Kranig Nederlands Rode Kruisteam verricht
wonderen in Judenau
~i ~ir ~b z&jÊOÊL -/ I,
staf van twee verpleegsters en twee
Rode Kruis-helpsters zo goed en zo
kwaad mogelijk geïnstalleerd in een
aantal zaaltjes. Bén ervan is door
een gordjjn geseheiden in een wacht
kamer, een polikliniek en een spreek
kamer en daar komen dagelijks 10
tot 60 vluchtelingen op consult.
„Wij redden ons best", zegt hij.
„Mijn helpsters zijn prima en ik heb
een tolk gevonden om er achter te
komen wat de mensen mankeert."
In het Hongaars heeft hij zelf een
paar standaardvragen opgesteld. Hij
heeft een ziekenzaaltje voor de vrou
wen, de mannen en de kinderen en
is voorlopig vooral druk met ver
koudheden; de fysieke toestand
maakt vele vluchtelingen erg vat
baar. Het instrumentarium is een
voudig, maar voor de noodzakelijke
behandelingen toereikend. Medica
menten zijn er voldoende.
Freule Schimmelpenninck, voor al
le leden van ons team Titia, kan al
leen maar schor fluisteren, omdat zij
verkouden is geworden en voorlopig
nog teveel moet commanderen over
haar beweeglijke en luidruchtige
Hongaartjes, met wie zij dagelijks
gaat wandelen. Zij heeft de zorg
voor de recreatie, voorlopig nog een
groot woord voor een paar schaak-
en damspelletjes, en één radiotoestel,
dat van zaal tot zaal gaat.
Mej. Veeger heeft ons, ondanks
haar beslommeringen, persoonlijke
gastvrijheid betoond. Het feit, dat
wij in gezelschap waren van twee
vertegenwoordigers van het actieve
comité „Amsterdam helpt Honga
rije", de heren C. J. Speet en P. Bak
ker, die met speelgoed, kleding en
kerstpakketten goochelden, droeg
waarschijnlijk bij tot een spoedige
verzoening over de onderbreking van
het omvangrijke pionierswerk waar
aan ons team nauwelijks een week
geleden is begonnen.
Het is, zonder omwegen gezegd,
een kranig werk. Het kon zich uiter
aard nog niet manifesteren in een
perfecte verzorging, maar het droeg,
na zo korte tijd, al duidelijk de spo
ren van een kordate, nuchtere en
menslievende aanpak van zaken.
Judenau zal spoedig een Neder
lands begrip van organisatie, zinde
lijkheid en huiselijke gastvrijheid
worden.
Eén van de kleinsteh van Judenau
Als de telefoon
gaat:
eerst tot acht tellen
éSt
Eén van de eerste taken van het Ne
derlandse Rode Kruis-team is ge
weest te zorgen dat de keuken werd
mgricht. Een gloednieuwe keukenin
stallatie is aanwezig. Hongaarse
vluchtelingen helpen by het schoon
maken.
In een hol, uitgewoond gebouw
heerst Hollandse zindelijkheid
over 14 kampen, elk kamp komt
voor rekening van het Rode Kruis
van één land. Deze 14 kampen zijn:
Wörgl, Ferlach en Annabichl bij Kla-
genfurt (Oostenrijk), Kaiderstein-
Bruch (Duitsland), Klosterneuburg
(Finland), Spratze (Denemarken),
Fraukirchen (Zweden), Wiener Neu-
stadt (Canada), Willersdorf (Enge
land), Bad Kreuzen (Noorwegen),
Ried im Innkreis (Frankrijk), Sie-
zenheim (Ver. Staten) en Judenau
(Nederland.)
De officiële vertegenwoordiger van
ons Rode Kruis in Wenen is de heer
J. Geysman die ons het kamp Jude
nau heeft laten zien enkele dagen
nadat het speciale team uit Neder
land onder leiding van mej. Veeger
daar aan 't werk was getogen, een
Freule Schimmelpenninck maakt
dagelijks een wandeling door Jade- Mej Ve heef, ond„ d, vluch.
nau met een groepje kinderen. Hier a
gaat z{j door de hoofduitgang van 't telingen een jonge onderwijzer, San-
gebouw met de kleintjes op pad. dor ontdekt, die nu dagelijks een
1 klasje les geeft.
WENEN, telefonisch van een onzer redacteuren).
De telefonist van Judenau, een Oostenrijks plattelandsdorpje, dat 40
km van Wenen ligt, 'n beetje opzij va® de grote weg naar Linz, raakt
wel eens z'n hoofd kwijt, nu hij 'n nieuw en veelgevraagd nummer er
bij heeft gkeregen: nummer acht, 't vluchtelingencentrum In 't vroegere
meisjesinternaat, dat onder het patonaat van het Nederlandse Rede
Kruis is gekomen. Want nummer acht, dat betekent acht keer bellen en
niet bjjv. drie keer, want dan komt de burgemeester aan de iyn.
Voor mej. G. J. Veeger, de leidster van ons Rode Kruis-team en haar me
dewerkers, neemt het ouderwetse telefoonapparaat, waar nog aan gezwen
geld moet worden, nu geleidelijk de vorm aan van een telraani uit de
kleuterklas. Daar gaat ie. De dienstdoende administrateur, en wjj allen,
gezeten om de tafel, verstijven op de plaats. Ons gesprek breekt abrupt
af. Tellne mensen! Ja hoor, acht keer, hier vluchtelingenkamp Judenau!
Zo zitten we midden in de kinderziekten van één der Oostenrijkse
vluchtelingenkampen, waarover 't Rode Kruis zich 'heeft ontfermd. De
ziekten zijn voorlopig nog talrijk: Telefonitis, 'n manische tel-depressie,
Kartonitis (gebrek aan karton), om maar één van de kleinigheden te noe
men, waaraan plotseling behoefte bestaat, bedvastheid van vele vloch-
verkoudheden, omdat de holle, hoge gangen van het gebouw steenkoud
telingen by gebrek aan werk en ontspanningsmiddelen, echte, ouderwetse
zjjn, de zalen en kamers daarentegen broeierig warm.
nationale Rode Kruis is vorige week
dan ook een overeenkomst gesloten
waarbij de Rode-Kruis-liga de ver
plichting heeft aanvaard, voorlopig
tot maart de ligging, voeding, medi
sche verzorging en verpleging voor
35.000 vluchtelingen voor haar reke
ning te nemen. De administratieve
leiding van de kampen en de toela
ting van nieuwe vluchtelingen blijft
bij net Oostenrijkse ministerie van
Binnenlandse Zaken berusten.
Het internationale Rode Kruis
heeft nu het patronaat aanvaard
team van twaalf man met een arts,
verpleegsters, een magazijnbeheer
der, een admniistrateur, een juf
frouw, belast met de recreatie, en 'n
Nederlandse kok.
Wjj weten niet of mej. Veeger
zo bar ingenomen was met
ons bezoek. Geen enkele Ne
derlandse huisvrouw vindt 't plezie
rig visite te ontvangen als de
schoonmaak pas is begonnen. De
leidster van ons Rode Kruis-team
draagt 'n typisch Nederlandse zinde-
Zo kunnen we doorgaan. Twee
maanden geleden, na de zwar
te zondag van Boedapest, is 't
Jrote, geel gepleisterde gebouw in
udenau, dat volgens de aankondi
ging op de voorgevel een „Lehr-und
Ërziehungs Anstalt für Madchen",
(gebouwd in 1859) is geweest, door
Oostenrijkse vrijwilligers, meren
deels studenten, ingericht tot vluch
telingenkamp.
Het was een uitgewoond, misera
bel gebouw, maar de Oostenrijkse
regering had, toen de enorme vluch
telingenstroom loskwam, niet an
ders te bieden dan de grote kazernes
van de voormalige Russische bezet
tingstroepen (Eisenstadt en Trais-
kirchen) en uitgewoonde en ver
waarloosde schoolgebouwen als die
in Judenau.
Men moet grote bewondering heb
ben voor wat vrijwilligers in die eer
ste weken dag en nacht hebben ge
presteerd en voor wat de Oostenryk-
se regering heeft gedaan en nog
doet om de vluchtelingengebouwen
in een staat van bewoonbaarheid te
brengen.
In Judenau waren honderden rui
ten stuk, toen de eerste vluchtelin
gen kwamen en de deuren waren
weggesloopt.
Russische troepen hadden, toen zij
hun bezettingszone verlieten, uit de
kazernementen sanitair, lichtleidin-
gen, loden buizen, kranen enz. mee-
Senomen. Een heel leger timmerlie-
en, schilders, metselaars, stuka
doors, elektriciens is in Oostenrijk
opgetrommeld om in de kortst mo
gelijke tijd de nodige herstellingen
uit te voeren.
De dageljjkse verzorging, voe
ding, kleding en verpleging van de
vluchtelingen gaat de krachten van
Oostenrjjk ver te boven. Tussen de
Oostenrijkse diensten en het Inter-
De grootste zorg van de kamplei
ding is de recreatie. Schaakspelletjes
zijn heel geliefd.
nade om gereedschap en andere goe
deren uit het centrale magazijn van
het Internationale Rode Kruis, Naai
machines zjjn onderweg, maar zjjn er
ook scharen bij? Een grote voorraad
kleding moet gesorteerd worden,
maar er is teveel oud spul bjj, nog
uit ons rampenfonds. Nieuwe kleding
is dringend noodzakeljjk. De dokter
moet pyjama's en nachtjaponnen
hebben voor zijn zieken.
Vat U dit alles niet direct op als
een aansporing om naar ons Rode
Kruis in Den Haag dergeljjke goe
deren te sturen. Het Rode Kruis be
schikt over een uitstekende organi
satie in Wenen en de heer Geysman,
die als verbindingsofficier fungeert,
kent allerlei weggetjes om aan de
spullen te komen. Een teveel van een
bepaald artikel, ingezonden zonder 'n
voorafgaande oproep, is altjjd scha
delijk.
Dokter P. J. M. Boudain, arts uit
Assen, heeft zich met zijn kleine
De Nederlandse arts dr. P. J. M.
Boudain uit Assen, verbonden aan 't
Nederlandse Rode Kruis-team, heeft
een ziekenafdeling en een polikliniek
in het kampgebouw ingericht. V ziet
hem met zijn kleine staf van Rode
Kmis-verpleegsters en -helpsters en
zyn onmisbare tolk, een vluchtelinge
uit Boedapest
lijkheid- en schoonmaaksfeer om
zich heen in heel haar denken en
doen, iets van water, zeep, wrjjfwas,
maar ook van warmte en bloemen.
Zij gaat dageljjks door de warme,
slecht geventileerde zalen, trekt de
tot nietsdoen gedwongen mannen
van hun bedden en zegt: „Daar
staan een tafel en stoelen", of zet de
deur of een raam open.
Zjj peinst zich suf over de moge
lijkheden om van de ruim 700 vluch
telingen, die aan de zorgen van het
team zijn toevertrouwd, er zöveel
mogelijk aan het werk te zetten.
De mensen van ons team tonen
zich in dit opzicht zeer vindingrijk.
We zien Hongaren sjouwen met tei
len water en de vloer boenen van de
keuken die wordt ingericht. Het eten
komt tot nu toe uit Wenen. Buiten
helpen zij bjj het graafwerk voor het
slaan van pompen. Met water moet
in tankauto's worden aangevoerd.
Vrouwen doen de afwas en schil
len aardappelen. Dagelijks probeert
mej. Veeger de meest bruikbare
vluchtelingen te ontdekken: een on
derwijzer voor een klein klasje, tol
ken voor de dokter en de administra
teur, een kapper, een schoenmaker
als die er zijn, dan begint de telefo-