SPAANSE TAFERELEN
Spaane vrouw is nog altijd de
welbewaakte meesteres
Toledo: de stad waar God de
zon boven plaatste
HET PR ADO:. RIJKSTE
MUSEUM TER WERELD
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1957
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
11
GEEN WESTERSE EMANCIPATIE. MAAR....
Een avond in Valencia: slenteren in de hoofdstraat, zitten op een
terras, babbelen met een buurman in een ijswinkel. Ondertussen
nieuwsgierig naar de wijze van omgang van jongens en meisjes, man
nen en vrouwen. We hebben immers een andere wereld betreden, de
wereld van het volstrekte patriarchaat? Enkele avonden later maken
we de avondparade van de jeugd mee op het daarvoor bestemde plein
in Toledo. De Spaanse gids geeft nu eens gewillig, dan weer tegenstre
vend de nodige informatie. Het klopt wel zo ongeveer met de boeken.
Hoe het precies toegaat en in elkaar zit, daar komt de vreemdeling
toch niet achter.
De flirt en het stierengevecht
Niet overal is de situatie gelijk. In
streng-kerkelijke plaatsen houdt men
angstvallig aan de oude zede vast, in
wat vrijer streken gaat men gauwer
zijn eigen gang. Maar overal blijkt,
dat de beweging voor de emancipatie
der vrouw hier geen sympathie ont
moet en ook maar zelden ergens wor
tel heeft geschoten. De militante
strijdsters voor de vrouwenrechten,
zoals men die in de Angelsaksische
landen veel ontmoet, moet men in
Spanje niet zoeken. De getrouwd?
vrouw wijdt zich met hart en ziel aan
haar gezin, haar man is naar buiten
toe heer en meester. Echtscheiding
mag niet bestaan. De echtgenoot kan
zijn vrouw verbieden ergens een be
zoek te brengen of de stad uit te
gaan; de vader beslist alleen over de
toekomst van de kinderen.
Natuurlijk, er zijn vrouwelijke
studenten, maar welke betrekking
zullen zij later kunnen bekleden?
Het Franco-regiem, dat niets zal
doen wat de r.-k. kerk onaange
naam is, stelt geen ambtenaressen
op voorname posten aan en heeft
in 1942 zelfs de vrouwen uit de
diplomatieke wereld verwijderd.
Een meisje dat wil studeren moet
later tal van barrières overwin
nen: als gehuwde vrouw zal zij
slechts b\j hoge uitzondering een
betrekking kunnen bekleden.
Spaanse
taferelen
Door J- Piebenga
Maar voor het ruwe werk zijn de
vrouwen altijd goed genoeg En aan
prostituee's is er volgens de politie
ook nimmer gebrek. Hier leeft men in
het rijk van de dubbele moraal; de
zonde waarvoor de gehuwde vrouw
desnoods gedood kan worden, behoeft
voor de man nauwelijks een overtre
ding of mispas te heten. Nu begrijpt
men ook. uit welke mentaliteit en ze
delijke denkwijze de toestanden in
Zuid-Amerika verklaard moeten wor
den.
In de literatuur en in tal van re
portages is de Spaanse flirt met het
stierengevecht vergeleken. Zelfs onze
gids kon het niet laten er op te wij
zen. Btj de „corrida" is de toreador
de aanvallende figuur, maar hij beidt
zijn trjd, hij maakt er een spél van.
hg doet het met gratie. De stier
wordt met de rode mantel geplaagd
en t
tot 1
bij de flirt is het besluit toch altijd
anders dan bij de corrida. Niet de
aangevallen stier verliest het. maai
de toreador. Hij meent de meester te
zyn, maar hij is de slaafd van de se-
noritas zo goed als van de senoras.
De vrouw die niet de brede weg op
gaat, heeft immers maar één doel, en
wel van jongsaf aan: de trouwring,
het huwelijk.
De jongen en het meisje die elkaar
zoeken zyn geen kameraden, maar in
wezen vijanden. Ieder heeft van zeer
jong af een speciale opvoeding gehad,
een opvoeding die van coëducatie
nooit of slechts heel zelden weet
heeft. De meisjes op het Toledaanse
plein waren zeldzaam vrijmoedig in
het lonken, lokken en charmeren,
maar ze deden het onder de ogen van
hun brede, gemoedelijke moeders, die
bjj de fontein zaten met de allerjong
sten bij zich en die het onder elkaar
druk hadden, maar die, zodra een
bepaalde klok geslagen had, hun
doehteren bjj zich verzamelden. In
een kwartier was het hele drukke en
vrolijke plein leeggestroomd.
Generatie na generatie hebben de
moeders slechts één gedachte gehad:
hun dochters welbewaakt en spoedig
eliik te
laten binnenlopen. Het meisje neeft
de veilige haven van het huwelij
van kindsbeen af gehoord, "dat
vrouw het altijd moet verliezen en
dat eigenlijk iedere man behalve
de eigen onbetrouwbaar is. Kan
het anders in een maatschappij, waar
in de man zich als de van nature aan- j
gewezen heerser en de bezitter van i
alle rechten beschouwt en waar hij in
de vrouw een kostbaar stuk jacht
wild meente te zien?
Het wonder van de dans.
Dat toch de Spaanse vrouw geen i
slavin is zij ziet er in gang en
1 voorkomen ook allerminst als een j
onderworpene uit en zich zeker j
wel als prooi, maar toch ook als heer-
seres beschouwt, kan men afleiden
uit de Spaanse dans. Elke dans is
een hevig, dramatisch en toch haast i
koel-verheven gevecht. West-Europa
heeft er na de oorlog weer heel wat
van kunnen zien: velen zijn er „wild"
van geworden en moesten toch be
kennen de achtergrond ervan niet ge
vat te hebben. In Spanje zelf zegt
men, dat er veel als Spaans wordt
gepresenteerd. wat alleen maar
„Kitsch" is. Alleen in Andalusië leeft I
nog de echte dansfolklore. En in Ma- j
drid is er maar één gelegenheid waar
men de onvervalste en oorspronke
lijke dans en zang kan zien en horen
en waar de ..gitanos" nog een groot i
aandeel in het programma hebben: j
Zambra. Maar daar komen dan ook
alleen de kenners en fijnproevers en
ze moeten er flink voor betalen. j
De zangers," meest oudere mannen j
met krachtige en zeer bijzondere mo-
dulerende stemmen, bezitten een 1
groot repertoire.
Vrouwen en mannen zijn prach
tig en voornaam gekleed en ver
mijden alles wat naar de bekende
Par ij se sensaties zou kunnen zwe
men. Wie deze fandangos, solea-
res, caracoles, bulerias, tanguillos
en hoe de verschillende danstypen
meer mogen heten, goed in zich
heeft opgenomen, zal voortaan de
Spaanse muziek ook beter leren
waarderen. Hij heeft een volk in
het hart gezien, een hart met vele
kanten, maar ook met vele af
gronden.
EL GRECO IS OVERWELDIGEND...
Nu een nationaal bedevaartsoord
Volgt hij zijn papieren gids of ge
hoorzaamt hij zijn ter plaatse bekend
zijnde geleider, dan komt de bezoe
ker van Toledo op zeker ogenblik
ook ergens buiten de stad op een ho
ge weg terecht, waar vandaan hem
dan een onvergetelijk uitzicht wordt
geboden. Het vreemdste is dan nog,
dat men dit panorama nimmer in
zijn leven vergeten zal. Nooit eerder
zag men een stad, die zo ten hemel
streeft en zozeer deel van de aarde
gebleven is. Het zijn niet de kleuren,
niet de vormen, niet de merkwaar
dige ligging en de vreemde omge
ving, die dit verbijsterende gevoel op
wekken, het is liet vlsoen.
Toledo is de stad van een der
eigenzinnigste en meest aparte schil
ders, die de kunstgeschiedenis weet
te vermelden: de van Kreta afkom
stige Griek Theotokopuli, die ge
woonlijk onder de naam El Greco
bekend staat. Wie alles wil zien wat
er hier van hem te zien valt, wordt
overweldigd en kan liet nauwelyks
meer verwerken. Misschien doet hij
zelfs goed al die apostelkoppen en
kerkschilderingen maar te laten voor
wat ze zijn: grootse herscheppingen
en verbeeldingen. Maar de stadsge
zichten, hem van zovele reprodukties
bekend, sla hij nimmer over. Zoals
dit schildersoog zijn stad heeft ge
grepen
Twee grote stukken hebben we ge
zien, een in Toledo en een in New
York, die men beide stadsvisioenen
zou moeten noemen, al ontlopen ze
elkaar in veel opzichten. Beide stuk
ken zijn in de eerste jaren van de
zeventiende eeuw geschilderd, toen
El Greco ongeveer 65 jaar oud was.
Op het ene, dat nu nog in de stad
zelf te zien is, lijkt alles helderheid,
dapperheid en glorie. Als een zadel
over een hoge rotsrug. zo stijgt het
bedaagde Toledo boven de rivier de
Taag uit. Alles is nauwkeurig aan
gegeven en een zoon van de schilder
ontrolt voor de toeschouwer zelfs een
stuk perkament, waarop de platte
grond van de stad is afgebeeld. Het
is alsof de Griek wil betuigen, dat
hij hier thuis is, elk straatje kent,
elk geheim heeft ontraadseld.
Maar dan dat andere: Toledo on
der de onweershemel. Niets meer van
dat horizontale, vertrouwenwekken
de, \'an huis uit bekende. De twee
stukken zijn kort na elkaar
maar welk een contrast vormen zij.
In dit schrikkelijke spel van licht
en donker wordt alles in het verticale
getrokken, de huizen op de rotsen
schijnen nóg steiler, de toren- en
poorten nog verhevener. De stad is
onderworpen aan een teistering die
teglijk een hemelse zegening is. Een
werk, zó geladen met mystieke visie,
is er wel geen tweede; als men bij
mystiek tenminste maar niet denkt
aan weemoed, zoetelijkheid, of half
zachte kleurenmengeling.
STAD VAN VREEMDE
EEUWIGHEID.
Gewoonlijk noemt men Rome de
eeuwige stad en In elk geval zag men
zelden iets dat zo uit de aarde aards
Sedert de middeleeuwen is er in de stratenaanleg van Toledo vry-
teel niets veranderd: nauwe, vaak steil oplopende en met keistenen
bevloerde stegen, tericijl de huizen elkaar van boven naar het i§j
H schijnt soms raken. Aan de straatzijde zijn de hui'.rn donker en zo
H op het oog ontoegankelijk; rondom de binnenplaats is er echter |f
veel licht en vriendelijkheid
iiiïiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^
is. Toledo, welk een zwaar steenblok
het moge zijn, is met de aarde alléén
nimmer tevreden: het staat op de
grens, in de spanning, onder het on
weer, het is een lijfelijke paradox.
Het is geen smeltkroes, al kwamen
en woonden geheel verschillende vol
ken er samen. Het is geen klooster,
al zag men zelden zo een geïsoleer
de en in zichzelf besloten jilaats. Alle
De legende wil, dat de stad door
directe afstammelingen van Noach
zo'n tweeduizend jaar voor het be
gin van onze jaartelling is gegrond
vest. Zeker is, dat zij in de Romein
se tijd al bestond en dat zij in de
geschiedenis der vroege christenheid
een voorname plaats heeft ingeno
men. Belangrijke kerkelijke verga
deringen werden hier gehouden,
tijden hebben er hun sporen nagela- i kerkvorsten hadden hier hun zetel.
ten en toch heeft Toledo iets tijde-
loos.
lllllllllliilllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllillll
M De Spaanse dorpen liggen
H laag, vlak en armelijk aan de
H dorre aarde gekluisterd; zij
vertonen alle 'hetzelfde onge-
H cultiveerde en haast primitie-
H ve beeld, maar bezitten des-
niettegenstaande (ofjuist
daardoor!stijl en karakter.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Veel copi'isien aan hef werk
Een obligaat onderdeel van het reisprogramma vormt voor verre
weg de meeste toeristen het museum bezoek. In Parijs ge weest te
zijn e niet het Lottvre bezichtigd te hebben, is een doodzonde. Na
men, die men in de lectuur honderdmaal is tegengekomen, kunnen
immers bij zo'n tocht door de vele wijde zalen plotseling tot werke
lijkheid worden, ook al is de gang nog zo vermoeiend. Het staat bo
vendien gecultiveerd en levert dus een voorsprong in de conversatie
op, wanneer men met eigen ogen aanschouwd heeft waar de hele
wereld paf van behoort te staan. Grp daarom de kansen die er lig
gen
Neen, we willen toch eigenlijk he
lemaal niet ironisch over dit mu-
seumbezoek spreken, welk een kwel
ling het ook vaak geweest is, wanneer
we er ons onder geleide aan moesten
onderwerpen. Hocvele onvergetelijke
uren hebben we ook niet in musea
doorgebracht en hoe heugen ons de
ontdekkingen en verrassingen Niet
zelden gebeurde het, dat je geheel an
ders uit het plechtige gebouw kwam
dan toen je er binnentrad en dat er
aan het boek van de eigen geestelyke
ervaring weer een nieuw en belang
rijk hoofdstuk was toegevoegd.
Indien dat laatste voor een lief
hebber der schilderkunst ergens ter
wereld het geval zal zijn, dan wel
in het Prado te Madrid. Het is zo
rijk en zo uitgestrekt en het wordt
zo vroeg in de middag gesloten, dat
men niet moet menen er op één
dag wel klaar te kunnen komen,
dat geiukt niemand zelfs in een
week. Het beste is maar één van
de grote namen uit te zoeken en
daar alle aandacht aan te beste
den. Maar valt het U zo gemakke
lijk de druiven en perziken te laten
liegen, wanneer gij uit de volle
vruchtenma.id reeds een dikke en
sappige peer hebt genomen
Overvolle schatkamers.
et Prado ls wereldberoemd enn te-
j I recht. Het gebouw zelf dateert
uit de laatste helft van de acht
tiende eeuw en is. naar de moderne
eisen afgemeten, allerminst een ge
schikt schilderyenmuseum. Een paar
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniii
Yooraansicht van het Prado
in Madrid, een ontzaglijk rijk
museum, dat o.a. drieduizend n
schilderijen van de allergroot-
ste meesters bevat. Een ietwat
bevredigende bezichtiging eist
dagen van ingespannen toe-
icijding.
iiiiiiitiiiuiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
hevige branden In de vorige eeuw héb-
ten het Spaanse schilderyenbezit ge
docht aangetast, maar nog is het on-
beschryfelyk en onvoorstelbaar welk
een rykdom hier vooral door de
Spaanse koningen Is samengebracht.
Van de Spaanse vorsten ls bekend,
dat zij fanatieke ketterjagers zijn ge
weest en dat zij nimmer uitblonken
ln wat wij onder sociaal gevoel of
christelijke solidariteit verstaan, maar
kunstverzamelaars en kunstbescher
mers waren zij. meer en beter dan
welke dynastie in enig ander land ook.
Zou men de drieduizend schilderijen,
die het Prado herbergt, eens willen
kapitaliseren, dan kwam men bij dui
zelingwekkende sommen terecht.
Er zijn pronkstukken van Griekse
en Egyptische beeldhouwkunst, er is
de prachtige sculptuur die over de ge
hele wereld als de „Dame van Elche"
bekend staat en die het meesterwerk
van de oudste Iberische plastiek mag
heten, er zyn vazen en munten in
overvloed, maar men durft gewoon
niet aan de bezichtiging te beginnen,
zolang men geen blik geslagen heeft
in de weidse zalen met het vele werk
uit de Spaanse. Hollandse, Vlaamse,
Tot op de dag van heden is de pri
maat van Spanje hier gevestigd. Het
woord „katholiek" is op een zeer
bijzondere wijze met deze stad van
kerken en kapellen verbonden.
Hetgeen allemaal niet moet leiden
tot de verwachting hier een stad das
vredes te zullen vinden. Altijd was
er hier oorlog, altyd het gekletter
van zwaarden. Wellicht laast ge ooit
over een „noche toledama", een sla
peloze nacht, waarin men door de
herinnering aan vreselijke gebeurte
nissen gekweld wordt. Het begrip
beeft een historische oorsprong: eens
nam de gouverneur van de stad
wraak op de mohammedaanse edelen,
die zijn zoon letsel hadden aange
daan; hij nodigde de delen uit tot een
feest op het Alcazar en liet in de
loop van de nacht vierhonderd van
hen ombrengen.
Het was hetzelfde Alcazar, dat in
de burgeroorlog van 3936 zo held
haftig door de nationalisten onder
generaal Moscardo verdedigd werd.
ook toen het reeds tot een puinhoop
was geschoten. Nu is het tot een
nationaal bedevaartsoord door de
Franco-regering geproclameerd, nu
worden er schatten aan de restaura
tie besteed. Trouwens, geheel Toledo
is een nationaal monument. Naast de
keiken en kloosters zijn er de in
drukwekkende kazernes: de Roomse
Kerk in Spanje is steeds zeer mili
tant geweest en het is geen wonder
dat juist Ignatius zijn orde zozeer op
militaire leest heeft geschoeid.
De wapenfabricage is er ook nim
mer uitgestorven, ai moet men zeg
gen dat zij in haar betrekkelijk on
schuldig stadium heeft volhard. De
wapensmeden vervaardigen er nog
huu zwaarden, dolken en messen,
maar alleen om ze als souvenirs te.
kunnen verkopen. Het echte grote
Toledaanse smeedwerk, met goud-
ornament ingelegd, is prachtig maar
duur. Alleen de Amerikaanse toeris
ten kunnen het eigenlijk betalen.
beste, van Europ
een eigen wereld
was. Zijn werk is
waar men als een
moet binnendring'
stenaars is hij een mysterieuze figuur,
die men moeilijk geheel zal kunnen
thuisbrengen. Hij schynt zwaardvech
ter en stierenvechter te zijn geweest,
volgens sommigen was hij een vrijden
ker. volgens anderen een naïeve, reli
gieuze natuur.
Hij was in vele opzichten een
knap en zelfs geleerd man en zeker
Italiaanse en vele andere'scholen. De I O®*1 een kind van zijn tijd, maar nie-
ene grote naam na de andere springt I jnsnd heeft als hy deze tyd zo on-
de bezoeker in het oog en al spoedig barmhartig ontleed.
i- I Wart hflOTnrit «Af
wordt men overbluft en zenuwachtig,
want wie zou dit ook maar voor een
deel en bij benadering kunnen verwer
ken Rubens, Jordacns, Teniers, Van
Drjck, ze zijn rijkelijk vertegenwoor
digd. maar Titiaan. Tintoretto. Raf-
faël en Veronese niet minder. En wie
in de vaderlandse geschiedenis ook
maar een beetje thuis is. zal tel' ens
bekende namen, zoals die van Philips
II of van de hertog van Alva. ont
moeten.
Goya kende de mens.
Maar wie in Spanje is om zélf iets
van Spanje te ontdekken, zal
voor alles toch naar Velazques
en El Greco naar Murillo en Ribera,
naar Zurbarian en Goya gaan zien.
Wij hebben de voor ons beschikbare
uren aan Francisco Goya gegeven, de
boerenzoon die omstreeks 1800 een
van de beste schilders, zo niet de aller-
Men begrijpt nog niet hoe het mo
gelijk is geweest, dat de vorsten, her
togen en gravinnen die hij moest af
beelden. hun portretten van hem ge
accepteerd hebben. Hij zette hen in
heel nun armelijkheid, botheid, bruta
liteit en lachwekkendheid te pronk.
Zijn gelaatsstudies lijken soms even
veel studies in demonie. Iemand die
een schilderij als De keelafsnijding.
maar vooral het bekend De Executie
kon schilderen, moet wel een diep in
zicht in de menselijke natuur hebben
gehad. Goya was in zekere zin een fi
guur tussen de tijden een rationalist
die naar de romantiek toe leefde en
dat is misschien de reden geweest
waarom zijn psychologisch palet zo
ryk geschakeerd kon zijn.
Nimmer zagen we In een museum
zoveel kopiisten aan het werk als hier.
Nimmer was een museum ook zulk
een levend, comjdeet en verbijsterend
veelzijdig handboek der kunstgeschie
denis.