PROVINCIALE ZEEL'
LORD LOUIS M0UNT8ATTEN: „Een nederlaag tegen een admiraal
De Ruyter was geen schande!"
als
VICE-ADMIRAAL PRÖPPER:
Wederzijdse waardering voor eikaars vlootvoogden
VOLGENDE WEEK wordt in Vlissingen tijdens
En verder staat
er in deze
De Ruyter-krant
ee\
200e jaargang - no. 64
Dagbladultgave van de firma
Provinciale Zeeuwse Courant.
Directie: F. v. d. Velde en F. B.
den Boer. Adjunct: W. de Pagter.
Hoofdredacteur: W Leertouwer.
Adjunct-hoofdred.: G. A. de Kok.
ABONNEMENTSPRIJS 52 cent per
week; 6.50 p. kw.; fr. p.p. 6.75
per kw. Losse nummers 15 cent.
WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSE, VLISSINGSE, GOES
CCuRANT EN VRIJE STEMMEN
Zaterdag 16 maart '57
ADVERTENTIEPRIJS 25 cent per
mm. Hlnlra. p. advertentie
Ing. mededelingen driemaal tarief
Kleine advertenf.ee (max. S regels)
23 cent p. regel met een minimum
van 1.—..Brieven of adrea
bureau v. d. blad" 23 cent meer.
Giro no is»oe PZC.. Middelburg.
Bureaus: Vllsslngen, Walstr. 58-60, tel. 2355 4 lijnen (b.g.g. 646 of 304); Middelburg, Markt 61, tel. 3841; Goes. Lange Vorstatr. 63. teL 2475 (b.g.g. 2225; Oostburg. Nieuwst raat 43. tel. 20. Temeuzen. Bro.t werljatr. 2; Zlertkzee: N. Boserdf.raat :4.
een plechtige bijeenkomst in de Jacobskerk herdacht, dat
350 jaar geleden op 24 maart 1607 werd geboren
Michiel Adriaanszoon de Ruyter. Hij, die in „zijne jonk
heid nergens toe dogt dan ter zee vaeren", is in de ge
schiedenis van ons land een legendarische figuur gewor
den: een Zeeuwse jongen, die opklom tot de hoogste post
van de Nederlandse marine, wiens schouders de weelde
van de roem konden dragen.
Roem is inderdaad De Ruyter in sterke mate ten deel
gevallen. Reeds tijdens zijn leven werd hij geëerd als wei
nigen van zijn tijdgenoten, niet alleen in eigen land, maar
ver daarbuiten. Met name bij de tegenstanders van de
jonge, zelfbewuste Republiek der Zeven Verenigde Ne
derlanden, was hij een gevreesd mande Engelsen van
die dagen hadden ontzag voor zijn zeemanschap en zijn
grote gaven als opperbevelhebber van de vloot. En de
Britse admiralen uit de 17de eeuw, zoals de hertog
van Albemarle en prins Rupert, de merkwaardige palts
graaf die onder Karei II de Britse marine commandeer
de, zij hadden groot respect voor de Vlissingse Michiel.
Driehonderd jaren zijn sindsdien verlopen en verbeten
tegenstanders van toen zijn thans bondgenoten gewor
den. Het Verenigd Koninkrijk en het Koninkrijk der Ne
derlanden werken in onze dagen met hun vloten intensief
samen. Maar zowel bij de Britse als de Nederlandse Ma
rine wordt De Ruyters naam nog met groot respect ge
noemd. Daarvan getuigen op deze pagina de bevelheb
bers, die thans de functies bezetten van Albemarle en van
De Ruyter. Wij zijn namelijk in de gelegenheid op deze
eerste pagina van ons De Ruyter-nummer een tweetal ex
clusief voor de Provinciale Zeeuwse Courant geschreven
artikelen af te drukken, namelijk van de huidige opper
bevelhebber van de Britse vloot, LORD LOUIS MOUNT-
BATTEN OF BURMA, en van de Nederlandse bevel
hebber der zeestrijdkrachten, VICE-ADMIRAAL H. H.
L. PRÖPPER. Wij zijn beide vlagofficieren zeer erken
telijk voor hun beschouwing, waarin zij op ridderlijke en
passende wijze hun vroegere tegenstander en voorgan
ger herdenken.
ONE OF THE PROUDEST BATTLE HONOURS of the British
Navy is the Four Days Battle of 1666. Of all the actions of our Fleet
throughout its long history of 400 years, this is the only defeat which
we list as an Honour. 1 do not need to remind anybody in the Seven
Provinces that in that battle the Dutch Navy was led by Michiel de
Ruyter, and that for four days, from June 1st to June 4th, it not
only fought the English fleet under the Duke of Albemarle and
Prince Rupert, but also drove it from the sea. And yet we take pride
in that battle, counting it no disgrace to have suffered defeat at the
hands of so great an admiral as De Ruyter. And we remember too
that the Grand Pensionary of Holland, de Witt, told the English
Ambassador after the battle, „that all that the Dutch had discovered
was, that Englishmen might be killed and English ship be burned, but that English
courage was invincible". We counted them then as noble words from a noble adversary.
SINCE THAT BATTLE WE HAVE fought, sometimes together, sometimes against
each others, on many occasions. But whenever we have met, whether as friends
or as foes, we have, I think, always had the same respect and admiration for each
other's Navy as De Ruyter and Albemarle had 300 years ago. It was men like these
who fashioned our two Navies and set them that example of courage and skill which
still exists today.
ALWAYS MUCH IN MY MEND is the close and enduring friendship between our
Navies which was so much strengthened during the last war. We were together
then in adversity at first and finally in victory. Now we work in an even closer
union, and our ships now can operate together under unified command with full
fighting efficiency. If De Ruyter and Albemarle were both alive today, how proud
they would be to see how far their Navies had developed since their days as Comman
ders-in-Chief.
DE VIERDAAGSE ZEESLAG van 1666 is een van die eervolle gebeurtenissen,
waarop de Britse marine zo trots is. Van alle acties, die onze vloot in haar lange
geschiedenis van 400 jaar-heeft ondernomen, is deze zeeslag de enige nederlaag,
die wij als een eervolle beschouwen. Ik behoef niemand in de „Zeven Provinciën" eraan
te herinneren, dat tijdens die slag de Nederlandse marine werd geleid door Michiel de
Ruyter en dat zij vier dagen lang, van de eerste tot de vierde juni, niet alleen de
Engelse vloot onder de hertog van Albemarle en prins Rupert bevocht, maar haar
zelfs van de zee verdreef. En toch zijn wij trots op die zeeslag, omdat het geen schande
is een nederlaag te lijden met een zo groot admiraal als De Ruyter als tegenstander.
En we herinneren ons ook, dat de raadpensionaris van Holland, De Witt, de Engelse
ambassadeur na de slag zei „dat alles wat de Nederlanders hadden ontdekt, was dat
men de Engelsen wel kon doden en him schip kon verbranden, maar dat de Engelse
moed onoverwinnelijk was". Wij hebben dit oordeel toen beschouwd als de nobele
woorden van een edele tegenstander.
SINDS DIE ZEESLAG HEBBEN WIJ nog bij vele gelegenheden moeten vechten,
soms samen, soms tegen elkaar. Maar waar we elkaar ook mochten ontmoeten, als
vriend of als vijand, toch geloof ik, dat wij steeds hetzelfde respect en dezelfde
bewondering voor elkaar hadden als 300 jaar geleden De Ruyter en Albemarle. Het
waren mannen zoals zij, die onze twee zeestrijdkrachten hun vorm gaven en die hen
maakten tot een voorbeeld van moed en bekwaamheid tot vandaag toe.
ALTIJD BEWAAR IK NOG de levende herinnering aan de hechte en duurzame
vriendschap tussen onze beide zeestrijdkrachten, die zo zeer versterkt werd in
de laatste oorlog. Wij waren toen samen, eerst in tegenspoed, tenslotte in de
overwinning. Nu werken wij samen in een nog hechter gemeenschap en onze schepen
kunnen thans samen opereren onder verenigd commando, waarbij de volledige gevechts
sterkte geheel wordt benut. Hoe trots zouden De Ruyter en Albemarle zijn, wanneer
zij vandaag nog eens even konden kijken en wanneer zij dan zouden zien, hoezeer huri
beider zeestrijdkrachten zich ontwikkeld hebben sinds hun dagen als opperbevelhebbers.
VIERMAAL MICHIEL DE RUY
TER. Op pagina 2 belicht de beken
de Leidse hoogleraar, prof. dr. Milo
De Ruyter als dienaar van de Staat,
als tacticusals admiraal en als
metis.
NAZATEN VAN DE RUYTER EN
TROMP DRUKTEN ELKAAR DE
HAND TE VLISSINGEN. Ons blad
bracht enkele nazaten van twee gro
te admiraalsDe Ruyter en Tromp,
te Vlissingen bijeen. Daarvan is op
pagina S een vlot-geschreven repor
tage te vinden.
ZEEUWSE EN HONGAARSE HER
INNERINGEN. Over datgene wat in
Vlissingen nog aan Michiel de Ruy
ter herinnert schreef de burgemees
ter van Vlissingen mr. B. Kolff een
belangwekkende beschouwing. De
Hongaarse hoogleraar prof. dr. Kal-
lay, van de Theologische Hogeschool
te Debreczen, vertelde op ons ver
zoek over De Ruyter en Hongarije.
Deze artikelen staan op pagina 5.
IN CHATHAM IS DE BIBBER ER
UIT. Een onzer redacteuren bracht
een bezoek aan het Engelse marine
stadje Chatham, waar de Nederland
se vloot in 1667 onder De Ruyter een
ravage aanrichtte onder de Britse
vloot. Het verhaal over Chattham-
toen en Chatham-nu is afgedrukt op
pagina 7.
DE ,J)E RUYTER-HERDENKING"
van dit jaar is aanleiding tot allerlei
artistieke prestaties', openluchtspel,
boeken, muziek. Over twee van deze
zaken vermeldt pagina .8 enkele bij
zonderheden, namelijk over de nieu
we De Ruyter-biografie voor de
jeugd door P. van der Leeden en de
De Ruyter-ouverture door Henk
Stam.
DR. VAN LUTTERVELD EN TON
KOOT van het Rijksmuseum zijn
thans druk bezig met de voorberei
dingen voor de grote De Ruyter-ten-
toonstélling, die zowel in Amsterdam
als in Vlissingen zal worden gehou
den. Aan een onzer redacteuren ver
telden zij, hoe deze expositie wordt
opgezet. Op pagina 9 staat er meer
over te lezen.
I
ZELDEN HEBBEN TWEE volken ter zee een hardnekki
ger str\jd gevoerd dan de Nederlanders en de Britten in de
verschillende Engelse-oorlogen in de 17e eeuw. Voor beiden
was de „heerschappij ter zee" een levensvoorwaarde, daar
de invoer van levensbehoeften over de zee geschiedde, zoals
dit ook thans nog het geval is. In het gemeenschappelijk
gebruik van deze verbindingswegen en de gezamenlijke en
vaak gelijktijdige interesse in de overzeese bronnen van
rijkdom, tezamen met de onenigheid over de rechtmatigheid
van uitoefening van visserij rond Engeland lagen de voor
waarden voor felle strijd. De twee, zo zeer van de zee afhan
kelijke naties brachten zeelieden en bevelhebbers ter zee
voort wier namen In de historie bleven voortleven.
HOEVEEL HET VADERLAND de grootste daarvan, admiraal Michiel
Adriaensz De Ruyter, verschuldigd ls moge blijken uit de eer die hem
reeds tijdens zijn leven te beurt viel en uit de waardering waarmede
vriend en vijand spraken over de man die in de meest hachelijke omstandig
heden het vaderland vermocht te behoeden voor een ondergang. By deze lof
tuitingen hebben zyn voornaamste tegenstanders, de Britten, zich zowel by
monde van hun admiraals ais hun geschiedschryvers in ridderiyke zin niet
onbetuigd gelaten. De Ruyters karakter blykt uit de welhaast legendari
sche overleveringen en geschriften die maken dat wy in hem nog steeds het
voorbeeld van de moedige, zichzelf verloochenende, gezagsgetrouwe, gelo
vige zeeman zien en wiens uitspraken nog heden gevleugelde woorden zyn.
ZIJN BEKWAAMHEID ALS STRATEEG en tacticus maakten hem tot
een der meest gevreesde, doch ook meest bewonderde tegenstanders.
Zijn leiderschap drukte een stempel op de vloot en maakte daarvan
een georganiseerde en in gevechtsmanoeuvres geoefende strijdmacht, een
de admiraal in geordende gevechtsformaties gehoorzamend gevechtsappa
raat. Waar de andere zeemachten vaak generaals gebruikten om een soort-
gelyke orde in de vloot te bewerkstelligen, wist deze zeeman tacticus
strateeg zelf zyn commandanten en bevelhebbers van deze noodzaak te over
tuigen en te indoctrineren.
DE RUYTER HEEFT DOOR zyn sneuvelen in de Middellandse zee niet
meer meegemaakt hoe langzamerhand een toenadering tussen de ri
valen tot stand kwam en hoe in 1689 een tractaat werd gesloten waar
in o.a. de bevelvoering en sterkteverhouding van een gemeenschappelijke
vloot werden geregeld.
Deze toenadering Is slechts van tydeiyke aard geweest en de oude rivalen
hebben nadien nog In verschillende ontmoetingen hun krachten gemeten.
EEN TWEEDE PERIODE van samenwerking, ontstaan uit de nood der
omstandigheden begon in 1940, toen de Nederlandse vloot zijn bijdrage
leverde tot een veiligstellen van de verbindingswegen, een taak die
althans de eerste jaren voor een groot gedeelte geheel op Britse schouders
rustte.
THANS HEBBEN BEIDE naties zich gevonden in een hecht bondge
nootschap en voeren zy als deelgenoten in het Noord Atlantische Ver
drag een gemeenschappeiyk maritiem beleid en is door een vrywei
volmaakte eenheid in taktlek en seinwezen een gemeenschappeiyk bevel
verwezeniykt. Wederzydse waardering voor eikaars bekwame vlootvoogden
onder wie De Ruyter zo'n voorname plaats heeft ingenomen, beeft zijn be
kroning gevonden in een gemeenschappelijke krachtsinspanning en ls uit
gegroeid tot een hechte vriendschap.