Dr. Metselaar: Succesvolle strijd
tegen malaria op Nieuw-Guinea
Gemeenschap voor Kolen en Staal
biedt al belangri jke voordelen
SCHEPEN NU LANGER IN DE
HAVENS DAN VOOR DE OORLOG
VOOR HET EERST OP DE R.A.I.
PARKEERMETERS TE ZIEN
10
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG 8 FEBRUARI 1957
PROEFNEMINGEN NABIJ HET SENT ANIMEER
Huizen worden bespoten met DDT
licht over het doel van de proefne
mingen. Dank zij deze voorlich
ting heeft men zeer veel mede
werking gekregen.
Na enige tijd heeft men het proef
gebied uitgebreid en op het ogenblik
wonen 80 a 100.000 Papoea's in een
gebied, dat geregeld wordt bespoten,
ir. Metselaar is evenwel tot de con
clusie gekomen, dat een dergelijke
bespuiting alleen zin heeft in die ge-
De heer D. Metselaar hoofd van de afdeling malariabestrijding van de
dienst van gezondheidszorg van Nederlands Nieuw-Guinea, is woensdag
aan de rijksuniversiteit te Leiden gepromoveerd tot doctor in de genees
kunde op een proefschrift, getiteld „A pilot project of residual insecticide
spraying in Netherlands New-Guinea, contribution to the knowledge of
holo-endemic malaria". Promotor was prof. dr. P. H. van Thiel. Dr. Met
selaar, die in 1914 te Rotterdam werd geboren, was van 1940 tot 1948
huisarts te Kamperland. Daarna trok hij als gouvernementsarts naar
Nieuw-Guinea. Thans is hij met verlof in Nederland. In april a.s. hoopt hij
naar Nieuw-Guinea terug te keren.
In een onderhoud met een A.N.P.-
verslaggever vertelde de heer Met
selaar onder meer, dat op Neder
lands Nieuw-Guinea de malaria in
een vrijwel even hevige mate voor
komt als in sommige streken van
Afrika, die tot nu toe als de
ergste malariagebieden werden be
schouwd.
Er zijn in Nieuw-Guinea streken,
waar iedere volwassen Papoea ge
middeld ongeveer 150 maal per jaar
wordt gestoken door een muskiet,
die met malaria is besmet. Dit is bij
dr. Metselaars onderzoekingen ge
bleken.
Vroeger meende men. aldus de Jon
ge doctor, dat bespuiting van de hui
zen met D.D.T. in Nieuw-Guinea geen
zin zou hebben voor de malariabestrij
ding, omdat de muskieten daar vrij
wel niet in de huizen zouden komen.
Het muggengeslacht anopheles, dat
malaria overbrengt, bestaat namelijk
uit een groot aantal soorten, die zeer
uiteenlopende levensgewoonten heb
ben.
Sommige leven bij voorkeur buiten,
terwijl andere zich juist liever bin
nenshuis schuilhouden. De soort die
op Nieuw-Guinea het meest voorkomt
behoort tot de eerste groep. De laat
ste jaren is evenwel gebleken, dat de
ze muskieten toch 's nachts de huizen
binnengaan om daar bij de bewoners
bloed te zuigen en dan nog enige uren
ln de huizen vertoeven.
Toen dit eenmaal bekend was, rees
het vermoeden dat D.D.T.-bespuitlng
wel degelijk gunstige resultaten zou
hebben. Om dit na te gaan. heeft dr.
Metselaar een reeks proeven geno
men in het gebied rondom het Senta-
n lm eer, ten Westen van Hollandla.
De gehele bevolking van dit gebied
die uit ongeveer 5500 personen be
staat, werd geregistreerd en op ma
laria onderzocht.
Daarna werd in januari 1954
begonnen met het bespuiten van
de huizen in het proefgebied en de
naaste omgeving daarvan. Ieder
half jaar werd de bespuiting her
haald, Na één en na twee jaar
werd opnieuw een volledig bevol
kingsonderzoek verricht. Voorts
werden de kinderen die na de eer
ste bespuiting waren geboren, ge
regeld onderzocht. By deze kinae
ren bleek ruim 90 minder be
smetting met malaria voor te ko
men dan vóór de bespuiting by
kinderen van dezelfde leeftijd.
Onder de gehele bevolking viel trou
wens een grote verbetering in de ge
zondheidstoestand te constateren,
want het aantal personen, dat mala
riaparasieten in het bloed had, was
sterk afgenomen. Bovendien waren
de geboorte, en sterftecijfers ln het
Êroefgebied in het tweede jaar na de
espuiting bijzonder gunstig, terwijl
in enkele leeftijdsgroepen een aan
wijsbare verbetering van lengte en
gewicht waarneembaar was.
Ook aan de bevolking zelf is het
duideiyk geworden, dat de proefne
mingen van de afdeling malariabe
strijding goede resultaten hadden,
want het ls dr. Metselaar verscheide
ne malen overkomen, dat men hem
bedankte. Eén dorpshoofd voegde
hem zelfs glunderend toe: „Nou dok
ter, we hebben hier nog nooit zoveel
kindertjes gehad".
Vóór men met het onderzoek en
de bespuiting was begonnen, wa
ren in de dorpen propagandabh-
eenkomsten gehouden, waar ae
bewoners met behulp van een pe-
troleumprojector werden voorge
bieden waar de bevolking vrij stabiel
in de dorpen biyft en daar ook slaapt.
Wanneer zij daarentegen vaak bulten
overnacht, in tuinen en sago-gebie-
den dan bereikt men met bespuiten
alleen niet veel, omdat de mensen
daar dan toch met malaria worden
besmet. Wil men in deze gebieden de
malaria uitroeien dan zullen andere
methoden nodig zijn naast de huisbe-
spulting. Hiervoor zal men dus nieu
we proefobjecten moeten opzetten.
Dr. Metselaar denkt bijv. aan het ge
durende enige tyd systematisch toe
dienen van geneesmiddelen aan de be
volking.
Van vele zijden wordt grote be
langstelling getoond voor de proeven.
Het kindernoodfonds van de Ver. Na
ties, Unicef, heeft de benodigde DDT,
spuiten, auto's en 'n deel van de in
richting van het laboratorim ver
strekt.
De malariabestrijdin^sdlenst van
Australisch Nieuw-Guinea, waar men
sedert kort met soortgelijke proeven
is begonnen, is van te voren m Hol-
landia poolshoogte komen nemen.
Ook met de wereldgezondheidsorgani
satie en de South Pacific Commission
werden geregeld contacten onderhou
den.
Parijs' artiest zoon van
Roemeense koning.
Het opperste tribunaal van Portu
gal heeft bevestigd dat da 37-jarige
Mircea Gregoire Lambrino, een Parij-
■e artiest, een wettige zoon is van
wijlen koning Carol van Roemenië.
Deze uitspraak zal door een Parijse
rechtbank moeten worden bevestigd
alvorens algemene erkenning te krij-
§en, aldus de advocaat van Lambrino,
r. Joao Paulo Cancella da Abreu.
Lambrino begon ongeveer drie jaar
geleden een proces om te bewijzen dat
hij een wettige zoon is van de over
leden koning van Roemenië. Hij hoop
te daardoor in het bezit te komen van
een deel van de natlatenschap van ko
ning Carol, die tussen hem en ex-
koning Michael dient te worden ver
deeld en tevens het recht te verkrij
gen de naam „■obenzollern" te ge
bruiken.
Lambrino is de zoon uit het huwe
lijk van Carol met Joana Lambrino.
Sowjet onderzeebootbasis
in Zuidpoolgebied?
In sommige officiële Australische
kringen maakt men zich grote zor
gen dat de Russen misschien bezig
ztjn een onderzeebootbasis op te
richten toe Mirny, aan de Australi
sche periferie in Antarctica, 't Zuid
poolgebied.
De basis wordt opgericht onder 't
mom van wetenschappelijk onder
zoek voor het geofisisch jaar dat in
1958 eindigt, aldus de zegslieden.
Volgens gegevens die betrouwbaar
heten voeren de Russen oceanogra-
fisch werk uit dat hun gegevens moet
leveren om een diepzee-onderzeeboot
basis te bouwen welke het de Russen
mogelijk zou maken de Australische
kusten aan de Atlantische oceaan en
de zuid-Pacific te beheersen.
Het verluidt dat kolossale hoeveel
heden wetenschappelijke uitrusting
naar de grote Russischt
overgebracht.
basis zijn
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
In het Van Nispenkuis te Am-
sterdam is dezer dagen de
schoorsteenvegersvaktentoon-
stelling geopend. De plechtig-
heid geschiedde door het door-
steken van een schoorsteen M
door de voorzitter van de Alge- M
viene Schoorsteenvegerspa-
troonsbond, de heer P. W. Vi-
tali, die hierbij werd geassis- m
teerd door een in werkkledij
gestoken schoorsteenveger, die
bovendien net als zijn Deense
collega's een hoge hoed droeg.
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
VIER JAREN VAN GOEDE ERVARINGEN
INDUSTRIËLE PRODUKTIE
EG K 5 lonOtn tn ondtrt groothwtJtn
STAAL PRODUKTIE
EG K S
Staalproduktie steeg van 42 tot
57 miljoen ton per jaar
Op 10 februari begint voor de Europese Gemeenschap voor Kolen en
Staal het laatste jaar van de overgangsperiode, die in liet oprichtingsver
drag is opgenomen. Deze periode dient om aan alle deelnemende staten de
gelegenheid te geven zich aan te passen aan de nieuwe omstandigheden,
veroorzaakt door de gemeenschappelijke markt, die op 10 februari 1953
voor kolen, yzererts en schroot werd ingesteld en drie maanden later voor
staal. Begin 1956 was de gemeenschappelijke markt voor kolen en staal
bijna geheel tot stand gekomen: binnen liet gebied van de gemeenschap wa
ren douanerechten, kwantitatieve restricties en monetaire beperkingen,
dubbele prijzen en andere vormen van discriminatie nagenoeg verdwenen.
Voor het transport waren reeds vroeger vorderingen gemaakt om te komen
tot internationale transitotarieven voor het vervoer van het ene eind van
de gemeenschap naar het andere.
Producenten, handelaren en ver
bruikers zijn gewend geraakt aan de
vrijheid te kopen en te verkopen in
andere landen van de gemeenschap.
Na drie jaren functioneerde de ge
meenschappelijke markt voor kolen
en staal reeds met succes en zonder
de vele moeilykheden, die voorspeld
waren. Zij had belangrijke voordelen
opgeleverd door een toeneming van
de nandel, grotere zekerheid ten aan
zien van de afzetgebieden en de
grondstoffenvoorziening en een opval
lende stabiliteit van de pryzen, on
danks de hoogconjunctuur.
Het jaar 1956 kan waarschijnlijk
het best gekenmerkt worden als liet
jaar waarin de gemeenschappelijke
markt min of meer normaal ging
werken en als het jaar waarin de Ho
ge Autoriteit in toenemende mate te
maken kreeg met de lopende vraag
stukken, waarvan de oplossing een
grote invloed heeft op het economi
sche leven van geheel Europa. Van
deze problemen mogen wel genoemd
worden de zorg van de Hoge Autori
teit voor een voldoende steenkolen-
voorziening van Europa en voor de
beschikbaarstelling van voldoende
hoeveelheden schroot ten behoeve van
de staalnijverheid. Ook kan de Hoge
Autoriteit zich nu meer in principiële
vorm met de ontwikkeling van de
economie op lange termyij en meer in
het bijzonder met het leven van
richtlijnen voor de toekomstige in
vesteringen bezig houden.
170
160
ISO
1
140
IJO
ISO
A
y
bi
dcicij'crs
952 IOO
1953 '54 '55 '56
Het is zonder meer duidelijk dat de
voortdurende hoogconjunctuur in de
staalindustrie, die samenviel met een
even grote activiteit in alle andere
sectoren van de industrie, naast wel
vaart toch ook een groot aantal pro
blemen bracht. Terloops behoeft er
slechts aan herinnerd te worden, dat
de staalproduktie in 1952 nog geen
42 miljoen ton beliep, maar in 1956
byna 57 miljoen ton bereikte.
Ofschoon de steenkolenvoorraden
bij de industrie op een hoog peil
konden worden gehandhaafd en
ondanks het feit dat er 13.5%
meer steenkool voor huisbrand en
kleine industrieën werd gereser
veerd dan in het kolenjaar 1955/
56. bleef het vraagstuk of iedere
verbruiker voldoende steenkolen
zou hebben een probleem dat de
ze winter de grootste aandacht
heeft vereist Óp wens van het
parlement van de gemeenschap
heeft de Hoge Autoriteit contact
gezocht met de zes regeringen en
via de Raad van Ministers is ge
tracht te bereiken, dat de huis-
brandkolen ook werkelijk voor dit
doel werden gebruikt.
Bij haar sociale politiek heeft de Ho
ge Autoriteit grote aandacht ge
schonken aan de woningbouw en op
dit ogenblik zijn 16000 mynwerkers-
woningen in aanbouw. Met instem
ming van de Raad van Ministers
heeft de Hoge Autoriteit thans de
mogeiykheid voor een bedrag van
30.000.000 dolars leningen te sluiten
of garanties op leningen te verstrek
ken, zodat in de periode 1957-1958
een tweede bouwprogramma zal kun
nen worden afgewerkt.
BU de toenemende spanningen op
de Europese kapitaalmarkten wyzen
de jongste gegevens er op dat de Ho
ge A itoriteit geplaatst zal worden
voor een steeds groter wordende taak
l>y het verstrekken van leningen en
het verlenen van garanties voor le
ningen die ten behoeve van de indu
strieën van de gemeenschap zullen
moeten worden opgenomen. Pas on
langs hebben vertegenwoordigers
van de staalindustrie der gemeen
schap de Hoge Autoriteit gevraagd,
een poging te doen tot het plaatsen
van een lening in de Verenigde Sta
ten. Een Duitse firma heeft een ga
rantie gevraagd voor het opnemen
van een lening van dm. 80.000.000, die
nodig zy'n voor de bouw van vier
schepen die steenkolen van Amerika
naar Europa moeten vervoeren.
(Advertentie!
INTERNATIONALE ARBEIDSORGANISATIE
Velerlei oorzaken
Volgens een rapport, dat door het
secretariaat van de Internationale
Arbeidsorganisatie aan de hand van
gegevens uit verscheidene landen is
samengesteld, liggen de schepen te
genwoordig langer in de havens dan
in de jaren voor de tweede wereldoor
log, hoewel de samenstelling van de
(Van een onzer
redacteuren).
Op de komende 37e
R.A.I. voor bedrijfs-
automobicien zal een
Amsterdamse impor
teur voor het eerst in
Nederland een par-
keermeter exposeren.
De parkeermeter is in
de Verenigde Staten en
thans ook in vele Duit
se steden een normale
verschijning geworden.
Het doel van een par
keermeter is het par
keren op bepaalde ter
reinen te beperken en
zodoende een betere
„doorstroming" te ver
kregen. Voor een vast
gestelde prys kan een
bepaalde periode gepar
keerd worden. De auto
mobilist kan een munt
stuk ln de meter wer
pen, waarna een uur
werk aangeeft, hoelang
het tegenover de meter
geparkeerde voertuig
er reeds „staat voor
z{jn geld".
De thans hier geïm-
Sorteerde meter laat
e automobilist een
keuze tussen drie ty-
den, bijvoorbeeld een
kwartier, een half uur
en een uur. En de im
porteur denkt voor de
ze tijden aan resp. een
stuiver, een dubbeltje
en twee dubbeltjes. Op
terreinen, welke van
parkeermeters zyn
voorzien kan de lang-
parkeerder de man
dus, die 's morgens zijn
auto voor de deur van
zyn kantoor neerzet en
hem tot vijf uur in de
middag niet gebruikt
niet terecht.
Aanvankelijk heeft het
heffen van parkeergel-
den door gemeenten,
zowel als het plaatsen
van deze meters op be
paalde terreinen nogal
wat juridische voeten
in de aarde gehad,
vooral wanneer het
ging om ryksgrond. In
middels is komen vast
te staan, dat gemeen
ten op eigen grond wel
het recht hebben, deze
meters te plaatsen, zo
werd ons door de im
porteur verteld. De te
genstand van de ver-
keersbonden tegen de
parkeermeter is echter
nog niet verdwenen. De
verkeersbonden achter
het heffen van par-
keergeld 'n ongerecht
vaardigde aanslag op
de portemonnaie van de
automobilist. Maar, dat
is het gebruikelijke
kwartje van een man
netje-met-pet, toch ook
en de meeste automobi
listen hebben er geen
bezwaar tegen, dit
kwartje te geven, on
danks de toch vaak
weinig efficiënte werk
wijze van zo'n parkeer
bewaarder.
Het is vooral de win
kelstand, die het beper
ken van de parkeer-
duur toejuicht. Ir
Duitsland heeft men de
ervaring opgedaan, dat
na de invoering van
parkeermeters vereni
gingen van winkeliers
met het verzoek kwa
men, ook voor hun
straten de parkeerme
ters jn te voeren.
De importeur meent,
dat er thans een ge
rede aanleiding is, net
met de parkeermeter
te proberen. Verschei
dene gemeenten hebben
plannen voor invoering
gereed liggen en wij
mogen aannemen, dat
een zakenman met een
produkt zal exposeren,
waarvan hy niet het
vermoeden heeft, dat
het zal worden gekocht
Waarschynlyk zal nie
mand de komst van
nog meer palen in onze
steden toejuichen, maar
wanneer daarmee be
reikt wordt, dat er een
betere doorstroming
van het verkeer komt
en de langparkeerders
niet meer de nooit
voor hun doel bedoel
de parkeerterreinen
kunnen blokkeren, dan
is dit toch zeker een
wezenlyk winstpunt.
koopvaardyvloten beter is dan voor
de oorlog, de schepen grotere snel
heid hebben en de installaties voor
't laden en lossen verbeterd zyn. Maat
schappyen, die ïyndiensten onderhou
den tussen Engeland en Australië,
hebben ervaren, dat de schepen te
genwoordig langer over de reis doen.
Voor de oorlog maakte een schip
gewoonlyk de reis heen en terug vyf
maal in twee jaar. Vyf reizen op de
zelfde route, voltooid in 1950, namen
evenwel drie jaar en tien dagen in
beslag, dat is dus e>en jaar en tien da
gen meer dan het vooroorlogse ge
middelde. Een maatschappij, die
vrachtdiensten onderhoudt tussen
Engeland en India. Pakistan en Cey
lon, meldt een daling van drie reizen
per jaar per schip voor de oorlog tot
iets minder dan twee reizen per jaar
in 1955.
De oorzaken van deze ontwikkeling
zijn van velerlei aard en 't zou mislei
dend en onbillijk zyn de vertraging
voornamelijk te wyten aan de arbei
ders, aldus het rapport, dat onder
meer de volgende oorzaken noemt: de
scheepvaart is tegenwoordig op een
kleiner aantal havens geconcen
treerd; in sommige havens is de oor
logsschade nog niet volledig hersteld
en voorts is er de neiging grotere
schepen te gebruiken en een onvol
doende coördinatie van de tijdsche
ma's der verschillende diensten.
Deze factoren vallen buiten de
competentie van de Internationale
Arbeidsorganisatie en het rapport
houdt zich daarom voornamelyk
bezig met de bestudering van ar
beidsvraagstukken en de organi
satie van de arbeid. Opgemerkt
wordt, dat opstopping in de ha
vens vrij dikwijls het resultaat is
van arbeidsconflicten en een be
trekkelijk geringe produktivitelt
van de havenarbeiders. De na
druk wordt gelegd op het nemen
van maatregelen tot verbetering
van de arbeidsverhoudingen en
van de arbeidsproduktiviteit.
Van 11 tot 23 maart zullen verte
genwoordigers van de regeringen,
werkgevers en werknemers van
de 26 leden-staten der Internatio
nale Arbeidsorganisatie te Ham
burg bijeenkomen om op basis van
het rapport na te gaan, op welke
wijze deze doeleinden kunnen wor
den verwezenlijkt. De bijeenkomst
wordt gehouden door de commis
sie voor het binnenlandse vervoer
van de Internationale Arbeidsor
ganisatie.