c (tz e Uzcuivenpaqina „Begum Dynamiet": sterke geest in een frêle verschijning 3 w C ZATERPAG 26 JANUARI 1957 1ROV127 CI ALK ZEEUWSE COURANT 11 GRONDLEGSTER DER EMANCIPATIE IN PAKISTAN (Advertentie) In de witte villa Plein 1813 num mer 3 in Den Haag woont en werkt de enige ambassadrice en (vrouwe lijk) gevolmachtigd minister: de be gum Ra'ana Liaquat Ali Khan die de regering van Pakistan vertegen woordigt iri Nederland. Ze is een drukke en beweeglijke vrouw die er lang niet genoeg aan heeft alleen in officiële kringen te verkeren: ze wilde er bijvoorbeeld ook bij zijn toen de dijk voor de nieuwe polder Oost-Flevoland werd gedicht en ze wilde er dan ook best een beetje voor door de modder baggeren. Dat lijkt zo op het eerste gezicht niet bij haar te passen, want ze is als ooster- linge tussen ons, stevige Nederlan ders, maar een frêle figuurtje een beetje vlinderachtig, in haar zachf- gekleurde zijden gewaad en sluier. Ze werd geboren in het dorpje AI- mora, in het vrouwenverblijf van een welgesteld landeigenaar, haar va der. Almora ligt midden in de hoog vlakte van de United Provinces van Indiu, dat toen nog een Britse kolo nie was: het Indische keizerrijk van Victoria. Het eerste gerucht dat haar oren opvingen was het woeden van een sneeuwstorm die van de Hi malaya kwam en iets van de on stuimigheid ervan is haar haar leven lang eigen gebleven. Wat een geluk dus dat ze een modern denkende va der had, die dit levendige meisje toestond naar de middelbare meis jesschool in Naini Tal te gaan en later naar de universiteit in Luck- now! Zo ongewoon was het to.en nog in Mohammedaanse kringen in India, dat meisjes studeerden, dat ze als studente onder haar jaargenoten het enige meisje was. Maar ze begon meteen al wat te doen aan prakti sche vrouwen-emancipatie, want zo dra ze afgestudeerd was werd ze on derwijzeres aan een meisjesschool en later lerares aan een middelbare school, eerst in Calcutta, later in Delhi. Ze zou zeker een grote car rière in het onderwijs in haar land hebben kunnen maken, want ze was zeer ambitieus. Maar ze was ook mooi en dus trouwde ze, met de Nawabzada Liaquat Ali Khan, een rijke man die bovendien voorbestemd was een grote rol te spelen in de politiek in zijn land. Gandhi leidde toen de strijd voor de vrijheid van India, doch in India zelf ging de strijd veel meer tussen de Hindoes van Nehroe en de Mo hammedanen van Jinnah, die de Moslim Liga stichtte. Liaquat Ali Khan was secretaris van en zijn jonge vrouw leerde typen, om hem te helpen brieven schrijven. Zij en een oude man waren liet enige per soneel van de Liga die tenslotte de vrijheid verwierf voor zeventig mil joen Mohammedanen in het nieuwe land Pakistan. Behalve dat was ze ook moeder van twee zonen, Ashraf, die thans negentien is, en Akbar, van vijftien. oor haar zoons en voor haar man, als die. eens thuis was, speelde ze piano en gitaar, de jongens, die nu m Oxford en Eton studeren, spelen zelf ook gitaar, viool en kla rinet. Ze waren met de kerstvakan- niet een heel stel vrienden op bezoek bij hun moeder in de am bassade in Den Haag. In augustus 1947 werd Pakistan een zelfstandige staat, evenals In dia. -- en onmiddellijk brak in beide landen de burgeroorlog uit. Miljoe nen Moslems straatarm, ziek, ge wond stroomden Pakistan bin nen, op weg naar Lahore, de oude De Begum en haar twee zoonsaan dachtig luisterend naar het pianospel van een goede kennis. De Pakistaan se ambassadrice en haar kinderen houden van muziek en bespélen zélf diverse instrumenten. hoofdstad van Pundjaab, waarheen zich de eerste minister Liaquat Ali Khan had begeven, omdat déar zijn plaats was. En met hem kwam zijn vrouw Ra'ana. Ze wist dat de mannen weinig of niets konden doen, maar Pakistan had één hulpbron die in al de honderden jaren van de ge schiedenis van het Mohammeda nisme nooit was aangeboord: de vrouwen. Miljoenen vrouwen leid den een vrijwel doelloos bestaan in de vrouwenverblijven, Ra'a na Liaguat Ali Khan riep ze op om te helpen. En ze kwamen, bij- duizenden tegelijk, misprij zend bekeken en vervloekt door mannen, die een vrouw of een meisje dat niet teruggetrokken en geïsoleerd leefde, een schaam teloze en ontaarde vrouw vonden. Maar er was maar één man om wiens oordeel Ra'ana Liaguat Ali Khan iets gaf: haar man de eerste minister. Hij keurde haar oproep goed en in enkele weken was het vooroordeel dat eeuwen heerste, overwonnen, door één daad was de grondslag gelegd voor de emancipatie van miljoe nen achterbaks gehouden vrou wen van Pakistan. De begum saliiba gaf zelf het voorbeeld, ze reed rond achter 't stuur yan een vrachtwagen, om voedsel te brengen naar de vluchte lingenkampen. Ze haalde 's nachts de doden op en overdag de zieken en gewonden. Ze verpleegde eigen handig schamele stakkers, en dui zenden vi'ouwen volgden haar voor beeld. Ook Liaguat Ali Khan en zijn vrouw waren arm geworden, al hun bezittingen lagen in India, en hij, die de eerste burger van zijn land was, wilde de laatste zijn van de zeven miljoen slachtoffers die om schadevergoeding vroegen. Het werk ging door Jinnah was overleden, en Liaguat Ali Khan werd de Quad i Millat, de leider van het volk. Zijn vrouw stichtte de Vrouwen-vereniging van Pakistan, die in Lahore de eerste vergade ring hield. Ze reisde met haar man door het Midden-Oosten, ze bezocht Engeland en Amerika, waar de ver slaggevers haar in hun kranten „Be gum Dynamiet" noemden. Ze sticht te in Pakistan ziekenhuizen en scho len. weeshuizen en kraaminrichtin gen, en toen kwam de grote slag. In Rawalpindi, een van de armste steden van Pakistan, werd haar man, de eerste minister, door een betaalde sluipmoordenaar doodge schoten. Zijn vrouw ontving dit ver pletterende nieuws in Karachi, twee dagen later opende ze een nieuw ziekenhuis en zei, terwijl de tranen haar over de wangen stroom den: „Gód geeft en God neemt, maar het werk dat wij in de naam van God voor de mensen verrichten moet doorgaan". Dat waren dappere woorden, die ze in de jaren die volg den zou waar maken ook, maar zij die haar zagen, met haar van verdriet verwrongen gezicht, wisten hoe ze leed. Nog jaren werkte ze in Pakistan, tot de regering haar verzocht het land te vertegenwoordigen als am bassadrice. Ze wilde niet, tot men als argument naar voren bracht dat zij nog éénmaal het voorbeeld moest geven: zij zou de eerste vrouw van Outlt' Val Jenever [EQj per liter Vraagt t ic slijter!! Pakistan en van heel de Mohamme daanse wereld zijn die een zo hoge post zou bekleden. Om die reden zei ze ja, en ze vertelt thans verge noegd, dat inderdaad Pakistan een tweede vrouw als ambassadrice heeft benoemd, in Itio de Janeiro. 'n Jiirk of 'n overgooier? Voor onze grotere meisjes is hier een modelletje met verschillende mo gelijkheden. De rok is wijd klokkend met verrukkelijk grote zakken, het eenvoudige lijfje heeft een ronde sehouderpas, die U na het tekenen van liet patroon los moet knippen. U kunt kiezen tussen een lange en een iA mouw, tussen één of tweeërlei stof en tussen een jurk en een over gooier met blouse. Bij het model tweeërlei stof kan men ook alleen de pas en de zakkleppen van andere stof nemen. Bij de voorpas vouwt U het beleg naar binnen en brengt de knoopsga ten aan. De passen met voor- en rug pand verbinden en de zij- en schou dernaden sluiten. (Bij strepen en ruiten knipt LT de pas in een andere stof richting dan het lijfje). De on derkant van de 3i mouw zet U tus sen een 3 cm breed manchetje van dubbele stof. Het manchetje voor de lange mouw maakt U op handwijdte en 4 cm breed. De mouwen worden naad op naad ingezet, waarbij U de kop iets inhoudt. De halsrand naait U tussen de dubbele stof van de kraag, tenzij U een wit kraagje ver kiest. Dan werkt U dit en de hals met schuine biesjes af en bevestigt het met handsteken. De zakken wor den met kleppen van dubbele stof en een stijve voering afgewerkt en op de rokbanen gestikt. Roknaden slui ten en de rok aan het lijfje zetten. Maakt U de overgooier, dan werkt U halsrand en armsgaten met schui ne repen stof af of met een in de vorm geknipt beleg. Voor het bloesje tekent U de onderkant van voor- en rugpand 15 cm lager en resp. 25 en 23 cm breed; de zijnaden laat U van af het armsgat daar naartoe lopen- De schouderpas wordt niet losge knipt. Desgewenst kan men de slui ting over de gehele lengte nemen. 'n Schoonheidstip van Charlotte Charlotte Willhöst leerde, toen zij nog maar 16 jaar oud was, door haar broer de dichter Heinrich Steiglitz kennen. Het was liefde op het eerste gezicht. Daar echter haar ouders zich verzetten tegen een huwelijk met Steiglitz, konden zij pas v(jf jaar la ter trouwen. Het was een en al geluk, tot de dichter getroffen werd door een ernstige zenuwziekte, welke hem alle arbeid onmogelijk maakte. Charlotte deed alles om hem op te wekken, maar had daarmee geen succes. Vol komen buiten zichzelve van angst, dat zijn ster zou verbleken, kwam bij haar de gedachte op, dat misschien een schok, een groot verdriet hem op nieuw inspiratie zou geven. In de ver onderstelling, dat zij zijn grote liefde de enige was, die dit wonder kon volbrengen, nam zij het dramati sche besluit, zich met een dolkstoot van het leven te beroven. Deze daad van vertwijfeling had intussen niet 't beoogde succes, maar Charlotte be- eikte er mee, dat zij door romantische zielen beweend en bovendien tot een beroemde heldin werd. Nog lange tijd na haar wanhoopsdaad maakten véle van haar bewondei'aars een pelgrims tocht naar de oever van de Spree, waar zij haar leven offerde voor de dichter. Toen Heinrich Steiglitz Charlotte voor de eerste maal zag, werd hij on middellijk verliefd op haar lieftallige gestalte en haar wondermooie ogen, waai*van de diepe, warme uitdruk king nog geaccentueerd werd door 'n paar bijzonder mooi gevormde wenk brauwen. Zij vei'zorgde haar wenk brauwen met een middel, dat reeds generaties lang door de vrouwen in haar familie werd toegepast. Het re cept hiervoor luidt: Het sap van een halve citroen wordt met een halve kop suiker tot een dik ke stroop gekookt, welke zo heet nïo- gelijk op de huid moet worden ge bracht en pas na afkoeling weer mag worden verwijderd. Wanneer men deze laag van de huid „afrolt", wox*- den haartjes meegetrokken. De be handeling moet echter meerdere ma len per week worden herhaald, daar hiermee alleen fijne haren worden verwijderd. Flitsen der komende mode Londen, januari. Het ziet er naar uit dat de alfabet-rage in de mode ten einde loopt. Chx-istian Dior, die enkele jaren geleden zijn H-lijn lanceerde en daarop vrtfwel liet gehele alfabet tot de A afwerkte, is thans teruggekeei-d tot ontwerpen met ronde rokken, nauw in de taille en in heldere, leven dige kleuren. Overwegend lichte stof fen worden verwerkt. Het Londense modeseizoen is deze week officieel geopend met een show van accessoires, schoenen, tassen hoe den en bont. De Londens ben thans aluminium-naaldhakken in hun modellen verwerkt. Veel op zichtige kleuren leer werden gebruikt. - - ozcutv W-, tót OZÓUtV i r zijn af en toe van die berich ten met aardige onschuldige vangen vrouw even de tanden in de onderlip doen zetten en mompelen: „O, wat zal me dat weer een deining geven". Nu praat ik nog niet eens over al die opzichtige publiciteit rond miss Europa of Gina of Marilyn. Mis schien is het óók wel een klein beetje levenswijs om uit al die aanlokke lijke afbeeldingen van welgeschapen vrouwspersonen enige strikt-privé correcties te puren. Ziin wij op het gebied van onze uiterlijke aantrek kelijkheid wel voor honderd procent aan het uitbuiten geslagen? Of hul digen wij het kortzichtige principe dat het alleen maar op de mooie bin nenkant aankomt O la la, U accep teert toch ook geen fijne bonbons jn een grauwpapieren puntzak? Nu dan Dit adembenemende jurkje voor de late middaguren en voor avondfeesten is gemaakt uit luchtig nylon-chiffon, bedrukt met een schaduwmotief. Het losse rugpand versterkt nog het slanke silhouet van dit modelletje, waarin de hoge taillelijn duidelyk te herkennen valt. Het lijfje heeft uiterst smalle sohouderbandjes en is met goudborduursel gegarneerd. De verrassing van de show was een „kandelaar-schoen" met een priem- hakje, waaraan kristallen hanger tjes. Voorts zijn deze week in Londen shows gehouden door de hofcoutu- rier, Noxman Hartnell en door de ontwerpers Digby Morton en Michael Sherard. gcTMst eews op, mevrouw (Van onze redactrice aar het de mode betreft, heeft de Nederlandse vrouw in de laatste tien jaren een comple te opvoeding gehad. Modeshows bie den haar tweemaal per jaar volop gelegenheid om zich te oriënteren omtrent de intenties der grote kle ding dictatoren in het vóór haar lig gende seizoenuit de modecentra overal ter wereld komt een overvloed van nieuws en fotomateriaal zodra de collecties van de toonaangevende ontwerpers zijn vrijgegeven, en de publiciteitsagenten van de textielin dustrieën zorgen er wel voor dat het de moderne vrouw niet ontbreekt aan gelegenheden, om ook haar ma- terialenkennxs op peil te houden. Al deze voorlichting is wat waar is moet gezegd worden! niet zon der resultaten gebleven. Vele vrou wen bekyken haar garderobe, de aan schaf en de aanvulling daarvan met een kritischer oog dan vroeger. Ze zijn de eenvoud van het goede gaan waarderen, ze hebben voorname lijk dank zij die veelbesproken, tel kens weerkerende modeshows! oog gekregen voor de praktische combinatiemogelijkheden welke de hedendaagse 'confectie biedt, ze heb ben alweer dank zij het aanschou welijk voorbeeld iets leren begrij pen van het belang van goede acces soires. En wanneer, wat nogal eens gebeurt, buitenlandse bezoeksters als haar mening te kennen geven dat de Nederlandse vroutc maar matigjes gekleed gaat, dan wordt deze indruk in vele gevallen gewekt door het feit dat het in ons klimaat wel eens moei lijk is om warmte en degelijkheid te combineren met elegance maar nog veel vaker door de omstandig heid dat de vrouwen in deze lage landen haar lichaamshouding en ma nier van lopen dusdanig verwaarlo zen, dat zelfs de beste kleding niet tot haar recht komt. Dat is echter een ander chapiter, waarover nog niet zo lang geleden in deze rubriek al enkele woordjes zijn geschreven Nogmaals: we hebben in de jaren na de oorlog wel het een en an der bijgeleerd omtrent de kunst van het goed gekleed gaan. Behalve één ding: al deze modevoorlichting heeft ons blijkbaar niet de durf kun nen bijbrengen om eens iets opval lends tè kopen en te dragen. Dat durft tachtig procent van het Neder landse vrouwendom niet, zelfs al zijn ze ervan overtuigd dat zo'it opval lend kledingstuk haar staat en in haar garderobe past. Een tafereeltje als het volgende is er het bewijs van: Een dame, niet zo heel jong maar beslist nog niet oud, stapt een mid delgrote modezaak binnen met de mededeling, dat ze een blouse wil kopen. Ze trekt haar mantel uit en onthult daarmee een mooi antra cietkleurig jerseykostuum waarvan de prijs zo op het oog beslist niet be- neden de honderd gulden heeft gele gen, Bij dit kostuum nu wenst ze een blouse. De verkoper heeft het met één oogopslag bekeken; althans, dat dénkt. hij. Hij duikt in een rek met textiel en brengt zélf hélemaal stralend van enthousiasme een blouse te voorschijn in een van die moderne zachtrode tinten. Een mooie eenvoudige blouse van een als goed bekend staand merk. De aspirant-koopster ziet er niet zoveel in, hoewel ze de blouse dan wel eens wil aanpassen. Men kijkt belangstellend toe als ze even later met het kledingstuk aan, uit de kleedkamer komt stappenmen denkt: „Ja, dat is het, die blouse staat haar, maakt- haar jongerpast volmaakt bij dat antraciet....." Maar ze neemt de blouse niet. WélneeZe vindt 'm erg mooi, zegt ze en dat meent ze ook wél maar ze is bang dat de kleur te opvallend is. Ze vertrekt tenslot te met een lichtgrijs exemplaar; ook een mooie blouse van goede kwali teit, maar van een tint die dat hele dure antracietkleurige kostuum op slag transformeert tot een suf en saai geval, perfect passend b{f de sombere grauwe kleur van de win terhemel daarbuiten. De verkoper is er niet eens zo erg ondersteboven van. Hij is wél gewend aan dit soort ervaringen,Jk vind 't wél mooi, maar het valt zo óp £ii wat dan nóg, mevrouwOp vallen, in de goede si» des woords dan altijd, is toch niet iets dat met de strop gestraft wordt f Bovendienals U beslist niet als „goedgekleed" icilf opvallen, had U ook dat dure jerseykostuum van over de honderd gulden niet hoeven te kopen; dan had U wel met een ■pakje van f 29.75 tut een warenhuis kunnen volstaan. Laten we nou eer lijk zijn: opvallen wil toch iedere rechtgeaarde vrou w! Maar de mees ten van ons schijnen dit volkomen normale verlangen als iets buitenge woon onnèts te beschouwen Het is een punt waarop wij in Ne derland nog eens duchtig moeten worden opgevoed: dat opvallend iets héél anders is dan „opzichtig". Durf gerust eens iets te kopen dat opvalt, mevrouw. Wanneer het U staat, bij uw persoonlijkheid en leef tijd past en bovendien van goede kwaliteit is, pleit het alleen maar voor uw goede smaak. Maar voordat hier nu briesende brieven op volgen wil ik U haastig verzekeren dat ik in de aanhef dit soort berichtgeving helemaal niet op 't oog had. Tenslotte behoevexx we die schoonheidscultus niet zo hevig serieus te nemen, want het is al met al maar een uiterst wisselvallige ge schiedenis. Het wordt echter bedenkelijker als het accent nog 'n beetje meer naar 't pure uiterlijke wordt verlegd, en van het mooie vel letje op het beeldige jurkje terecht komt. En ik kan mij voorstellen, hoe menige vrouw, jonger of ouder, zui nig of royaal van uitgeven, nijdig de krant heeft neergegooid bij dat recente berichtje over de best gekle de vrouwen ter wereld. „Het New-York Dress Institute'' heeft een prijsvraag uitgeschreven over dat wereldprobleem. Twaalf da mes worden geacht volgens de inzenders van die prijsvraag dan de best geklede ter wereld te zijn. De dame die aan dë kop ligt wat haar klerenkast betreft is een Ame rikaanse, en als ik goed tel, ziin er van de twaalf klerenkoningfnneix minstens acht door geboorte of bur gerschap Amerikaans. Dan lopen er nog twee Engelsen, een Duitse en een paar Spaans en onderdoor en daar mee is „de wereld" bekeken. En wat betekent dat „best gekle de vrouw" eigenlijk? Is dat een kwestie van persoonlijke smaak of van deskundig advies, van artistiek combinatievermogen of kas middelen? Als ik zo eens dat rijtje van kampioenen der kleedkunst na ga-is het wel opvallend dat vrijwel alle twaalf heel behoorlijk in de con tanten zitten. vinger hebben uitgestoken gendeel. Uitgezonderd dan het twee tal uit West-Europa geïmporteerde artiesten, van wie speciaal Mariene Dietrich de eentjes niet cadeau heeft gekregen. Nee, oxxx met behulp van manliefs portemonnee, geassisteerd door schoonheidsspecialisten en mo de-experts als een beeldje van een plaatje uit de bus te komen een «oud kunstje, als U het mij vraagt. Geeft U mij dan maar de vrouw met de smalle beurs en de volstrekt eigen feilloze smaak, die met een, lapie van de uitverkoop zelf een jurkje fabriceert en niet rust voor zii met kralen en oorknoppen en schoentjes, die misschien ook ei krats hebben gekost datzelfde jurkje *--*■ een stukje kunstwerk heeft ge- ïpleteerd. Zo'n handige fleurige zuinige artieste slaat immers al die dure dames met stukken. Want het gaat met kleren net als met andere zaken: niet om het hoeveel of hoe duur, maar om het hoe. Als U een katoentje weet te dragen, hebt U verder geen tien meter satin duches- se nodig om dat te bewijzen. Ukunt die serie plaatjes dus rus tig naast U neerleggen, want de werkelijk best geklede vrouw ter wereld is daar toen niet bij. En maar dat is natuurlijk een ver schrikkelijk onaardige opmerking: gelooft U nu maar dat het ook geen -wetje is om bij dat rijtje te staan. Jf dacht U soms dat nummer twee niet geblazen heeft van jaloezie op nummer één toen zij de krant open sloeg? Om van nummer twaalf maar helemaal te zwijgen. Laat dat Dress-Institute dus maar rustig de pret van zo'n opinie-onder zoek. Als U maar zorgt dat er ten minste één man is die op gezette tijden de krant neerlegt en zegt „Wat staat die jurk je goed". SASKLA. Begin eens met grapefruit Het is een goede Amerikaanse ge woonte om de maaltijd met grapefruit te openen. Deze vrucht die zo rjjk is aan vitamines, hebben we in de win termaanden wel bijzonder hard nodig en juist als start is de werking het meest effectief. middendoor suiker bestrooid op een glazen schaaltje op- gediend. En hier nog een menu voor de ko- i mende week: j zondag: grapefruit, rundertong, witte bonen, zure eiersaus, aardappelen, ap- I pelen met schuim; maandag: witte bonensoep, flensjes I gevuld met tongragout, aardappelen, schorseneren; I dinsdag: boerenkoolstampot met j rookworst, rödgröd; woensdag: runderlapjes, knolraap, aardappelen, koffievla; donderdag: haché, rode kool. aardap pelpuree, stoofpeertjes: vrydag: panvis, stoofsla. gebakken grutjes; zaterdag: stoofpot kool met kaas. 1 fruit.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1957 | | pagina 7