse, is ambtenaar
op het Britse ministerie van buiten
landse zaken. Communistische sym
pathieën en zyn zwak voor mooie
vrouwen en andere goede dingen des
levens brengen hem ten val. Rondom
het persoonlijke drama een boeiend
netwerk van internationale politieke
intrigues.
Slavin van de vrijheid
„Slavin van de vrijheid" is de ver
taling van Robert Perm Warrens
„Band of angels", een roman met
een typisch Amerikaans (zo ge
wilt internationaal) probleem: dat
van de „blanke negerin". Het boek
speelt in de zuidelijke staten tij
dens en na de grote burgeroorlog.
Amantha Starr is een meisje met
een blanke huid, opgevoed als de
dochter van een plantagehouder.
Deze sterft plotseling, en dan
wordt Amantha, zijnde de dochter
van een negerin, als behorende tot
een deel van de nalatenschap, met
de andere slaven vefkocht. Zij
komt in goede handen en krijgt
haar vrijheid spoedig terug, doch
daarmee is het probleem van deze
vrouw geenszins opgelost. Zomin
in de slavernij als in de vrije we
reld voelt zij zich op haar plaats,
tot zij tenslotte haar werkelijke
bevrijding als mens vindt. Een
fascinerende avontuurlyke roman
vol kleur, van een van Amerika's
grote hedendaagse schrijver. De
uitstekende vertaling is van C. J.
Kelk. (Elsevier, Amsterdam).
Ook in de „Parelsnoer"-reeks van
Foreholte te Voorhout verschenen
twee goede boeken, deze beide ver
taald uit het Frans. „Le moisonneur
d'épines" van Georges Govy dat in
1955 de Prix Renaudot verwierf, ver
scheen onder de titel „Zaaier in de
wind" en van de in ons land reeds be
kende Gilbert Cesbron bracht deze
zien" (Vous verrez le ciel ouvert).
uitgeverij „Gy zult de hemel open
„Zaaier in de wind" behelst het tra
gische levensrelaas van een man, Ri
chard Stanley, zoon van een Engelse
vader en een Russische moeder, die
na de dood van zijn vader tydens de
bolsjewistische opstand in 1917 Odes-
sa verlaat om een zwervend leven te
gaan leiden in vele landen van Euro
pa en Azië. Hij is op zoek naar een
ideaal land zonder geweld en lijden,
maar blijft, waar hy ook komt. in
Egypte, India, Spanje. Polen, een
zaam omdat overal onrecht en ver
drukking aangetroffen worden. Ten
slotte hevig teleurgesteld, verlangt
hy terug naar het mooie land van zijn
jeugd. Doch er is geen terug, en op
gruwelijke wyze gaat Stanley ten on
der.
Het boek van Cesbron herinnert in
gegeven aan de Nederlandse roman
„De dreigende heuvels"
De Amerikaanse schrijver Leon M.
Uris, wiens oorlogsroman „Gezworen
kameraden" een zestiende druk haal
de, weet bijzonder goed hoe hy een
boek moet componeren. Dat blijkt ook
weer uit het thans by Uitgevery
Drukkerij „Hollandia" N.V. te Baarn
verschenen werk „De dreigende heu
vels"; een uiterst logisch opgebouwd
verhaal over de alleszins merkwaar
dige lotgevallen van een Amerikaan
tijdens de Duitse invasie in Grieken
land. „Logisch" dan voor wat de
structuur van het verhaal betreft,
want de logica in de avonturen, die
de held uit dit verhaal beleeft, is soms
wel eens een weinig zoek. Leon Uris
slaagde er namelyk beslist niet in om
met deze roman een overtuigend en
indrukwekkend beeld te geven van de
navrante gebeurtenissen tydens de
oorlog in Griekenland. Hij gebruikte,
die omstandigheden uitsluitend om
zijn verhaal de nodige spanning mee
te geven, maar dat deed hij dan ook
zodanig, dat „De dreigende heuvels"
de spanning kreeg van een goede de
tective.
Voor het overige dompelde hij zijn
geesteskind in een dik romantisch
sausje, voor en aleer het over te ge
ven aan de uitgever. Maar nogmaals:
deze bezwaren neemt men gaarne op
de koop toe, dank zij de talenten van
Uris om een verhaal boeiend op te
dissen.
van Arle van der Lort over het ver-
clwynende bergdorp Tignes, maar het
in veel en veel beter geschreven. „GU
zult de hemel onen zien" beachryft de
situatie in het bergdorpje „Le* Ra-
mëgen" dat door de bouw van een
stuwdam gedoemd is, onder water te
verdwynen. Deze omstandigheden
zouden op zichzelf voldoende zyn om
allen in rep en roer te brengen, maar
de vreemde werklieden met hun aan
hang maken de zaak nog gecompli
ceerder. Men beraamt een plan om
het werk te vernietigen, doch dan be
weren drie halfwas kinderen een ver-
schyning te hebben gehad. ZH hebben
de maagd Maria op een der kantelen
van de stuwdam gezien een ge
beurtenis die door Cesbron heel vry
wordt behandeld. Deze verschyning
heeft een beslissende invloed op de
gang van zaken in het dorpen in
deze boeiende roman die op lovens
waardige wyze door J. W. Hofstra
vertaald werd.
Tenslotte vermelden we nog een
nieuwe uitgave van „Gervaisevan
Einile Zola (b(j ons bekend als „De
kroeg") gebracht door Bigot Van
RosNiim te Blaricum. Deze uitgave
van het meesteriyke, aangapende
werk is echter alleen bestemd voor
mensen met zéér goede ogen, het let
tertype is minuscuul.
i-"M'HiMTïïinir"
§5)
Ws&smJïmm
;V.-" t
DOSTOJEWSKI: DE HALFVOLWASSENE
Wally Moes: verrassende
„Dorpsvertellingen"
In de Salamanderserie verschenen
herdrukken van Adriaan van der
Veens belangrykste roman „Het wil
de feest", een goed liefdesverhaal
over een Hollander die in Amerika
verliefd wordt op een Joods meisje,
en „Casanova's terugkeer" van
zelfsprekend ook een liefdesroman,
ditmaal spelend in Italië van de
Oostenrijkse arts-schryver Arthur
Schnitzler (1862-1932). (Querido,
Amsterdam.
De Nimmer Dralend-reeks van
Nygh en van Ditrnar, Den Haag,
bracht de zesde druk van „Uit het
kleine ryk" van Antoon Coolen, een
boek over de vreugden die een vader
beleeft aan z(jn gezin, oorspronkeiyk
geschreven voor een tydschrlft, ge-
wyd aan moeder9chapszorg. Een kos-
telijk werkje, waaraan alle ouder»
van kleine kinderen veel plezier bele
ven.
Bijzonder blij zyn we met een her
druk van de „Dorpsvertellingen" van
Wally Moes (185&-1918) in dezelfde
reeks. De Gooise novellen van deze in
vergetelheid geraakte schryfster zul
len een verrassing zyn voor de velen
die ze niet kennen. Ze zyn een men
geling van frisse directheid en tedere
gevoeligheid en ze weten ook thans,
evenals vyftig jaar geleden, nog te
treffen en te boeien.
J. M. Meulenhoff te Amsterdam
bracht twee zeer interessante her
drukken, nl. de vyfde van „Der liefde
bloemsems", een der boeiendste „Ita
liaanse" boeken van Arthur van
Schendel, spelend in de late middel
eeuwen (de bekende fraaie Romulus-
editie) en voorts de tweede druk van
„De zevende haven" van Karei Jonck-
heere, een briljant, dichteriyk reis
verhaal over Zuid-Amerika, Cuba en
Mexico. Het is het laatste deel van
een reeks van drie; „Cargo" en „Tier-
ra Calienta" gingen er aan vooraf.
Een uitermate boeiend, kleurig en
feurig journaal, vol mooie evocaties,
v. „het orkest speelt flink en vooral
de xvlofonist heeft een stem vol man-
nelyk fluweel. Zelfs als ze gevyven in
koor zingen, soms driestemmig,
brandt de fazant-bruine vlam uit zyn
keel nog boven". Dit Is de dichter
Jonckheere. Jean-Jacques de Grave
vervaardigde enkele goede illustra
ties voor het boek.
Tenslotte een tweede druk van
Dostojewski's „De Halfvolwaase-
ne" (Prodróstok) vertaald door S.
van Praag (Prismaboek. 2 -dln.
Spectrum, Utrecht). Een der
minst bekende werken van de Rus
sische schryver, een boek uit zyn
laatste periode dat, hoe goed op
zich zelf ook, in de schaduw is ge
bleven van het daarna volgende
„De gebroeders Karamazow". Een
groots boek, dat men zelden voor
zo'n luttel bedrag zal kunnen aan
schaffen. (Dit boek is in ons land
ook onder de titel „De jongeling"
verschenen).
EEN ONMISBAAR INSTITUUT
(Van een speciale
verslaggever
Amsterdam mag dan 't
ernstigste, door vracht
wagens veroorzaakte,
verkeersknelpunt kwijt
zijn, de Nieuwezijds met
zijn bodediensten de
expediteurs zijn overi
gens helemaal niet zo
blij met hun nieuwe cen
trum er blijven nog
genoeg plaatsen in deze
veel te nauwe stad over
waar de zaak vastloopt
door 't in- en uitladen
van goederen.
Op de grachten bijvoor
beeld, zoals het Singel
achter de Ronde Luther
se Kerk. Of voor Hee
rengracht 124128, het
gebouw met zlln ronde
noorten, dat alles her
bergt, wat te maken
heeft met boeken. Waar
onder ook het Bestelhuis
van de Boekhandel. Een
unieke instelling, voor
Nederland en voor heel
Europa eigenlijk.
Een onmisbaar instituut,
zeggen uitgevers en
boekverkopers.
Een gigantisch bedrijf,
waar Het Boek in kilo's
wordt uitgedrukt.
Een soort trechter, zoals
de directeur van het Be
stelhuis, de heer H. Oos
terhuis, het noemt. Maar
dan een trechter met 350
openingen en duizend
tuitjes. Waarom die om
weg? vraagt de leek, die
gehoord heeft, dat ieder
boek dat hij bestelt via
Amsterdam bij zijn
boekhandel is terechtge
komen.
Die openingen en die
tuitjes geven het ant
woord.
Er zijn in ons land onge
veer duizend erkende
boekhandelaren en 350
uitgevers. Ieder van die
duizend boekverkopers
heeft met het allergroot
ste deel van die uitge
vers te maken. Dat be
tekent, dat lede* van die
uitgevers stuk voor stuk
zo'n kleine duizend klan
ten heeft te bedienen. En
het betekent ook, dat er
vrijwel geen branche
denkbaar is of het
moest 'n warenhuis zijn
dat zoveel verschil
lende leveranciers heeft.
HISTORISCH
PROBLEEM
Dat is niet een probleem
van de laatste jaren.
Vroeger, in de achttien
de en negentiende eeuw,
toen evenals tegenwoor-
gen des Boekhandels,
vond dat die belangen
inderdaad moesten wor
den behartigd. Er kwam
natuurlijk een commis
sie. Maar daar bleef het
niet bij: in 1872 kwam 't
Bestelhuis van de Boek
handel tot stand, dat het
werk van de correspon
denten (ten dele) over
nam.
De eerste indruk die
men bij een bezoek aan
het Bestelhuis krijgt, is
chaotisch; rond een hou
ten kantoortje in een
enorme hal liggen pak-
*/*/*V*SAAAWVWW*NAA«'VWW'A*V\<\**
Met 350 openingen
en 1000 tuitjes
VVV\V^\VVVVV^M\V\\VVVV\VAV*VW/^
dig, een groot aantal uit
gevers in Amsterdam
was gevestigd, plach
ten de boekverkopers in
de „provincie" in Am
sterdam hun belangen
aan een zogenaamde
correspondent toe te ver
trouwen. Zo'n correspon
dent. die meestal zelf
boekhandelaar was,
kreeg zijn bestellingen
voor de verschillende
uitgevers binnen en ver
kocht de boeken aan wie
die bij hem bestelden. In
de tijd van de trekschuit
en een veel langzamer
postverbinding was dit
de enige methode om het
bestellen van boeken
niet al te ingewikkeld te
maken. Maar van liever
lee begonnen die corres
pondenten elkaar te be
concurreren en de boek
verkopers-uitgevers in 't
land waren daar de dupe
van. De op 11 augustus
1815 opgerichte vereni
ging met de lange naam,
de Vereenlgtng ter be
vordering van de belan
ken. pakken en nog eens
pakken, die allemaal
boeken bevatten. Na vijf
minuten beter rondkij
ken blijkt dit allemaal
bijzonder simpel te zijn.
Het gaat zó:
Boekhandel A bestelt
bij een uitgever een
bepaald boek En bij
een tweede uitgever
ook een bepaald boek.
Maar die twee uitge
vers hebben niet al
leen van boekhande
laar A een bestelling
ontvangen, maar nog
van tien of meer an
dere boekhandelaren
ook. Zij maken hun
bestellingen klaar: 'n
pakje voor boekhan
delaar A en mis
schien nog 25 pakjes
voor boekhandelaren
B tot Z. Dat gaat al
lemaal In één gróót
pak, naar het Bestel
huis. En daar wordt
het gewogen: zoveel
kilo behandeld voor
uitgever één en zo
veel voor uitgever
twee. Het komt op 'n
kaart die later admi
nistratief verwerkt
wordt. In dat pak zit
ten dus de boeken
voor boekverkoper A
en voor de rest. A en
de rest. duizend
stuks, hebben alle
maal een vak ie of een
vak, al naar hun om
vang een curieuze
omstandigheid is, dat
die opstanden van
hout met hun vakjes
al 80 jaar oud zijn.
En in het pak van
uitgever twee zit óók
een pakje voor boek
handel A. En dat
komt óók in diens
vakje. Per dag, per
week, of hoe de boek
handelaar dat graag
wil hebben, worden al
die pakjes uit zijn
vak gehaald en bij
elkaar gepakt in één
groot pakket. Het
wordt gewogen en 't
gewicht komt op de
kaart van meneer A.
En daarna wordt het
verzonden.
Een trechter en 'n zeef:
350 openingen van bo
ven voor de uitgever*, 'n
sorteerapparaat met 60
man personeel en daarna
1000 openingen, waar
nieuwe pakketten uitrol
len. In vrachtwagens,
die overal in 't land ko
men, maar op zo'n
gracht niet thuishoren.
Wat dan ook één van de
redenen is de voor
naamste is ruimtege
brek om het Bestel
huis te verplaatsen. Ver
moedelijk naar een ter
rein aan de Jan van Ga
lenstraat.
Er gaan bij dit Bestel
huis per jaar zo'n zeven
en een half miljoen kg
boeken door de trechter
en bij 'n gemiddeld ge
wicht van een pond per
boek, betekent dit 15
miljoen boeken...
Een van de vele charmante teke
ningen, die Dacine maakte voor het
boek „Geliefde Gevangene" van Ve
ronica Henriques. Treffend is de
symboliek van dit plaatje, waartn
de tegenstelling tussen de wrjjheid
Mn het meisje en de gebondenheid
van haar geliefde wordt weergege
ven.
„Geliefde gevangene" is
een blijmoedige roman
De Engelse schrUfster Veronica
Henrique* beschrijft in haar roman
„Geliefde Gevangene" een vurige ro
mance tussen een jong Engels ver-
slaggeefstertje eneen in de gevan
genis opgesloten moordenaar. Mocht
net gegeven gedurfd en onwerkelijk
zyn, Veronica Henrique* heeft er een
aantrekkeiyk verhaal van gemaakt,
dat opvallend Is door de opgewekte
en blymoedlge toon.
Weliswaar ls de roman eenvoudig
van opzet en zonder twyfel heeft de
schrijfster het zich niet te moeiiyk
willen maken door slechts enkele mar
kante figuren de revue te laten pas
seren, figuren, die daardoor gedoemd
zyn een type te worden, toch zal de
lezer onder de indruk komen van haar
ontwapende en meeslepende schryf-
trant, haar rake typeringen en haar
aanvankelijk bevreemdende maar na
derhand overtuigende eerlykhcid. Het
boek is in ik-vorm geschreven.
Het eindigt in pessimistische geest,
als namelijk biykt, dat van vrijlating
van de gevangene voorlopig geen
sprake is. ..Geliefde Gevangene" telt
211 pagina's en ls op charmante wijze
verlucht met tekeningen van Dacine.
De roman is een uitgave van Ad. M.
C. Stok, Zuid-Hollandse Uitgevers
maatschappij, Den Haag. Hans de
Vries vertaalde het boek.
„Het ruist in de dennen",
roman over een natuurmens
Het romantische leven van een ty
pische Zweedse natuurmens ver
haalt de schryfster Helmer Llnder-
holm in haar roman ..Het rulst in de
dennen". Het is een bizar boek waar
van de titel even goed zou kunnen
luiden: „Het stormt in de dennen",
gezien de hevige maatschappelijke te
genstellingen én de hartstochtelijke
liefdesscènes, die Helmer Linderholm
met eerlijke openhartigheid beschryft.
Op sommige momenten dreigt haar
openhartigheid echter stuitend te wor
den begint men te twyfélen aan de
waarheidsgetrouwheid van het be
schrevene. Niettemin, een boek als dit
weet altyd te boelen, al was het al
leen maar om de aparte sfeer, die
heerst in de stille bossen, op de kale
vlakten en de geheimzinnige ysvelden
in Zweden, een sfeer, die Helmer Lin
derholm frappant weet te treffen.
Ingvar Bjornberg is de hoofdper
soon in deze roman, die uitgegeven
werd by Ad. M. C. Stok, Zuid-Holland
se Uitgevers Maatschappy in Den
Haag. Hy is één van de gevreesde
Finnn euvel bewoners, die clandestien
drank stoken en stropen, waarbij hun
messen veelal een weinig te los zitten.
Vanzelfsprekend is het leven van dit
soort mensen een ideaal thema voor
een roman, vooral als er dan nog het
eer en ander geschiedt op het terrein
van de liefde. „Het ruist in dc den
nen" ls een geautoriseerde vertaling
van het Zweedse werk door M. de
Gelder-Jansen. Marits Rietdijk ont
wierp de band en de stofomslag en de
illustratieve verzorging is van de
hand van Alfred Mazure.
Het beste met uw nachtrust
By Elsevier Amsterdam Brussel is een
boek verschenen voor de door-gewin
terde bed-lezers namelyk „Nacht en
Ontij, beroemde spook-griezelverha-
len". B. Jessurun Lobo bracht deze
verzameling byeen en schreef er een
inleiding bij Hy wijst er daarin op.
dat deze bundel a!s een vervolg kan
worden beschouwd op een reeds eer
der verschenen soortgelyk boek ..Voor
en na middernacht". Wie echter de
beide bundels vergelijkt zal belangrij
ke verschillen in geaardheid waarne
men. Bevatte de eerste bundel talry-
ke spookverhalen, deze nieuwe verza
meling heeft er minder, doch bevat
veel meer van de combinatie „humor-
horror", die overigens door „kenners"
allerminst wordt versmaadt! Wy ko
men er eerlyk voor uit: met deze nieu
we bundel zyn we plezierig en grieze
lend menigmaal de nacht ingegaan,
vooral ook omdat vry wel elk verhaal
een stukje superieure vertelkunst is.
Wanneer men met mate van dit boek
gebruik maakt bijvoorbeeld één
verhaal per nacht dan heeft men
voor ruim drie weken voldoende
Mogen wil deze bespreking thans ein
digen met dezelfde woorden, als die
waarmee verzamelaar zijn inleiding
besluit? „En nu maar het beste met
uw nachtrust gewenst