FEESTELIJKE INZET DE RUYTER-HERDENKING Koningin en Prins te gast in Vlissingen Koningin Juliana: „Wat een enig huis...." SFEERVOLLE BIJEENKOMST IN JACOBSKERK KONINGIN EN PRINS LEGDEN KRANS BIJ STANDBEELD ri 'H Ds. Sepmeijer en prof. Milo belichtten de grote betekenis van Michiel de Ruyter In gespannen aandacht tijdens de toespraak fan prof. dr. T. II. Milo uit Leiden in de St.-Jacobskerk. Foto P.Z.C.) TERWIJL ZWARE SALUUTSCHOTEN uit de kanonnen van Harer Maje- steits „Jacob van Heemskerck" over stad en rede van Vlissingen dreun den, betraden gistermiddag koningin Juliana en prins Bernhard het grondgebied van De Ruyters vlaggende geboortestad. Als in de zeven tiende eeuw wapperde de driekleur van vele gebouwen en huizen ter ere van de grote admiraal, die het vaderland zo vaak en op zulk een voor treffelijke wijze diende. Het werd gisteren een feest van koopvaardij, ma rine en burgerij, met als hoogste gasten het koninklijk paar, een feest in een zon-overgoten stad, die sinds haar stichting zo nauw is verbonden met de zee en de zeevaart. Kanonschoten dreunden dus over de stad en duizenden stonden langs de route, die het koninklijk paar en de genodigden door Vlissingens bin nenstad gingen. Honderden ook kwamen bijeen in de Jacobskerk, waar orgelklanken en voortreffelijke muziek van de Marinierskapel een bijzon dere sfeer schiepen en waar twee sprekers de betekenis van de admiraal belichtten. „Hij was trouw", zei hoofd-vlootpredikant Sepmeijer, „De Ruyter ken de de krachtbron van ieder mens, namelijk Gods Almacht!" En professor Milo van de Leidse Universiteit verklaarde: „Bestevaer, Tromps eretitel, ging op hem over. Hij was een groot zeeman, een groot bevelvoerder, een groot vaderlander en hij gaf onze zeemacht de traditie van plichts betrachting, vaderlandsliefde en volharding!" Een feestdag voor Missingen. Het was een komen en gaan van autoriteiten, er waren erewachten van Ruyterschoolleerlingen en van zeeverkenners, er was specta culair militair vertoon bij het standbeeld op de boulevard, waar zich bovendien alle plechtigheden afspeelden tegen het schoonste de cor, dat men zich denken kan: de monding van de Westerschelde, waar schepen uit alle werelddelen naar en van Antwerpen voeren en waar de zon een feestelijke symfo nie van licht schiep op het kalme, wijde water. Eén van de hoogtepunten van deze herdenking was de plechtige bijeen komst in de Jacobskerk. Omstreeks twee uur hadden hier velen hun plaatsen ingenomen: minister Algera, minister Pos. Kamerleden, leden van het De Ruytercomité, de dragers van de De Ruytermedaille, en vele ande ren. De vele uniformen van de land en zeemacht, koopvaardij en de fleu rige wandeltoiletten van de dames, zorgden voor een feestelijke aanblik. Om half drie werden de deuren aan de kant van de St.-Jacobs- straat geopend en er ontstond be weging onder de wachtenden in de kerk. Even later verhieven alle aanwezigen zich als één man van hun zetel: de vorstelijke gasten betraden het eeuwenoude gebouw! Buiten waren zij begroet door pre sident-kerkvoogd J. Moll en de kerk voogden J. Adriaanse en W. Sander- se. Hier ook had Marjolein de Ruyter de Wildt 15 jaar en gekleed in de 17de eeuws kostuum de vorstin een boeket gele tulpen aangeboden. Burgemeester Kolff sprak een wel komstwoord. „Het verheugt het ge meentebestuur van Vlissingen, dat de De Ruyterherdenking in deze stad een begin mag hebben. Het is moei lijk om een passender plaats te vin den dan deze kerk, die op enkele tientallen meters van het geboorte huis is gelegen en waarin Michiel werd gedoopt". Ds. Sepmeijer was de volgende spreker. Hij stelde de herdenking in het juiste licht. „Zij mag geen his torische optocht worden die ons eigenlijk niets meer doet. Integendeel, het woord van de mens De Ruyter moet ook vandaag tot ons spreken". Ds. Sepmeijer noemde enkele karak tereigenschappen van de admiraal, waardoor deze in de beste zin van het woord groot was: zijn trouw, zijn volstrekte loyaliteit, zijn eenvoud, soberheid en vroomheid. „Hij was een gelovig mens en gelovige mensen zijn moedig. Zij kie zen nooit de weg van de minste weer stand". Met name de jongeren onder zijn fehoor wees ds. Sepmeijer op de rouw van De Ruyter. „Trouw zijn betekent geen taai conservatisme, het Is hypermodern en actueel. De marinierskapel onder leiding van majoor Gijsbert Nieuwland speel de na deze woorden op voortreffelijke wijze de bekende koraalvariatie van Bach „Wohl mir, dass ich Jesum habe". Zij speelde tijdens deze bij eenkomst nog twee stoere liederen uit de Valerius Gedenckklanck, die hier wel zeer toepasselijk waren: „Waar dat men zich al keert of wendt" en voorts „Merk toch hoe sterk", geschreven naar aanleiding van het ontzet van Bergen op Zoom, waar De Ruyter in het leger van prins Maurits diende. PROF. MILO Professor Milo was de tweede spre ker. Hij gaf een levensbeschrijving van de admiraal op een eigen en stijl- volle wijze, een levensbeschrijving,! waarin ook grote aandacht werd ge- j schonken aan de karaktereigenschap pen van De Ruyter. „Witte de With luisterde naar hem. wa-nt zijn rustig woord had gezag. Tromp leerde hem ken-1 non en waarderen, evenals de Staten. De Ruyter nam geen bla i voor zijn mond. Eerbiedig cn beslist wees hij op de gebreken van 's lands vloot." De Leidse hoogleraar schetste ook de moeilijke beslissing, waarvoor De Ruyter zich gesteld ziet, wanneer hem wordt verzocht over te gaan naar de admiraliteit van Amsterdam. „Maar hij stelde bet belang van het land boven dat van de provincie. De beslissing valt hem zwaar, maar zijn leven lang zal hij giften schenken aan dc kerk van Vlissingen, zijn le ven lang blijft hij worstelen met de Hollandse taal, schrijvend hanker voor anker. Den Elder voor Den Hel der. Maar hij gaat!" In grote lijnen schetst professor MUo „leven en bedrijf" van De Ruy ter, zijn zeeslagen, zijn verhouding tot Tromp, zijn menselijke zwakhe den, zijn grote talenten. Bij Sollebay toomt De Ruyter zijn tactisch mees terschap, bij Schooneveldt, dat hij als jongen zag liggen toen hij de Jacobs- toren beklom, weerstaat hij tot twee maal toe een overmachtige vijand. Beeldend en boeiend vertelde de hoogleraar voorts van het schouw spel bij Scheveningen, waar de 2"S- jarige Willem III naast de grijze ad- Concert Marinierskapel in Vlissingse St. Jacobskerk. GEZETEN onder het indrukwek kend gewelf van de Sint Jacobskerk, hebben gisteravond ruim veertien honderd Vlissingers een majestueus concert bijgewoond door de Mari nierskapel onder leiding van majoor directeur G. Nieuwland. Deze bekwame dirigent had een speciaal „De Ruyter-programma" op gesteld; het bevatte Handels feeste lijke suite uit de „Watermusic". voorts het symfonisch gedicht van Saint Saëns „La jeunesse d' Hercu- le" en tenslotte Elgar's befaamde ..Sea Pictures". Deze Engelse compo nist heeft op uiterst muzikale wijze enkele stemmingsbeelden van de zee verklankt, waarvoor men moeilijk en beter uitvoeringsapparaat kon wensen dan deze voortreffelijke Ma rinierskapel. Die voortreffelijke kwa liteit bleek trouwens de gehele avond, niet alleen In de hier reeds genoemde composities, maar ook in twee ande re werken, de Sinfonia van Johann Christian Bach, een stuk dat men vaak hoort in een uitvoering in har moniebezetting, doch slechts zelden zo goed als gisteravond, en voorts Paul Fauchet's „Symphonie Militai re". Deze laatste compositie vormde een markant slot van dit geslaagde concert. De organist Piet Broerse speelde ter afwisseling op de hem zo bekende en muzikale wijze een sonate van Carl Philip Emmanuel Bach. Wethouder W. Poppe richtte ten slotte woorden van dank tot majoor Nieuwland en de kapel. miraal op de campagne stond. Welk een schouwspel: daar voer de „Gou den Leeuw", de „Walcheren" met Adriaen Bankert, de „Eendragt" met Aert van Nes, de „Olifant" met Sweers, cie „Groningen", Jan de Lief- de. Van Nes, Evertseti.... Tenslotte schetste dr Leidse hoog- leraar De Ruvters einde: „Neerlig gend in de kajuit, luisterend naar het bulderen van het geschut, bleef hij de 69-jarige zijn bemanning, zijn kin deren, aanvuren, bekommerd om hun lot." Ds. Sepmeijer tenslotte sprak het slotwoord. Daarop zette het orgel, bespeeld door Piet Broerse, het „Kom nu met zang van zoete tonen" in, het lied, geschreven omdat Vlissingen. Veere en Zierikzee in 1572 de Staat se zijde kozen. Allen zongen het mee: koningin, prins, ministers, vlag- m hoofdofficieren, leden van landmacht en burgerij: „Lof zij die Heer, die ons ook weer. Geeft na veel smert en druk, veel zegen en geluk...." Zij zongen het in de kerk, waar ook De Ruyter menigmaal een lo'- zang heeft aangeheven, de admiraal, die steeds de eenvoudige, gelovige Vlissinger bleef! I Ietwat verlegen glimlachend, maar toch met een zeker zelf' vertrouwen hood de 9-jarige i| flauwe Krietemcijcr koningin Juliana op h> t terras van „Bri- p tannia" te Vlissingen bloemen aan, ondr-r kennelijk ..verte. derd" toezicht 'au burgcmecs ter Kolff. 'Foto P.Z.C.) Ruyteriaanse conversatie in Vlissingen. Ka liet vertrek ran het koninklijk paar uit Vlissingen begaven de tal rijke genodigden zich naar café-res- tauranl .JBritannia", waar een thee werd geservc rd. die ouder opge wekte ..Ruyteriaanse" conversatie werd genotenVeelvuldig en geani meerd waren dr gesprekken over D* Ruytrr cn zijn tijd, hetgeen tikt het minst te danken v:as aan de vele, rond honderd, nazaten van de grote vlootvoogd, die de plechtigheden hadden bijgewoond cn die zich tot besluit van deze dag verruigden aan een maaltijd in het .Jitramlhotel" alwaar menige ..hand des blonds" al dan niet ophieuw gesmeed werd Ds. Zaborsky: „De Ruyter leeft in onze harten". Als eerste verkreeg hier het woord de in De Bilt woonachtige Hongaarse predikant J. A. I. Zabor<ky, die in een bezielde toespraak wees op het feit, dat in de Hongaarse stad De- bréezen nog «ltijd een standbeeld her- Honderden en nog eensvhonderden Lnnert aan de bevrijd in» van een verdrongen zich op en rond het zon- aantal Hongaarse predikanten. „He*, overgoten Roeiershonfd. toen daar' j~£=aar?e ^evon£i *:c}l toen 1 omstreeks kwart over vier koningin •A-ére'.d'oi'^^ldus'de^-ed Scan^die* V- en prins arriveerden voor de krans-1 voorts aan herinnerde hoé 'were!-.- legging aan de voet van het De Ruv- machten op- en ondergingen terstandbeeld. Reeds lang tevoren hadden de Vlissingers zich rond het met vier vlaggen „omkranste" stand beeld opgesteld om toch maar vooral niets van de plechtigheid een der hoogtepunten van deze dag te missen. „De Ruyter-medaille" voor Guus Weitzel. BU K.B. is aan de heer A. W. Ph. Weitzel te Hilversum de „De Ruyter-medaille" in zilver toegekend wegens zijn verdien stelijk werk voor de Nederland se scheepvaart. De heer Weitzel heeft deze onderscheiding ver worven door zijn aandeel in het wekelgks programma van ra dio Nederland wereldomroep voor de Nederlandse zeevaren den. riij zal de medaille uit han den van koningin Juliana ont vangen op paleis Soestdyk oj zaterdag lo juni a.s. KONINGIN JULIANA heeft tijdens haar bezoek aan Vlissin gen het meeste genoten van de tocht te voet na de dienst in de St. Jacobskerk via de Kerk straat, het Bellamypark naar de Nieuwendijk 11. „Enig was hetbekende zij haar gastheer, de directeur van het Nederlandse Loodswe zen, kapitein ter zee C. ter Poor ten, die met zijn vrouw het hoge gezelschap opwachtte bij het bordes van het vroegere huis van de heren Lampsins. En prins Bernhard deelde dit enthousiasme volkomen. „Wat een beeldig huis hebt U hier", zeide koningin uliana bij het betreden van het pand van het Nederlandse Loodswe zen tot mevrouw Ter Poorten. Het bleek een verademing voor het koninklijk paar en de voorname gasten in hun gevolg, dat zij ten huize van de direc teur Loodswezen de thee kon den gebruiken Prettig en ongedwongen was de sfeer in dit historische huis, waar van de sfeer ongerept bewaard is gebleven, mede dank zij de goede zorgen van de kapitein ter zee Ter Poorten. In de gang stonden de oudste Nederlandse zeeloodsen opgesteld, die op hun eigen verzoek hier een erewacht vormden voor 't konink lijk paar en hun gevolg en er machtig veel plezier in hadden, dat zy aldus in de gelegenheid wa ren hun vorstin en prins Bern hard van zeer nabij te zien. „Kyk", zeide de koningin bg het afscheid, „daar heb je de loodsen ook weer..." De dienstvertrekken hebben de koningin, prins Bernhard en hun gasten niet betreden. Men ging onmiddellijk de grote trap op. die leidt naar de privé-vertrêkken van de directeur. Inmiddels ont dekte de koningin dat aan de muur een foto hing met de prin sessen in Canada. Beatrix en Mar griet. „Ach ja", zeide de konin gin, glimlachend bij de herinne ring, „Margriet wilde niet stil zit ten". In de vertrekken van de familie Ter Poorten heeft het koninkiyk paar zich onderhouden met de verschillende genodigden en in het bg zonder met hun gastheer en gastvrouw. Prins Bernhard ontwao-d-» plot seling een foto van Arst rlfë en het bleek, dat het konink'yk paar altijd het verlangen heeft gekoes terd ook dit werelddeel nog eens met eigen ogen te zien. Al dadelgk bij haar binnenkomst had de koningin geïnformeerd of het werkelijk nu allemaal „histo risch echt" was en zg was kenne- lgk aangenaam verrast door de mededeling, dat dit inderdaad voor een groot deel het geval is. Vooral ook het uitzicht over de Schelde boeide de koningin in bg- zondere mate. „Zullen wij eens wedden", zo zeide zg, vrolgk la chend tegen haar gastheer, „wie het eerst de nationaliteit van de voorbijgaande schepen ontdekt. Maar U zult het natuurlgk wel winnen..." En koningin en directeur Loods wezen verdiepten zich daarna ern stig in het bestuderen van de pas serende schepen. Even daarna ver dwenen prins Bernhard en de heer Ter Poorten naar de top van het Een erewacht van dr koninlijk marechaussee. in ceremonieel tenue, markeerde het afscheid van H.M. Koningin Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard fin de deuropeningna het bezoek aan het Lampsinshuis aan de Nieu wendijk, waar kapitein ter zen C. ter Poorten (saluerend) gast heer was. (Foto P.Z.C.) huis, naar de bekende toren van de voormalige woning van de he ren Lampsins, van waaruit men een uitstekend gezicht heeft op Missingen en de Schelde. Prins Bernhard noemde het uit zicht fantastisch en met veel be langstelling liet hg zich de ver- Vervolg op pag. 4) ..Maar De Ruyter verwierf zich blijvende waardering en leeft nu nog in onze gedachten", zo sprak ds. Zóborsky. die verder nog memoreerde hoe de Hongaren in 1926 een zilveren kran* legden bij het grafmonument van De Ruyter in de Nieuwe Kerk 1e Amsterdam en die verder nog opmerkte, dat in alle schoolboe ken van de Hongaarse protestan- ten de menslievende daad van De Ruyter beschreven staat. „De glans van menselijke glorie ver bleekt. maar wat goed werd ge daan :n Gods naam wordt niet vergeten", aldus de Hongaarse I predikant uit De Bilt. Hierna sprak mr. Kolff, die wee« op de grote plaats, die he: standbeeld van Michiel Adriaaaszoon de Ruv- 1 ter steeds i". het hart van h«-t Neder landse volk heeft ingenomen én op de belangstelling. ó:e het Huis van H.M. de Koningin er steeds voor ge toond heeft. „De oprichting van dit beeld is te danken geweest aan Vlis- sings initiatief en aan de uitsluitend particuliere offervaardigheid van het Nederlandse volk in al zijn geledin- I gen", aldus de burgemeester van Vlissingen, die voort» herinnerde aan de geschiedenis van plaatsing en vér- j plaatsing van het standbeeld en die tenslotte gewaagde van de dankbaa:- heid der Vlissingers voor het feit, dat het standbeeld van De Ruyter onge schonden te voorschijn is gekomen uit het gran3atvuur van de novem- j herdagen 1944. Terwijl de Mannierskapel het gedragen „Wilt heden nu treden" ten gehore bracht, legden konin gin en prins een krans aan de voet van het standbeeld en on middellijk daarna deden tam- j boers en pijpers zich horen. De krans werd aangedragen door Comeüs Edze Heidema u:t Dor- d recht en Adrianus 1' Hermine/, uit Maasniel. twee leerlinge.-, van de De Ruyterschool. Tevoren hadden koningin Juliana en prins Bernhard een erewacht van i vier pelotons, matrozen der Koni.nk- j lijke Marine (honderd man in totaa! i geïnspecteerd, nadat de Marinier«- j kapel het Wilhelmus ten gehore had I gebracht. Rond half vijf W3s de korte, maar in haar soberheid indrukw rkkende plechtigheid beëindigd. Langs ern met honderden belangstellenden oiti- j zoomde route vertrokken koningin en I prins weer uit Vlissingen, uit Zee- land, na hulde betuigd te hebben aan j een Zeeuw, die zich in onze vader- j landse én in de algemene geschiede- nis grote faam heeft verworven. Vervolg koninklijk bezoek aan j S Vlissingen op pagina 4.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 3