Blijft Scheveningse vissersvloot voor een kwart in de haven? Ontmoeting in Goes met kenmerkende eenvoud DUITSLAND WAS OOK IN 1956 NEDERLANDS BESTE KLANT LINDBERGHS OCEAANVLUCHT WORDT THANS VERFILMD Blik achter de schermen in Zeeuwse bedrijven (IV) DONDERDAG 14 MAART 1957 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 11 TEKORT AAN BEMANNING (Advertentie) t Onze vissers vluchtennaar de vaste wal of naar koopvaardij (Van een speciale verslaggever). De Nederlandse haringvloot kampt met een toenemend tekort aan vak bekwame vissers. Vooral In Scheveningen is de situatie nijpend. Volgens sommige voorspellingen zal bij liet begin van d© nieuwe haringteelt In mei a.s. wellicht zelfs een kwart van de Scheveningse vloot gedoemd zUn ln de haven te blijven wegens gebrek aan bemanning. Een tiental voornamelijk jongere schippers heeft reeds besloten dit jaar niet uit te varen. Ook circa veertig stuurlieden en monteurs zijn voornemens over te stappen van de ha- ringloggers op coasters of koopvaarders. De laatste jaren ls overigens reeds gebleken, dat vele jongeren aan vast werk aan de wal d© voorkeur geven boven het seizoenwerk op de vissersvloot. En een der belangrijkste oorza ken van deze moeilijkheden ligt op de vloot zelf, namelijk de accomodatie aan boord. Een groot percentage van de vis sersvloot is totaal verouderd, voldoet niet meer aan de moderne eisen. Het werk aan boord van deze verouderde schepen is voor de vissers niet bijzon der aanlokkelijk, aangezien de belo ningen lager zijn dan op de moderne schepen en het bovendien aan boord aan alle comfort ontbreekt. Zo varen de laatste jaren tal van loggers uit met een bemanning, die niet volledig is of met z.g. opstap pers ls aangevuld. In het eerste ge val hebben de ervaren vissers dub bel werk en in het tweede geval moeten zij veelal naast hun eigen werk nog een groot deel doen van het werk der losse krachten, wier handen verkeerd staan en die minister Mansholt wees daarop dezer dagen in zijn Memorie van Antwoord soms zelfs „door wangedrag de samenleving aan boord onmogelijk maken". Dit leidt uiteraard tot klachten over over treding van de C.A.O. over te lange arbeidstijden en te zwaar werk. Minister Mansholt die ook be zwaren tegen de loonsystemen heeft meent dan ook dat een en ander nader onderzocht moet wor den en zal hierover contact opne men met zijn collega van Sociale Zaken. Zo gaat het in de haringvisserij van kwaad tot erger. De moeilijkheden op de vloot spitsen zich steeds meer toe en de oudere vissers vinden het dik wijls niet verantwoord meer hun zoons een vak te laten kiezen, dat slechts een deel van het jaar werk geeft. De schepen, die alleen geschikt zijn voor de drijfnetvisserij, varen namelijk ge middeld 180 dagen de grote trawlers gemiddeld 220 dagen per jaar. Slechts een klein deel van de vloot vaart 's winters door. De rest blijft binnen en dan moet de bemanning maar zien een tijdelijk baantje aan de wal te vin den met uitzondering alleen van een kleine groep vissers, voor wie de rederijen op de erven nog werk heb ben. Geen wonder dus dat velen hun heil zoeken in de kustvaart en de koopvaardij, waar het hele jaar door werk ls en het leven aan boord ge woonlijk veel geriefelijker is. Nu zou er uiteraard reeds veel kunnen verbeteren, wanneer de re derijen de bemanningen voor het gehele jaar in vaste dienst namen tegen een vast loon, plus een bonus uit de besomming en recht op pen sioen. De vissers kunnen dan in de tyd, dat de schepen in de haven liggen, aan boord allerlei onder houdswerk verrichten, dat er nu door derden wordt gedaan. Dit sys teem wordt in enkele Franse ha vens reeds vrij lang met succes ge volgd, maar in Nederland wordt het nog steeds niet toegepast. Een algehele oplossing van het pro bleem ls overigens slechts mogelijk door een grondige sanering van de vissersvloot. Reeds nu wordt aange nomen, dat de nieuwe schepen wel automatisch de oudere „er uit zullen varen". Er ls een schema voor de nieuwbouw (Visserijnota) en binnen dit kader wordt wel voortgang met de sanering gemaakt, maar met d© kredietaanvragen van de rederijen loopt het nog niet hard. Naar verluidt speelt het feit, dat vele oude schepen al helemaal afgeschreven zjjn en nun opbrengst dus „pure winst" is, hlerby nog een tamelijk belangrijke rol GOEDE HANDELSPARTNERS Nederland beste afnemer van Duitse produkten JAC. HARINGMAN kenmerkende eenvoud Evenals ln het voorafgegane Jaar was de Bondsrepubliek Duitsland in 1956 de beste afnemer van Neder landse produkten en was omgekeerd Nederland de best© klant van de Bondsrepubliek Duitsland. De uit voer van Nederland naar West- Duitsland nam procentueel ln ster kere mate toe dan de totale Neder landse uitvoer en ook de uitvoer van West-Duitsland naar Nederland ver toonde een sterkere procentuele toe neming dan de totale Westduitse uitvoer. Het belang, dat beide landen als handelspartner voor elkaar hebben, is dus wederom groter geworden. De Nederlands-Duitse Kamer van Koop handel in Den Kaag heeft de gege vens betreffende het Nederlands- Duitse handelsverkeer in het volgen de overzicht samengevat. Nederland voerde in 1956 voor een waarde van 1960 miljoen naar West-Duitsland uit. Ten opzichte van 1955, in welk jaar deze uitvoer 1742 miljoen had belopen, bete kent dit een toeneming met 12,5 pro cent. De totale Nederlandse uitvoer vertoonde van 1955 op 1956 een toe neming van 6,4 procent. Naar ver houding ls dus de Nederlandse uit voer naar West-Duitsland bijna tweemaal zo sterk toegenomen als de totale Nederlandse uitvoer. Aan agrarische produkten ex porteerde Nederland in 1955 in totaal voor een waarde van 3897 miljoen, waarvan West- Duitsland voor een waarde van 1004 miljoen of 25,7 procent afnam. Het aandeel van de Bondsrepu bliek in de Nederlandse export van industriële produkten beliep in 1956 956 miljoen of 13,7 pro cent van de totale Nederlandse industriële export. Uit de gegevens van Duitse in- en uitvoerstatistiek kan op over eenkomstige wijze worden berekend, dat Nederland in 1956 ook weer de beste klant van 4e Bondsrepubliek Duitsland was. Nederland stond op de eerste plaats met een aandeel van 9,3 procent in de totale Duitse export. Gaandeweg worden de handelsver dragen tussen Nederland en derde landen vervangen door handelsver dragen tussen de Benelux en derde landen. Een zodanig verdrag tussen de Benelux en Duitsland zal eerlang moeten worden gesloten. In dit verband verdient het. de aandacht, dat de handelsomzet tus sen de Benelux en Duitsland een omvang heeft, die in de wereld slechts ln enkele gevallen bijv. in het handelsverkeer tussen de Ver enigde Staten en Canada wordt overtroffen. Blijkens de Duitse sta tistiek bereikte de omzet tussen Duitsland en de Benelux in 1956 het imposante bedrag van dm 8.3 mil jard. Dorp op Umnak zal ontruimd worden De bewoners van het dorp Nikolskl op Umnak, een van de Aleoeten, zijn bezig hun woningen te ontruimen na de onverwachte uitbarsting van de vulkaan Vsevidof op Umnak. aldus is dinsdag te Anchorage in Alaska ver nomen. De Vsevidof heeft in 200 jaar tijds geen uitbarsting gehad, 'n Kotter van de Amerikaanse kust wacht zou behulpzaam zijn by de ont ruiming. De andere vulkaan op Umnak, de Tulik, is in 1945 voor het laatst uit gebarsten. De Carnegfestichting ls een studie be gonnen naar de mogelijkheid om een vaste strijdmacht van de V.N. ln het leven te roepen. De studie zals zes maanden vergen en 25.000 dollar kosten. Stand van Amerika op beurs in Poznan Het Amerikaanse ministerie van handel heeft gisteren bekendge maakt, dat de Verenigde Staten met een indrukwekkende officiële expositie zullen deelnemen aan de ipdustriebeurs, die van 9 tot 23 juni a.s. te Poznan in Polen zal worden gehouden. Naar een woordvoerder van het departement mededeelde, zal dit de eerste deelneming der Amerikaan se regering zijn aan een beurs die in een communistisch land wordt gehouden, afgezien van de beurzen in Joego-Slavië. Er zal een grote verscheidenheid van Amerikaanse verbruiksgoede- ren worden tentoongesteld. DRIEMAAL „SPIRIT OF ST. LOUIS Spiegeltje redde hem van de dood Hoewel iedereen het einde reeds kent, heeft de film, die Wanner Bros zal ver vaardigen over de vlucht van Charles A. Lindbergh over de Atlantische Oceaan, tal van spannende momenten De film is echter niet zozeer bedoeld om het publiek in spanning te houden als wel de mensen op de hoogt© te brengen van de voorbereidingen, de achtergronden, en alles wat met deze historische vlucht samenhing. Flashbacks laten de eerste proef vluchten zien, gemaakt met vliegtui gen, die het proto-type van d© spe ciaal gebouwde „Spirit, of St. Louis" waren. Tevens wordt ingegaan op de financiering van het project. De originele „Spirit of St. Louis" werd in recordtijd gebouwd, omdat ook andere vliegers met plannen rondliepen, de Atlantische Oceaan over te steken. Voor de film zijn drie getrouwe ko pieën van het toestel van Lindbergh gemaakt. Men hield rekening met de mogelijkheid, dat een der kopieën zou verongelukken. De originele „Spirit of St. Louis" is tentoongesteld in het Smithsonian Institute te Washington. Drie toestellen waren eveneens noodzakelijk, omdat tegelijkertijd op verscheidene plaatsen opnamen wer den gemaakt. De film laat tevens zien, dat Lindbergh zijn leven te danken heeft aan een spiegeltje, dat een der mecaniciens kort voor het ver trek in de cockpit aanbracht. Bij een van de laatste inspecties wilde Lindbergh een kleiner spiegeltje hebben. Dit spiegeltje werd hem gegeven door een jonge vrouw, die zien toevallig op het vliegveld be vond. Tijdens de vlucht viel Lind bergh in slaap. Het toestel verloor voortdurend hoogte en zou in de Atlantische Oceaan zijn gestort, wanneer de vlieger niet was ge wekt door het zonlicht dat via net spiegeltje op zyn ogen werd ge richt. West-Duitsland wenst stabilisatie eierprijzen. De Westduitse Bondsregering heeft Informatieve besprekingen geopend met de aangrenzende agrarische landen ten einde te komen tot sta bilisatie van de eierprijzen. De overvloed van eieren, vooral door goedkope invoer uit Denemar ken, acht de Bondsregering econo misch ongezond, daar de voordelen voor de consument voorbijgaand zijn en niet opwegen tegen latere nade len. De Duitse boeren dreigen, de kippen af te slachten, hetgeen de Bondsrepubliek gevaarlijk acht om de dan volgende afhankelijkheid van de invoer. In consumentenkringen noemt men het dreigement der boe ren „bluf". Met Haringman.. C. Traas, aan de tegelpers: „Als we er nog eens een vrachtwagen by hadden Frans Koeyers „legt de laatste hand" aan een systeemblok voor oeververdediging. „Ja, Jacobus, hoe gaat het Het is een eenvoudige, forse man, van wie we deze eerste zinnen van een telefoon gesprek in zijn kantoor afluisteren. Blo zend, grijzend, met humorlichtjes in zijn ogen. Negenentwintig jaar geleden begon hij met één man personeel een betonzaakje in Co- lijnsplaat. De toen 25-jarige Jac. Haring- man gelóófde in beton. De Zeeuwse boeren, aan wie hij in die tijd zijn hoofdleidingen voor drainages wilde verkopen, hadden er echter geen snars vertrouwen in. Acht maanden lang verkocht Haringman voor geen stuiver. Toch zette hij door. Hij reisde de boeren af, praatte, betoogde, onderhan delde en overreedde, tot het hem gelukte zjjn eerste produkten te verkopen. Die tjjd ligt nu ver weg. Jac Haringman is er niet gemakkelijk over aan het praten te krijgen. Hy praat niet over dingen die voorbij zijn. Van de toekomst daarentegen zit hij vol. Hij spreekt er ons over met aanstekelijk enthousiasme, wanneer wij over het terrein wandelen. Met een enkel handgebaar duidt hij ons hoever zijn werkterrein zich nog zal uitbreiden. Voor bijna alle onderdelen van zijn bedrijf heeft hij nog wel nieuwigheden in petto. En hij ontwerpt en volvoert zijn plannen steeds met dezelfde tref zekere eenvoud. Die eenvoud ligt ook ten grondslag aan de artikelen die op het ogenblik in de fabriek gemaakt worden (goeddeels eigen vindin gen van de heer Haringman) en de vervaardi- gingswijze ervan. Want om de simpele buizen gaat het reeds lang niet meer. De systeemblok- ken voor oeververdediging, de vogelbektegels en de iprokeien voor bestrating zijn nu de be langrijkste produkten. Aan het bureau tegenover dat van de heer Haringman op het kantoor zit de boekhou der, de heer A. van Waterschoot. Zoals de rook van hun beider sigaren samenkronkelt, zo komt het ook vaak voor dat hun beider denkbeelden samensmelten tot één zakelijke beslissing. Op één punt zijn de heren het toch niet helemaal eens. Wanneer het woord „bedryfskern" name lijk ln ons gesprek valt, merkt de heer Van Waterschoot op: „Op het punt van de om gang met het personeel is de heer Haring- man wat traditioneel, een beetje „van de oude stempel", in die zin, dat hy liever zelf zorgt, terwijl ik meer neig naar een moder nere vorm van samenwerking en samenspre- king. Maar, houdt me ten goede, er zal geen mens tevergeefs bij de heer Haringman aan- kloppen. Hy geeft zelfs nog wel eens eerder toe dan ik zou doen......" Zeventig man sterk is het personeel van de fa briek. Het is bepaald geen werk voor lieden, die met handschoentjes aangepakt willen worden, al wordt het veeal met handschoenen aan ver richt. De eerste Impressie die men krygt is die van een stel norse mannen bezig aan een pro- duktieslag. Maar die indruk wordt weggeno men wanneer men even met de mensen praat. Het zyn flinke kerels, die het prettig vinden dat er hoge eisen aan hen gesteld worden en er machtig mee ingenomen zyn, dat ze goed be taald worden. Er wordt in hoog tempo gewerkt: bij onze gesprekken bleek de vonk van de grote uitbreidingen in meerdere of mindere mate op alle werkers te zyn overgeslagen. e ziet het groeien", zegt ons Leen Goeman, die nu anderhalf jaar bij Haringman werkt. Hy staat aan een automatische te gelpers. die wy enorm lawaaierig vonden. „Daar merk je na een poosje niks meer van", zegt Leen. Hij vertrouwt ons toe. dat hij nog wel graag een tafel erbij zou zien komen om de te gels op weg te zetten. Zyn collega Traas, aan dezelfde pers werkend, vertelt ons echter, dat Leen nog wel heel wat anders zou willen. „Hy leeft voor zyn meisje meneer. En wy hebben liet te kwaad wanneer hy van plan is naar Terneu- zen, naar haar toe te gaan, want op zo'n dag werkt hy nog dubbel zo snel". Met dat „wij" doelt de heer Traas mede op de derde man aan de pers. M. Dalebout. Dalebout heeft de landar beid Jaren geleden de rug toegekeerd. Voorna melijk om het loon, zoals hy vertelt. Hij heeft het best naar zyn zin, maar zou het toch pret tig vinden als zyn zoon kon leren en het nog wat verder zou kunnen „schoppen". De heer Traas zelf zat vroeger achter het stuur. Hy vindt zyn nieuwe werk „veel spannender" en het idee, dat hy nu werkelijk Iets „maakt" schenkt hem meer voldoening. Hy zou het allemaal nog mooier vinden wanneer een flinke vrachtwagen werd aangeschaft voor het transport van de Haringman-produkten. Bij het stampen in mallen van systeemblokken voor oeververdediging ontmoeten we Frans Koeyers. „Ja, ik heb een poosje achter zo'n kar (Intern transport van grondstoffen) aangelo pen, maar dat beviel me toch niet. Toen ben ik naar meneer Haringman toegegaan en heb ik gevraagd of ik het eens by de blokken mocht proberen. Nou die vond dat wel goed, maar in 't eerst waren de blokken steeds niet zwaar ge noeg. Je moet dat namelijk precies uitkienen, vooral met grof grind, fyn grind, of met ver schil in vochtigheid", zegt hij, leunend op zijn elektrische stamper. J. de Schipper werkt vlak naast Koeyers. Hy heeft veertien jaar gevaren. Hy kent wel iets van de zee en voelt er iets „in zitten" om te werken voor „je eigen veiligheid" aan de oververdediging. „Toen ik aan de wal kwam dacht ik, je moet gelijk het zwaarste maar aanpakken, dan kan het nooit meer te genvallen", aldus De Schipper. Hij miste het scheepsdek onder zijn voeten nog wel eens. „Maar ja, de échte kapitein, m'n verloofde Op het terrein verrijst een strakke loods van 48 bij 12 meter. „Dit gebouw heb ik zelf ontworpen en het wordt geheel door eigen krachten uitgevoerd. Het is een pro ject in het kader van onze uitbreiding. Op het ogenblik verdubbelt mijn bedrijf zich jaarlijks. Ik zal er binnenkort nog een man of dertig bij moeten hebben". Dit waren terloopse, zomaar eenvoudige opmerkingen die we nog uit de mond van de heer Ha ringman tijdens onze wandeling door het bedrijf optekenden. Kenmerkende opmer kingen voor een man, die in eenvoud iets belangrijks bouwde. A. VAN WATERSCHOOT modernere vorm de Schipper, die na veertien jaar varen gelijk het zwaarste /naar aan pakte, dan kon ,Jiet nooit meer te genvallen." Hij stampt op de foto 'n systeemblok in ee,t mal.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 7