De zwarte kant van de sneeuw I f ^Bllnben zingen aan hei £.ichl bez fiöezetb v m €r (Van onze speciale verslaggever.) Op eerste kerstdag zal er via de radio een uitvoering van kerstlie deren te beluisteren zijn, gedeelte lijk instrumentaal, gedeeltelijk vocaal. Afwisselend treden op het Radio Phil- harmonisch Orkest met orkestbewer kingen van liederen van Wilhelm Rett- licli, eon houtensemble o.l.v. Meinöert Boekei «n het koor van het chr, blinden instituut „Bartiméus" te Zeist, o.l.v. Mees van Huis. Koorzang van blinde kinderen dus. Van blinde kinderen, die zingen op het feest van het Licht der Wereld En toch is het niet zo verwonderlijk als het lijkt. Om geheel nauwkeurig te zijn: het koor van „Bartiméus" zingt niet op die eerste kerstdag zelf. Hun kerstva kantie brengen de leerlingen van het blindeninstituut thuis door. Hun zang- wordt vooraf opgenomen op de plaat en met Kerstmis uitgezonden. Maar dat doet aan de feiten niets af. Het koor van „Bartiméus" zingt trouwens ook tijdens een kerstbijeenkomst op 19 december in Zeist en een dag later in de kerk van Harderwijk. Ook kerstliederen. En waarom 2ouden ze niet? Soms wordt het gezelschap aange kondigd als een kinderkoor, maar dat is het beslist niet. De jongste is immers al 16 en van de ouderen werken velen al jaren op kantoor. Wel is ook dit koor eens jong be gonnen. „In „Bartiméus" neemt muziek een belangrijke plaats in", vertelt ons dirigent Mees van Huis. „De leerlingen krijgen zangles in twee groepen. Wie in de vervolgklas, de tweede groep dus, goed mee kan, komt in de zangklas. Dat is ook. de oorspronkelijke naam van het koor. Maar velen, die al lang van school -af zijn, blijven zingen. Dé van Oenen bijvoorbeeld, onze sopraan, werkt als te lefoniste bij de rijksuniversiteit in Utrecht". De successen van het koor acht de heer Van Huis in de eerste plaats te danken aan de geweldige animo van zijn leerlingen. „Hun liefhebberij voor zingen is veel groter dan bij andere amateuristische koren. Ze hebben min der andere mogelijkheden voor ontspan ning en dus minder afleiding. Boven dien concentreren ze zich beter. Wat ze leren, vergeten ze praktisch nooit meer, want ze nemen het totaalbeeld van me lodie en harmonie zo in zich op, dat ze een partij voor het leven onthouden. Het is heus geen handicap, dat ze geen mu ziek kunnen lezen". En vie het als een technisch raadsel mocht zien, dat een koor ook zonder magische bewegingen van een dirigeerstok tegelijk beginnen en gelijkmatig zingen kan, wordt gauw uit de droom geholpen: het is een dóód simpele kwestie van tellen aan het be gin, hoorbaar ademhalen bij iedere regel en soms een stukje meezingen of een gefluisterde opmerking. Met die hulp middelen heeft Mees van Huis zijn koor tot bewonderenswaardige prestaties ge leid. Ondanks alle successen zgn het niet altijd aangename dingen, die een blindenkoor op toernee beleven kan. Toen de jeugdige zangers en zan geressen onlangs ergens aan tafel zou den gaan, vroeg een bezorgde geest aan een der leiders, „ze eten toch wel zelf?" Hg vroeg het juist iets te hai-d... En tijdens een uitvoering kan het ook ge beuren. dat er plotseling een goed hoor baar „ach, ze lachen" uit de zaal door dringt naar het podium. „Sommigen worden dan kwaad", vertrouwt Emmy Groene wegen, een der leden van het koor, ons toe. „Maar ik lach er altijd maar om." Toch komt er nog ietwat verontwaardigd achteraan: „De mensen kunnen zich vaak niet voorstellen dat wij plezier kunnen hebben. Maar we zijn toch ook gewone mensen!" Gewone mensen, ja. Maar toch ook mensen met een handicap, voor wie het leven altijd juist iets moeilijker is dan voor de anderen, die niet weten wat blind zijn is, die meestal vol medelijden en daardoor soms zo wreed kunnen zijn. Juist dat nadrukke lijke medelijden legt er vaak een schep je bovenop. Dat is de reden, waarom be- Gewone mensen, ook op het ijs Deden „gewone mensen" maar net zo gewoon als 2*i zoekers van een receptie, die iedereen een hand geven, alleen het blinde fa milielid overslaan. Daarom wordt het soms ineens doodstil op een gezellige visite-avond, wanneer er een blinde gast binnenkomt. En dan die grove onna denkendheid. Want moet het koude zweet je niet aan alle kanten uitbreken, wanneer op zo'n avond iemand je een sigeret aanbiedt, maar het doosje een meter van je af houdt zonder dat je kunt zien waar? Of als je niet weet waar de asbak staat en waar ze je thee kopje hebben neergezet? Gewone, nuchtere mensen. Sam Brussee bijvoorbeeld is een heel gewone jongen, met wie ge gezellig praten kunt. Hij zingt in het koor van „Bartiméus", hij heeft en vraag niet hoeveel extra-moeilijkheden dat een blinde kost zijn mulo-diploma ge haald en hij is pianist. Het vergt nogal wat geduld en doorzettingsvermogen om een muziekstuk te leren door eerst een maat te lezen (uiteraard in het braille- muziekschrift, dat 60 verschillende te kens kent!), van buiten te leren en ver volgens te spelen en zo maat voor maat, het hele werk door. Maar Sam speelt piano, soms' zelfs als begeleider van 'het koor. En ook hij ervaart het telkens weer: „Je leeft op een soort eilandje als je thuis bent. Met sommige dingen sta je er echt buiten. Je voelt je wel eens vervreemd en je moet zo uitkijken, dat je zelf niet apart gaat sta§n". Maar wat, als je desondanks toch tel kens weer apart wordt gezet? Bijvoor beeld door sommige organisatoren, die voor hun bijeenkomsten graag de mede werking van het blindenkoor vragen, louter en alleen omdat het zo'n „goede attractie" is? Hoeveel critici, die op erewoord verklaarden strikt "zakelijk in hun oordeel te zullen zijn, de prestaties van het koor zeer gunstig hebben ge recenseerd, schijnt de „attractie" van een blindenkoor ook inderdaad wel me de een reden voor zijn grote successen te zijn. „De sensatie is er beslist niet vreemd aan", oordeelt dirigent Mees van Huis. „Ach, wij weten het zelf ook wel", bevestigt Sam Brussee, „maar we nemen 't maar op de koop toe en we zijn in ieder geval blij, dat er zoveel mensen komen". Behalve gewone, ook vrolijke mensen. Eigenlijk praten ze veel liever over de grappige gebeurtenissen in hun leven dan over hun speciale problema tiek. „Soms beleef je gekke dingen", hoorden we van Emmy en Sam. En dan volgt bgvoorbeeld het verhaal van Cor- ry, die eens in de bus van Zeist naar Utrecht pas aan het eindpunt tot de (Van een onzer redacteuren.) Een witte Kerst. De hartewens vair zeer velen, voor wie sneeuw op Kerstmis het toppunt van feest vreugde en gezelligheid is. Een tover woord voor allen, die zich graag gevan gen weten in de sfeer van kerstkaarten- romantiek. Want wanneer het sneeuwt, wanneer de wollige vacht zich als een witte wade uitstrekt over stad en land, wanneer alle geluid verstilt en beemd en bos in een sprookjeslandschap wor den herschapen Het zij zo sneeuw. In de eeuwige kringloop van water, dat als damp op stijgt en van damp, die weer als water naar beneden valt, is sneeuw slechts een „tussenprodukt". Een flinke daling van temperatuur en uit de vormloze massa's waterdamp worden geen logge druppels, maar haarfijne zeshoekige krïstalletjes gevormd. Naaldvormige, zuiltjesvormig, in de gestalte van pyramiden of pris ma's, van tafeltjes of sterren en in com binaties daarvan. Soms beginnen en eindigen zij in ongerepte voi-m hun weg naar beneden en speelt de zon met hen een spel van kristallijnen pracht; veelal verenigen ze zich tot vlokken, die aar zelend neerdwarrelen als de veren van een bed, dat hoog in de wolleen wordt Een „Witte Kerst" is niet overal romantisch uitgeschud. Maar om het even.: tot dan toe is het of elk kristal en elke vlok een zelfstandig, eigen leven leidt. Maar nog is er sneeuw in velerlei vorm. Jachtsneeuw, driftsneeuw, korrelsneeuw, dwarrelsneeuw, natte sneeuw, motsneeuw, eeuwige sneeuw en zelfs tweedehands sneeuw, Driftsneeuw of dwarrelsneeuw immers is sneeuw, die dqor een storm van de grond af weer wordt opgejaagd. Dooi de blizzard bijvoorbeeld, in Canada en Noord-Amerika. Meters hoog soms jaagt dan de gierende storm de driftsneeuw op en wee de eenzame reiziger, die door een blizzard overvallen wordt. In 1873 kwamen er tijdens één zo'n storm meer dan 1000 mensen om. En dat is slechts een van de vele zwarte kanten van de sneeuw. In Rusland kent men een dergelijke storm, die in Siberië en Zuid-Rusland boeran, in Noord-Rusland poega heet, Zo hard zijn de jagende sneeuwkristal len, dat men de ogen niet open houden kan en zelfs dicht bij huis groot gevaar loopt om te verdwalen en dood te vrie zen in de felle kou. En neem bijvoorbeeld de barber. Of neemt U hem liever niet, want die Noordamerikaanse storm jaagt U de harde driftsneeuw zo gemeen in het ge laat, dat ze U de huid tot bloedens toe kapot slaat. „Barber" is dan ook niet voor niets de letterlijke vertaling van „barbier". Blizzard, boeran, barber, zijn al even beducht als de sneeuwstormen in het hooggebergte. Slechts weinigen kunnen iets navertellen van de wanho pige gevechten, waarmee een plotseling door een sneeuwstorm overvallen berg beklimmer zich het naakte leven ver dedigen moet. Wie zal nog spreken van romantiek, wanneer hij zich verblind door de striemende sneeuwjacht, het hele lichaam bedekt met een pantser van sneeuw en ijs, schier ademloos in de snijdende wind met halfbevroren handen vastklampt aan het touw, dat nog de enige draad met het leven vormt. En die enkelingen zijn nog de gelukki gen, die de beproeving hebben over leefd. Honderden anderen, ellendig om gekomen in een barre woestenij en een baaierd van natuurkrachten, heeft geen tonw meer redding kunnen brengen. Voor hen zal de sneeuw nooit meer wit. zijn, onverschillig of de storm hen heeft neergesmakt in een ravgn, of dat zij, uitgeput, krachteloos, tenslotte de moed hebben verloren en rust hebben gezocht in de sneeuw, die hun laatste rustplaats zou zijn. Ook als de sneeuw niet meer door door storm wordt opgejaagd kan ze dodelijk gevaarlijk zijn. Want in het gebergte dreigen altijd de lawines, loert immers de Witte Dood. „Het sneeuwt en stormt!" schrijft de Duitse deskundige op het gebied van sneeuw en lawines, prof. dr. Wilhelm Paulcke, in zijn boek „Praktische Schnee- und Lawinenkunde". „Onop houdelijk, één dag, twee dagen, drie dagen! Bezorgd kijken de bergbewoners door de kleine vensters van hun huizen naar buiten. Tegen de flanken van de berg hoopt zich de sneeuw op. Enorm wordt de sneeuwlast op de steile hellingen. Nog is het stil, maar hoe lang zullen die massa's houden? Het sneeuwt en het stormt! Te zwaar wordt het gewicht van de witte lasten. Daar breken ze los! Zij gigden, zij stromen, ze wervelen, ze stuiven hoog op; de lawines storten zich in het dal! Alles meeslepend wat in hun Weg staat: bomen, hooischuren, huizen. De witte, zware stroom breekt iedere weerstand en begraaft alles onder zich in het witte graf. Een orkaan stort zich mét de lawine in het dal en breekt met zijn enorme kracht machtige dennen op de tegenoverliggende helling als luci fershoutjes. Op de skiloper, die de zwaar be sneeuwde helling zorgeloos met zijn De jongste leerlingen van „Bartiméus" krijgen zangles van Mees van Huis. Zingen is een van hun grootste liefhebberijen. ontdekking kwam, dat ze naast een schoolvriendje zat. Hoe? Ze herkende hem aan zijn hoest, kuchte terug en Wim kende haar kuch Na zulke verhalen zijt ge langzamer hand rgp om de humor „gewoon" te vin den, waarmee grappenmakers zelfs lichtpunten in hun blindheid hebben ontdekt. Want, zeggen ze, we mogen niet lezen in bed, maar wie zal het mer ken als je je (braille-) boek onder de dekens leest? En wie eenmaal zo ver is heeft al ras de volgende stap gedaan: spieken in school met een „spiek- blaadje" onder z'n hemd Zo „gewoon" zijn blinden, tot in het spieken toe. Hoe moeilijk het soms ook valt, rij proberen alles te doen wat ook „gewone" mensen doen en zouden alleen graag nog zien, dat „de gewone mensen" tegenover hen ook wat gewoner gingen doen. De sportleven zwemmen, fietsen, rijden schaats en lopen stelt. De muzikalen spelen piano en zingen graag en met overgave. Dat is niet ongewoon, dat is niet bui tengewoon. En waarom zouden ze dan ook niet gewoon kerstliederen zingen als het ook voor hen Kerstmis is scherp spoor vei-stoort, storten de sneeuwmassa's neer. Ze schuiven hem weg. Ze trekken hem met onweerstaan baar geweld mee naar beneden. Zij sleu ren hem in de diepte, overmannen, ver drukken hem. Beroven hem van bewe ging en adem. Bedden hem in zijn laat ste rustplaats. Vreugde brengt de sneeuw; lijden brengt de sneeuw. Gevaar en verwoes ting". Boven de sneeuwgrens in de gebergten valt elk jaar meer sneeuw dan er wegsmelt of verdampt. In de steeds groeiende sneeuwmassa heeft een onop houdelijk proces plaats van dooien en vriezen, weer ontdooien en nog eens be vriezen. Steeds groter worden de sneeuwlcorrels, soms tot 10 centimeter in doorsnee toe, tot alle sneeuw in gletsjerijs veranderd is. Een gletsjer is een ding dat leeft, dat beweegt. Sommige gletsjers bereiken een snelheid van enkele tientallen me ters per dag; elders leggen ze een dage lijkse afstand van slechts enige centi meters af. Bovenaan komt er sneeuw bij; onderaan smelt het ijs af. Prof. Heim heeft eens berekend, dat een sneeuw vlok, die op de top van de Jungfrau valt, ongeveer 450 jaar nodig heeft om het benedeneinde van de grootste Alpen gletsjer, dé 25 kilometer lange Aletsch, te bereiken. En elders in de wereld ko men nog veel grotere gletsjers voor. Volgens een vaste wet, door niets of niemand te weerhouden, bewegen zich de gletsjers voort. Eens bewezen ze de recreatie van ons dichtbevolkte land een grote dienst door de heuvelrug tussen Nijmegen en het Gooi op te stuwen en in Drente de stenen achter te laten, waarvan onze verre voorouders zich hun hunebedden hebben gebouwd. Zo groot is de baarlijke, niet te stuiten macht dei- gigantische massa's, die eertijds uit biljoenen nietige, dartelende sneeuw vlokjes zijn ontstaan, Uit juist zulke vlokjes en kristalletjes als waarmee de traditionele kerstkaart de sneeuw zo lieflijk en romantisch heeft gemaakt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 10