Op Statendamgemoedelijkheid in
een sprookjesachtige sfeer
IMMoclc
Kees Pronk schreef opnieuw een
in Yerseke spelende roman
B socks of standing
STUDERENDE PERZEN BLIJVEN
IN DUITSLAND EENZAAM
12
PROVINCIALS ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 26 JANUARI 1957
AVONDTOILETTENFLONKERENDE JUWELEN
Opheffing verplichte
bewaargeving effecten.
Besloten is de op ingezetenen rus
tende verplichting, de hun toebeho
rende en nier te lande berustende Ne
derlandse certificaten van buitenland
se effecten in open bewaring te ge
ven by een „inleveringskantoor", op
te heffen.
In verband hiermede zyn enige wij
zigingen aangebracht in de desbe
treffende deviezenvoorschriften.
Voor een van december 1954 date
rende algemene vergunning van de
Nederlandse Bank is voorts een nieu
we algemene vergunning in de plaats
gekomen.
Voor de goede orde Is erop gewe
zen, dat de verplichting tot het in
open bewaring geven in net algemeen
blijft bestaan voor buitenlandse effec
ten en obligaties van de 3%% obliga
tielening 1949 en de 4% obligatiele
ning 1951, luidende in U.S.-dollars, ten
laste van de N.V. Philips' Gloeilam
penfabrieken, ongeacht of zij in het
binnen- dan wel in het buitenland be
rusten. alsmede voor binnenlandse ef
fecten (waaronder begrepen Neder
landse certificaten van buitenlandse
effecten), die in het buitenland berus
ten.
dit terrein om de stunt te kunnen
volbrengen. Maar toen het op de
uitvoering aankwam, zag het er
naar uit dat het niet zou geluk
ken. Tenslotte bleek natuurlijk
dat er een klein verzuim was en
toen lukte het. Maar intussen wa
ren er onder de grootst mogelijke
spanning, niet in het minst voor
de technici van de radiokamer van
de „Statendam" kostbare uren
verloren gegaan, waardoor ook
het zo zorgvuldig opgestelde tele
foonschema voor de schrijvende
krantenmensen in de war was ge
stuurd. Slechts het goede begrip
van de marconisten voor de pers-
belangen heeft de situatie tenslot-
„Zakkenroller" miste dé kans
van zijn hele loopbaan
Aan boord van de „Statendam" werden de hooggeëerde gasten, die
voor de officiële proefvaart waren uitgenodigd, laat op de avond
bezig gehouden door wat befaamde figuren uit de internationale we
reld van het cabaret. De werkelijk meesterlijke goochelaar-zakken
roller uit dit illustere gezelschap heeft de kans van zyn leven voorbij
laten gaan. Hij zou vijf ministers hun portefeuille hebben kunnen
ontfutselen. Inplaats daarvan koos hij zich in zijn onwetendheid een
paar reders als slachtofferToen minister Cals vér over het
middernachtelijk uur in een gemoedelijk gesprek met een paar kran
tenmensen, gewezen werd op het gevaar, dat hem en zijn collega
excellenties was voorbijgegaan, merkte hy lachend op, dat de zakken
roller dan met minister Hofstra weinig succes zou hebben gehad. Die
had zijn portefeuille namelijk niet in zijn zak
Over geld gesproken, zelfs in dit
feestelijk uur sprak de heer Cals
erover. Er zijn aan O. K. en W. na
melijk kort na elkaar al aanzienlijke
schenkingen gedaan. Belangrijke
geldbedragen voor de bouw en in
richting van een laboratorium in
Leiden en sportzalen en -velden in
Delft. Schenkingen waarvoor norma
liter de hoogste dankbaarheid ge
toond kan worden. „Maar het merk
waardige is altijd", aldus de minis
ter, „dat schenkingen aan ons, de
overheid, vrijwel altijd geld kosten.
We hebben daarom ernstig moeten
overwegen of we de laatste schen
kingen miljoenenbedragen wel
zouden aanvaarden. De eerste kwam
ons te staan op een jaarlijkse last
van twee ton voor O. K. en W.; de
tweede op één van f 60.000.een
voudig omdat we de personeelsbezet
ting en het onderhoud hebben te fi
nancieren
Hoe de heer Cals zo de tijd kon
vinden voor dit on-officiële en zo ge
moedelijke praatje? Minister Staf
met brede strookdecoraties op zijn
strakke rokkostuum had mevrouw
Cals ten dans genood.
Komt in deze feiten al enigszins
tot uiting, welke sfeer het galafeest
tijdens de doopvaart van de „Staten
dam" kenmerkte, ze zouden met tien
tallen andere kunnen worden bena
drukt. De dames in avondtoilet en
met flonkerende juwelen, de leden
van het corps diplomatique zo me
nigvuldig present op deze zestien-
urige reis met kleurige sjerpen en
hoge onderscheidingen op de borst,
gaven er een sprookjesachtige glans
aan, die niet van deze tijd scheen.
De enigen, die niet ten volle van
deze glans hebben kunnen genieten,
waren de bemanningsleden achter de
schermen, en tenslotte ook de vijftig
aanwezige journalisten, radiomensen,
fotografen en cameramensen.
Vooral voor de journalisten wa
ren het weer spannende uren, om
dat zij allen stonden te trappelen
van ongeduld om de inderhaas ge
creëerde verhalen naar hun bladen
te krijgen. Het moest radiotelefo-
nisch gebeuren via Scheveningen-
radio. Maar A.N.P.-foto haalde
het kunststuk uit om voor het
eerst in de geschiedenis van de
Nederlandse zeevaart radiogra
fisch z'n foto's vanuit zee naar
Amsterdam te sturen. Er was ve
le dagen gestudeerd en geëxperi
menteerd door de deskundigen op
te kunnen redden. Maar gespan
nen heeft het wel
Wel zijn we ons bewust, dat deze
spanning maar futiel is, vergeleken
met de spanning, die inerent is
aan de bouw van een zo groot ob-
Ject als dit jongste pronkstuk van de
Tederlandse koopvaardij. Wie ech
ter op zo'n galafeest praat met de
mensen, in wie die spanning rond de
bouw als het ware belichaamd is ge
weest, tast er vergeefs naar.
Met Ir. J. E. Woltjer, een van de
directeuren van Wilton-Feyenoord,
hadden we een plezierig gesprek.
Niet echter over ae bouwnroblemen
sprak hij, maar overae presta
ties van de Nederlandse slepers, die
de „Statendam" te hulp waren ge
schoten toen het schip op een vorige
proefvaart wat hulpeloos op de gol
ven dreef met de uitgevallen turbi
ne. „Zo'n stukje zeemanschap krijgen
we van onze levensdagen niet meer
te zien. Het was wondermooi. In
golfkuilen van tien meter diepte do
ken de notedopjes telkens. Hoe de
kerels staande bleven op het dek van
hun dansende scheepjes is ons alle
maal een raadsel geweest. Maar in
nog geen kwartier tijds hadden ze
een lijn overgebracht".
Bewondering en respect voor de ge
leverde prestaties spreken uit de
woorden van deze ervaren scheeps
bouwer, die toch niet op deze tocht
voor het eerst in aanraking kwam
met het ruige zeemansleven. Het zijn
de ogenblikken in ons leven die ons
doen beseffen, dat het goed is Neder
lander te zijn. Iets van de moed en
de vastberadenheid van die avontu
riers van de zee doorstraalt ons op
zulke momenten
Textielfabrieken Emlle Lockefeer N.V. Hulst (Z)
Tegen generatie van
bedorven apen.
3 Nicholas Monsarrat, de
schrijver van het bekende boek
M „The cruel sea", heeft in een
brief aan de Londense „Daily
Express" verklaard, dat
H ouders, die alles opgeven voor
hun kinderen, op weg zijn naar
een morele en financiële zelf-
moord.
„Een van de oorzaken, waar-
door de jeugd van vandaag zo
afschuwelijk is, is dat wij haar
vereren, ons zorgen over haar
ee maken en ons voor haar krom
II werken. Het schijnt, zelfs door
mensen die beter zouden moe-
ten weten, als vanzelfsprekend
H te worden aangenomen, dat
mensen, zodra zy een kind
hebben, afstand doen van hun
H menszijn en een onderdanige
houding aannemen by de wieg.
Het resultaat is een genera-
tie van bedorven apen. Allen,
H die niet door hun jongen wil-
len worden opgegeten, moeten
toetreden tot myn ondergrond-
se beweging de Vereniging
voor het Behoud van de Vol-
êe wassen Wereld", aldus de
ee schryver.
Monsarrat heeft drie zoons.
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
GOEDE ORGANISATIE, GEEN CONTACT
Pensions berekenen een
hoger tarief
In Duitsland studeren tegenwoor
dig niet minder dan 2000 Perzen.
Slechts drie van hen hebben een
beurs, de anderen zijn voor eigen
rekening gekomen en betalen voor
hun studie. Vqoral na het Perzisch-
Britse olieconflict van 1953 gingen
zij in grote aantallen uit de Angel
saksische landen naar Duitsland om
daar hun studie voort te zetten. Rond
Duitsland hangt voor die bewoners
van het Midden-Oosten thans klaar
blijkelijk niet de sfeer van het „ko
lonialisme". Vandaar, dat van 1950
tot 1953 het aantal Perzische studen
ten steeg van 250 tot 1600.
„Wij dachten, dat men ons hier
niet zon onderdrukken; wij meenden,
dat wij hier sympathie zouden vin
den voor onze nationale gevoelens
zei een dier studenten, een zekere
Amir Arbabzadeh tot de Duitse jour
nalist R. Kingma. En deze student in
de medicijnen te Heidelberg vertelde,
VAN EN VOOR DE BOEKENPLANK
„Het zwaar getij": oppervlakkig
maar getuigend van talent
Vreemd, wat het „eigene" doet. Ver van Zeeland (maar geboren
en getogen op een Zuidbevelands dorp en daar onverbrekelijk mee
verbonden) lezen we „Het zwaar getij", opus drie van Kees Pronk, en
Zie, het is of we weer in Zeeland terug zyn. Dat is de kracht van
Pronk: hij weet de sfeer van het Zeeuwse land, en de mensen die er
wonen, indringend op te roepen. Midden in het lawaai van een wereld
stad brengt Pronk ons even de stilte van het wijde zilte land; we
staan op een Scheldedijk en ruiken de koele geur van wier en slib,
horen een bootje puffen, zien de uitgestrekte korenvelden onder een
hoge, zuivere lucht. En het is ook of we even een kop koffie gedron
ken hebben en gepraat hebben bij goede oude vrienden daar, ergens
in de polder. Het is weldoend, en we zijn er Pronk dankbaar voor. Hij
treft de juiste sfeer, hij kan vertellen. Men proeft Zeeland. Hij schryft
streekromans die behoorlijk in elkaar zitten en een zeker peil be
reiken.
Maar we willen nu de vertedering
om dit „eigene", de dankbaarheid om
dit onvervalst Zeeuwse van ons af
zetten, om te constateren dat er, let
terkundig gezien, weinig vooruitgang
zit in het werk van Pronk. Zyn boe
ken zyn onderhoudend maar dreigen
een koekoek-eenzang te worden, va
riaties op hetzelfde eenvoudige the
ma, zonder dat hy als schryver groter
diepgang bereikt of als probleemstel
ler evolueert.
Pronk is een christeiyk schrijver.
De allereerste domme August
spottend:
Hoe komen die schertsfiguren in
wijde slobberjassen, afgetrapte broe
ken en schoenen als schuimspanen,
toch aan him naam?
In 1864 was, bij Circus Renz te Ber
lijn, een leerling-kunstrijder in
dienst: Tom Belling. Een échte kwa-
Iongen, die altijd uit was op katte-
iwaad, en bovendien door een stevig
glaasje nog wel eens een keer in een
al te vrolijke bui. Dat was ook het
geval toen hij in de garderobe van
net personeel een kostuum had be
machtigd, dat hem lachwekkend wijd
zat. Zo toegetakeld, werd hil opge
merkt door directeur Renz, die hem
een geduchte reprimande wilde ge
ven. In zijn verbouwereerdheid
vluchtte Belling in de verkeerde rich
ting, en ontdekte plotseling tot zijn
schrik, dat hii midden in de arena
stond, onder de ogen der duizenden
rondom. Zijn wanhopige, Veront
schuldigende gebaren werkten direct
op de lachlust van het publiek, dat
niet beter wist of het hoorde zo. Tus
sen het applaus en het gejuich door,
,Hé,
riep iemand
gust!"
Hiermee begon de carrière van Bel
ling als clown, gevolgd door een
reeks van kostelijke collega's en op
volgers. U kunt van al hun beleve
nissen genieten in het spannende
boek „De Bonte Droom van het Cir
cus", - geschreven door de circus
kenners bij uitnemendheid J. van Do-
veren en Fred Thomas, geïllustreerd
met talloze leuke pentekeningetjes.
Voor slechts f 2.50 kunt u dit boek
werk kopen bij uw roomboterleve-
rancier of per brief (kaart) bestellen
bij het Kantoor „Roomboteralbum",
Postbus 47, Den Haag. U krijgt het
album dan per omgaande toegezon
den, onder rembours. Vermeld voor
al duidelijk uw naam en adres!
De bijbehorende plaatjes ontvangt u
gratis voor rijkshotermerken U
vindt zo'n merk op elk pakje room
boter.
Neem een pakje extra voor de zon-
Welnu: zijn christelijke probleem ip
dit boek biykt nog minder gedifferen
tieerd dan in de voorganger, „Huis
van alle winden". Het komt niet uit
boven de vraag: „waarom alle leed"
en het antwoord: „Gods wegen zyn
ondoorgrondelgk". Wat misschien de
hoogste wysheid is. maar we hebben
het al eens eerder gehoord.
Pronks gebruik van zijn personages
Is in dit nieuwe werk ook niet altyd
even sterk. Zeker, elk romancier
werkt in zekere zin met marionetten
die hij in het donker laat vallen zodra
hjj ze niet meer nodig heeft. Het is
zyn goed recht. Maar hy dient dat
met inzicht, en zo hij niet over mees
terschap beschikt, toch minstens met
een zeker raffinement te doen, wan
neer hij althans wil dat ze op levende
mensen lijken.
Pronk doet het met de onhandig
heid van een beginneling, en dat
is hy niet meer. Stak er weinig
in zyn werk, dan nam mén er
vrede mee dat zijn Digna Kake-
beeke niets meer is dan een ma
rionet. Maar er zijn passages die
er op ivyzen dat Pronk zuiver
voelt en schrijft, en dus meer
vermag (byvoorbeeld op pagina
138, de beschrijving van Janna's
hunkeren naar wat medeleven na
het stelen van het geldkistje).
Doch laten we ons even tot de
inhoud bepalen,
„Het zwaar gety" is weer een ro
man uit Yerseke, evenals „Goud uit
het water". Hoofdpersoon is Jeroen
Verlare, zoon van een klein oester-
kwekertje. die, als het bock begint,
juist als luitenant uit Indonesië terug
komt, waar hij aan de politionele actie
heeft deelgenomen.
De omschakeling in het gewone le
ven (hy was klerkje op het bureau
van een oesterhandelaar) valt niet
mee. Van zijn meisje Janna, een een
voudig en goed kind, is hij licht ver
vreemd. Jeroen zelf is een vat vol te-
genstrydigheden. Hy is christelijk op
gevoed, maar twyfel knaagt aan zyn
geloof en hij is ook niet erg volhar
dend. Hij kijkt steeds naar wat ande
ren in het leven bereiken. Hun voor
spoed verdraagt hy slecht, zyn eigen
tegenslag nog minder. Hij wil vooral
hoger-op, rijk worden, behoren tot de
plukkers en niet tot de geplukten. Hy
steekt zyn spaargeld in wat oester
pannen. Maar het loopt tegen en hy
komt weer op het bureau van een
oesterkweker, nu by de rijke Kake-
beeke. Deze heeft een mooie dochter,
„die God noch gebod kent" enz. Moe
ten we het nog verder uit de doeken
doen Men voelt het al van verre aan
komen, ook in het boek. Dit ryke,
mooie meisje dat altyd in 'n luxueuze
auto rydt, lippenrood en parfum ge
bruikt, sigaretten rookt, boeken leest
en wat niet al, wordt op slag verliefd
op het wankele klerkje van haar va
der. We vergaten nog te vermelden
dat deze Digna ook nog een doorge
winterde zakenvrouw is, die in wezen
het bedryf van haar vader geheel
leidt, telkens buitenlandse relaties be
zoekt, enzovoorts. Ze troggelt onze
Je/oen dan ook vrij gemakkelyk van
de eenvoudige Janna af, en ze trou
wen, maar vanzelfsprekend rust er op
deze verbintenis geen zegen. Even
mysterieus en onverklaard als haar
liefde is haar ziekte en dood. na aan
een zoontje het leven geschonken te
hebben. Janna is ondertussen ook ge
trouwd, en wel met een jeugdvriend
en wapenbroeder van Jeroen, Toon
Westrate. Een fijne kerel, die op over
tuigende wijze door Pronk getekend
werd. en die we heel wat liever als
hoofdpersoon hadden gehad dan het
weifelmoedige Jeroentje van twaalf
in het dozijn. (Al heeft de schrijver
ook in diens karakter vnalc de juiste
toon getroffen, zoals bij de uitbeel
ding van de nachtelijke tocht naar
Janna's huisje, als hij al met haar ge
broken heeft, dat wil zeggen het op
de gebruikelijke laffe wyze heeft „uit
geschreven").
Dan komt de watersnood. Op goede
en aanvaardbare manier heeft de
schryver dit gegeven gebruikt om aan
zijn verhaal een wending te geven.
Het huisje van Janna en Toon ver in
dt polder, loopt onder; Toon en Jan
na's bejaarde vader verdrinken, maar
Jeroen weet Janna op het nippertje te
redden. In dramatisch verwikkelingen
als deze is Pronk vaak op zyn best.
(Ook de beschryving van Jeroens
verdwalen in de mist op de slikken is
goed).
Wanneer de storm in alle opzichten
wat is geluwd, gloort er voor Jeroen
en Janna, na alle beproevingen, een
nieuwe dageraad.
Nogmaals: het boek Is geenszins
van oppervlakkigheid vrij te pleiten.
Maar het boeit, en het Is zo door en
door Zeeuws van sfeer dat we hopen
dat het. zowel In Zeeland als daar
buiten, vele lezers vinden zal.
N.V. Gebr. Zomer en Keunings,
Wageningen.
dat men ginds In Perzië Duitsland en
alles, wat uit Duitsland komt, bewon
dert.
Uit het interview met Amir, dat
werd gepubliceerd in het Duitse
weekblad „Die Zeit" blijkt echter, dat
de studenten in Duitsland niet in elk
opzicht vonden, wat zij er verwacht
ten.
„Kijk eens naar de kamerhuren,
die men voor mijn landgenoten bere
kentstelde Amir voor. Kamers
zijn er genoeg, maar voor ons niet
onder de honderd mark en dikwijls
wordt meer dan het dubbele van ons
verlangd. Ik ken een familie, die van
een vijfkamerwoning (maandhuur
130 mark) drie kamers aan buiten
landse studenten heeft verhuurd en
voor elk daarvan 150 mark eist. Als
wij op zoek zijn naar kamers, slaat
men ons dikwijls de deur voor de
neus dicht. Bij kamers met zulke
je prijzen weten wij tenminste:
hier rekenen pensionhoudsters op
ons. Want een Duitse student denkt
er niet aan, om zo'n kamer te hu
ren.
Toen hem gevraagd werd, of zijn'
landgenoten dan misschien wat
royaal met hun maandgeld omspron
gen, werd Amir (die geldt als woord
voerder voor de gehele groep van
Perzische studenten) bijna driftig:
„Dat is onzin! Zeker, wij hehhen de
beschikking over 400 mark per
maand, en sommigen van ons hebben
nog veel meer. Wij krijgen zoveel
geld mee, dat wij tenminste een ze
kere materiële zekerheid hebben in
een land, dat ons vreemd is".
Verder kwam de medewerker van
„Die Zeit" te weten, dat degene, die
als Pers studeert, al bil voorbaat be
hoort tot een bevoorrecht deel van de
bevolking. De studenten betalen in
Perzië geen studiekosten, maar
slechts weinigen krijgen een toelage
van de staat om in hun onderhoud
te voorzien. Wie in Perzië studeert,
heeft rijke ouders; dit geldt temeer
voor de weinigen, die het zich kun
nen veroorloven, in Duitsland te stu
deren. (Een der studenten, die in een
Opel rijdt verklaart: „Mijn vader be
zit vele dorpen").
Tamelijk jong nog komen zij in
een land, dat zij bewonderen en
dat hun toch zo vreemd is. Voor
de duur van hun studie geven zij
Het was president Gamal Ab-
del Nasser van Egypte die tij- §1
detis een conferentie in Cairo
met koning Hoessein van Jor-
danië de sigaretten te voor-
schijn haalde om het gesprek
al rokende voort te kuntien
zetten en het was, dat hoort
dan zo, zijn gast, koning Hoes-
sein, (linksj die de president
een vuurtje aanbood. De foto- M
graaf maakte van de gelegen-
heid gebruik om de flitslamp
te ontsteken.
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllM
vrienden, familie en hun hele
milieu op. Bij het zoeken naar ka
mers en in universiteitsaangele
genheden worden zij door speciale
instellingen geholpen. Daarna
echter bekommert niemand zich
meer om hen. Zij zoeken vrienden.
En zij voelen zich buitengesloten.
Zelfs een vriendelijke tegemoetko
ming van de noorderlingen wekt
bij deze zonen van het zonnige
zuiden een gereserveerde en koude
indruk. „Waarom moet men elk
aar hier met „mijnheer" of met
„juffrouw" aanspreken? Waarom
kan men niet „jij" zeggen, wij zijn
immers allen studenten en onder
elkaar? Waarom zijn de Duitsers
altijd alleen maar vrolijk, als zij
gedronken hebben?"
Vaak blijven de studenten dan ook
maar onder elkaar en houden zich tot
twee uur 's nachts onledig met oos
terse volksmuziek en de tempera
mentvolle vreemde tongslag. Als ze
zich niet in arren moede naar een ijs-
salon of een bar begeven
„Al de teleurstellingen, alle mis
verstanden zijn niet aan de organi
satie te wijten Amir noemde een hele
reeks instellingen en stichtingen, die
organisatorisch met de studenten be
zig zijn. „Zij doen veel goeds, mis
schien hun best. Het ontbreekt aan...
ja, waaraan ontbreekt het eigen
lijk?"
Met hulpdiensten van de regering,
al zijn ze nog zo voortreffelijk, kan
men nog geen menselijk contact te
weegbrengen, niet helpen bij het win
nen van vrienden. Die taak is voor
eenlingen weggelegd. Amir vertelde
van ziin semester in Parijs. Op het
aanmeldingsformulier had hij als
enige vreemde taal Duits opgegeven.
Op het station werd hij ontvangen
door een Duits sprekende student, die
de vreemdeling door alle moeilijk
heden van de vreemde omgeving be
geleidde, tot hij ingeburgerd was.
Amir was een beetje verlegen, toen
hij tenslotte zei: „Ik beu nu vijf jaar
in Duitsland en heb bier veel vrien
den. Maar ik zou mijn zoon niet
naar Duitsland sturen".
AMSTERDAMSE EFFECTENBEURS
Philips opnieuw gevraagd
24 Jan.
jan.
Nederland 1951 (3%)
90%
90%
Nederland 1948 (3
83%
83%
Nederland 1955 (3V«)
85%
85%
Nederland 1947 (3%) 3
84%
85
Nederland 1937 3
83%
83%
Dollarlening 1947 3
93%
93
JDnvesteringscert. 3
90%
90%
Nederland 1962-64 3
89%
90%
Nederland N.W.S. 2%
68).
Ned. Xndlë 1937 3
91%
Nat. Handelsbank
106
107
Ned. Handelmij.
165
169
Alg. Kunstzijde Unie
202%
204%
Berghs' en Jurgens
256%
251
Calvé-Delft
298
298
Hoogovens n.r.
276
282
Ned. Kabelfaorlek
273
278
Philips
245%
247%
Unilever
347
344%
Wil ton-Feïj enoor d
220
Kon. Petroleum Mij.
161,40
159.40
Amsterdam Rubber
81% 80% b.
Holland Amerika Lijn
181
181
Kon. Paketvaart
161%
161%
Rotterdamse Lloyd
175%
176%
Scheepvaart Unie
196%
173
Stv. Mij. Nederland
201
206%
H.V.A.
97%
97
Deli Mij.
104%
105%
Bank van Ned. gem. 4Vi
93
Bank van Ned. gem. 0-5-10
105
Albert Heyn
116
116
Van Berkels Patent
108 b.
108%
Centrale Suiker
195
193
Kon. Mij. De Schelde N.B
206
207
Intern. Nickel
110
.Anaconda
69%
69%
Bethlehem Steel
184
183%
General Motors
41%
41%
Kennecotl
120
118
New York Central
32%
Pennsylvania
21%
21%
Republic Steel
63%
53
Shell Oil Comp
82%
82%
Tide Water
36
36
U.S. Steel
65%
65%
PREMIELENINGEN.
Amsterdam lübl
97%
Breda 1954
90%
90%
Eindhoven 1954
89%
87%
Enschede 1954
89%
Den Haag 1952 1
103%
105%
Den Haag 1952 11
100
99%
Rotterdam 1952 1
98%
98%
Rotterdam 1952 II
103
104%
Utrecht 1952
96%
97 b.
Amsterdamse
wisselmarkt
CONTANTE PRIJZEN.
AMSTERDAM, 25 Januari. Lon
den 10.66 10.66%, New York
3.82H3.83i'.i, Montreal 3.99Vi—3.99V2
Parijs 1.0817%—1.0827%, Brussel
7.58%—7.59V4, Frankfurt 90.81—90 86.
Zürlch 86.8%—86.93%, ZUrich (vr.
francs) 89.281489.33%, Stockholm
73.52%—73.57%, Kopenhagen 54.96—
55.01, Oslo 53.30—53.35. Milaan 60.61%
—60.66%, Wenen 14.64%—14.65
Japanse verr. dollar 3.79%—3.79%,
Turkse verr. dollar 3.79A—3-79H-
vv\\\>wvwvvws\\\\vvvv
A.N.P.-C.B.S. BEURSINDICES.
23/1
24/1 25/1
Intern, concerns
Industrie
Scheepvaart
Banken
Ind. fondsen
Algemeen
263.01 268.03 266.69
145.92 146.60 147.46
162.03 163 05 164.88
124.84 124.35 124.84
99.87 100.60 100.69
194.57 197.23 197.00
BEURSOVERZICHT.
Men Is het er ter beurze nu wel over
eens. dat de converteerbare obligatiele
ning Philips weinig moeilijkheden zal op
leveren en wel zal slagen. Dit blijkt o.a.
uit de dagelijks weerkerende grote vraag
van het publiek naar de claims, die gis
teren opliepen tot de topprijs van 25.—,
corresponderend met een koers voor de
obligaties van 110 pet. Aandelen Philips
trokken ook nu weer kopers uit Londen.
Gisterochtend werden ze zelfs verhan
deld tot 253, maar gistermiddag ontstond
een aarzeling. De koers was tijdelijk 246,
diaarna rondom 250. Hoe groot de drukte
in de PhiHpshoek is blijkt wel uit het
geregistreerde omzetcijfer dat eergiste
ren 436.000 beliep uitsluitend voor ge
wone aandelen Philips.
Overigens was de markt onregelmatig
maar met vrij gunstige ondertoon AKU
zette de weg van herstel voort gisteren
206, maar Unilever en Olie bleven iets
ten achter en bewogen zich zelfs bene
den het niveau van het telefonische
ochtendverkeer.