KAPPIE en de geheime vlootmanoeuvre
Puzzel-rubriek
Klanken uit de ether
liiiiinmiiiii
iniiiiniiDiniiinnRiiiiinniniiiiiiiiiniiiiiiiiiinnnniniiiiiiiiiifiïïii
<s^et d
omme venten
iiiimiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiitiiiiifliiiiiiiiiiiniiiui
ZATERDAG 23 MAART 1957
PROVINCIALE ZBE0W8E COURANT
18
Mevrouw Nobels, Leliestraat 26 t© Goes, heelt deze week de hoofdprijs
van f 5.gewonnen. Prjjzen van f 2.50 werden toegekend aan de heer A. L.
Klompe, Kleine Zelkeweg 3, Zierlkzee; de heer C. Poppe, Nieuwe Akkers 6,
Paterswolde; mejuffrouw A. Frederlks, Zuidsingel 62, Middelburg; de heer
L. van Soelen, Kromwegsingel 21, Oost-Souburg en de heer C. Itookusf W
46a, Groede, post Nieuwvllet.
52, Het oog van de kaplteln-
lultenant-ter-zee A. J.
Flulj sterman» gteed met
kennersblik langs de ma
rl nevaartuigen, die de
Kraak nu omringden.
,,Daar. kapitein!" wees
hij Kappie. „De Zleterost
II! Dat fraaie schip, met
die Indrukwekkende, nobe
le lijn en die haast onzicht
bare knobbels bij het ach
terdek."
Kapple, In het geheel
niet onder de lnrduk, ma
noeuvreerde de Kraak vak-
Kundlg langszij het oorlogs
schip en beval Okkl, de
lijn vast te maken die
hen van de kruiser werd
toegeworpen. Daarna klau
terde hu, gevolgd door
overste FluUstermans, naar
het dek van de „Ziele-
rust II", waar een ma
troos hen zonder uitstel
naar de hut van Schout-bij-
Dag Jhr. Patee de Mijzon
leidde.
De zorgelijke vlootvoogd
had juist bij zichzelf besloten, dat een teentje
knoflook de braadkip een nóg pikanter smaak zou
hebben gegeven, toen de deur van zijn hut open
ging en een tweetal figuren op de drempel ver
scheen.
„De kaplteln-lultenant-ter-zee Fluljstermans, A.
J., Hoofd van de M.I.D. meldde de marineman
volgens voorschrift.
„Wel alle sakkerse waterhoenders op een hoop",
begon Kapple, wlen de voorschriften koud lieten.
„Komt het misschien, tussen de gangen door, ge
legen, dat we even die splonage-onztn bespreken,
waarbij de marine mUn stuurman heeft betrok
ken?"
f Advertentie t
De oplossingen van de nieuwe
puzzel, die weer uitsluitend door
abonnees ingezonden kunnen wor
den, moeten woensdagavond 27
maart a.s. in het bezit van de redac
tie zijn. Zij dienen geadresseerd te
worden aan REDACTIE P.Z.C.,
VLISSINGEN. Vermeldt U ook de
aanduiding PUZZELRUBRIEK op en
velop of briefkaart
De oplossing van de vorige puzzel
ls als volgt:
Horizontaal: 1 koor, 5 sar, 9 slag,
11 rum, 13 op, 15 maritiem, 18 drs.,
20 ram, 21 mee, 22 dies, 25 It., 26 em
mer, 28 bad, 30 ba, 31 reticule, 33 bul,
34 kader, 35 in, 38 oord. 39 E.E.A., 41
eer, 43 Kea, 44 remissie, 47 na, 48 ren,
49 teek, 51 nes, 52 klas.
Verticaal: 2 os, 3 olm, 4 raar, 6
art. 7 ruim, 8 koddebeier, 10 grap,
12 meel, 14 prima, 16 I.M., 17 met
terdaad, 19 Sem, 23 serum, 24 cacao,
27 rel. 28 bik, 29 Dudok, 32 leren, 36
neer, 37 test. 40 amen, 41 es, 42 riek,
45 Ine, 46 eel, 50 ka.
De omschrijving van het nieuwe
raadsel luidt:
Horizontaal: 1 overeenstemmen, 6
vuurpijl, 11 bep. gas, 12 scheut, 13
bergruimte, 14 verdragen, 16 gods
dienst, 17 hogepriester, 18 vliegveld
HAZETFABRIEKEN TE ZEVENBERGEN
(Ned.). 21 Franse keizer (afk.), 22
fris, 24 van Urk 27 ondiepte in ri
vier, 30 geheimschrift, 31 bitter vocht,
32 eertijds (lat.), 33 element, 37 oor
sprong, 38 van bepaald hout, 41 een
en ander (afk.) 43 eenheden, 45 Eu
ropeaan, 47 dorp op Veluwe, 49 wie
lerwedstrijd, 51 deel van voet, 52 koud
53 paradijs, 54 eenjarig dier, 55 ge
droogde zuidvrucht.
Verticaal: 1 stelen, 2 bevroren neer
slag, 3 vogelverschrikker, 4 telwoord,
5 oogmerk, 7 wanneer, 8 voertuig, 9
plaats, 10 snelheid, 15 omlaag, 16 be
woners van Ierland (zonder n), 19
sierlijk, 20 antwoord op repliek 23
parfum. 25 houten schoen, 26 belas
ting, 28 persoon, 29 niet raak, 34
kleur, 35 Rusland, 36 vesting, 37
hoofdbedekking, 39 slot, 40 afbeel
ding, 42 nuttigen, 44 verbond, 46 be
kend Engelsman, 48 een (Eng.), 50
grondsoort.
ZONDAG 21 MAART.
HILVERSUM I. 482 m. 74® kc/s. «.00
VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 18.30
VPRO. 19.00 IKOR. 20.00-24.00 AVRO.
VARA: 8.00 Nws. 8.18 Voor het plat
teland. 8.30 Weer of geen weer. 8.45 Gees-
teltjic leven, ca us. 10.00 Twee violen en
ceilo. 10.20 Met en zonder omslag. 10.50
Het puik van zoete kelen. 11.20 Cabaret.
AVRO: 12.00 Lichte muz 12.30 Sportsple-
gel. 12.35 Even afrekenen, heren! 12.45
Wat de pot schaft!.... 13.00 Nws. 13.05
Meded. of gram. 13.10 Voor de strijd
krachten. 14.00 Boekbespr. 14.20 Kamer-
ork. en sol. 15.20 Het Gulden Vlies, hoor
spel. 15.45 Gram. 16.30 Sportrevue. VARA:
17.00 Zigeunerork. 17.30 Hoorspel voor de
jeugd. 17.50 Nws. en sportuitsl. 18.05
Sportjourn. VPRO: 18.30 Kerkdienst.
IKOR: 19.00 Klnderdlenst. 19.30 Radio
zondagsblad. AVRO: 20.00 NWS. 20.05
Amus. muz. 20.35 De Gouden Vlinder,
hoorspel. 21.05 Spaanse melodieën. 21.20
Voordr. 21.35 Planorecital. 21.45 Hersen-
gym. 22.05 Gram. 22.35 Journ. 22.45 Lichte
muz. 23.00 Nws. 23.15 Ga nog niet weg!
23.3S=-23.56 Gram.
HILVERSUM n. 298 m 1007 kc/s. 8.00
KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. VIM IKOR.
19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO
KRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.25 Hoog
mis. NCRV: 9.30 Nws. en waterst. 9.45
Vocaal kwart. 10.00 Geref. kerkd. 11.30
Gram. 11.40 Kamerork., oratoriumver. en
sol. KRO: 12.15 Gram. 12.20 Apologie. 12.40
Lichte muz. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nws.
en kath. nws. 13.10 Radio dansconcours.
13.45 Boekbespreking. 14.00 Voor de kin
deren. 14.30 Pianovoordu 15.00 Gram.
15.30 Kamerkoor. 15.45 Muzikale caus.
16.15 Sport. 16.30 Vespers. IKOR: 17.00
Jeugddienst. 18.00 De kerk aan het werk.
18.15 Filmrubr. 18.25 Muzikale caus. 18.30
Overpeinzingen van een dorpsdominee.
18.40 Radloschlpperscalaohlsatie. NCRV:
19.00 Nws. uit de kerken. 19.06 Samen
zang. 19.25 Zondagavondgesprek- de angst
ln het leven van de mens. KRO: 19.45
Nws. 20.00 Gcvar. progr. voor de strijd
krachten. 20.30 Act. 20.45 Een monument
voor de kardinaal. 20.50 Cabaret. 21.20 U
bent toch ook van de partij?, toespr. 21.20
De witte hel, hoorsp. 22.15 Promenade
ork. en sol. 22.45 Avondgebed en lit. kal.
23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram.
TELEVISIEPROGRAMMA.
NCRV. 17.00 Convent van kerken: ge
reformeerde kerkdienst.
MAANDAG 25 MAART.
HILVERSUM I. «02 m 748 kc/s. 7.00—
24.00 VARA. (10.00—10.20 VPRO).
VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram.
8.00 Nws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de vrouw.
(9.35—9.40 Waters'.,). VPRO: 10.00 Voor de
oude dag. 10.05 Morgenwijding. VARA:
HT2Q Gram. 10.85 Rltm. strijkork. 11.00
Viool en plano. 11.30 Schoolradio. 12.00
Polltlekapel. 12.30 Land- en tulnbouw-
meded. 12.33 Voor het platteland. 12.38
Roemeens ork. 13.00 Nws. 13.15 Voor de
middenstand. 13.20 Planotrio. 13.45 Voor
de vrouw. 14.00 Llteralr-muz. recital.
14.30 Hoeveel kan een mens vergeven?
hoorsp. 15.30 Gram. 15.35 Zestig minuten
voor boven de zestig. 16.35 Die Schöpfung
oratorium. 17.15 Hammondorgelspel. 17.30
Lichte muz. 1750 Mil. coram. 18.00 Nws.
en comm. 18.20 Amus. muz. 18 40 ParL
overz. 18.55 Wie weet hoeT 19.05 Cello en
plano. 19.35 Act. 19.45 RegeringsulU.:
Landb, rubr. l. Atoomenergie in de land
bouw. n. 2. De melkcontroleverenlgln-
gen. 20.00 Nws. 20.05 De familie Doorsnee.
20JJ Amus. muz. 21.15 Voor de strijd
krachten 21.55 Van de nationale markten
naar een Europese marktgcmeenschap,
caus. 22.10 Om:, ork. 23.00 Nws. 23.15 In-
r.r. kwartet. 23.35-24.00 Orgel. harp.
vlooi en zang.
NCRV: 7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10 Ge
wijde muz. 7.30 Gram. 7.45 Een woord
voor de dag. 8.00 Nws.- en weerber. 8.15
Sportuitsl. 8.23 Gram. 9.00 Voor de zie
ken. 9.25 Waar voor uw geM. 9.30 Gram.
9.35 Mastkllmmen. 10.00 Reportage. 10.20
Gram. 10.30 Theologische etherleergang,
causerieën. 11.10 Gram. 11.20 Gevar. pro
gr. 12.25 Voor boer en turnder. 12.30 Land
en tulnbouwmeded. 12.33 Lichte muz.
12.58 Gram. of act. 13.00 Nws. 13.15 Amus.
muz. 13.40 Gram. 14,05 Schoolradio. 14.23
Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Clave-
cimbelspel. 15.35 Gram. 16.00 BIJ bel over
denking. 18.80 Kamermuz. 17.00 Voor de
kleuters. 17.15 Voor de jeugd. 17.30 Gram.
17.40 Beursber. 17.45 Regenngsuitz.: Rijks
delen overzee: G. F. Venema: Weten
schappelijk onderzoek van Nederlands
Nleuw-Gulrvea. 18.00 Orgelspel. 11.30 Sport.
18.40 Engelse les. 19.00 Nws.- en weer
ber. 19.10 Huismuz. 19 30 Parlementair
commentaar. 39.45 Houtblazersena. 20.00
Radiokrant. 20.20 Instr. septet. 20.40 De
bevrijder, hoorspel. 21.55 Kamermuz. 22.10
Boekbespr. 22.20 Kamermuz. 22.45 Avond
overdenking. 23.00 Nws. 23.35—24.00 Gram.
TELEVISIEPROGRAMMA.
AVRO: 20.30 Muziek voor U. Ameri
kaanse TV-film- 20.55 Documentair pro
gramma. 21.23—22.00 Portret van een
vrouw, éénakter.
Op een heerlijke voor
jaarsdag ontdekte Zoem
de wereld. Tenminste hij
dacht dat hij de wereld
ontdekte. Hoe hij er ge-
komen was wist hij
niet. Opeens voelde hij
dat hij bestond en dat
er iets warms over hem
heengleed. Dat was een
zonnestraaltje. Zoem
rekte zich uit en merk
te dat hij vleugeltjes
had.
„Wat ben ik?", vroeg
hij aan het zonnestraal
tje, „ik voel dat ik vleu
gels heb en poten. Ik
heb ogen om te zien en
een tong die heel goed
proeven kan".
„Jij bent een hommel",
fluisterde het zonne
straaltje.
„Ha", zei Zoem, „ook al
wist hij toen nog niet
of het fijn was om een
hommel te zijn. „Luis
ter, goud ding", riep hij
tegen de zonnestraal die
verder de kamer in
kroop, „luister, wat
moet je doen als je een
hommel bent?"
Maar het zonnestraaltje
hoorde hem al niet
meer; het zat op de
klok op de schoorsteen.
„Weet jij misschien wat
ik doen moet?", vroeg
hij aan een asbakje dat
naast hem in dc ven
sterbank stond; „nee",
zei het asbakje, „ik
weet niets van hommels
af".
Toen besloot Zoem om
zijn vleugeltjes maar
eens te proberen en op
onderzoek uit te gaan.
Hij vloog eerst naar de
kast, waarop twee hoge
vazen stonden en een
klein stenen hondje.
„Ik ben een hommel",
zoemde hij, „weet je
ook wat je dan doen
moet?"
„Is een hommel een
dier?", vroeg het hond
je.
„Dat weet ik niet", zei
Zoem, maar de vazen
wisten het wel en ze
knikten met hun lange
halzen van ja.
„Wat moet je dan doen
als je een dier bent?",
vroeg Zoem.
„Een huis zoeken", kef
te het hondje, „en zor
gen dat je te eten
krijgt". Zoem ging op
zoek naar eten en een
huis. „Hoe heet het,
waar ik nu ben?", vroeg
hij aan de spiegel, die
met een groot glimoog
naar hem stond te kij
ken.
„Dit", zei de spiegel,
„dit, waar je nu bent, is
de wereld".
„Dank je wel", zoemde
Zoem en hij vloog weer
verder. „Weet je mis
schien een huis voor
mij?", vroeg hij aan
Jan Klaassen die onder
de tafel lag.
„Nee", zei Jan Klaas
sen, „ik zoek zelf, ik
ben uit mijn poppen
kast gevallen en ik weet
niet hoe ik erin terug
moet komen".
Zoem vloog door; het
vliegen ging steeds be
ter. Hij was nu al twee
maal de hele kamer
rond geweest, maar een
huis of eten had hij nog
niet gevonden. Alle din
gen in de kamer keken
hem vol belangstelling
na, maar ze zeiden niets
meer. Zoem voeldé izich
een beetje alleen. De
wereld viel tegen als je
er niet goed de weg
wist. Maar wat was
dat? Opeens kwam er
een gat in één van de
vier muren van de we
reld en een heel groot
dier, wel duizend keer
zo groot als Zoem stond
opeens in het licht van
de zon.
„Wat is dat?", fluister
de Zoem en hij dook
weg in het gordijn. „O,
dat is niets", lachte Jan
Klaassen, „dat is een
klein mens, die mij
Jkomt zoeken".
„En mij, zoekt hij mij
niet?", vroeg Zoem.
„Niets hoor", zei de
spiegel en hij keek toe
hoe het kleine mens
Jan Klaassen opraapte
van de grond.
„Kijk, daar ben je" ,zei
het mensje en het wilde
de kamer uitgaan met
Jan Klaassen op zijn
arm.
„Wacht even, wacht
even", zoemde Zoem,
„ik ben er ook. Ik wil
ook een huis!"
Zoem vloog in kringen
om het hoofd van het
mensje heen. „Oooooo",
riep de stem, „oooo
een hommel!"
De deur viel met een
smak dicht, maar hij
ging meteen weer open
en er kwam een nog
veel groter mens sa
men met het kleintje
van daareven, „Een
hommel, pappie, er is 'n
hommel in de kamer",
riep het kleintje. De
grote sloeg naar Zoem
met zijn zakdoek en
zette een raam open.
Helemaal duizelig van
de klappen met de zak
doek en de wind die op
eens langs zijn vleugels
streek, viel Zoem naar
beneden. „Oo, nu zie ik
nooit de wereld meer
terug!", riep hij, maar
kijk eens wat een ver
rassing, ZoSjjr ontdekte
dat de wereld pas be
gon buiten de kamer
waar hij was wakker
geworden. Hij sloeg zijn
ogen op en zag boven
zijn hoofd een prachtig
rood ding heen en weer
wiegen. „Wat ben je?",
vroeg hij, „ben je een
dier?"
„Ik ben een bloem, een
tulp", zei het rode ding.
„En wat doe je op ae
.wereld?"
„Ik ben er zo maar voor
iedereen. Voor de men
sen om naar te kijken
en voor hommels zoals
jij om in te wonen".
„Om in te wonen
tulp, meen je dat echt?
Zou ik in zoiets moois
mogen wonen?"
„Natuurlijk", lachte
tulp, „kom maar gauw.
Het is hier gezellig,
want je hele familie
woont hier in de buurt.
Kijk maar!"
Ja hoor, toen Zoem
heen en weer wiegde in
zijn rode huis, zag hij
links en rechts en over
al, hommels net als hij.
En 's avonds toen hij
slapen ging en met zijn
vleugeltjes welterusten
wuifde, riep hij over 't
hele perk vol tulpen
heen: „de wereld is het
mooiste wat er be
staat!"
Laatst zei een van Mies-
des buren:
„Och, ik moet straks
(even uit
Kunt U op mijn baby
passen
't Is zo'n lieve kleine
(guitII"
,Ja", zei Mies en even
(later
Zat de schat reeds op
(haar schoot
Mies zei: Drink maar
(leeg de zuigfles
Maarhet kind huilde
zich rood.
Miesje haalde uit de
(keuken
toen een glaasje
(vruchtensap.
„Drink dit maar.... het
(is héél lekker!"
Maarhet kindje nam
(geen hap!!
Mies greep een flos li- ,Jiah"! riep Mies „daar
monade (snap ik niets van
.Drink dit, het is héér- ,Jk geloof dat ik maar
(lyk hoor(stopV
Maarook dit wou 't Maar... toen het kindje
(kind niet hebben (op de grond zat
Het huilde maar, aan dronk ze 't bloemenwa-
(één stuk door. (ter op!!!!
„Och", zuchtte het boerenvenlentje,
„de wereld is groot,
maar ik heb voor en achter me
en ook opzij een sloot.
De wereld loopt vol veulentjes
en toch sta ik alleen.
Was ik nou maar een vlindertje,
dan vlóóg ik er wel heen.
Of was ik maar een kikkertje,
dat naar zijn vriendjes zwom
of was ik maar een jongetje
dat over 't hek heen klom".
„Goed", zei de paardentoverfee,
„ik doe je vleugels aan
en zwemvliezen aan elke hoef
om door de sloot te gaan.
En hier heb je een jongenshoofd.
Dag veulen, veel plezier".
„Oo", gilden alle veulentjes,
„Oo, wat een vreselijk dier-"
„Toe, lieve fee", riep 't veulen uit,
weg met die toverij!"
En heel tevreden staat hij nu
Te grazen in zijn wei.