„Oorlog en vrede" in één band
van duizend pagina's
KAPPIE
COMMUNISTEN IN JAPAN
FRAUDEREN VOOR HUN KAS
in het land der oliebronnen
WOENSDAG 19 DECEMBER 1956
PROVINOIALE ZE
EUW 8E COURANT
EEN GREEP UIT WAT DE PERSEN BIEDEN
Omnibussen van Verne en Fabricius
Romans, variërend van de grootste werken der wereldliteratuur tot
de bescheidenste produkten van plaatselijk talent, liggen op de schrijf
tafel; de meeste pas, enkele reeds wat langer geleden verschenen.
Hier volgt een greep. Daar is allereerst een nieuwe vertaling (de
derde Nederlandse) van „Oorlog en Vrede", Tolstoïs meesterwerk.
René de Vries vertaalde het, Bigot en Van Rossum te Blaricum gaf
het uit. In één band, (meer dan 1000 blz.) en toch nog te hanteren
door de kleine (maar duidelijke) druk en het dunne (maar goede)
papier. Een historische roman uit het Napoleontische tijdvak, een
epos, dat tot de hoogtepunten der literatuur behoort. Maar deze wijn
behoeft immers geen krans, er is geen schoner geschenk in deze
dagen, want men leest er dagen en dagen, ja, weken in, met intens
genot en bewondering. Het boek wordt in een kartonnen hoes geleverd
en is stevig gebonden.
Een ander prachtig boek om
ten geschenke te geven, en wel
aan jong en oud, is de Jules Verne-
Wonderreizen Omnibus, in het ge
zellige ouderwetse bandje en met
de knappe oude gravures, uitgege
ven door Elsevier, Amsterdam. Dit
boek, ook een turf van 1300 blz.,
bevat de twee delen van „20.000
mijlen onder zee", voorts „Mi
chael Strogoff", „De reis om de
wereld" en „De reis naar de
maan". Spannende boeken, voor
treffelijk geschreven, boordevol we
tenswaardigheden en fantasie, in
hun genre nooit overtroffen. Wie
ze op jeugdige leeftijd las, zal ze
gaarne herlezen of aan zijn kinde
ren ten geschenke geven. Wie ze
nog nooit las, zal verbaasd zijn.
Naast de Vernes houden weinige
moderne avonturenboeken het uit.
Een andere omnibus die velen ge
noegen zal bezorgen, is de „Johan
Fabricius-omnibus", gebracht door
de Arbeiderspers, Amsterdam. Voor
weinig geld ontvangt ge „Komedian
ten trokken voorbij", „Het meisje
met de blauwe hoed" en „Flipje", in
één band. Het papier is helaas van
mindere kwaliteit maar men kan
voor een spotprijs niet èlles verwach
ten.
Voor de liefhebbers van het werk
van Marja Roe brengt dit seizoen
keuze: er is een derde druk van de
in Engeland spelende historische ro
man „Spiegel en portret" en er ver
schenen twee nieuwe romans van
haar band, werken waarvoor deze
begaafde schrijfster haar stof nog
verder in het verleden zocht, n.l. in
de tijd van Nebucadnezar. „Tussen
de Cherubijnen" en „Erfdeel der Go
den", het ene spelend in Babylons
glorietijd, het andere na de val. De
boeken zijn uitmuntend gedocumen
teerd en geven daardoor een be
trouwbaar en af en toe zeer boeiend
beeld van het bewogen leven in die
ver vervlogen dagen. (H. P. Leo
pold, 's-Gravenhage).
„De man genaamd Miller" van To
ny van Eyck is een, naar onze
smaak althans, niet erg geslaagd
boek met het reeds vaak door ro
manschrijvers gebruikte probleem;
als de Christusfiguur eens in de mo
derne samenleving terugkwam, wat
zou er dan gebeuren? Tony van
Eyck, een Duitse actrice, (M. Mok
vertaalde het werk, J. M. Meulen-
hoff gaf het uit) is vaak zo ergerlijk
banaal dat ze ons totaal niet heeft
kunnen overtuigen, niet van haar ta
lent als schrijfster en zelfs niet van
haar goede bedoelingen.
Veel sympathieker is „Ik won zo
graag", *de vertaling van het vorig
jaar in Amerika verschenen „Wish I
might" door Isabel Smith (vert. Ja-
coba van Velde, Elsevier, Amster
dam) de autobiografische roman
van een jonge vrouw die als leer
ling-verpleegster longtuberculose op
liep en twintig jaar lang in een sa
natorium het bed moest houden. Ve
le malen vreesde men voor haar le
ven. Dank zij de vooruitgang in de
bestrijding dezer ziekte is zij thans
bevredigend gezond en zelfs gelukkig
getrouwd. Een aangrijpend en tege
lijkertijd blijmoedig boek door het
vertrouwen, de levenswil en de lief
de die eruit spreken.
Eveneens bij Elsevier verscheen
de nieuwste roman van Irwin Shaw,
„Luoy Crown" onder de Nederland
se titel „Eindpunt Parijs, de ge
schiedenis van Lucy Crown". Een hu
welijks (driehoeks)roman van wat
minder algemene allure: door een
slippertje met een zeer jonge man
verliest een vrouw de liefde van haar
zoon. En toch weer niet zo ongewoon
of de allerlaatste bladzijde brengt de
volledige verzoening.
Eindigt dit boek in Parijs, „36, Rue
Pigalle" van Leo Faust (uitg. C. de
Boer jr. Amsterdam), speelt er ge
heel, en wel in het centrum van het
nachtleven op Montmartre, waar de
auteur twintig jaar lang een bar
hield. Het is een authentiek verhaal,
en wie een tikje in het Parijse nacht
leven thuis is, en dus weet dat de
Rue Pigalle een der meest verdorven
straten van deze stad (en van de
wereld) is, kan wel nagaan dat het
een nogal bont verhaal is, zij het dan
dat „het allerergste buiten de deur
van 36, Rue Pigalle bleef". Voor lief
hebbers van de Franse hoofdstad een
interessant boek van een insider.
Om nog even in Frankrijk te
blijven: van de beroemde Fran
se schrijver Frangois Mauriac
bracht Foreholte te Voorhout
een vertaling van de roman „Ga-
ligai"; een dramatisch boek vol
verstikkende, abnormale woeke
ringen en verdrongen, beschim
melde erotiek ergens in de pro
vincie plus aan het slot een luik
je open naar de hemel (kent
men één boek van Mauriac dan
kent men er tien). Knap, groots
zelfs, maar men moet ervan
houden.
Van totaal andere aard zijn de
vijf novellen van de bekende
Britse filosoof Bertrand Russell,
verzameld onder de titel „Satan
in de buitenwijk", met als onder
titel „Mensen op de tweesprong
van het leven" (Ad. M. C. Stok,
Zuid-Holl. Uitg.mij. Den Haag).
Het zijn verhalen die deze den
ker op hoge leeftijd (80 Jaar)
voor zijn eigen plezier en tot
zijn eigen verrassing heeft ge
schreven. Het zijn meeslepende
levensschetsen licht van toets,
typisch Engels.
In de Arbo-serie van de Arbeiders
pers, Amsterdam, twee populaire ro
mans van eigen bodem: „De wilde
waan" van Marinus van Goeree, en
„De vlag halfstok" van Ab Visser.
Het eerste is een verdienstelijke
streekroman van de Zuidhollandse
eilanden, met al de gebruikelijke
verwikkelingen en een goede type
ring van het moderne dorpsleven;
het tweede een vervolg op de eerder
in dezelfde serie verschenen „De
buurt", en het bevat, evenals dat
boek, heel wat autobiografische ele
menten, ook al zal niemand Ab Vis
ser volkomen met de hoofdpersoon Jo
Rutgers, de jonge ambitieuze schrij
ver in strijd met zijn kleinburgerlijk
milieu, willen vereenzelvigen. Het is
een onderhoudend boek dat zich uit
stekend afzonderlijk lezen laat.
J. W. Hofstra geeft met „Het oog
van de naald" in zijn genre een in
Engeland en Parijs spelende roman
uit de betere kringen, Evert Zand-
stra met „Dans op de oever" een uit
stekende, knap gecomponeerde, naar
watermunt en kalmoes geurende
streekroman uit het noorden, een
werk met een tragische onderstro
ming, waarin, zoals altijd bij Zand
stra, de natuur haast de voornaamste
hoofdpersoon is. (Beide uitgave H.
P. Leopold, 's-Gravenhage).
Een andere, christelijke, boeren-
streekroman gaf Kok in Kampen uit.
Het is Annie Oosterbroek-Dutschuns
„Dageraad". Het gebruikelijke, tel
kens wat gevarieerde recept van lief
de, haat, trots en jaloezie hier op
gevoerd tot een laffe moordaanslag
van de ene boerin op de andere
en daarna inkeer en vrome bekering,
zelfs van de meest verstokte zonda-
resse en de meest weerbarstige boer.
Het enig verschil met vroeger: er
zijn nu telefoons en auto's en andere
moderne zaken. Jammer alleen dat
de nobele vergevensgezindheid van
de personen zo allerakeligst neerbui
gend en zelfverheerlijkend is.
De jonge auteur Esteban López gaf
met „Mercedes mijn zuster" (P. N.
van Kampen, Amsterdam) een op
vallende, beurtelings in Spanje en in
Nederland spelende roman over de
abnormale liefde tussen een broer en
een zuster, een onderwerp dat hij
openhartig behandelt. López schrijft
vaak zeer goed.
Tenslotte nog een boek van weer
geheel ander karakter: „De geluk
kige Mosdale", het epos van een
schip, een man en een vrouw, uit het
Noors vertaald, van Eiliv Odde Hau-
ge (Uitg. O. de Boer jr., Amster
dam), een reportageroman, opgesteld
aan de hand van authentieke gege
vens over het Noorse m.s. „Mosdale",
gebouwd in 1939, oorspronkelijk een
fruitschip op Californië, de vrijbui
ter die 96 reizen over de Atlantische
Oceaan maakte In het raam van het
ravitailleringsverkeer voor troepen
en bevolking van Groot-Brittannië.
De Mosdale won daarmee do blauwe
wimpel van de oorlog. De Mosdale is
dus het schip, de man is gezagvoer
der Sunde, de vrouw diens Canadese
(en eerste vrouwelijke) marconiste
Fern Blodgett, thans mevrouw Sun
de.
TOTAAL EEN MILJARD YEN
De kleine zakenlieden had een'kapitaal van een miljoen
ven, dus circa 10.000 gulden. Het
bleek toen, dat de directeur, Shi-
geru Mural, en de meeste em
ploye's lid waren van de commu
nistische partij.
Ten tijde van het faillissement
had de firma nog ongeveer f 10,
aan activa en ongeveer een mil
joen gulden schulden Er waren
o.a. cheques in omloop gebracht
voor 600.000 gulden, zonder dat er
enig saldo was.
Het relaas van de politie werd be
vestigd door het persbureau Kyodo,
dat een brief ontvangen heeft van
een zekere Kazuo Doi (35), die de
taktiek der partij eens uit de doeken
gedaan heeft. Zelf in 1949 lid van de
communistische partij geworden,
heeft hij volgens zijn zeggen uit idea
lisme vele partijleden aan een betrek
king geholpen in de handelsonderne
ming van zijn vader. Hijzelf werd di
recteur en volgde getrouw de instruc
ties der partij. Geleidelijk aan maak
ten de partij-leden zich meester van
de firma en forceerden een faillisse
ment. De firma was volgestopt met
goederen, die niemand wilde kopen
en de geldmiddelen waren uitgegeven
De communistische party in Japan
heeft, volgens dé Japanse politie, een
zeer merkwaardige methode bedacht
om de partykas te spekken. Zjj doet
dit door bemiddeling van een groot
aantal schjjnfirma's en ten laste van
do kleine zakenlieden.
De methode is even vindingrijk als
eenvoudig. Een waar netwerk van
kleine schertsfirma's wordt opgericht
en zorgt dat het in de schuld komt
by tal van kleine 'fabrikanten, gros
siers en detaillisten.
De schijnfirma's brengen hun ac
tiva over naar andere ondernemingen
evenzeer in werkelijkheid eigendom
van de partij. Dan gaan de schijn
firma's failliet. Dan gaan de schijn-
voudig. De kleine zakenlieden hebben
het nakijken.
Drie politie-instanties houden zich
met deze zaak bezig: de landelijke
politie, de politie van Tokio en „com
missie van onderzoek betreffende de
openbare veiligheid".
De kwestie is aan het rollen ge
bracht toen de „fibre research in
stitute" in januari van dit jaar
31. Met een kort gebaar be
val Shelk Ben Solui het
drietal, hem te volgen.
„De toestand lijkt Ulie-
den wellicht een weinig
duister", begon hij.
„Zo is het maar net", be
vestigde Kappie. „Ais wij
voor morgenavond geen
olie vinden ziet het er
slecht voor ons uit. En als
wij wèl olie vinden ziet het
er ook slecht voor ons uit!"
„Juist!" beaamde de Sheik
voldaan. „Daarom zal ik
Ulieden mijn plan uiteen
zettenGij moet mij niet
misverstaan. Ook ik vind
dat gijlieden olie moet aan
boren. Maar niet hier. Ik
voel een grote genegenheid
voor mijn Verheven Broe
der Olimir, begrijpt ge? Ik
wil hem de vele zorgen,
verbonden aan de oliehan
del, besparen. Daarom zul
len mijn krijgers U van
nacht naar mijn gebied
voeren. Daar kunt ge dan
Uw kennis van de bronnen
naar hartelust botvieren".
„Ik ga hier niet vandaan zonder de Kraak!"
sprak Kappie beslist.
Inmiddels waren zij op de top van een heuvel
beland. In het schemerachtige licht van de vallen-
de avond verrees Sheik Ollmir's werkkamp aan de
horizon.
„Na uw verdwijning zal mijn Verheven Broeder
dit werk spoedig opgeven. Ik zal hem dan een bod
doen op uw schip", beloofde Ben Soluf.
„En toch wil ik niet zonderhield Kappie
vol.
„Zwijgt!" beval Ben Solui nors. „Blijft hier tot
mijn krijgers komen. Zo niet, dan zult gij kennis
maken met de toorn van Ben Soluf".
Na deze krachtige woorden verdween hij haastig.
aan personen en firma's waarvan htj
nog nooit had gehoord.
Op z(jn protesten over deze gang
van zaken werd Kazuo Doi te werlt
gesteld In het „fibre research Insti
tute". Doch daar volgde men volgens
hem dezelfde taktiek.
De politie verklaart, dat een onder
zoek naar deze gevallen heeft doen
biyken, dat tal van zaken op dezelfde
vvyze gedreven worden en dat de poli
tie kennis draagt van dergelijke
kunstmatige faillissementen ten be-
lope van in het totaal een miljard
yen.
Waarom zou u
bij de pakken neerzitten l
W«t U dan niet dat U met de nieuwe
•uperraeUe Perul»-Peromnl*-26 ook nü
haarscherp». heldere foto'» maakt T 8t)
huiskamer-licht, ale U een» geen WU-
- apparaat b(J de band hebt Maar ook
bij ion- en flltallcbt. F11U op t meter
afstand, op 3 meter, op 8....»etf» met
de eenmudlg^le ho* behoudt U een
mooie doortekening. De superenelle fUm
die Ld het „donkere" jaargetij allee kan I
V Te belichten aia 28o DIN t>Q daglicht.
ale 30O DIN bij kunstlicht.
Ho I O HOER DE
SNELLE FILMS.
Succesvolle operatie op
Siamese tweeling
In de kliniek van het National In
stitute of Health te Bethesda (Ma
ryland, V.S.) zijn twee aan het
hoofd samengegroeide meisjes met
succes gescheiden. De kinderen zijn
de vier maanden oude Virginia Kate
Bunton en Teresa Kay Bunton.
dochtertjes van het echtpaar Ray
mond Bunton uit Mountain City,
Tennessee. Beide kinderen maken
het goed. De operatie is gelukt zon
der schade voor de hersenen en de
kansen staan goed dat de kinderen
normaal kunnen opgroeien.
Voor zover bekend was het de
vijfde maal in de medische geschie
denis dat een aan de hoofden samen
gegroeide tweeling gescheiden werd
en was het de eerste maal dat beide
kinderen er het leven afbrachten.
FEUILLETON
j£\e§cle uilqejonclerdl
EERSTE HOOLDSTUK
„Dat is alles, juffrouw Murrill. De
brief naar Joup en Joup moet voor
vijf uur weg zijn, vergezeld van de
afrekening over 1931. Het overige
kan later wel."
Met een knikje, maar zonder zelfs
een blik in haar richting te wei-pen,
gaf Oliver Leyne zijn secretaresse te
kennen, dat hij haar niet meer nodig
had.
Erica begaf zich naar de binnen
kamer waar ze haar meeste werk
deed. Tegenwoordig liet het strikt za
kelijke, geheel onpersoonlijke optre
den van haar patroon haar onge
schokt, hoewel ze zich in het begin,
na haar promotie tot de duizeling
wekkende hoogte van privé-secreta-
resse, dikwijls angstig had afge
vraagd, of ze soms zijn ontevreden
heid had opgewekt.
Ontevredenheid uitte zich namelijk
by Oliver Leyne niet door heftig op
vliegen of standjes uitdelen, maar
veeleer door koel misnoegen. Merk
waardig genoeg had reeds heel gauw
door
MARY BURCHELL
een vlug, strikt onpersoonlijk gehou
den woord van lof Erica zielsgelukkig
gemaakt, terwijl afkeuring zijnerzijds
haar vrywel tot wanhoop bracht.
„Hy is een vrouwenhater, hoor",
had een van de andere meisjes zeer
positief verklaard, toen Erica, als erg
zenuwachtige steno-typiste, haar
werk bij de firma was begonnen.
„Hoe weet je dat?" had ze, terecht
nieuwsgierig, gevraagd.
„O, dat staat als het ware op hem
geschreven", had het weinig voor
discussie vatbare antwoord geluid,
waarna Erica, niet gewend overijld te
oordelen, schuchter in het midden had
gebracht: „Maar wij zien alleen zyn
gedrag op kantoor; misschien is hij
thuis wel heel anders."
„Thuis?", had de andere een tikje
minachtend herhaald. „Thuis?" Heb
je zijn huis wel eens gezien?"
Neen, Erica had moeten toegeven,
dat zulks niet het geval was. Trou
wens, ze had nog weinig gelegenheid
gehad in de stad rond te kijken.
„Nu", was haar dringend geadvi
seerd, „ga dan op een avond, als je
een verzetje wil hebben, die kant
maar op. Van buiten ziet het er al
niet gezellig uit, maar ik ben er bin
nen ook geweest, omdat ik enkele
stukken moest halen toen de oude
meneer Leyne afwezig was wegens
een hartaanval."
„Wat scheelt er dan aan? Is het
verwaarloosd of zo?"
„Verwaarloosd? Neen, dat helemaal
niet. 't Is zo vrolijk als een reusach
tig praalgraf. En denk je dan daar
middenin de oude Leyne met zijn
zoon, strikt, zakelijk, zonder zelfs
maar te glimlachen, praten over de
vooruitzichten van de yzer- en staal-
handel en andere hartverheffende za
ken."
Erica had om de beschryving en de
verbeeldingskracht van haar collega
moeten lachen, maar toen reeds, een
beetje nieuwsgierig, gedacht: „Dat is
toch geen leven voor een man, die er
uitziet als Oliver Leyne."
Toentertijd had Oliver's vader nog
onbetwist aan het hoofd van de firma
„Leyne en Son" gestaan. Een firma,
die hijzelf van de grond af had op-
gbouwd en die hem buitengewoon ter
harte ging. In de stad werd zelfs be
weerd. dat hij zyn grote huis op een
plek had laten zetten, vanwaar hij,
's-nachts opstaande, de gloed der
ovens tegen de donkere hemel kon
zien afsteken. De zaak was alles voor
hem, ja de enige reden voor zyn be
staan!
In zekere zin kon men hem hard
vochtig noemen. Niet omdat wreed
heid tot zyn karaktertrekken behoor
de, maar eenvoudig omdat hy slechts
één ding voor ogen hield: zyn eigen
doel en eerzucht, waaraan hij des
noods alles zou hebben opgeofferd.
Erica vroeg zich somtijds af, wat
er gebeurd zou zijn, als de enige zoon
eens niet van zins was geweest, de
zaak voort te zetten. Ze was er zeker
van, dat er dan een vreselykk botsing
zou zyn ontstaan en kon onmogelyk
uitmaken, wie van beiden, vader of
zoon, in dat geval de sterkte zou zijn
gebleken.
Intussen was dit een onnodige ver-
Hij bezocht zelden de fabriek zelf,
zwierf er niet, zoals zijn vader, half-
betoverd in rond, maar was een orga
nisator van de eerste rang en het ad
ministratieve deel der firma kwam
byna geheel voor zijn rekening.
Toen, nadat Erica zowat een jaar
tot de uitgebreide „staf' van het kan
toorpersoneel had behoord, had de
oude heer Leyne een veel heviger
hartaanval dan ooit tevoren gekre
gen. Een aanval, die hem tot een
zwak, gebroken man had gemaakt,
al was zijn liefde voor de doar hem
geschapen onderneming dezelfde ge-
Dieven. De dokter had hem echter
streng verboden, zich ooit weer actief
er mee te bemoeien.
Van liefde tussen vader en zoon
was nooit veel sprake geweest, maar
wellicht had Oliver toch begrip voor
de tragedie van de oude man, die nog
o zo graag verder wilde en dit niet
langer kon. In elk geval had hij, naar
Erica wist, zijn best gedaan om bij
de nog veelvuldige bezoeken en de
twistzieke, overbodige bemoeienissen
van zijn vader zoveel mogelijk geduld
te oefenen.
Erica had nu alle mogelijke gele-
Eenheid om de verhouding tussen
eyne Sr. en Jr. gade te slaan, want
tot haar grote verbazing was een van
Oliver's eerste daden, nadat hy de
leiding had overgenomen, haar aan
stelling tot zyn privé-secretaresse ge
weest.
Zelfs nu, als ze terugdacht, aan dat
totaal onverwachte: „Wilt U even
gaan zitten, juffrouw Murrill Ik wil
met U spreken over uw werk", voel
de Erica opnieuw het ongerust klop
pen van haar hart, de zenuwachtig
heid, die een hand om haar keel
scheen te leggen en haar stem bijna
tot fluisteren had doen dalen.
„Wat heb ik uitgevoerd'" had ze
verbijsterd gedacht. „Ben ik slordig
of zo geweest? Zal hij me de dienst
opzeggen?"
Hy scheen haar spanning absoluut
niet te bemerken, ofschoon ze besefte,
dat haar ogen, waarin het heldere
grijs bijna verloren ging in het zwart
van de ver-uitgezette pupillen, toch
zonderling groot moesten schijnen.
„U is nu, geloof ik, iets meer dan
een jaar hier geweest, juffrouw Mur
rill", had hy op zijn gewone zakelijke
manier geconstateerd.
„Ja meneer. Een jaar en zes we
ken".
Nu had hjj toch even geglimlacht
by zyn opmerking. „Ik zie. dat U, zo
als in alles, ook in dit opzicht accu
raat is."
„Dus het kan geen slordigheid ge
weest zijn", had Erica, moeilijk adem
halend, bij zichzelf vastgesteld.
,.U zult wel begrijpen, dat, nu mijn
vader zich uit de zaak heeft terugge
trokken, er heel wat veranderingen
worden aangebracht", was haar pa
troon voortgegaan. „Meneer Fearon
is een poosje nog vrij wat meer dan
mijn secretaris geweest, maar nu
wórdt hy bij de uitvoerende staf ge
plaatst."
Erica had de punt van een mooi
roze tongetje over haar droge lippen
laten glijden en in totaal veranderde
stemming gewacht op wat er nu zou
volgen.
„Ik heb het afgelopen jaar uw werk
nagegaan en opgemerkt, dat U vlug,
nauwgezet en intelligent is." Leyne
had enigszins gesproken alsof hy de
goede kwaliteiten van een paard op
somde, maar dit had ze hem van har
te vergeven.
„Bovenal", had hy er aan toege
voegd, „heb ik ook bespeurd, dat U
volkomen betrouwbaar is. Dat is een
zeldzame eigenschap, veel zeldzamer
dan de andere die door my opge
noemde."