O
!<r"
3
Spanje ontdekte (en bewaarde!)
het geheim van de cacaoboon
V:
r
ZATERDAG 32 JANTJARI 1957
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
11
De jaren geleden door Greta Gar-
bo zo populair gemaakte slappe da
meshoed met golvende rand keert te
rug in u- voorjaarscollecties van het
jaar 1957! Hier is alvast een voor
beeld: een exemplaar van tolt shan
tung stro, afgewerkt met grove
zwarte manchester. Het enige ver
schil met de vroegere Garbo-hoed is
het kleine puntje op de bol van het
model.
~öan
0Z6UH)
BETAALMIDDEL EN „ZWAAR DRANKJE..."
Pas omstreeks 1700 kon heel Europa
kennis maken met „chocoladedrank"
De cacaoboon heeft zijn bakermat gehad in Zuid-Amerika, waar men
echter zo rond 1500 volstrekt niet wist, wat men er eigenlijk mee kon doen.
De bonen, kleine boomvruchten die op onze amandelen lijken en die zij
cachaos noemden, gebruikten de Zuid-Amerikanen als betaalmiddel, maar
al spoedig ontdekte men, dat er ook een soort vetsmakend, zwaar drankje
van getrokken kon worden.
Men achtte zulk een drank eigenlijk alleen een koning waardig, want was
de waarde ervan niet zuiver „geld?'' Op wrijfstenen sloeg men de bittere
pit aan gruizels, men deed er wat water op en won een vette bruine drank,
die voornamelijk vreemd smaakte en erg voedzaam was.
Geen wonder, want de cacaoboter, welke nu aan de poederchocola is ont
trokken, was er nog allemaal in en men moet al een met prikkeldraad ver
sterkte maag ezitten, om een paar koppen daarvan met succes te kunnen
drinken!
De Spanjaarden, die in de 16e eeuw Zuid-Amerika „ontdekten", althans
het land veroverden en de cacaoboon meebrachten, maakten al gauw een
cultuur van het cachaos-drinken. Zjj wisten echter het geheim van de be
reiding zo goed te bewaren, dat geen andere Europeaan ermee overweg
kon.
Het was do „goede oude tjjd" van zeeroven, en als de befaamde Hollandse
kaperschepen Spaanse schepen buitmaakten en partijen caccaobonen aan
troffen, wisten zjj niet beter te doen, dan die als waardeloos overboord te
werpen!
Intussen konden de Spanjaarden hun
geheim toch niet altijd onder zich
houden. Rondom 1700 lekte het uit en
heel Europa ging zich voor de choco
ladedrank interesseren. De populari
teit nam snel toe en weldra verrezen
in de grote Europese steden de zgn.
„Chocoladehuisjes", waar dez uit
heemse drank werd geschonken.
Bekend is, dat in Amsterdam, Lon
den, Parijs en vele andere steden het
al spoedig tot de „bon ton" behoorde,
die huisjes druk te bezoeken. Histo
rische afbeeldingen getuigen daar
nog van.
De chocoladehuisjes kenmerkten zich
alle door de traditionele uithangbor
den aan de gevel, waarop vermeld
werd, dat men hier de nieuwe beko
rende drank kon drinken. Zoals de
tabakshandelaar destijds in zijn uit
hangbord de tabaksplant voerde, de
koffie- en theehandelaar de koffie-
en tlieeplant, zo beeldde de chocola-
debereider de cacaoboom met zijn
vruchten af.
Omdat men met het vreemde woord
„chocolade" geen raad wist, daar men
de herkomst en afleiding ervan niet
kende, en er bjj de bereiding suiker
werd toegevoegd, verbasterde men de
naam tot „suikelate" of „sekulade".
In Breda had zulk een uithangbord
tot opschrift:
Hier verkoopt men koffie en sukelade
sorbette, the en limonade,
gesuiverde hui en goed toeback.
komt in en proeft het met gemak.
Weldra begon men algemeen choco
lade te drinken. De verwerking tot
eetbare substantie kende men nog he
lemaal niet. De cacao werd verkocht
in vettige blokken: men had de ca
caoboon min of meer verpulverd en
de massa in blokjes samengekneed.
Zulk een brok deed men in een kop en
men goot er heet water op om het te
doen smelten. Dan flink wat suiker
erbij en het stroperige, zwarte drank
je was klaar.
Men begon hoe langer hoe meer pro
paganda voor de chocolade te maken.
Een handelaar adverteerde in de Am-
sterdamsche Courant van 15 nov.
1797:
Geraert Smit maekt bekent, dat hy
maekt ende verkoopt opregte Spaan
se chocolade van 4 soorten ten prijze
van 16, 20, 24 30 stuiver het pont
alle seer curieus met caneel, bamllas
en amber gemae! Wel te weten dat
de chocolade, die uyt sijn huys gaet
gemerkt is G. Smit.
De Nederlandse studenten waren al
gauw vlak vóór het drinken van cho
colade. Een eeuw later, omstreeks
1825. zongen zij zelfs een „rinklied"
aan deze drank gewijd.
Intussen had de romantiek rond
de cacao al voor taHoze verhalen
en anekdotes gezorgd. Al in 1624,
toen men pas begon met het nut
tigen van die nieuwe, geheimzinni
ge drank toen aan het Spaanse hof
de eerste cnltus eromheen ont
stond, fluisterde men, dat die
drank een bijzondere werking had.
Het was niet meer of minder dan
een liefdesdrank! Pas op, gevaar
Laat U die zoetigheid niet toedie
nen door schone vrouwen, waar
schuwden mannen, „die het kon
den weten".
Intussen is er wel grond voor die
verhalen. Omdat de drank zo zoet en
machtig was, kon men er wel iets in
mengen, zonder dat de gebruiker het
merkte.
De dwaasheid van het chocolade-
drinken werd in het begin zelfs zo
hoog opgevoerd, dat men er aan ver
slaafd raakte, of zich althans zo ge
droeg.
Thomas Gage vertelt in zijn boek
„New Survey of the West Indies", dat
de dames van Chiapa, een plaatsje in
Nieuw Spanje, zich gedurende de
kerkdienst, onder de preek, door hun
dienstboden koppen wanne chocolade
lieten brengen. Dit bracht echter zo
danige stoornissen teweeg, dat de bis
schop van Chiapa het chocoladedrin-
ken in de kerk verbood.
Het enige gevolg was echter, dat de
dames voortaan zich niet meer in de
Kathedraal lieten zien, maar haar
schreden richtten naar de klooster
kerken, waar de priesters meer vrijhe
den toestonden.
De bisschop werd echter hoogst ern
stig gestraft voor zijn.verbod. Eén der
voornaamste dames nodigde hem te
gast en bood hem een kop... vergif
tigde chocolade aan. De bisschop
overleefde de aanslag niet.
Dit is een heel oud verhaal, maar
nog altjjd leeft het spreekwoord dat
uit deze gebeurtenis voortkwam:
„Pas op voor de chocolade van Chia-
Voor liefhebsters van de wintersport zgn hier enige ideeën voor sportlcle-
dïng. Ideeën die ook (en vooralde aandacht verdienen van haar die voor
het eerst een wintersportvakantie voor de boeg heeft. Want met een al
dan niet doelmatige sportuitrusting staat of valt zo'n vakantie in de ber
gen! Elegante kleding :s natuurlijk leuk, maar se moet ook doelmatig sijn,
anders begint U er niets meer in de „witte wereld."
De zwart-wit gestreepte, tot op de heup vallende anoraq van de afbeel
ding heeft een aangeknipte capuchon die dicht om het hoofd sluit. De rits
sluiting aan de voorkant gaat schuil onder een brede witte bies. Midden:
een plezierige ski-broek met een hoog taillestuk en stevige schouderban
den, waaronder een wollen pullover met een capuchonkraagook voortref
felijk geschikt om onder een windjack gedragen te worden. En wie alleen
maar wil zitten en zonnebaden kan veel plezier hebben van de dikke in
patentsteek gebreide trui, waarvan de pas in een hoge kraag overgaat..
Advertentie)
Ze hebben ze zo
boog nodig...
*oor Qrcei
»oodl»k*. f-f'r-.'.
•>jk« vitemmee A m D
epbowtioNan.
Sc«M i Emulsion.
smakalijVst* IcvorirMn.
•uil t«kort»n «ar,
•P d» m««n warkzam* wij»
'n Schoonheidstip
van Antoinette
Antoinette de Pompadour groeide
op als een heel gewoon burgermeisje.
Op haar negende jaar werd haar
voorspeld, dat zij eens koninklijke
macht zou bezitten ja, dat zij héél
na aan het koningschap toe zou ko
men. Haar moeder nam deze voor
spelling zó ernstig, dat zij onmiddel
lijk alles op alles zette om haar doch
ter een zeer bijzondere opvoeding te
geven. Zo kreeg zij onder andere
danslessen en toneelonderricht en
leerde zij tegelijkertijd haar schoon
heid te verzorgen de schoonheid,
die op Lodewijk XV toen hij het meis
je voor de eerste maal zag, zo'n diepe
indruk maakte, dat hij volkomen in
de war was. Zij werd spoedig daarop
zijn favoriete en kreeg haar eigen
woning in het slot van Versailles.
Haar schoonheidsgeheim
Voor zij haar dagelijks bad nam,
wreef zij zich geheel in met aromati
sche bloemenoue, die werd samenge
steld uit 5 tot 10 druppels bloemenolie
(lavendel, rozen of rozemarijnge
mengd door 20 gram amandel- of
olijfolie.
Verder waste zij haar gezicht, ar
men en schouders met bierschuim!
Reeds toen wist men dus blijkbaar,
dat bepaalde bestanddelen van het
bier de schoonheid van zowel huid als
haren ?eer bevorderen.
Met oude kaas en een oren.
Hebt U een oven, dan kunt U het
volgende kaasgerecht bereiden, dat
luistert naar de uitheemse naam:
„Quiche Lorraine".
125 gram bloem, 75 guem boter Vs
dl water, iets zout, ham, niet te dun
gesneden, dikke plakken oude kaas,
3 eieren, 3 lepels melk.
Van boter, Dloem, water en zout een
deegje kneden. Hiermede een beboter
de springvorm bekleden. Daarna op
de bodem een paar plakjes schouder-
ham leggen. Hierop een laagje plak
ken kaas en zo afwisselend ham en
kaas totdat de vorm opgevuld is. Over
deze vulling de eieren, die met de
melk zyn losgeklopt, gieten en de
massa in de oven gaar en lichtbruin
bakken.
ic/\t m uw woning, mevrouw
Van onze 'edactrice)
De kortste dag van het jaar
ligt (gelukkig) aliceer
enkele weken achter ons,
de dagen lengenzoals men
dat gemakshalve noemt, maar
desondanks moet elke ochtend
nog vrij lang, elke avond reeds
vrij vroeg de lamp branden!
In deze sombere vnnterweken
moogt U daarom wel eens wat
extra, aandacht schenken aan
de verlichting van uw huis. Is
die wel in orde, zegt UT Dat
is prachtig maar vermoede
lijk bedoelt U dan alleen maar
het kunstlicht in uw huis. Dat
kunstlicht is natuurlijk een
heel belangrijke factor, maar
met „licht in uw woning" heb
ben wjj niet alleen dit kunst
licht op het oog. Licht in uw
woning komt niet alleen uit
nw lampekappen, uw armatu
ren of hoe al deze zaken ver
der heten; het komt althans
overdag in de eerste plaats
van buiten. Gedurende een
groot deel van de dag kunt U
uw werkzaamheden verrichten
bij natuurlijk licht van buiten,
het daglicht en bent U er
zeker van dat U dit daglicht
ten volle benut f
7oegegiven, onze generatie
is wel zo verstandig en
modern, dat ze geen angst
meer heeft, voor frisse, lucht
en zon. Die angst hoort thuis
is een verleden waarin onze
gedachten zich maar moeilijk
kunnen verplaatsen.
En toch icorden m deze
moderne tijd de ramen van ve
le woningen bedekt door over
matig grote, zware, vaak ook
nog gedrapeerde glasgordij
nen, 'die niet alleen kostbaar
in aanschaf zijn, maar boven
dien veel onderhoud vergen en
een belangrijk deel van dat
waardevolle daglicht tegenhou
den! .De glasgordijnen" zijn
voor menige huisvrouw een ge
heiligd iets, waaraan ze soms
meer geld spendeert dan aan
haar 'garderobe. Waarom?
Toch beslist niet uit praktische
overwegingen. Misschien om
dat ze het zelf zo mooi vindt...
maar toch ook heel vaak om
dat zulke weelderige vitrage
..de buitenwereld" een
zekere welstand suggereren
Tja, als dat erg belangrijk
voor uw gemoedsrust is, wordt
het wel moeilijk. Maar kunt U
dan niet beter die hele vitra-
ge-ratteplan weghalen zodat
„men" ongehinderd naar bin
nen kan kijken? Dan kan „de
buitenwereld' uw welstand af
lezen aan uw bankstel, uw ra
dio en uw televisietoestel; uw
gemoedsrust is gered en bo
vendien profiteert uw gezin
van het daglicht dat onbelem
merd naar binnen stroomt...
Of hebt U die enorme glas
gordijnen misschien voor
de ramen hangen omdat
uw overburen altijd zo bij U
inkijken?
Dat is natuurlijk wel eens ver
velend, maar dat eeuwige kij
ken is voor hen vermoeiender
dan voor U, moet U maar
detiken. Op ~eker ogenblik zul
len ze trouwens wel eens op
uw doen en laten uitgekeken
raken, en gebeurt dat niet
gauw genoeg naar me zin,
dan kunt U het immers eens
proberen met zulke halve vi
trages, welke alleen de ondei--
kant van het raamoppervlak
bedekken en zodoende toch
eventuele onbescheiden blik
ken tegenhouden.
Hebt U er overigens al eens
aan gedacht, om uw
overgordijnen dusdanig
op te hangen dat ze overdag
n&Ast de ramen hangen? De
rail of roede moet daartoe
wel aan weerskanten een paar
decimeter breder zijn dan het
raamkozijn. In opengeschoven
toestand zijn uw overgordijnen
op deze manier beschermd te
gen de inwerking van zon en
licht, en alweer! U pro
fiteert méér van het daglicht.
Een bureau, een tafel -waar
aan regelmatig gewerkt wordt,
moeten altgd zo' dicht, mogelijk
bij het raam geplaatst worden.
Het klinkt misschien een beet
je ongelooflijk, maar bij een
raam is het licht tien tot twin
tig maal sterker dan midden
in de kamer.... Dat is toch wel
■iets om in deze sombere da
gen eens eventjes bij stil te
staan,
tot OZOUfV
Het hoort er eigenlijk zo'n beetje
bij om het nieuwe jaar met een
variatie op het thema: „Goede
voornemens" te beginnen. Maar het
is, goedbeschouwd een malle traditie,
waar iedereen zich zelf een pluim
mee op de hoed steekt maar waar
niemand zich in feite aan houdt.
De natuur is altijd nog sterker
dan de leer, al is het misschien, heel
misschien mogelijk om één kleine
fout. één onplezierige karaktertrek
met gestage zelfdiscipline en inspan
ning in drie honderdvijfenzestig da
gen zichzelf redelijk af te leren.
Nee. deze eerste weken van het
jaar lijken mij eerder geschikt
om de medemens Dij al zijn
zwoegen en ploeteren, bij zijn falen
en teleurgesteld worden een heel
klein glaasje troost te schenken.
Misschien kan dat een beginnende
gewetensknaging stillen, en voldoen,
de opwekking bevatten om het na al
dat vallen en opstaan en weer strui
kelen nog maar weer eens te probe-
t^oord eu daad
ren. Want, dat mag er meteen wel
even bij gezegd worden; het zijn de
slechsten niet, die last van hun ge
weten hebben.
Het zijn eerder de plichtsgetrou
we altruïsten, die zich een leven lang
aftobben met verwijten dat zij daar
en tóen, niet eens maar meerdere
malen, zo onvergeeflijk hebben ge
faald. Terwijl zij, op dat moment
misschien hoogstens een kleine aan
val van begrijpelijk egoïsme of ge
makzucht hebben gehad.
De gewetensvollen hebben het
maar moeilijk in de wereld, en het
is een ongelooflijke toer om ze van
het piekeren en geestelijk nakaarten
af te brengen. En soms ligt de rede
lijke oplossing zo vlak bij de hand.
•Eigenlijk, hoe vreemd het ook mag
klinken, moest een mens in het le
ven altijd eerst het kalme, nuchtere,
weloverwogen verstand laten spre
ken en dan pas het overgevoelige ge
weten. Voordat U nu, boos uit mis
verstand. naar de pen grijpt zal ik
U dat graag met een voorbeeld Illus
treren.
Nog niet zo lang geleden viel mij
in de krant een klein, overgeno
men berichtje op: een zelfbe
schuldiging op rijm. De maker van
dit versje ik veronderstel nu maar
dat hij uit eigen ondervinding sprak
en niet listig een preekje uitdeelde
deze bedrukte rijmelaar dan had de
lijkwagen zien stilhouden voor buur-
mans deur. En bij die aanblik had hij
zich gekweld afgevraagd, waarom
hij, vanuit zijn eigen welgefundeer-
de overtuiging, diezelfde buurman bij
zijn leven niet ernstig had vermaand
aangaande de dood. Hfj was, zijn ge
weten hield ftiet.op hem dat te ver
wijten, schromelijk te kort gescho
ten in naastenliefde en zijn hele ern
stige overtuiging was in de praktijk
een zelfzuchtige aangelegenheid ge
bleken.
Misschien heeft dit versje bij meni
ge vrouw in alle stilte een overge
voelige snaar aan het trillen ge
bracht. Want zij zijn er. ik ken ze
maar al te goed. die leven uit de
kracht van een eenvoudig, schuchter
geloof, dat zo het al geen bergen ver
zet. dan toch de levenslasten lichter
en de vreugden dieper maakt, dat
troost en verwarmt en het bestaan
een doel en een zin schenkt
Alsof praten, alleen maar praten,
iemand ter wereld ooit heeft over
tuigd of gewonnen. Alsof woorden,
ook maar een tiende deel bezitten
van de kracht die de eigen toepas
sing van die woorden bezit. Alsof al
le theorie niet in de lucht hangt zon
der het bewijs van de praktijk, en
de aangrijpendste preek het niet al
tijd moet afleggen tegen de onbaat
zuchtige levenshouding.
Wie dus tobt over de vermanen
de woorden die zij verzuimd
heeft te spreken die mag
zich troosten met alle daden die van
die verzwegen woorden het bewijs
waren. Van woorden en preekjes zou
buurvrouw misschien niet eens zo
gediend zijn geweest. Maar wie weet
hoeveel hartelijke. onzelfzuchtige
handelingen, hoe klein ook. indruk
op -haar zou hebben gemaakt. Een
paar stukken afgemaakt verstelwerk
toen zij ziek lag. de zorg voor een
huisdier toen zij uit was, zomaar
een opgewekte groet toen zij in de
put zat. Het is toch werkelijk niet
nodig om iedere dag in het publiek
op een zeepkist te klimmen, zolang
het oprechte hart maar druk in de
weer blijft om volkomen natuurlijk
en zonder ophef goed te doen. En zo
een kan zich het zelfverwijt rustig
sparen.
SASKIA.
Meisjes in overhemd
Een fabrikant van overhemden die
zijn produkten persé „aan den lijve
wil tonen, kan dit natuurlijk doen
door zich van de medewerking van
heren-mannequins te verzekeren. Een
Engelse overhemden-fabrikant zag
echter meer heil in het combineren
van zijn textielprodukten met vrou
welijk schoon; hy hulde een aantal
aantrekkelijke jongedames in zyn
nieuwste modellen en presenteerde
vervolgens deze combinatie aan zyn
publiek. De toeloop van manneiyke
belangstellenden is zonder twyfel
enorm geweest, maar waarschijnlijk
hebben de heren na afloop méér kun
nen vertellen over de kwaliteiten van
de mannequins dan van de overhem
den