Orwells „Animal Farm een uitstekende ver in taling Moderne kerkbouw in de Ver. Staten CHARLOTTE KOHLER: „Pas fielukkig; op toneel Letterkundige kroniek door BANS WARREN Toch laten we ons thans bepalen tot de „Boerderij der Dieren", het kostelijk boekje waar de hele wereld (behalve de communisten dan) van genoot en geniet, al moet er bij gezegd dat het toch meer omvat dan enkel een satire op het commu nisme alléén: elk totalitarisme wordt hier aan de kaak gesteld. A vnerilzaause (\\eder{a\\i{er exposeert m ^\aar\e\n [11 m ifff S fH ZATERDAG 16 MAART 1957 PROVINCIALE ZEEUW BE COURANT NA RUIM TIEN JAAR Een grandioze satire op het totalitaire regime VI George Orwells „Animal Farm" is nu weer al ruim tien jaar oud, maar gaarne grijpen we de gelegenheid aan, er nog eens de aan dacht voor te vragen nu het boek voor een paar dubbeltjes te koop is in een uitstekende vertaling van Anthony Ross. Dit boekje, dat met de toekomstroman „Nineteen Eighty-four" de roem van deze vroeg ge storven Engelse schrijver uitmaakt (hij heette eigenlijk Eric Arthur Blair, 1903'50) is namelijk niet alleen belangrijk als persiflage van en waarschuwing tegen het communisme; het is bovendien een mees terwerkje op het gebied van de satirieke dierfabel. Men denkt aan de Reinaert en men denkt ook aan Kafka, want men wordt vermaakt, maar tevens bevangt U iets onheilspellends, iets wat reeds de „hor ror" die „Nineteen Eighty-four" inboezemt, aankondigt. t)eze laatstgenoemde roman is dan ook eigenlijk geen zuivere sa tire meer. In „Nineteen-Eighty- four" drijft Orwell zijn pessimisti sche levensbeschouwing zodanig op de spits en werkt hij de ontstel- lendste mogelijkheden zo ongena dig uit, dat het lachen U volkomen vergaat, en ge zelfs geen glimlach meer kunt opbrengen. Wie geen sterke zenuwen heeft, wordt bang by de lezing van dat boek. Een zuivere satire echter, geeft een door humor gekruid en vertekenend commentaar op de werkelijkheid. Zel den hebben de tijden meer materiaal geleverd dan in deze eeuw, en toch vindt men tegenwoordig weinig goe de satirieke schrijvers. De reden daarvan is wellicht, dat bijna alle schrijvers zich zeer nauw bij alles, vooral de politieke gebeurtenissen, betrokken voelen, zodat hunzelf het lachen vergaan is. Een echte satirist dient zo'n afstand tot zijn onderwerp te bewaren, dat het lijkt of het hem totaal niet deert. Pas dan worden zijn humor en bespotting dodelijk en dreigt hij niet (op zijn best) tot een pamflettist, of (op zijn slechtst) tot een propagandist te degenereren. In „Boerderij der dieren" blijft Orwell een zuivere satirist, in „Nineteen Eighty-four" heeft hij, zoals gezegd, de eigenlijke satire verlaten en is hij tot een soort gruwel-fictie overge gaan. Orwell, Aldous Huxley, Evelyn Waugh, en van de lateren Angus Wil son, op een ander plan ook wel Nan- cy Mitford, vertegenwoordigen op briljante wijze de moderne Engelse satire. Huxleys „Ape and Essence" (nóg zwartgalliger dan Orwells „Nineteen Eighty-four"), de ten on zent weinig bekende satirieke mees terwerkjes van Waugh („Scott- Culturele Cavalcade DE DERDE WINNAAR van de voorronde van het Nationaal Land juweel (de nationale toneelwedstrijd voor amateurs in Haarlem) is de to neelvereniging „Utile Dulci" te Schie dam met „En de vogels zwijgenvan J. Leird en J. Fernald. IN AANSLUITING op het in Haar lem te houden internationaal orgel concours zal van 8 tot en met 23 ju li een zomeracademie voor orgel worden gehouden. De regeringen van Oostenrijk en Luxemburg hebben en kele studiebeurzen beschikbaar ge steld. Ook de Nederlandse regering is bereid ten behoeve van Nederland se organisten enkele studiebeurzen in uitzicht te stellen. DE JAZZSOCIETEIT in Dordrecht zal van 23 tot en met 30 april, ter gelegenheid van haar tienjarig be staan, een jazzweek houden. Een hoogtepunt van het programma zal een expositie zijn onder de titel „Jazz in woord en beeld", met kunstwer ken en literatuur, geïnspireerd op de oude, klassieke jazzmuziek. IN HET CULTUREEL CENTRUM „De Beijerd" in Breda zal vrijdag 22 matsrt de tentoonstelling ,J5tart V" worden geopend. Zoals bekend om vatten de Start-tentoonstellingen wer ken van jonge Nederlandse schilders. Ditmaal zal aan de expositie echter een veertigtal wcrlccn van jonge Bel gische en Duitse kunstenaars worden toegevoegd, zodat een vergelijking tussen het werk van Nederlandse, Belgische en Duitse kunstschilders mogelijk zal zijn. „UN CERTAIN SOURIRE", het tweede boek van Frangoïse Sagan, zal verfilmd worden. Een filmmaat schappij in Hollywood zoekt thans ongeveer tachtig instituten voor dra matische kunst in de Ver. Staten af om een meisje te vinden, dat met succes de hoofdrol in de film zou kunnen spelen. Regisseur Buddy Ad- Ier zal de prestaties van de kandida ten beoordelen. DE FILM over Jeanne d'Arc, die door Otto Preminger naar het stuk van Shaw in Londen is gemaakt, zal op 12 mei de feestdag van Jeanne d'Arc in de Pargse opera voor het eerst worden vertoond. Preminger begint midden juli in Saint Tropez met 't verfilmen van ,fBonjour Tris- tessé", het eerste boek van Francoi- se Sagatu King's Modern Europe" en vooral „The loved One") en de verhalenbun dels van Angus Wilson zijn in dat op zicht interessante boeken. GEORGE ORWELL satire De „Boerderij der Dieren" heette aanvankelijk de „Herenhoeve" en was het eigendom van boer Jansen, een man die flink aan de drank was geraakt. De vele dieren hadden het er niet beter of veel slechter dan ge woonlijk op een boerderij. Doch een zeer oud varken, de Majoor genaamd, dat veel had nagedacht, predikt in het geheim, kort voor zijn dood, de revolutie. Hij schildert de dieren een aards paradijs voor ogen, waarin ze vrij zuilen zijn. Daartoe dienen de mensen, de aartsvijanden der dieren, verdreven te worden. „Alles wat op twee poten loopt is een vijand. Alles wat op vier poten loopt, of vleugels heeft, is een vriend. En bedenkt ook, dat wij in de strijd tegen de Mens niet op hem mogen gaan gelijken. Zelfs wanneer wij hem hebben over wonnen, dient gij zijn ondeugden niet over te nemen. Geen dier mag ooit in een huis leven, of in een bed sla pen, of kleren dragen, of alcohol drin ken, of tabak roken, of geld aanraken of handel drijven. Alle gewoonten van de Mens betekenen kwaad. En, boven alles, geen dier mag ooit zijn gelijke tiranniseren. Geen dier mag ooit een ander dier doden. Alle dieren zijn ge lijk". Aldus de Majoor. De toespraak werkt diep na, vooral bij de intelligente dieren, de varkens en de honden. Twee jonge mannetjesvarkens, vooral een. genaamd Napoleon, beginnen de opstand voor te bereiden, en op een zondag in de zomer, als de dronken Jansen verzuimt zijn die ren te voederen, breekt de revolu tie uit. Jansen en zijn vrouw wor den verdreven en de dieren behe ren vervolgens de boerderij, die „Boerderij der Dieren" genoemd wordt. Reeds van de eerste dag af gaat het echter niet, zoals afgespro ken en vastgelegd in de Zeven Geboden, opgesteld aan de hand van de toespraak van de Majoor. De die ren blijken niet gelijk, en de varkens de verstandigsten, nemen niet alleen de leiding in handen, maar ook mis bruiken zij van het begin af aan hun macht ten eigen bate. Dat gaat zover, tot Napoleon een absoluut dictator geworden is, die letterlijk alle gebo den met voeten treedt. Hij heeft niet alleen alle ondeugden van de mens overgenomen, hij heeft ze nog ver ergerd. De dieren lijden honger, zwoe gen zich dood, worden voor het ge ringste vergrijp geranseld of afge maakt en sidderen voor de terreur van Napoleon met zijn lijfwacht van woeste, bloeddorstige honden. Of ze het vroeger onder Jansen beter had den? De tot nieuwe slavernij verval len dieren weten het nauwelijks meer. Weinigen hebben de jaren van voor de opstand nog beleefd, en hun geheugen verzwakt. Zelfs de naam van de boerderij verandert weer in Uitït an taxeelp aq \ot\ee\prqsvraaq Ten behoeve van het amateurto- 1 neel heeft de Bond van Nederlandse Toneeluitgevers in samenwerking met de vereniging van Nederlandse Toneelschrijvers vorig Jaar een to- j neelprijsvraag uitgeschreven. Inzending werd verlangd van to neelwerk met hoog literair en artis tiek gehalte en een praktische speel baarheid voor het amateurtoneel. De jury, bestaande uit de letter kundigen Martie Verdenius, Willem Hoffman, Manuel Straub en de uit gevers P. Woudt en J. Vink, is thans met haar taak gereed en heeft de volgende bekroningen toegekend: de eerste prijs aan mr. H. A. Keuls te Amsterdam met het toneelstuk „Plantage Tamarinde"; de tweede prijs aan A. Jurriaan Zoetmulder te Eindhoven met „De ongewenste gast" en de derde prijs en dialoog- prijs aan L. de Groof te Wilrijk- Antwerpen met „Buigen of barsten". „Herenhoeve", op decreet van de Leider. Kostelijk is de verhouding met de buitenwereld getekend; met talloze fijne satirieke trekjes heeft Orwell commentaar geleverd op allerlei in stellingen, gebeurtenissen en over eenkomsten. Tenslotte ontvangen de varkens de mensen als gelijken op een feestgelag in het huis van Jansen, en als de an dere dieren stiekum door de ramen naar binnen gluren (vanzelfsprekend wonen de varkens al lang in het huis, dragen ze kleren, drinken ze alcohol etc. etc., ze lopen zelfs, zij het moei zaam, op de achterpoten) om de kaartende en ruziënae feestgenoten te bespieden, zien ze „van varken naar mens en van mens naar varken en van varken naar mens; maar het was reeds onmogelijk geworden te zeggen wie een mens en wie een var ken was". George Orwell: De boerderij der dieren. ABC-boek nr. 87, Arbeiderspers, Amsterdam. In de Galerie ESP ACE, Klein Heiligland 36 in Haarlem, een nog niet zo lang geleden in het prachtige oude Haar lemse huis van de schilder Jules Chapon ingerichte kunstzaal, wordt als primeur voor Europa van 15 maart tot 6 april een aantal werken van de schilder Joop Sanders tentoongesteld. De in Amsterdam ge boren (6 oktober 1923 vermeldt zijn pas poort) en Amerikaans burger geworden schil der Joop Sanders ver liet zijn geboortestad als jongen van 16 jaar om in de Nieuwe We reld een tweede vader land te zoeken en te vinden. Hij belandde in New York City en vond daar in de Art Students League een mentor en leermeester in de internationaal bekende schilder Geor ge Grosz, en werkte later ook een tyd lang in het atelier van Wil lem de Kooning. Onder de inspirerende leiding van deze twee grote voorbeelden vond hij spoedig zijn eigen vorm en expressie. In 1949, nauwelijks 26 jaar oud, nam Joop Sanders met anderen het initiatief tot de op richting van de inmid dels beroemd geworr den „Club", het actie ve centrum van de groep abstracte ex pressionisten in New Vork. Hij was ook een der avant-gardisten die na de ooi'og hun eerste grote tentoonstelling hielden in de „North Street Show". Werk van Sanders is onder meer ook te zien ge- Dit najaar kwart eeuw voordrachten weest in de Tanager en de Stable Gallery in New York. In 1955 bracht de Amerikaanse Amsterdammer een be zoek aan Europa om nieuwe indrukken op te doen van de Oude We reld, die hij 16 jaar ge leden had verlaten. Na Haarlem zullen Sanders' doeken ook elders in Nederland te zien zijn. Daarna zullen zij nog in België, Frankrijk, West Duits land en Zweden wor den geëxposeerd. B\j een beschouwing van de schilderyen van Joop Sanders moet men constateren, dat de dynamische vaart van "het cosmopoliti- sche Manhatten, waar de schilder leeft en werkt, onmiskenbaar een stempel op zijn werk heeft gedrukt. Eigenlijk voel ik me pas ge lukkig, als ik 's avonds op het toneel sta. Overdag droom ik zo'n beetje. Maar 's avonds om acht uur, wanneer de grote, lichten in de zaal uitgaan, gaat mijn le venslamp pas goed branden, om niet eer te doven dan tegen een uur of elf, wanneer ik mijn taak volbracht heb. In die kor te spanne tijds ben ik volledig geconcentreerd op mijn werk. Zo volledig zelfs dat het me enige zelfover winning kost me in de pauze te onderhouden met al die vriendelijke mensen, wier gast ik op die avonden ben, en die maar van alles willen doen om het me naar de zin te maken". Dit vertelt ons Charlotte Köhler, die vooral met haar voordrachts kunst „Frasquita", „Het Bal", „Ma rathondans", „bijbelvoordrachten" duizenden en nog eens duizenden aan haar verplicht heeft. Ze onder streept haar woorden met charman te gebaren van de gevoelige handen, en in haar stem is een nuancering, die de geboren actrice verraadt. Het onderhoud met deze bewon derde kunstenares heeft geen bij zondere aanleiding. Zeker, we we ten, dat ze komend najaar een kwarteeuw haar solowerk vérricht. Maar waarom daar over te praten? „Ik kan nu al opzien tegen al dat officiële gedoe rond dat jubileum. U weet wel, soupers, toespraken, enz. enz. Dat is eigenlijk allemaal niets voor mij", zegt ze bescheiden, al bekent ze, dat er ergens in haar zo jeugdig hart natuurlijk toch nog genoeg ijdelheid schuilt om het ook nog plezierig te vinden, al zal ze bij CHARLOTTE KÖHLER op en top Frasquita Tot de duizenden nieuwe ker ken in de Ver. Staten, die de laatste tien jaar in moderne stijl werden gebouwd, behoort ook de katholieke kerk in Ho- lycke (Massachusetts). Wifpg nB |§ii ffi [igj u pfi 1 v 11 m *3 'rfttftVi dat alles dan nimmer de betrekke lijkheid der dingen uit het oog ver liezen. Het gesprek komt op de keuze van haar repertoire. „Ja, dat is moeilijk", zegt ze. „Soms denk ik het gevonden te hebben, maar wan neer ik er dan maanden op gestu deerd heb. begint het me te verve len en gooi ik het opzij. Dan begin ik maar weer opnieuw te zoeken. Voor mijn jubileum heb ik „Yvette" op mijn program genomen van de Franse dichter-schrijver Guy de Maupassant, in de vertaling van Adriaan Morriën. Het is een hele Geen plaats meer voor bogen en pilaren (Van een bijzondere medewerker) Het aantal leden, behorend tot de verschil lende kerkgenootschappen en secten in de Verenigde Staten is begin 1956 de hon derd miljoen gepasseerd en de na-oorlogse verhoogde belangstelling in alles wat met de godsdienst verband houdt heeft geleid tot een ongekende activiteit in de bouw van nieuwe gebouwen voor de eredienst. In 1955 werd voor een bedrag van 760.000.000 dollar besteed aan nieuwe kerken 25 procent meer dan ln het voorafgaande jaar, terwijl vol gens een voorlopige schatting dit bedrag In 1956 is gestegen tot 900.000.000 dollar. Ten dele is deze toename van het aantal kerk gebouwen toe te schrijven aan de bevolkings toename gedurende het laatste decennium, maar kerkelijke autoriteiten beschouwen deze verheugende activiteit toch in de eerste plaats als „een onweerlegbare aanwijzing van de on gekende opleving van de religieuze belangstel ling in de Verenigde Staten". Naarmate het aantal lidmaten in de laatste tien jaar toenam, steeg ook het bedrag der bijdragen, dat de meeste kerkelijke gemeenten in staat stelde nieuwe kerkgebouwen te laten bouwen, vooral in de nieuwe woonwijken, waarheen hun leden in grote getale waren verhuisd. Zeer kenmerkend voor de huidige stroming in de kerkbouw is de nadruk, die aller- wege wordt gelegd op de moderne archi tectuur. Volgens een betrouwbare schatting moet minstens een derde van de nieuwe kerken als „modern" worden beschouwd. Deze nieuwe koers steekt scherp af tegen de tendens van nog slechts enkele jaren geleden, toen voor kerkgebouwen alleen een architectuur in over eenstemming met de daarin gehouden eredienst werd geacht, die aan gothische, koloniale of andere historische vormen herinnerde. Meer en meer worden nu echter kerken ge bouwd in de eenvoudige, functionele lyn, waar- by geen plaats meer is voor torenspitsen, bogen en pilaren by enkele ziet men zelfs de geo metrische opzet van de abstracte kunst. By sommige genootschappen is de neiging merk baar meer, maar kleinere gebouwen te laten verrijzen in plaats van één grote, centraal ge legen kerk, omdat daardoor een nauwer per soonlijk contact wordt verkregen tussen de geestelijken en de gelovigen. Iets geheel nieuws is voorts dat heden ten dage by de bouw van nieuwe kerken rekening wordt gehouden met het reserveren van ruimte voor ontspanning en het besteden van vrije tijd. Steeds meer vindt men in de kerk gebouwen ruimten voor uiteenlopende doel einden, zoals kamers voor wedstrijden, biblio theken, keukens en kinderkamers, ten gerieve van de bij de kerk aangeslotenen van alle leef tijden, waar ze niet alleen op de zondagen, maar ook op de weekdagen terecht kunnen. Dit is in overeenstemming met de steeds meer by de Amerikaanse kerken veld winnende gedach te om de gebouwen niet alleen te bestemmen als plaats voor de eredienst, maar ook als cen trum voor allerlei activiteiten in de gemeen schap. Zo organiseren een aantal kerkgenootschappen studiecursussen, waarbij zjj beurzen verlenen, maar ook ontspanningsavonden. Een goed voorbeeld van de nieuwe richting is de St.-Matthew's Protestant Episcopal Church in Pacific Palisades, Californië. In 1941 vormde een groepje mannen en vrou wen in die streek, waar geen kerk of predikant was. een gemeente en nodigde predikanten van elders uit om daar de wekelijkse dienst te ko men leiden. Er werd een kleine kerk opgericht en een dominee voor het district benoemd. Toen het aantal lidmaten toenam, was men gedwon gen meer diensten te houden, maar het gebrek aan ruimte werd steeds acuter gevoeld. De ge meente hield daarop inzamelingen, richtte een bou%vfonds op en kocht een stuk grond. In 1951 kwam men tenslotte tot de bouw van een nieuwe kerk; onder het bladerendak van de oude eiken op het terrein worden vaak diensten voor kinderen gehouden. Ook de St.-Peter's Lutheran Church in South Norwalk, Connecticut, is onlangs belangrijk uitgebreid. Tot 1956 maakte de gemeente ge bruik van een 40 jaar oud houten gebouw, met een gevel en spits in gothische styl, een ge bouwtje, dat werd opgericht toen de gemeente nauwelijks 70 leden telde, maar zelfs met een later aangebrachte uitbouw kon het slechts plaats bieden aan 200 mensen. Toen het aantal kerkgangers echter meer dan tweemaal zo groot was geworden, moesten er des zondags twee diensten word engehouden. Men besloot een stuk grond te kopen in een der buitenwijken en daar werd een zeer modern gebouw met glazen wanden opgetrokken, zodat de gelovigen tijdens de dienst de indruk hebben buiten, onder de bomen te zitten. Een heel kleine doos met een prachtige orchidee grote novelle; 9 oktober zal ik er de première van brengen in de Stads schouwburg. „Is „Frasquita" uw lievelingsvoor dracht?" „Frasquita" Is interessant. Ai- leen vreselijk moeilijk. Toen ik het zo'n veertig keer gespeeld had ja, waarachtig het is spelen van me, want ik leef me in in elk van de figuren begon het me een beetje te schemeren, hoe boeiend het eigenlijk wei is. Maar mijn lieveJingsvoordrarb...? Persoonlijk vind ik de bijbelvoor drachten het mooist. „De prediker" is van een enorm hoge wijsheid, het „Hooglied" een stuk lyrische poëzie, zo onvergelijk baar groot, echt en mooi, dat ik er geen woorden voor kan vinden, en de Psalmen zijn van een innigheid, ingetogenheid en nederigheid, dat het ontroerend is. Ik vind het heer lijk om deze voordrachten te mogen brengen. Maar de na-oorlogse mens heeft er geen aandacht meer voor. Voor de oorlog kon het gebeuren dat ik er in Groningen of Leeuwarden tien avonden achtereen een ult%-er- kocht huis mee trok en een enorme aandacht wist te wekken. Na de oorlog heb ik er met moeite drie honderd mensen mee naar het Con certgebouw kunnen trekken, en dat terwijl het nog een charitatieve avond was ten bate van de Hongaar se vluchtelingen. Alleen wanneer ik deze voordrachten in de kerk breng, dan is de toeloop weer geweldig". Waarom de voordrachtskunst me meer boeit dan het to neel? Het toneel is een sa menleving. Je speelt er niet altijd de rollen, die je zelf het prettigst vindt. Nu kan ik kiezen, wat ik zelf het mooist vind. Wel voel ik me bij iede re nieuwe voordracht weer leerling van de Toneelschool. Altijd moet ik weer van de grond af aan beginnen, om er dan langzaam aan in te kun nen groeien. Zo. strevend naar de volmaaktheid, die je weet, nooit te zullen bereiken, ontdek je, dat het leven schoon is, en je zelf onbelang rijk. En dat besef doet je dan maar telkens weer besluiten daar te gaan. waar je geroepen wordt. Naar klei ne. koude en tochtige zaaltjes in provincieplaatsen, waar de waard niet eens de moeite genomen heeft om de kachel in de kleedkamer even aan te maken, en naar plaatsen waar het prettiger toeven is. Soms denk je wel eens ergens nóóit meer heen te zuilen gaan. Maar dan krijg je twee dagen la ter een doos thuis gestuurd uit het heel kleine dorpje met een prachti ge orchidee erin, en het excuus er bij, dat de mensen het niet helpen konden, dat ze de hele avond maar moesten hoesten, omdat het tochtig eiland zoveel bronchitisklanten ople vert..... En dan weet je. dat je vol gende keer toch weer zult gaan".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 5