SPANJE: RE I SLA ND DER TOEKOMST Don Quichot, de edelste aller ridders én de onsterfelijkste Toledo is eigenlijk één groot museum Gebied vol helaas nog bezienswaardigheden moeilijk bereikbaar In tal van gedaanten komt men hem in Cervantes' geboortestreek tegen (Van een reizend redacteur.) Madrid verlatende en de brede weg naar Valencia oprijdende, passeert men een uitgestrekt plein, waar enige zeer grote standbeelden de aandacht trekken. Geen mens behoeft te vragen, wie de belde ruiters van het eerste standbeeld voorstellen: met één oogopslag ziet leder, dat het Don Quichot en Sancho Panza zijn. Daarachter staat een groot monument, waartegen het beeld is geplaatst van de schrijver van een der beroemdste boeken uit de wereldliteratuur: „De geestryke ridder Don Quy-hot van de Mancha". Is het toevallig, dat vlak achter dit gedenkteken een zeer hoog en indrukwek kend gebouw oprystde wolkenkrabber van Madrid? De schrijver Miguel de Cervantes Saavedra torent hoog uit boven vele andere beroemdheden van zyn tijd en verdient te staan naast Dante, Shakespeare en Goethe Het noodlot dat boeken als Robin- hem houden. ners U het huis van Dulcinea aan te wijzen. Twijfel daar niet aan: het huis is tot nationaal monument verklaard en zal op rijkskosten gerestaureerd wor den. Gaat U deze winter het klassieke boek nog eens ter hand nemen? Er zijn twee heel goede vertalingen in het Nederlands. Wij geven de voor keur aan de sappige, statige en om standige vertaling van Schuller tot Peursum uit 1855, maar we kunnen de vertaling van Werumeus Buning en Van Dam uit 1940 met een gerust geweten aan een ieder aanraden. Hoe meer leden de Orde der Cervantisten krijgt, hoe liever het ons is. son Crusoë, Gullivers Reizen, Mlinch- hausen en Tijl Uilenspiegel heeft achtervolgd, spaarde helaas ook de edele en zeer dappere Don Quichot niet: hij werd tot een vermakelijke figuur voor de allerjongste lezers, eigenlijk een toonbeeld van belache lijkheid. Het grootse werk werd gru welijk bekort, verwrongen en ver knoeid; men moet heel wat moed op brengen om, met de herinnering aan de jeugdlectuur in zijn hoofd, het echte boek in een goede vertaling zo'n duizend bladzijden te gaan lezen. Wie hét eens gedaan heeft, doet het echter vast nog eens en nog eens. Niet alleen wordt de lectuur een onvergetelijke belevenis, maar er gebeurt iets met de lezer: nadat hij dit bad in humor en tragiek heeft ondergaan, is hij opgeno men in de wereldwijde orde der „cervantisten", mensen die muurvast weten dat al deze ver makelijke avonturen waar en waarachtig en ontwijfelbaar ge beurd zijn. Don Quichot is de onsterfelijke ver beelding van de Spaanse ziel. Hij is natuurlijk in de ogen van de nuchter- lingen gek en zijn knecht denkt er ook al niet anders over. (Hoewel... De Ridder van de Droevige Figuur heet hij gewoonlijk en men weet van hem dat hij tegen windmolens vocht en trouw bleef aan zijn geliefde Dul cinea, die misschien alleen maar in zijn fantasie bestond. Maar er zijn er al heel wat voor dwaas en krankzinnig uitgekreten, die een zeer bijzondere levenswijsheid bleken te bezitten. In elk geval zal ieder, die Don Quichot kent, hem niet alleen geestrijk maar ook wijs noemen en innig veel van We hebben het stadje gezien waar Cervantes geboren werd, we weten nu hoe de landstreek de Mancha er uitziet, we kregen ontzag voor de windmolens die Don Quichot onver schrokken te lijf durfde gaan, wij reden vlak langs El Toboso, wa ai- Dulcinea gewoond moet hebben. We kwamen op onze reis heel wat uit het boek bekende namen tegen, maar belangrijker is, dat wij Don Quichot zelf ontmoet hebben: in tal van gedaanten, verkledingen en ge- j moedsgesteldheden, maar altijd de ridder zonder vrees of blaam, zonder smet of rimpel, altijd de vechter voor het verdrukte en belaagde, voor het lijdende en geringe. „Ruta cervantina" Er is enige jaren geleden een ver taling verschenen van een al sedert een halve eeuw beroemd boek van de Spaanse schrijver Azorin, waarin deze een prachtige schildering geeft van de weg, die Don Quichot op zijn zwerftochten gevolgd heeft. Dat boek heeft vele cervantisten er toe verleid ook eens op pelgrimstocht te gaan, teneinde de uit het boek welbekende plaatsen vol piëteit op te zoeken. Zouden de windmolens van Campo de Criptana niet werkelijk de molens zijn, die de hidalgo voor vervaarlijke reuzen aanzag? De kenners weten de onderaardse grot aan te wijzen, Op een plein in Madrid slaat een standbeeld voor Don Quichot en zijn schildknaap. Beide figuren zijn bij zonder goed getroffen. waar zich een merkwaardig avontuur heeft afgespeeld en hetzelfde is het geval met de herberg, waar Don Quichot gedurende de nacht de wacht bij zijn wapenrusting hield. Niet zo ver van Toledo ligt El Toboso én daar weten de bewo- A<VVV\\^\N\\\\<VVVVVVVVVV^ Door J. Piebenga VWVNAAA/VVWvVvVVVVVVVVV Betoverde stad Nog geen 40 kilometer van Cuenca ligt een voor Europa uniek natuurlandschap: Ciu- dad Encantada (de Betoverde Stad). Men komt er langs een n H heel mooie weg en moet er zeker een flinke lange middag M voor uittrekken. In een zeer |f H uitgestrekt gebied heeft het erosieproces zulk een eigen- aardig resultaat gehad, dat de vreemdste rotsformaties van j| =1: ontzaglijke en vreesaanja- gende afmetingen zijn overge- 1§ bleven. De monstrueuze en groteske steenformaties, waar men uren doorheen kan wan- delen, doen de indruk post vat- H ten dat men in een prehisto- H risehe wereld verplaatst is. Een prachtig land voor geolo- 1 gen! n lm Voor feesten en versieringen De noordelijke volken zouden nim mer zover durven gaan, wat de plas tische voorstelling van'bijbelse figu ren en gebeurtenissen betreft. In Spanje, waar de hervorming nauwe lijks is doorgedrongen, maar nim mer de volkslagen heeft bereikt, kent men veel minder scrupules. Daarom worden ook de volksfeesten er altijd kerkelijk gesanctioneerd, hoezeer hun oorsprong vaak ook in het heidendom, in het bijgeloof of in de magie terug te vinden is. Een van de volksfeesten, die op een. eeuwenoude traditie berusten, maar die in de laatste halve eeuw tot een ongekende bloei zijn herre zen, zijn de Fallas van Valencia. De fallas zijn huizenhoge bouwsels van hout, carton en was, van verf en gekleurd papier, van balken en lat ten, die stuk voor stuk bijzondere kunstwerken mogen heten. Elke wijk of straat heeft in de middelste week van maart zo'n falla gereed en be schouwt die als het symbool, het wapenschild, het gemeenschappelij ke naamkaartje. In 1956 waren er in totaal een 146 fallas en het stadsbe stuur had wel werk met het toeken nen van prijzen en hoge beloningen. Aan de vooravond van de dag van Sint-Jozef worden ze opgericht en dan is de stad vol met mensen en wordt er natuurlijk niet gewerkt. Het merkwaardige is echter, dat al deze bouwsels, die veel werk, kunst zin en ook geld opgeëist hebben, voor middernacht verbrand moeten worden. Dramatisch relaas in het Alcazar In Spanje geweest te zijn en Tole do te hebben overgeslagen, dat is zoiets als Keulen bekijken, zonder naar de Dom te gaan of Parijs te bezoeken en de Seine met de Notre Dame links te laten liggen. Eigen lijk is Madrid vooral wanneer men afziet van het onvergetelijke Prado en het indrukwekkende ko ninklijk paleis niet half zo inte ressant als het ongeveer 70 a 80 kilometer ten zuiden daarvan gelegen Toledo. De legen de zegt, dat deze wonderbaar boeiende stad aan de Taag een paar duizend jaar voor Chr. door Is Spanje wel geschikt voor modern toerisme De Brit ten hebben van oudsher al bevestigend op deze vraag geantwoord waarschijn lijk omdat ze reeds door zul ke sterke banden met Portu gal verbonden waren en de Duitsers kwamen ook steeds graag naar het zon nige zuiden. De eersten staan De ..Casas Colgadas" rotshuizen in Cuenca, zijn op de uiterste rand van een hoge en steile rots gebouwd De bewoners zullen wél geen last van duizeligheid meer hebben. op de lijst van buitenlandse bezoekers nog steeds boven aan, maar de Duitsers komen de laatste jaren voortdurend talrijker opzetten. Er zijn door Duitsers gedreven ho tels, hier en daar leest men „man opricht Deutsch" of „Reiseandenken zu liaben" en onze oosterburen weten vooral de warme kust van de Middellandse Zee te waarde ren. Belgen komen er meer dan Nederlanders, maar de laatsten ziet men vooral op de Balearen elk jaar meer. Weinigen zullen geneigd zijn Spanje per trein of lijnbus te bereizen. Het duurt erg lang. is maar zelden comfortabel meestal het omgekeerde en bezorgt ook overigens heel wat tijdrovende moeilijkheden. Naar Madrid per trein reizen is ook een langdurige zaak; men kan dan veel beter en als men de tijd rekent ook haast voor evenveel geld per K.L.M. gaan, die enige malen per week op de Spaanse hoofdstad vliegt en daar. met een tussen landing in Luxemburg en Nice, acht uur voor nodig heeft. Een auto met caravan lijkt ons de meeste ideale reisma- nier. De afstanden zijn zeer groot en heel wat dorpjes heb ben nauwelijks zoiets als een cafeetje, laat staan dat er slaapgelegenheid te vinden is. Wil men zich niet tot de voor naamste plaatsen en de beken de toeristenoorden beperken, dan moet men veel eigen ini tiatief ten toon spreiden en is kennis van de Spaanse taal on ontbeerlijk. De talenken- h'cn groep jonge geestelijken in ge heel zieart habijt begeeft zich in op tocht naar de kathedraal van Toledo. Geen ongewoon beeld in het Spaanse volksleven.' nis der Spanjaarden is gering; met Frans komt men mis schien nog het verst, hoewel in de laatste jaren het Engels veel meer in gebruik komt. Van sociaal- of jeugdtoerisme weet men in Spanje nog zo goed als niets. De jeugdher bergen, zoals de Nederlandse jongeren die zo goed kennen, heeft men er niet. De bevol king is te arm om op stap te gaan; het percentage buiten eigen woonplaats vakantiehou dende Spanjaarden is zeer ge ring. Het autoverkeer is er maar zeer dun, mede door de grote afstanden. Niet overal zijn benzinepompen en ook voor reparaties zal men vaak vergeefs hulp moeten zoeken. In typische toeristenplaatsen, zoals Benidorm bij Alicante vindt men een verbinding van camping met motel, maar dat is nog uitzondering. Toch wordt er blijkbaar door de Spanjaarden óp gerekend, dat het land in de komende jaren steeds groter wordende stro men reizigers zal moeten ver werken en men poogt de la cunes dan ook op té vullen. Het directoraat-generaal voor het toerisme is een rijksinstel ling; het heeft reeds heel wat gedaan om in het tekort aan logiesgelegenheid te voorzien. De „paradores" en „albergues" zijn zeer verzorgde en moderne hotels en de „hosterias" dito restaurants, maar goedkoop zijn ze allerminst. Het net van deze voortreffelijke, maar al weer voor de bevoorrechte klassen bestemde gelegenheden is echter nog te dun om er te allen tijde van te kunnen pro fiteren. En wat dg wegen betreft, er is de laatste twintig, dertig jaar inderdaad ontzaglijk voel verbeterd, maar nog altijd doe men goed nooit aan de Ne- Zundvervoer voor wegaanleg gebeurt in Toledo niet met zware transport- auto's, maar volgens een eenvoudige methode: iïi gevlochten draagmanden op de rug van geduldige ezels. 'Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllll J Vele bladzijden in de Toledaonse geschiedenis zijn met niets dan bloed geschreven een „Toledaansv nacht" is het Spaanse equivalent voor de St. Barthoiomeiisnacht maar tegelijkertijd heeft de geest er d' grootste triomfen, behaald en is de 'cultuur er tot een schier onvoorstel bare hoogte geklommen. Misschien is daarom Toledo zulk een spreken de demonstratie van het dualisme en de tragische dialestiek in de Spuause ziel. IlIflIlllllllllllllllllllIllllllillllllllllllllOnilllllllllllIllinilllllHlllllIllllllHIIIII afstammelingen van Noach ge sticht is. Goed, er worden meer leugentjes over beroemde steden verteld, maar vast staat dat de Ro meinen hier al gevestigd waren, dat de Visigothen, Moren en Joden er in groten getale gewoond heb ben en dat de stad in de rooms- katholieke wereld van meet af aan, een zeer vooraanstaande plaats heeft ingenomen. De stad heeft iets typisch militairs over zich. Zij ligt op een hoge heu vel, die voor een groot gedeelte dooi de Taag wordt omstroomd en is bui tengewoon goed verdedigbaar. De Toledaanse wapenindustrie is van oudsher bekend en nóg kan men er de schoonst bewerkte zwaarden, dol ken en floretten kopen. Buiten de stad ligt een zeer fors en mooi ge bouwd kasteel, dat als opleidings school voor militairen wordt gebruikt en binnen de stad ligt het Alcazar. Als Franco blijft en zijn vorm van fascisme ih Spanje gepro longeerd wordt, zal dit Alcazar er zijn er in Spanje meer. want de naam is niets anders dan de Arabische aanduiding voor kasteel of burcht onge twijfeld tot een beroemde poli tieke bedevaartplaats worden, 't Hooggelegen en magistrale re- naissance-bouwwerk is tijdens de burgeroorlog in 1936 vrijwel geheel verwoest, toen generaal Moscardo zich met zijn cadetten en civiele garden achter de mili taire opstand van generaal Franco plaatste. Er moet in deze stad, die nu een veertigduizend inwoners telt en een rustige, haast landelijke indruk maakt, in het verleden trouwens ont zaglijk veel zijn omgegaan. Anders zou niet bijna ieder huis van een be wogen verleden spreken. Eigenlijk wandelt men steeds in een groot mu seum rond en het verbaast dan ook niet dat de stad als geheel tot na tionaal monument is verklaard. Wie studie van bouwstijlen gemaakt heeft, ontdekt telkens weer nieuwe facetten in dit uitermate rijke en veelvormige geheel. Een moskee of synagoge, die na de gewelddadige verdrijving van Moren of Joden tol r.-k. kerk werd omgebouwd, blijft natuurlijk iets van haar oorspronke lijk karakter behouden. Men kan één dag in deze stad rondlooen en zich van ogenblik tot ogenblik verwonderen maar moet niet menen haar dan meer dan op pervlakkig bezien te hebben. Alleen voor de kathedraal zou men rustig een dag moeten uittrekken en dan nóg veel moeten overslaan. De kar dinaal van Toledo is de primaat van Spanje en dat is ook de reden waar om men deze stad wel eens „het hoofdkwartier van het christendom'' genoemd heeft derlandse situatie terug te den- ken. De hoofdwegen zijn meestal goed, maar de bijwe gen vaak erbarmelijk slecht. Tenslotte: Men ga niet op reis zonder goede reisgidsen. (Bae deker, Guide Bleu, eventueel de meer beknopte Nederlandse boekjes). Spanje zit zo over vol historische herinneringen, dat men er makkelijk aan voorbijloopt. En voorts: weest ook hier voorzichtig met het kopen van souvenirs; er is veel rommel bij. Wanneer men U tot overmaat van ramp voor een Amerikaan aanziet, moet U de officiële prijs (dat is heel vaak opzettelijk te veel) be talen!

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 11