Op Statendamgemoedelijkheid in een sprookjesachtige sfeer IMMoclc Kees Pronk schreef opnieuw een in Yerseke spelende roman B socks of standing STUDERENDE PERZEN BLIJVEN IN DUITSLAND EENZAAM 12 PROVINCIALS ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 26 JANUARI 1957 AVONDTOILETTENFLONKERENDE JUWELEN Opheffing verplichte bewaargeving effecten. Besloten is de op ingezetenen rus tende verplichting, de hun toebeho rende en nier te lande berustende Ne derlandse certificaten van buitenland se effecten in open bewaring te ge ven by een „inleveringskantoor", op te heffen. In verband hiermede zyn enige wij zigingen aangebracht in de desbe treffende deviezenvoorschriften. Voor een van december 1954 date rende algemene vergunning van de Nederlandse Bank is voorts een nieu we algemene vergunning in de plaats gekomen. Voor de goede orde Is erop gewe zen, dat de verplichting tot het in open bewaring geven in net algemeen blijft bestaan voor buitenlandse effec ten en obligaties van de 3%% obliga tielening 1949 en de 4% obligatiele ning 1951, luidende in U.S.-dollars, ten laste van de N.V. Philips' Gloeilam penfabrieken, ongeacht of zij in het binnen- dan wel in het buitenland be rusten. alsmede voor binnenlandse ef fecten (waaronder begrepen Neder landse certificaten van buitenlandse effecten), die in het buitenland berus ten. dit terrein om de stunt te kunnen volbrengen. Maar toen het op de uitvoering aankwam, zag het er naar uit dat het niet zou geluk ken. Tenslotte bleek natuurlijk dat er een klein verzuim was en toen lukte het. Maar intussen wa ren er onder de grootst mogelijke spanning, niet in het minst voor de technici van de radiokamer van de „Statendam" kostbare uren verloren gegaan, waardoor ook het zo zorgvuldig opgestelde tele foonschema voor de schrijvende krantenmensen in de war was ge stuurd. Slechts het goede begrip van de marconisten voor de pers- belangen heeft de situatie tenslot- „Zakkenroller" miste dé kans van zijn hele loopbaan Aan boord van de „Statendam" werden de hooggeëerde gasten, die voor de officiële proefvaart waren uitgenodigd, laat op de avond bezig gehouden door wat befaamde figuren uit de internationale we reld van het cabaret. De werkelijk meesterlijke goochelaar-zakken roller uit dit illustere gezelschap heeft de kans van zyn leven voorbij laten gaan. Hij zou vijf ministers hun portefeuille hebben kunnen ontfutselen. Inplaats daarvan koos hij zich in zijn onwetendheid een paar reders als slachtofferToen minister Cals vér over het middernachtelijk uur in een gemoedelijk gesprek met een paar kran tenmensen, gewezen werd op het gevaar, dat hem en zijn collega excellenties was voorbijgegaan, merkte hy lachend op, dat de zakken roller dan met minister Hofstra weinig succes zou hebben gehad. Die had zijn portefeuille namelijk niet in zijn zak Over geld gesproken, zelfs in dit feestelijk uur sprak de heer Cals erover. Er zijn aan O. K. en W. na melijk kort na elkaar al aanzienlijke schenkingen gedaan. Belangrijke geldbedragen voor de bouw en in richting van een laboratorium in Leiden en sportzalen en -velden in Delft. Schenkingen waarvoor norma liter de hoogste dankbaarheid ge toond kan worden. „Maar het merk waardige is altijd", aldus de minis ter, „dat schenkingen aan ons, de overheid, vrijwel altijd geld kosten. We hebben daarom ernstig moeten overwegen of we de laatste schen kingen miljoenenbedragen wel zouden aanvaarden. De eerste kwam ons te staan op een jaarlijkse last van twee ton voor O. K. en W.; de tweede op één van f 60.000.een voudig omdat we de personeelsbezet ting en het onderhoud hebben te fi nancieren Hoe de heer Cals zo de tijd kon vinden voor dit on-officiële en zo ge moedelijke praatje? Minister Staf met brede strookdecoraties op zijn strakke rokkostuum had mevrouw Cals ten dans genood. Komt in deze feiten al enigszins tot uiting, welke sfeer het galafeest tijdens de doopvaart van de „Staten dam" kenmerkte, ze zouden met tien tallen andere kunnen worden bena drukt. De dames in avondtoilet en met flonkerende juwelen, de leden van het corps diplomatique zo me nigvuldig present op deze zestien- urige reis met kleurige sjerpen en hoge onderscheidingen op de borst, gaven er een sprookjesachtige glans aan, die niet van deze tijd scheen. De enigen, die niet ten volle van deze glans hebben kunnen genieten, waren de bemanningsleden achter de schermen, en tenslotte ook de vijftig aanwezige journalisten, radiomensen, fotografen en cameramensen. Vooral voor de journalisten wa ren het weer spannende uren, om dat zij allen stonden te trappelen van ongeduld om de inderhaas ge creëerde verhalen naar hun bladen te krijgen. Het moest radiotelefo- nisch gebeuren via Scheveningen- radio. Maar A.N.P.-foto haalde het kunststuk uit om voor het eerst in de geschiedenis van de Nederlandse zeevaart radiogra fisch z'n foto's vanuit zee naar Amsterdam te sturen. Er was ve le dagen gestudeerd en geëxperi menteerd door de deskundigen op te kunnen redden. Maar gespan nen heeft het wel Wel zijn we ons bewust, dat deze spanning maar futiel is, vergeleken met de spanning, die inerent is aan de bouw van een zo groot ob- Ject als dit jongste pronkstuk van de Tederlandse koopvaardij. Wie ech ter op zo'n galafeest praat met de mensen, in wie die spanning rond de bouw als het ware belichaamd is ge weest, tast er vergeefs naar. Met Ir. J. E. Woltjer, een van de directeuren van Wilton-Feyenoord, hadden we een plezierig gesprek. Niet echter over ae bouwnroblemen sprak hij, maar overae presta ties van de Nederlandse slepers, die de „Statendam" te hulp waren ge schoten toen het schip op een vorige proefvaart wat hulpeloos op de gol ven dreef met de uitgevallen turbi ne. „Zo'n stukje zeemanschap krijgen we van onze levensdagen niet meer te zien. Het was wondermooi. In golfkuilen van tien meter diepte do ken de notedopjes telkens. Hoe de kerels staande bleven op het dek van hun dansende scheepjes is ons alle maal een raadsel geweest. Maar in nog geen kwartier tijds hadden ze een lijn overgebracht". Bewondering en respect voor de ge leverde prestaties spreken uit de woorden van deze ervaren scheeps bouwer, die toch niet op deze tocht voor het eerst in aanraking kwam met het ruige zeemansleven. Het zijn de ogenblikken in ons leven die ons doen beseffen, dat het goed is Neder lander te zijn. Iets van de moed en de vastberadenheid van die avontu riers van de zee doorstraalt ons op zulke momenten Textielfabrieken Emlle Lockefeer N.V. Hulst (Z) Tegen generatie van bedorven apen. 3 Nicholas Monsarrat, de schrijver van het bekende boek M „The cruel sea", heeft in een brief aan de Londense „Daily Express" verklaard, dat H ouders, die alles opgeven voor hun kinderen, op weg zijn naar een morele en financiële zelf- moord. „Een van de oorzaken, waar- door de jeugd van vandaag zo afschuwelijk is, is dat wij haar vereren, ons zorgen over haar ee maken en ons voor haar krom II werken. Het schijnt, zelfs door mensen die beter zouden moe- ten weten, als vanzelfsprekend H te worden aangenomen, dat mensen, zodra zy een kind hebben, afstand doen van hun H menszijn en een onderdanige houding aannemen by de wieg. Het resultaat is een genera- tie van bedorven apen. Allen, H die niet door hun jongen wil- len worden opgegeten, moeten toetreden tot myn ondergrond- se beweging de Vereniging voor het Behoud van de Vol- êe wassen Wereld", aldus de ee schryver. Monsarrat heeft drie zoons. lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll GOEDE ORGANISATIE, GEEN CONTACT Pensions berekenen een hoger tarief In Duitsland studeren tegenwoor dig niet minder dan 2000 Perzen. Slechts drie van hen hebben een beurs, de anderen zijn voor eigen rekening gekomen en betalen voor hun studie. Vqoral na het Perzisch- Britse olieconflict van 1953 gingen zij in grote aantallen uit de Angel saksische landen naar Duitsland om daar hun studie voort te zetten. Rond Duitsland hangt voor die bewoners van het Midden-Oosten thans klaar blijkelijk niet de sfeer van het „ko lonialisme". Vandaar, dat van 1950 tot 1953 het aantal Perzische studen ten steeg van 250 tot 1600. „Wij dachten, dat men ons hier niet zon onderdrukken; wij meenden, dat wij hier sympathie zouden vin den voor onze nationale gevoelens zei een dier studenten, een zekere Amir Arbabzadeh tot de Duitse jour nalist R. Kingma. En deze student in de medicijnen te Heidelberg vertelde, VAN EN VOOR DE BOEKENPLANK „Het zwaar getij": oppervlakkig maar getuigend van talent Vreemd, wat het „eigene" doet. Ver van Zeeland (maar geboren en getogen op een Zuidbevelands dorp en daar onverbrekelijk mee verbonden) lezen we „Het zwaar getij", opus drie van Kees Pronk, en Zie, het is of we weer in Zeeland terug zyn. Dat is de kracht van Pronk: hij weet de sfeer van het Zeeuwse land, en de mensen die er wonen, indringend op te roepen. Midden in het lawaai van een wereld stad brengt Pronk ons even de stilte van het wijde zilte land; we staan op een Scheldedijk en ruiken de koele geur van wier en slib, horen een bootje puffen, zien de uitgestrekte korenvelden onder een hoge, zuivere lucht. En het is ook of we even een kop koffie gedron ken hebben en gepraat hebben bij goede oude vrienden daar, ergens in de polder. Het is weldoend, en we zijn er Pronk dankbaar voor. Hij treft de juiste sfeer, hij kan vertellen. Men proeft Zeeland. Hij schryft streekromans die behoorlijk in elkaar zitten en een zeker peil be reiken. Maar we willen nu de vertedering om dit „eigene", de dankbaarheid om dit onvervalst Zeeuwse van ons af zetten, om te constateren dat er, let terkundig gezien, weinig vooruitgang zit in het werk van Pronk. Zyn boe ken zyn onderhoudend maar dreigen een koekoek-eenzang te worden, va riaties op hetzelfde eenvoudige the ma, zonder dat hy als schryver groter diepgang bereikt of als probleemstel ler evolueert. Pronk is een christeiyk schrijver. De allereerste domme August spottend: Hoe komen die schertsfiguren in wijde slobberjassen, afgetrapte broe ken en schoenen als schuimspanen, toch aan him naam? In 1864 was, bij Circus Renz te Ber lijn, een leerling-kunstrijder in dienst: Tom Belling. Een échte kwa- Iongen, die altijd uit was op katte- iwaad, en bovendien door een stevig glaasje nog wel eens een keer in een al te vrolijke bui. Dat was ook het geval toen hij in de garderobe van net personeel een kostuum had be machtigd, dat hem lachwekkend wijd zat. Zo toegetakeld, werd hil opge merkt door directeur Renz, die hem een geduchte reprimande wilde ge ven. In zijn verbouwereerdheid vluchtte Belling in de verkeerde rich ting, en ontdekte plotseling tot zijn schrik, dat hii midden in de arena stond, onder de ogen der duizenden rondom. Zijn wanhopige, Veront schuldigende gebaren werkten direct op de lachlust van het publiek, dat niet beter wist of het hoorde zo. Tus sen het applaus en het gejuich door, ,Hé, riep iemand gust!" Hiermee begon de carrière van Bel ling als clown, gevolgd door een reeks van kostelijke collega's en op volgers. U kunt van al hun beleve nissen genieten in het spannende boek „De Bonte Droom van het Cir cus", - geschreven door de circus kenners bij uitnemendheid J. van Do- veren en Fred Thomas, geïllustreerd met talloze leuke pentekeningetjes. Voor slechts f 2.50 kunt u dit boek werk kopen bij uw roomboterleve- rancier of per brief (kaart) bestellen bij het Kantoor „Roomboteralbum", Postbus 47, Den Haag. U krijgt het album dan per omgaande toegezon den, onder rembours. Vermeld voor al duidelijk uw naam en adres! De bijbehorende plaatjes ontvangt u gratis voor rijkshotermerken U vindt zo'n merk op elk pakje room boter. Neem een pakje extra voor de zon- Welnu: zijn christelijke probleem ip dit boek biykt nog minder gedifferen tieerd dan in de voorganger, „Huis van alle winden". Het komt niet uit boven de vraag: „waarom alle leed" en het antwoord: „Gods wegen zyn ondoorgrondelgk". Wat misschien de hoogste wysheid is. maar we hebben het al eens eerder gehoord. Pronks gebruik van zijn personages Is in dit nieuwe werk ook niet altyd even sterk. Zeker, elk romancier werkt in zekere zin met marionetten die hij in het donker laat vallen zodra hjj ze niet meer nodig heeft. Het is zyn goed recht. Maar hy dient dat met inzicht, en zo hij niet over mees terschap beschikt, toch minstens met een zeker raffinement te doen, wan neer hij althans wil dat ze op levende mensen lijken. Pronk doet het met de onhandig heid van een beginneling, en dat is hy niet meer. Stak er weinig in zyn werk, dan nam mén er vrede mee dat zijn Digna Kake- beeke niets meer is dan een ma rionet. Maar er zijn passages die er op ivyzen dat Pronk zuiver voelt en schrijft, en dus meer vermag (byvoorbeeld op pagina 138, de beschrijving van Janna's hunkeren naar wat medeleven na het stelen van het geldkistje). Doch laten we ons even tot de inhoud bepalen, „Het zwaar gety" is weer een ro man uit Yerseke, evenals „Goud uit het water". Hoofdpersoon is Jeroen Verlare, zoon van een klein oester- kwekertje. die, als het bock begint, juist als luitenant uit Indonesië terug komt, waar hij aan de politionele actie heeft deelgenomen. De omschakeling in het gewone le ven (hy was klerkje op het bureau van een oesterhandelaar) valt niet mee. Van zijn meisje Janna, een een voudig en goed kind, is hij licht ver vreemd. Jeroen zelf is een vat vol te- genstrydigheden. Hy is christelijk op gevoed, maar twyfel knaagt aan zyn geloof en hij is ook niet erg volhar dend. Hij kijkt steeds naar wat ande ren in het leven bereiken. Hun voor spoed verdraagt hy slecht, zyn eigen tegenslag nog minder. Hij wil vooral hoger-op, rijk worden, behoren tot de plukkers en niet tot de geplukten. Hy steekt zyn spaargeld in wat oester pannen. Maar het loopt tegen en hy komt weer op het bureau van een oesterkweker, nu by de rijke Kake- beeke. Deze heeft een mooie dochter, „die God noch gebod kent" enz. Moe ten we het nog verder uit de doeken doen Men voelt het al van verre aan komen, ook in het boek. Dit ryke, mooie meisje dat altyd in 'n luxueuze auto rydt, lippenrood en parfum ge bruikt, sigaretten rookt, boeken leest en wat niet al, wordt op slag verliefd op het wankele klerkje van haar va der. We vergaten nog te vermelden dat deze Digna ook nog een doorge winterde zakenvrouw is, die in wezen het bedryf van haar vader geheel leidt, telkens buitenlandse relaties be zoekt, enzovoorts. Ze troggelt onze Je/oen dan ook vrij gemakkelyk van de eenvoudige Janna af, en ze trou wen, maar vanzelfsprekend rust er op deze verbintenis geen zegen. Even mysterieus en onverklaard als haar liefde is haar ziekte en dood. na aan een zoontje het leven geschonken te hebben. Janna is ondertussen ook ge trouwd, en wel met een jeugdvriend en wapenbroeder van Jeroen, Toon Westrate. Een fijne kerel, die op over tuigende wijze door Pronk getekend werd. en die we heel wat liever als hoofdpersoon hadden gehad dan het weifelmoedige Jeroentje van twaalf in het dozijn. (Al heeft de schrijver ook in diens karakter vnalc de juiste toon getroffen, zoals bij de uitbeel ding van de nachtelijke tocht naar Janna's huisje, als hij al met haar ge broken heeft, dat wil zeggen het op de gebruikelijke laffe wyze heeft „uit geschreven"). Dan komt de watersnood. Op goede en aanvaardbare manier heeft de schryver dit gegeven gebruikt om aan zijn verhaal een wending te geven. Het huisje van Janna en Toon ver in dt polder, loopt onder; Toon en Jan na's bejaarde vader verdrinken, maar Jeroen weet Janna op het nippertje te redden. In dramatisch verwikkelingen als deze is Pronk vaak op zyn best. (Ook de beschryving van Jeroens verdwalen in de mist op de slikken is goed). Wanneer de storm in alle opzichten wat is geluwd, gloort er voor Jeroen en Janna, na alle beproevingen, een nieuwe dageraad. Nogmaals: het boek Is geenszins van oppervlakkigheid vrij te pleiten. Maar het boeit, en het Is zo door en door Zeeuws van sfeer dat we hopen dat het. zowel In Zeeland als daar buiten, vele lezers vinden zal. N.V. Gebr. Zomer en Keunings, Wageningen. dat men ginds In Perzië Duitsland en alles, wat uit Duitsland komt, bewon dert. Uit het interview met Amir, dat werd gepubliceerd in het Duitse weekblad „Die Zeit" blijkt echter, dat de studenten in Duitsland niet in elk opzicht vonden, wat zij er verwacht ten. „Kijk eens naar de kamerhuren, die men voor mijn landgenoten bere kentstelde Amir voor. Kamers zijn er genoeg, maar voor ons niet onder de honderd mark en dikwijls wordt meer dan het dubbele van ons verlangd. Ik ken een familie, die van een vijfkamerwoning (maandhuur 130 mark) drie kamers aan buiten landse studenten heeft verhuurd en voor elk daarvan 150 mark eist. Als wij op zoek zijn naar kamers, slaat men ons dikwijls de deur voor de neus dicht. Bij kamers met zulke je prijzen weten wij tenminste: hier rekenen pensionhoudsters op ons. Want een Duitse student denkt er niet aan, om zo'n kamer te hu ren. Toen hem gevraagd werd, of zijn' landgenoten dan misschien wat royaal met hun maandgeld omspron gen, werd Amir (die geldt als woord voerder voor de gehele groep van Perzische studenten) bijna driftig: „Dat is onzin! Zeker, wij hehhen de beschikking over 400 mark per maand, en sommigen van ons hebben nog veel meer. Wij krijgen zoveel geld mee, dat wij tenminste een ze kere materiële zekerheid hebben in een land, dat ons vreemd is". Verder kwam de medewerker van „Die Zeit" te weten, dat degene, die als Pers studeert, al bil voorbaat be hoort tot een bevoorrecht deel van de bevolking. De studenten betalen in Perzië geen studiekosten, maar slechts weinigen krijgen een toelage van de staat om in hun onderhoud te voorzien. Wie in Perzië studeert, heeft rijke ouders; dit geldt temeer voor de weinigen, die het zich kun nen veroorloven, in Duitsland te stu deren. (Een der studenten, die in een Opel rijdt verklaart: „Mijn vader be zit vele dorpen"). Tamelijk jong nog komen zij in een land, dat zij bewonderen en dat hun toch zo vreemd is. Voor de duur van hun studie geven zij Het was president Gamal Ab- del Nasser van Egypte die tij- §1 detis een conferentie in Cairo met koning Hoessein van Jor- danië de sigaretten te voor- schijn haalde om het gesprek al rokende voort te kuntien zetten en het was, dat hoort dan zo, zijn gast, koning Hoes- sein, (linksj die de president een vuurtje aanbood. De foto- M graaf maakte van de gelegen- heid gebruik om de flitslamp te ontsteken. lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllM vrienden, familie en hun hele milieu op. Bij het zoeken naar ka mers en in universiteitsaangele genheden worden zij door speciale instellingen geholpen. Daarna echter bekommert niemand zich meer om hen. Zij zoeken vrienden. En zij voelen zich buitengesloten. Zelfs een vriendelijke tegemoetko ming van de noorderlingen wekt bij deze zonen van het zonnige zuiden een gereserveerde en koude indruk. „Waarom moet men elk aar hier met „mijnheer" of met „juffrouw" aanspreken? Waarom kan men niet „jij" zeggen, wij zijn immers allen studenten en onder elkaar? Waarom zijn de Duitsers altijd alleen maar vrolijk, als zij gedronken hebben?" Vaak blijven de studenten dan ook maar onder elkaar en houden zich tot twee uur 's nachts onledig met oos terse volksmuziek en de tempera mentvolle vreemde tongslag. Als ze zich niet in arren moede naar een ijs- salon of een bar begeven „Al de teleurstellingen, alle mis verstanden zijn niet aan de organi satie te wijten Amir noemde een hele reeks instellingen en stichtingen, die organisatorisch met de studenten be zig zijn. „Zij doen veel goeds, mis schien hun best. Het ontbreekt aan... ja, waaraan ontbreekt het eigen lijk?" Met hulpdiensten van de regering, al zijn ze nog zo voortreffelijk, kan men nog geen menselijk contact te weegbrengen, niet helpen bij het win nen van vrienden. Die taak is voor eenlingen weggelegd. Amir vertelde van ziin semester in Parijs. Op het aanmeldingsformulier had hij als enige vreemde taal Duits opgegeven. Op het station werd hij ontvangen door een Duits sprekende student, die de vreemdeling door alle moeilijk heden van de vreemde omgeving be geleidde, tot hij ingeburgerd was. Amir was een beetje verlegen, toen hij tenslotte zei: „Ik beu nu vijf jaar in Duitsland en heb bier veel vrien den. Maar ik zou mijn zoon niet naar Duitsland sturen". AMSTERDAMSE EFFECTENBEURS Philips opnieuw gevraagd 24 Jan. jan. Nederland 1951 (3%) 90% 90% Nederland 1948 (3 83% 83% Nederland 1955 (3V«) 85% 85% Nederland 1947 (3%) 3 84% 85 Nederland 1937 3 83% 83% Dollarlening 1947 3 93% 93 JDnvesteringscert. 3 90% 90% Nederland 1962-64 3 89% 90% Nederland N.W.S. 2% 68). Ned. Xndlë 1937 3 91% Nat. Handelsbank 106 107 Ned. Handelmij. 165 169 Alg. Kunstzijde Unie 202% 204% Berghs' en Jurgens 256% 251 Calvé-Delft 298 298 Hoogovens n.r. 276 282 Ned. Kabelfaorlek 273 278 Philips 245% 247% Unilever 347 344% Wil ton-Feïj enoor d 220 Kon. Petroleum Mij. 161,40 159.40 Amsterdam Rubber 81% 80% b. Holland Amerika Lijn 181 181 Kon. Paketvaart 161% 161% Rotterdamse Lloyd 175% 176% Scheepvaart Unie 196% 173 Stv. Mij. Nederland 201 206% H.V.A. 97% 97 Deli Mij. 104% 105% Bank van Ned. gem. 4Vi 93 Bank van Ned. gem. 0-5-10 105 Albert Heyn 116 116 Van Berkels Patent 108 b. 108% Centrale Suiker 195 193 Kon. Mij. De Schelde N.B 206 207 Intern. Nickel 110 .Anaconda 69% 69% Bethlehem Steel 184 183% General Motors 41% 41% Kennecotl 120 118 New York Central 32% Pennsylvania 21% 21% Republic Steel 63% 53 Shell Oil Comp 82% 82% Tide Water 36 36 U.S. Steel 65% 65% PREMIELENINGEN. Amsterdam lübl 97% Breda 1954 90% 90% Eindhoven 1954 89% 87% Enschede 1954 89% Den Haag 1952 1 103% 105% Den Haag 1952 11 100 99% Rotterdam 1952 1 98% 98% Rotterdam 1952 II 103 104% Utrecht 1952 96% 97 b. Amsterdamse wisselmarkt CONTANTE PRIJZEN. AMSTERDAM, 25 Januari. Lon den 10.66 10.66%, New York 3.82H3.83i'.i, Montreal 3.99Vi—3.99V2 Parijs 1.0817%—1.0827%, Brussel 7.58%—7.59V4, Frankfurt 90.81—90 86. Zürlch 86.8%—86.93%, ZUrich (vr. francs) 89.281489.33%, Stockholm 73.52%—73.57%, Kopenhagen 54.96— 55.01, Oslo 53.30—53.35. Milaan 60.61% —60.66%, Wenen 14.64%—14.65 Japanse verr. dollar 3.79%—3.79%, Turkse verr. dollar 3.79A—3-79H- vv\\\>wvwvvws\\\\vvvv A.N.P.-C.B.S. BEURSINDICES. 23/1 24/1 25/1 Intern, concerns Industrie Scheepvaart Banken Ind. fondsen Algemeen 263.01 268.03 266.69 145.92 146.60 147.46 162.03 163 05 164.88 124.84 124.35 124.84 99.87 100.60 100.69 194.57 197.23 197.00 BEURSOVERZICHT. Men Is het er ter beurze nu wel over eens. dat de converteerbare obligatiele ning Philips weinig moeilijkheden zal op leveren en wel zal slagen. Dit blijkt o.a. uit de dagelijks weerkerende grote vraag van het publiek naar de claims, die gis teren opliepen tot de topprijs van 25.—, corresponderend met een koers voor de obligaties van 110 pet. Aandelen Philips trokken ook nu weer kopers uit Londen. Gisterochtend werden ze zelfs verhan deld tot 253, maar gistermiddag ontstond een aarzeling. De koers was tijdelijk 246, diaarna rondom 250. Hoe groot de drukte in de PhiHpshoek is blijkt wel uit het geregistreerde omzetcijfer dat eergiste ren 436.000 beliep uitsluitend voor ge wone aandelen Philips. Overigens was de markt onregelmatig maar met vrij gunstige ondertoon AKU zette de weg van herstel voort gisteren 206, maar Unilever en Olie bleven iets ten achter en bewogen zich zelfs bene den het niveau van het telefonische ochtendverkeer.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 8