c
Marijke van Raephorst wijst de
weg naar goede lectuur
Onze
"Qzouwenpaqina
or el
Boeken voor jongens en voor meisjes
~öan ozouu)
H
bewondering...
VRIJDAG 1 MAART 1957
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
T
(Advertentie)
PERUTZ-PEROMNIA-25
MM C»»n Hiiupp«rut b*j d* h*nd h«b>.
M**r ook >»J ion- «n mulicbt. i«lfa Mi d«
n»OM<lif"box Ern *up«rsn«ll« Alnt
di« in het "donk«r«'- jmrr'lij »/l». kan?
BclteM h»m iliïnDiN bu dacHchU ala
30 DIN b|) kuna»Hebt.
SPEUREND EN ZOEKEND NAAR BOEKEN
Spreken, schrijven
èn moeder zijn
Ze heeft een grote liefde voor het
boek, Marijke van Raephorst, de be
kende critica voor jeugdlectuur. Ze
zit tegenover ons: kortgeknipt haar
rondom haar jong gezicht en na
tuurlijk gaat liet gesprek over het
boek en de komende boekenweek.
Het is prettig om met Marijke van
Raephorst te praten. Ze is een warm-
men selijke persoonlijkheid, moeder
van twee robbedoezen van jongens
(10 en 12 jaar) die op een ogenblik
dat ze zit te piekeren over de vorm
van een boek-bespreking voor de
radio, juist komen binnenstormen
met een paar marmotten onder de
arm en een zak met zaagsel die ze
en passant even door de kamer
strooien. En het pleit voor Marijke
van Raephorst dat dit kan! Ze is
erin geslaagd om de werkende
vrouw die zij is, volkomen te ver
zoenen met de vrouw als middelpunt
van een gezin. Er is een bevruchten
de wisselwerking ontstaan tussen
deze beide ogenschijnlijk tegenstrij
dige functies, die ze helemaal heeft
weten te overkoepelen.
„Als ik niet midden in de praktijk
van het leven stond", zegt zij, „dan
zou ik mijn werk nooit op deze wij
ze kunnen doen".
Het werk van Marijke van Raep
horst Men zou kunnen zeggen:
het wijzen van de weg naar werke
lijk goede lectuur. Speuren en zoe
ken Tn de stroom van boeken die
haar toevloeit (ze is adviseuze van
diverse uitgevers, die haar de bin
nengekomen manuscripten ter beoor
deling toezenden) naar juist d&t
boek dat de lezer iets kan geven
van blijvende waarde. Na jarenlang
medewerkster van de AVRO te zijn
geweest, waar ze een rubriek voor
de zieken verzorgde, „De Pareldui
kers" en later in de Jeugdboeken-
schouw boekkritieken gaf, bespreekt
zij sedert 1956 het boek voor de
jeugd voor de V.P.R.O. Behalve de
ze radio-uitzendingen die zich nog
verder uitstrekken dan kritieken al
leen (op 15 maart zal zij „Het gezin
als werkgemeenschap" in de cyclus
„Het Gezin", een serie van 10 12
lezingen ter stimulering van het ge
zinsleven, bespreken) houdt zij voor
drachten door het gehele land voor
de Protestanten Bond, voor paedago-
gische verenigingen of ouderavon
den, voor de vereniging tot Nut van
het Algemeen en de boekhandel. In
de a.s. Boekenweek verzorgt zij een
avond in de schouwburg te Ensche
de „Feest Rond het Boek" en staat
zij in een kraam op de Jeugdboeken-
markt.
Mevrouw Van Raephorst is zeer
idealistisch ingesteld. Ze ziet haar
taak als spreekster en schrijfster
(van haar hand verschenen de meis
jesboeken „Kleine als sterren",
„Voor de tweesprong" en „De Lap
pendeken") als het leggen van een
MARIJKE VAN RAEPHORST
speurend maar goede lectuur
verband tussen leven, boek en mens.
Het vers of de roman en ook het
kinderboek sluit aan bij eigen ver
langens, eigen strijd. Zelf worste
lend met de problemen van de au
teur („al kom ik aan het schrijven
van mijn eigen boeken door de druk
te haast niet meer toeis zij
bij uitstek geschikt om de achter
grond van een boek aan te tonen,
de innerlijke noodzaak die tot schrij
ven noopte, te vertellen dat de ge
stelde problemen een spiegelbeeld
zijn van de eigen problemen. Ze is
bijzonder geschikt voor deze bemid
delende rol, niet alleen omdat ze
door eigen scheppend vermogen
midden in het leven staat, maar
ook door haar taak als vrouw en
moeder.
„Ik geloof dat het voor kinde
ren opvoedend kan zijn als een
moeder een taak buiten het ge
zin heeft. Ze leren spelenderwijs
hun eigen belangen opzij zetten.
Ik geloof in de invloed van alles
wat uit nood geboren is. Als ik
bijvoorbeeld 's avonds een lezing
moet houden ergens op het plat
teland sloven mijn jongens zich
uit om mij te helpen. „Ga nou
maar, anders mis je de bus! Wij
wassen wel voor je af". Of ze
vragen bezorgd: „heb je Je drop
jes wel bij je?"
Gevaar in een keukenkastje
Op de Bedryfsveiligheidsbeurs die deze week in Amsterdam gehouden
wordt, wordt ook aandacht besteed aan de veiligheid in huis. Men kan er
leren, dat in Nederland jaarlijks gemiddeld 60.000 kleuters een ongeluk
hr(jgen, In 400 gevallen zyn die ongelukken dodelyk, terwijl er elk jaar 1250
kleuters voor hun leven min of meer ernstig worden verminkt. Bijna de
helft van de verongelukte kinderen tot twee jaar wordt het slachtoffer van
een ongeluk in huis. Van iedere 200 kinderen is er één invalide tengevolge
van een ongeluk
Deze trieste cijfers zyn zo hoog doordat in vele hulzen gevaren schuilen,
die door de ouders over het hoofd worden gezien. Lang niet ieder weet nog,
dat geneesmiddelen en cosmetische middelen, die op het eerste gezicht on
gevaarlijk lyken, voor kinderen uiterst gevaarlijk kunnen zyn. Aspirine,
crèmes, haarwater en slaappoeders betekenen voor kinderen een gevaar.
Vele medicijnen worden tegenwoordig geleverd in de vorm van kleurige
tabletjes, waarvan de kindereu dikwyls denken dat het snoepgoed is. Opber
gen achter slot en grendel is de enige remedie voor wie zyn kinderen be
schermen wil. Dat hetzelfde geldt voor de gevaarlijke stoffen die een simpel
keukenkastje bergen kan, is duldelyk. Een tafereeltje als op bovenstaande
foto, hoe vriendelijk het op het eerste gezicht ook lijken mag, ls één der
grootste gevaren die uw kinderen in huis bedreigen!
De kinderen krijgen ook het
gevoel dat je „bij" bent, dat ze
over alles met je praten kunnen.
Ieder jaar oktober krijg ik met
de najaarsaanbieding heel wat
boeken ter beoordeling. Dat Ls
een vracht om haast niet door te
komen. Dan helpen de jongens
mij ook wel eens. „Mam zal ik
het vast lezen, dan weet je ten
minste wat erin staat...." De kri
tiek is vaak niet mals. „Waarde
loos", zeggen ze dan of ze scha
men zich voor hun gevoel. „Weet
Je wat ik het fijnste vond? Toen
die moeder in het ziekenhuis lag,
maar dat mag je niet zeggen
voor de radio..."
Met haar werk voor diverse week
en maandbladen heeft Marijke van
Raephorst een druk leven.
Maar het is de moeite waard: om
het boek tot zijn recht te doen ko
men. Om het contact met mensen
die ze iets geven wil dat in haar
zelf leeft: eerbied voor wat uit
waarachtige gedrevenheid met
woorden is verbeeld, eerbied voor
het boek dat boven de letter uitstijgt
in eerlijke overtuiging.
Oost-Duitsland wenst
„mooiere mannequins"
Berlijn, maart De Oostduitse
communisten kunnen, blijkens een ar
tikel in het te Oost-Berlijn verschij
nende „B. Z. am Abend", niet langer
genoegen nemen met de staatsmanne-
quins op wier genationaliseerde fi
guurtjes de Oostduitse textielfabri
kanten hun waren etaleren.
In Erfurt staat de enige opleidings
school voor mannequins in heel Oost-
Duitsland. „De studenten van de
school voor mannequins in Erfurt zijn
doodgewone meisjes, sommige met
slechte figuren. Er zijn er met lang
haar, anderen dragen het kort; er
zijn er met smalle tailles anderen zijn
te breed. Al met al geven zij de in
druk, bijeengeraapt te zyn". aldus „B.
Z. am Abend".
„Wij willen geen Parijse manne
quins voortbrengen, maar we hebben
toch wel modellen nodig met zeer goe
de figuren. Dat is zeer belangrijk voor
de internationale handel", zo stelt het
blad vast.
Advertentie)
cvmncrmg aan wmmn
Onder mijn prettige herinneringen
aan het jaar 1954 behoort de kennis
making met Emma Morel. Het begon
met een brief groot gul schrift,
drie kantjes. ,Mag ik me eerst aan
U voorstellenEmma Morel, vroe
ger actrice bij „Hef Nederlands To
neel" te Amsterdam, Stadsschouw
burg."
Het was als een stem uit een an
dere wereld: mijn studententijd, ple
zierige avonden in de Leidse schouw
burg, een kwiek figuurtje op het to
neel, levendig, beschaafd spelMe
vrouw Morel vroeg mij, als ik in
Amsterdam kwam voor mijn lezing
over Wolff en Deken aan de Volks
universiteit, haar 'n bezoek te bren
gen. Ze zou mij op die avond wel
zien en nader afspreken. Want mo
gelijk zou ik wel belang stellen in
haar kritieken en foto's van de op
voeringen van Sara Burgerhart, in
1912.
Onder de vele vertrouwde en vele
nieuwe gezichten zag ik haar in de
pauze ojj mij afkomen: klein, mollig,
nog altijd kwiek, met een rond, pi
kant gezichtje, en ik luisterde naar
de zorgvuldige instructies, hoe ik
van mijn logeeradres op de Nassau-
kade 360 belanden moest: twee
trams, dddr overstappen, dan lopen
tot de eerste brug
Veel bijzonderheden van het be
zoek zijn \;ervaagd. Ik herinner me
een smal bovenhuis, te vol, maar
knus. Uit het raam een wijd uit
zicht over brug en water. Een
gastvrouw, die be bijna te veel aan
zoete en pikante lekkernijen voor
zet. Kritieken vol lof, die ik vluch
tig inzie onder het gebabbel door.
Albums met foto's, een beetje stijf
jes poserend, helemaal niet zoals het
geweest moet zyn, de kostuums pop
pig, met een overdaad van stroken.
Kanten, veren: negentiende-eeuws te
veel aan ornament, die de lichte ele
gance van Saartje verdegelijkt.
Maar wat Emma Morel over het re
peteren voor Sara Burgerhart zegt,
doet me mijn oren spitsen. „Ik vond
het een lastig stuk", vertelt ze, „en
vervelend instuderen, erg veel ge
praat, en dan die moeiltjke, ouder
wetse taal! We hadden er eigenlijk
geen van allen veel mee op. Chris-
pijn, die de regie had en bovendien
de rol van de adellijke lichtmis R.
speelde, wel het allerminst. Ik hoor
het hem nog zeggen, toen na de
première het doek zakte: „Goddank,
dat zit er op! De eerste èn de laat
ste keer!" „We hadden geen idee,
dat het stuk zó was in»
Maar toen de volgende dag! De
kranten één en al lof!"
(Ik krijg een krantenknipsel on
der de neus geduwd, maar ik uister
liever) „Avond aan avond, in Am
sterdam, in de andere grote steden,
door het hele latid! Op 25 september
1912 een gala-avond bij de honderd
ste voorstelling, met een bijzonder
souvenir van de bewerkster, mej.
Pabst uit Laren, voor Saartjes"
,J2n", vraag tk, „toen vond U het
stuk toch zeker niet meer lastig of
vervelend T" ,fNee", zegt Emma Mo
rel, toch een beetje weifelend, ,/lat
wel niet. Maar vermoeiend blééf het
en druk, drukOm dat vele ge
praat en dan die eindeloze ver wisse
ling van kostuums, hoeden, pruiken.
Alles in een ijltempo, omdat ik bijna
steeds op het toneel was."
En met blijkbare voorkeur laat ze
me nog eens de foto uit het eerste
bedrijf zien: Saartje in haar arme
lijke kledij, met de schort en het wit
te mutsje het enige kostuum, dat
ze nog altijd in haar bezit heeft
de enige foto, die nog lééft.
Domburg, februari '57.
H. C. M. Ghjjsen.
Bij de recente Parijse voorjaarsmodeshows is opnieuw gebleken, dat
Christian Dior hoe vaak hy de modewereld geschokt mag hebben met dl
te extravagante vondsten toch altijd nog de meester-kleermaker
onder de Parijse couturiers, is. Ook zijn modellen voor dit seizoen zijn
weer met vakmanschap gemaakt; vooral zijn tailleurs zijn interessant,
maar ook de middag japonnen zyn alle aandacht waard. Het model lrPlein
Giel" hierboven afgebeeld, is een van die middagjaponnen. Het materiaal
is hemelsblauwe shantung.
Het is een bonte verzameling figu
ren, waarmee jeugdige lezers en leze
ressen kunnen kennismaken in het
boek „Dierencircus Pipino". Maxi, de
chimpansee, die de huishouding doet
voor Augusttn de clown; Leopold, de
leeuw, die zich graag ais „majesteit"
hoort aanspreken en dikwyls over
Afrika vertelt, hoewel hij in een die
rentuin geboren is; Petronius, de by-
zonder wijze ezel; Boefje, de brutale
takshond; Lora, de kakatoe, die alles
weet
Nog veel meer dieren telt het die
rencircus, dat onder leiding staat van
het echtpaar Pipino; beste brave
mensen, die aan net begin van het
boek nogal met geldzorgen te kam
pen hebben. Die financiële zorgen
worden echter snel opgelost, wanneer
de dieren van het circus helemaal
zelfstandig gaan optreden en daar
mee de onderneming zo beroemd ma
ken, dat de bezoekers (en het geld)
toestromen. De tournee die het circus
gezelschap tenslotte door Amerika
gaat maken, is natuurlijk de kroon op
het werk van de ijverige beesten en
beestjes.
De schrijver, Arthur-Heinz Leh-
mann heeft de lotgevallen van het
Circus Pipino in een vlotte en humo
ristische trant te boek gesteld. Mar-
got Bakker zorgde voor een goede
vertaling, en H. P. Leopolds Litge-
versmy. N.V. te Den Haag voor de
uitgave (met vele illustraties) van
dit aardige dierenverhaal.
Mevrouw A. Rutgers van der Loeff
Basenau schreef voor jongens van
tien tot vijftien jaar „Het licht in je
ogen", een verhaal rondom een niet
alledaags onderwerp. De hoofdper
soon, de twaalfjarige Kees Noot,
wordt door een ongeluk hij valt tij
dens het spelen in een kalkput bij
na geheel blind en moet in een blin
deninstituut worden. opgenomen.
Dank zy een bijzondere operatie krijgt
hij echter het gezichtsvermogen terug
en kan hij zijn plaats in het normale
leven hernemen.
De schrijfster heeft dit ontegen
zeggelijk tere onderwerp nogal
vrijmoedig behandeld, en daarom
leest men het aanvankelijk met
enige reserve om na lezing te
ontdekken, dat het geheel toch
aanvaardbaar én boeiend is. De
leeftijdsgrens kan men echter wel
Iets naar boven verschuiven; een
tienjarige is wellicht nog wat te
jong om geconfronteerd te worden
met een dergelijk navrant onder
werp. Uitgeefster van dit boek is
N.V. de Arbeiderspers te Amster
dam.
Ben van Eysselsteijn tenslotte zorg
de voor een Nederlandse bewerking
van Erich Kastners „De burgers van
Schilda"; de burgers van dat denk- i
beeldige Duitse stadie, die allemaal
zo oliedom waren. Elf kostelijke ver-
halen over die oliedomheid verteld j
op geestige, de jeugd ongetwijfeld bij-
zonder „aansprekende" wijze. Er zijn 1
elf kleurenillustraties bij en verschei
dene zwart-wit tekeningen; het boek
heeft een plezierig formaat en een
duidelijke druk. Ook dit is een uitgave
van H. P. Leopolds Uit geversmij. N.V.
te Den Haag.
iet ozoun)
et is maar dat U het weet, maar
vrijdagsavonds van tien voor
zeven tot zeven uur ben ik voor
niets en niemand te spreken. Dan
luister ik namelijk met hart en ziel
naar de radio. Een apparaat dat
meestentijds aan mijn onwillig oor
geen droge boterham verdient.
Het mag zonderling heten, maar
ik heb na veel geduld het luisteren
Firaktlsch opgegeven. Ik hoor af en
oe wel eens woest geestdriftige ver
halen van mensen die geen visite bij
de familie Doorsnee, geen Spraakwa
terval of Showboat zullen overslaan
ik kan, na veel eerlijk pogen, de
moed er niet meer voor opbrengen.
Misschien is het wel totaal wereld
vreemd. maar ik ben nu eenmaal
niet geïnteresseerd in doorsneekwali-
teiten. van wie of wat ook, want die
kan ik iedere dag overal van het ha-
negekraai tot het Wilhelmus om mij
heen naar hartelust opmerken.
En wat ai die massale kinderspel
letjes voor lichamelijk volwassenen
betreft dlc maken mij, ondanks 't
loeiend gelach, zo ongezegbaar me
lancholiek dat ik neiging kryg het
hoofd op de moede armen te leggen
en met Lode Zielens te zuchten:
„Moeder, waarom leven wij?"
Waarom sloven van de wieg tot
het graf clubleiders en schoolmees
ters, schrijvers en schilders, archi
tecten en kunstnijveren, voorlich
tingsbureaus en volkshogescholen en
nog een paar dozijn andere geduldige
en bezielde personen en instanties
zich uit, om de mens van deze tiid
begrip voor het schone en het goede
by te brengen?
Is diezelfde mens niet veel en véél
gelukkiger met een stelletje onzeg
baar flauwe aardigheden en een
rijtje schreiend-kinderachtige vra
gen, aan welker goede beantwoor
ding onevenredig kostbare belonin
gen zijn verbonden?
Ik heb af en toe. hopend op een
lichte verbetering na vele protes
ten, zo'n daverende lach- en gil-
show een half uurtje aangezet om
de vinger op de pols van het be
schaafde volksvermaak te leggen. En
als ik met lichte verbijstering dan
de conférence en de croonerij had
weten te doorstaan, werd het mij
werkelijk benauwd bij de vragencom-
petitie.
Heb ik met eigen oren niet een
juffrouw, die met blind geluk van
een stelletje knoppen het grootste
gedeelte goed had ingedrukt, een
zacht prysje van over de honderd
gulden in de wacht horen slepen?
Heb ik een meneer, die zich hape
rend drie beroemde wielrenners en
generaals wist te herinneren, niet
met een servies en een stelletje chè-
ques horen gelukwensen?
Niet alleen Is dit pure waanzin
wat betreft de verhouding tussen
prestatie en beloning, maar het 1"
ook wel zo smaakbeaervend. hol en
wzenloos, dat men zich afvraagt of
w\j niet spoorslags op weg zyn naar
de kleuterbox.
Betalen wjj daér twaalf gulden
per jaar plus een duur abonnement
op een mager drukwerkje voor?
Moeten wy parforce op minstens drie
avonden in de week, als wy moe van
het dagelijks routinewerk onze aan
dacht wel eens aan betere, boeiende,
belangrijke zaken willen wijden, af
gescheept worden met het ooggetui-
geverslag van een loeiende massa
folmakers
Het steevaste, commercieel onweer
legbare commentaar is immer: Wij
willen óók wel anders, maar wn
moéten wel. want het overgrote deel
van de luisteraars wil lol en leut, wil
juffrouwen zonder stem of techniek
horen jammeren in slecht Engels of
deplorabel Nederlands, wil sentimen
tele hoorspelen of opgeschroefde re
portages van onbelangrijke feiten.
En aangezien de klant koning is, en
het getal oppermachtig, kunnen wij
omroepleidingen met bloedend hart
en ctulurle deernis de serieuze luis
teraar niet au sérieux nemen, he
laas.
Juist. En daarom zat stellig half
Nederland plus 'n stevig contingent
landgenoten daarbuiten op oude
jaarsavond een uur lang om Wim
Kan te glimlachen. En daarom zit
ten vijfenzeventig duizend luiste
raars op vrijdagavond van tien voor
zeven tot zeven uur met een pracht
van een reproductie voor zich te luis
teren naar de stem van een desktin-
dige die al het schone en geheel
eigene in een stadsgezicht van Weis
senbach of een litho van Escher
weet duidelijk te maken.
Vijfenzeventigduizend belangstel
lenden: de omroep had, met vrezen
en beven, er niet meer dan twintig
duizend verwacht. En de initiatief
nemer heeft vijf jaar lang op stijf-
gesloten deuren moeten hameren.
Hoe zit het nu eigenlijk? Kan de
omroep niet beter of wil zij niet? Of
zou zrj wellicht het koppig hoofd eens
buiten haar verzegeld heilig huisje
moeten steken om te overwegen, dat
die kapitalen aan domme prijsuitde-
lerij misschien beter besteed waren
aan honoraria voor competente spre
kers en tekstschrijvers en cultureel
waardevolle programma's?
En die dar. liefst niet in de prille
morgenuren of tegen middernacht.
SASKIA.
Advertentie)
streelt iedere moeder, vooral
wanneer het haar baby betreft...
Daarom voor de tere huid von
moeder en kind