Uitbundige boerenbruiloften in Twente en Gelderse Achterhoek JIMMY als Marathonloper STRATEGIE VAN DE VERDERE STRIJD TEGEN DE KANKER JL\e$de, uitgafny^erdl VenkoJk 30 PROT1NOIALB EBBUWBB COURANT VRIJDAG 22 FEBRUARI 1957 Advertentie J Binnenbrand in een Rotterdamse fabriek. Gisternacht heeft een binnenbrand gewoed in een lystenfabriek aan de Voorhaven te Rotterdam. De brand is vermoedelijk ontstaan door overver hitting van een kachel, die midden in de zagerij stond en waaromheen ge droogde planken, latten, jutebalen en zaagsel lagen, welke vlam vatten. De brandweer heeft de brand in ongeveer drie kwartier geblust met twee nevel- stralen en een straal op de waterlei ding. De eigenaar schat de schade op circa tienduizend gulden. Zweedse nota over de dood van Wallenberg. De Zweedse ambassadeur te Moskou heeft de Sowjet-regering een nota doen toekomen over de dood van de Zweedse diplomaat Raoul Wallenberg. De regering te Stockholm verklaart nauwelijks te kunnen geloven, dat de nota waarin de Russische regering meldde dat Wallenberg in 1947 in een Moskouse gevangenis was overleden, alle gegevens bevatte, waarover de Russen beschikken. De Zweedse rege ring hoopt, dat de Sowjet-autoritei- ten binnenkort verdere documenten over de dood van de Zweedse diplo maat zullen zenden. DRIE LANGE DAGEN DUURDE HET.... Vaak wel vijfhonderd gasten Van een onzer verslaggevers) Zuinigheid is steeds een der deugden geweest van het platteland. Om het „geld over de balk te gooien", daarmee was en is men niet „opgebracht". Een noodgedwongen zuinigheid, niet te verwarren met schraapzucht. Heeft de boer niet steeds gezeten in het hoekje waar de slagen vallen? Zelfs in tijden van hoogconjunctuur Als reactie trad er op hoogtijdagen een gulheid aan de dag, die een buitenstaander licht overdreven kon voorkomen. Het mocht de gasten aan niets ontbreken. De schilderijen van Breughel, de verhalen van Felix Timmermans getuigen van deze uitbundige feesten. In tegenstelling tot bijv. het noorden van ons land kenmerken zich de bruiloften in Twente en de Gelderse Achterhoek van oudsher door hun uitbundige karakter. En overvloeiende spijs en drank. Wij hebben eens lang geleden zo'n Achterhoeks® bruiloft meege maakt. Drie lange dagen duurde net feest. Voordat de trouwdag was aange broken was er reeds menig borreltje gedronken op de gezondheid van het jonge paar aoor de „noabers", de bu ren, die gingen „groen maken" (het huis van de bruid versieren). De eerste dag was besteed voor de intimi: zowel familie als vrienden. Een klein gezelschap, ongeveer vijf tig man sterk. Een keurig feest, waar het ons aan niets ontbrak. Op de tweede dag, waarop de meer verwij derde familieleden en naaste buren waren genodigd laaide de feestvreug de eerst recht op. De derde bruilofts dag ontaarde in een janboel. De rest van buren, relaties en vrien den kwam opdagen. Maar ook vele tafelschuimers en duistere elemen ten drongen de feestzaal binnen en deden zien ruimschoots te goed aan alles wat hen voor de mond kwam. We ontdekten een woonwagenbewo ner, die met in elke jaszak een fles wijn over de dansvloer zwierde. Som mige gasten wisten trouwens niet eens wat nu precies de oorzaak van Ze hebben ze zo hoog nodig... da *oor Hun groei en wee.» land noodzake lijke vitaminen A en O en onmitbare minera le opbouwitollen. Scotl fmulilon. de -»makell|k«te levertraan, vult alle tekorten aan op de meest werkzame de vreugde was: „Wi'j goat hen daan sen", was alles wat zy ons wisten te vertellen toen wij hen op weg naar het feest quasi hadden gevraagd wat er eigenlyk aan de hand was daar in het dorpscafé. Men denke zich de toestand in van een bruidspaar dat een dag en twee avonden in vol ornaat moet dat ze eindelijk konden overgaan tot de orde van de dag. Al heeft dit bruidspaar nu zelf al byna huwbare kinderen, men denke niet dat de grote en uitbundige brui loften tot het verleden behoren in het oosten van het land. Ook heden nog zHn in deze streken bruiloften met 500 genodigden geen uitzondering. Wat erger is: de gewoonte het bruidspaar namens familie en buurt GELDERSE BOERENBRUILOFT Het brengen van de krentenstoeten. passende cadeaus aan te bieden, zoals ook elders ten platte lande wel ge bruikelijk is, kent men doorgaans niet. Men geeft geld. Men stopt de bruidegom wat in handen en de grootte van het bedrag neemt men als maatstaf voor het weinig of veel gebruiken van hetgeen wordt aange boden. Het gevolg is dat het bruids paar, na afloop de rekening opma kende, tot de conclusie moet komen: „Wi'j bint er net uitekommen" of (In vele gevallen: „Wie hebt er op toe'e- legd Het late uur van scheiden alsmede de rijkelijke hoeveelheden sterke drank die soms worden genuttigd kunnen oorzaak zijn van uitwas sen. En ze zyn dit ook dikwijls. Het gezegde van een bruiloft komt een bruiloft is aan de dage lijkse levenspraktijk ontsproten doch dit geld stellig niet voor het platteland alleen. Het is uiteraard verblijdend dat de boerenjeugd zelf wel anders wil. En met name het bruidspaar. Kleinere bruilof ten zou men stellig verkiezen bo ven die waarop de gehele buurt wordt uitgenodigd. Dank zy een duideiyke uitspraak die van r.-k. zyde enige tyd geleden in Goor werd vernomen over een meer verantwoorde bruiloftsviering is" men er hier en daar al mee begon nen het aantal gasten te beperken.. Dat gaat echter niet altijd even eenvoudig. Tradities hebben een taai leven en er kunnen gemakke- ïyk conflicten ontstaan in een kleine gemeenschap als de een wel genodigd wordt en de ander niet... Maar toch heeft men goede hoop dat In de toekomst aan de eeuwenoude traditie van het Twentse en Achter- hoekse platteland een meer zinvolle inhoud zal worden gegeven. Razzia's in Djakarta. Pasar Baroe, de drukste winkel straat van Djakarta, was donderdag volkomen uitgestorven, toen gehelm de militairen, met de bajonet op het teweer, alle woonhuizen en winkels oorzochten. In de wijk van Pasar Ba- roe 2yn ook de Indonesische en bui tenlandse persbureaux gevestigd. Een aantal personen, voornameiyk Chinezen, werd voor nader onderzoek aangehouden. Advertentie NIET VOLDOENDE ONDERZOEKERS Men zal in de georganiseerde kankerbestrijding zowel aan de prak tische als aan de meer theoretische facetten van het kankervraagstuk aandacht dienen te geven. Zo besluit de inleiding tot de samen vatting van het beleidsplan 1956 1960, waarin de „landelyke organisa tie voor de kankerbestrijding" de richtlijnen systematisch heeft ge bundeld waarlangs zy haar doel zal nastreven: de bestriding van de kan ker in ons land te organiseren, coör dineren en stimuleren wanneer en waar dit nodig of nuttig mocht zyn. Ter zake van de klinische behan deling wordt vooropgesteld het stre ven naar een steeds betere behande ling, waarvoor statistische bewerking van voldoende omvangryk materiaal en goede follow-up doorgaans onont- beeriyk zijn. Alleen dan geeft zulk een be handeling kans op succes, wan neer zy in een vroeg stadium van de ziekte wordt ingesteld. Daartoe is nodig, dat patiënten zich vroeg tot een arts wenden en dat het on derzoek op een zo hoog mogelyk peil wordt gebracht. Aangenomen wordt dat het aantal (12 thans) in ons land werkzame be handelingscentra beperkt zal moeten worden willen deze voldoende erva ring opdoen over alle vormen van kanker en de behandelingswyze daar van. „Per centrum zyn eigenlyk niet voldoende inwoners aanwezig". Ge streefd moet worden naar een zo groot mogelijke onderlinge samen werking dezer centra, o.a. om steeds over de best bereikbare combinatie van bestrijdingsmiddelen te beschik ken. De in 1952 begonnen landelijke kankerregistratie zal krachtig -wor den bevorderd. Op het ogenblik beschikt ons land niet over voldoende kanker onderzoekers. De vorming van zulke onderzoekers zal ernstig ge stimuleerd worden, o.a. door het (onder zekere voorwaarden) be- scliikbaar stellen van opleidings- fellowships (vergelijkbaar met beurzen). De voorlichting van het publiek zal ernstig worden bezien. Men ontveinst zich niet, dat het Nederlandse volk grote belangstelling heeft voor elke stapje, dat op de moeilijke weg der kankerbestryding wordt gedaan. Echter, zich bewast van hun grote verantwoordeiykheid, ontveinzen de Nederlandse cancerologen zich nog minder de gevolgen van niet-totaal- verantwoorde-publikaties, die dikwyls niet te vervullen verwachtingen wek ken dus ernstige teleurstellingen met de consequenties daarvan opleveren. Op de persconferentie in Amster dam aan het „beleidsplan" gewijd, heeft met name prof. dr. L. B. VV. Jongkees (secretaris van de L.O.K.) daarop gewezen. Prof. Jongkees doel de daarby o.m. op het (nog niet af gesloten) onderzoek naar de thera- «ieën van de Nederlandse artsen dr. an Everdingen en dokter Moerman. Herhaald werd de belofte, dat, zodra dit zeer serieuze en mede daardoor veel tqd vergende onderzoek is ge ëindigd, de resultaten daarvan zullen worden gepubliceerd. Het totaal der jaariykse kosten, voortvloeiende uit het. beleidsplan L.O.K. wordt voor het Koningin Wilhelminafonds voor de periode 19561960 gesteld op: aanvankeiyk f 1.580.000,in de eerstvolgende vyf jaren oplopende tot f 2.000.000, 41. Jimmy's voorsprong op Tanokka en Richard Ru naway bedroeg niet meer dan 50 meter en hij pra- beerde deze te houden, daar men anders later zou kunnen beweren, dat hij „hinderlijk" voor de andere lopers was geweest. Jimmy klemde dus zijn tanden op elkaar en deed zijn best zijn oude tempo terug te vinden. Intussen keken de twee lopers met grote ver bazing naar de man in het blauwe shirt en het witte broekje die eensklaps voor hen was gaan lopen. De Japanner begreep er niets van en hij vermoedde da delijk, dat dit geen zuivere koffie was. Dit was een mededinger, dacht hij, die de zaak op de een of andere manier probeerde te bedriegen. Richard Runaway ech ter had wel doorzien, wat er gebeurd was. Dat is die dwaze vent, dacht hij, die ons in het begin van de wedstrijd is voorbij gelopen. Hij heeft natuurlijk langs de kant van de weg zijn broek en Jasje uitgedaan en dat heeft hem natuurlijk de nodige tijd gekost, 't Móet hem zijn. Want ik herken hem aan zijn manier van lopenIntussen naderde de auto van de wed strijdjury dip eens kwam kijken hoe het er met de koplopers voorstond. Tanokka en Richard Runaway liepen vlak naast elkaar. Praten deden zij niet, want ze konden elkaar toch niet verstaan. Maar toen de ju ry-auto „langszij" kwam, begon de Japanner heftige gebaren te maken. Hij maakte de heren attent op de hardloper, die voor hem liep en wiens aanwezigheid zijn argwaan had opgewekt. Meneer Barstra zag on middellijk, dat het om Jimmy Brown gtng, die dus zijn colbertkostuum had uitgetrokken. Hij zag er nu helemaal uit als een deelnemer en dat beviel meneer Barstra geenszins FEUILLETON door MARY BURCHELL 52 „Dan zal er, neem ik aan, wel geen gelegenheid zijn tot het stellen van netelige vragen", zei Erica kalm. „Er bestaat geen enkele reden, waarom hij zou denken, dat jij me hebt ge zien. Mocht er soms iets zijn uitge lekt, dan vraag ik ie niet, er om te liegen, maar vertel nem in elk geval zo weinig mogelijk. En noem alsje blieft Bunny niet". Lamm keek bezorgd voor zich. „Dat zal ik als je dat werkelijk verlangt, natuurlijk niet doen", zei hij aarzelend, „maar geloof je heus, dat dit het beste of juister het verstandigste is wat je doen kunt Je moet me niet kwalijk nemen, dat ik me nu in je zaken schijn te men gen. maar ik ken Oliver al vele laren en ben overtuigd, dat als hij wist van zijn zoontje „Hij zou dat weghalen om Erica geen geluk te gunnen, waar hij bui ten zou blijven vulde Carol op bitse toon aan. „Neen, neen. alsjeblief!" riep Erica onthutst. „Daar gaat het niet om. Maar ik ben wel bang, dat hij aan spraak op Bunny zou maken. En dat" voegde zij er met trillende stem aan toe, „zou ik niet kunnen dragen". „Ja, dat begrijp ik", zei Lamm. lie beiden bij zien, zou willen heb ben? „Neen" verklaarde Erica kortaf. Wat vrijwel een einde aan de discus sie maakte. Later, toen Lamm was vertrokken en de twee vrouwen weer samen wa ren, merkte Carol, voor haar doen een tikje beschroomd op: „Ik was blij, dat je zo positief de gedachte om je weer met Oliver in verbinding te stellen afwees, maar vroeg me wel even af waarom". Erica zweeg even en zei toen: „Ik heb hem vanavond gezien". „Hem gezien? Waar? Op het con cert? Heb je hem gesproken?" „Ja, op het concert. Neen, niet ge sproken", antwoordde Erica bijna toonloos. En ging, na wéér een ogen blik stilzwijgen, voort: „Dreda speel* de piano en daarom was hij er." „O!" Carol keek nu heel ernstig. „Misschien kwam hij meer voor Lamm", opperde ze, niet omdat ze Oliver wenste te verdedigen, maar omdat ze het ellendig vond als Eri ca zo keek. „Neen", klonk het bijna Ijskoud. „Na afloop kwamen ze samen naar buiten." Carol zweeg, niet wetend wat te zeggen. „Zodoende heb ik Lamm ontmoet. Ikik stond te wachten bij de ar tiestenuitgang", vervolgde Erica. „Ik dacht, dat Oliver hen beiden was gaan opzoeken en dat ik, als hij nui- ten kwam, een glimp van hem zou kunnen opvangen. Natuurlijk droeg ik zorg, dat hij me niet zou zien Maar ik had me die moeite kunnen besparen", besloot ze, terwijl ze haar gezicht in de handen verborg. „Niet doen, Ericalief", riep Carol. (Advertentie) haar liefkozend over de haren strij kend. „Het dient nergens toe, zie je en hy is het heus niet waard." „Het is dwaas, dat weet ik, maar ik kan je dat onmogelijk horen zeg gen", hernam Erica met gesmoorde stem. „Hij leek me zo onbeschrijfe lijk dierbaar toen ik hem heel kalm en ernstig in de zaal zag zitten. Zo iets als Bunny op zijn best, alleen volwassen." „O, Erica", riep Carol bijna wan hopig uit. „Hij lijkt helemaal niet op onze kleine lieveling Bunny." „Ja, dat doet hij wél. Jij weet er niets van, maar ik zie het dikwijls. Eén keer vooral zal ik mij altijd herinneren. Het was op onze huwe lijksreis, in Verona. Hij had me verteld, hoe hij zijn hand had be zeerd en hoe afschuwelijk het was anders dan anderen te zijn. Hij ver beeldt zich namelijk, dat iedereen in zekere zin een afkeer- heeft van zo'n hand." Carol, misschien toch enigszins ver rast door deze nieuwe kijk op Olivers karakter, deed er het zwijgen toe en na een poosje ging Erica verder: „Ik wist hem te doen begrijpen, dat het mij absoluut niet kon sche len; dat ik evenveel van zijn arme verminkte hand hield als van de rest. Hij had er nog nooit met iemand over gesproken en ik geloof niet, dat hij het ooit weer zal doen, maar toen scheen hij er een soort opluchting in te vinden door het onder woorden te (Advertentie) brengen. Ik denk er nog vaak aan, hoe hij later, met zijn gezicht half verborgen, tegen mij aan lag, zo rus tig en vredig. Op die manier kijkt Bunny ook, als hij weet, dat hij vei lig bij mij is." „Het spijt me echt, kindlief", zei Carol met een vriendelijke, troosten de blik, „maar soms vergeet ik hele maal, dat er tussen jou en hem zulke banden moeten bestaan. Ik herinner me alleen, dat hij je door zyn optre den zoveel verdriet heeft berokkend, maar ik geloof graag, dat jij hem beter kent dan iemand anders. Daar om is het verkeerd van me. zo gauw een oordeel te vellen en lelijke din gen van hem te zeggen." Erica stak snel de hand naar Carol uit. „In orde hoor, Carol", gaf ze op hartelijke toon te kennen. „Ik weet, dat je het alleen deed omdat je zo op mij gesteld bent. En wan neer je veel van iemand houdt, word je onwillekeurig een tikje blind waar het anderen en hun motieven betreft." „Nu, nu", hernam Carol, een scheef gezicht trekkend. „Ik accep teer de beschuldiging van blindheid omdat jij ze uitspreekt, maar ik ben er niet bepaald verrukt over." ..O, jij bent het niet alleen", ver zekerde Erica glimlachend. „Bij mij is het precies zo ten aanzien van Oliver en ik geloofik geloof by Oliver ten opzichte van Dreda." Intussen bleek dit Carol toch él te kras. „Neen, Erica", verklaarde ze, „nu ga je te ver. Ik bedank ervoor, ons allen met Dreda op één hoop te la ten gooien. Je moet heus een andere verklaring voor mijn woorden zien te vinden. Ondertussen stel ik voor, nu naar bed te gaan. We zijn afschu welijk laat opgebleven." „Ja", zei Erica opstaande, „het kwam doordat ik Chester Lamm heb meegebracht, „maar ik ben toch blij, dat hij hier geweest is. Hij heeft zo iets aardigs over zich." En toen Ca rol daar niet op inging, voegde ze er bij: „Jij moogt hem ook wel, niet waar, Carol?" „O, zeker", gaf Carol nogal onver schillig toe. „Ik vind hem heel aar dig." Daarop gingen ze beiden slapen. De volgende weken werd Chester Lamm een tamelijk trouwe bezoe ker. Hy bracht gewoonlijk bloemen voor Erica, sigaretten voor Carol en duur. maar niet altijd even geschikt speelgoed voor Bunny mee. (Wordt vervold)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 12