SLAAP: het goedkoopste schoonheidsmiddel") G Drie eeuwen geleden bekeek men de koffieboon met wantrouwen nze "ZJzouwen'patjLna Kindje verkouden? <*Pollen'ó T)/w ozontv C tot ozouw HOMERD JAAR TEXTIELCHEMIE EATERDAG 35 DECEMBER 1956 PROVINCIALE ZEEUWSS COURANT 11 We leven in de somberste tijd van het jaar maar de internationale mode- industrie stoort zich niet hieraan en is druk bezig met het ontwerpen van kleding voor het voorjaar en de zo mer van 1957. De regenkleding neemt in de diverse collecties een belang rijke plaats in! Op onderstaande foto een ontwerp voor de „teen-agers": een poplin mantel, gevoerd met de zelfde genopte katoenen stof waar uit. het zomerse japonnetje is ver vaardigd. Een poplin capuchon hoort ook nog bij dit regen-ensemble. VAN MEDICIJN TOT „BAKJE TROOST" Pas in 1680 werd in Den Haag het eerste koffiehuis geopend Het was Iieus niet op wieltjes dat de koffie Europa binnenrolde. Meer dan honderd jaren waren er nodig om de krachtige gear van de bruine drank over dit continent te verspreiden. En eer het zover was! Wantrou wen en argwaan waren sterker dan het aroma van het weinig transparan te vocht. Associaties met de zwarte bakermat van de Abesstfnsc provincie Kaffa en met smoezelige Arabieren en weinig kieskeurige Turken zullen daar wel niet vreemd aan zijn geweest. Er was inderdaad een zekere moed voor nodig, zo'n mysterieuze drank te slikken! Nadat er ontdekt was dat de koffieboon opwekkende elementen in zich borg, waren er in de 15e eeuw in Cairo enkele koffiehuizen geopend. Hier bleek wel belangstelling voor te bestaan; van alle kanten kwam men op dagen om de nieuwe drank te proberen. Vandaar werd de koffie overge bracht naar noordelijker streken. Het zjjn vooral de Arabieren geweest die dit hebben bevorderd. In enkele tientallen jaren waren heel Noord- Afrika en het Midden-Oosten gewonnen voor het bruine vocht. Het duurde echter nog tientallen jaren alvorens de geur van de koffie door de nauwe poort van Europa binnendrong. Het was eerst in Constantinopel dat de donkerkleurige bonen op Europese bodem ingang vonden. Vooral Justus van Effen bezong in z'n „Hollandse Spectator" in alle toonaarden de lof van de koffie, zeer tot genoegen van Amsterdams burge meester, Nicolaas Witsen, een van de voornaamste figuren van de Oost-In dische Compagnie. De Compagnie had er belang bij dat er koffie werd gedronken en het kwam zover dat de „Heren Zeventien" de Haagse arts Cornelis Bontekoe opdracht gaven een onderzoek in te stellen naar de betekenis van de drank. Het resultaat was dat er in 1679 een „Cort Tractaat van de Kragten ende 't goede gebruyck van de Coffi" verscheen, waarmee dan de geurige drank tot volksdrank werd geprocla meerd. Toen was het pleit gewonnen. Intussen had een Italiaanse arts de koffie ontdekt toen hy een reis maak te door Noord-Afrika. De medicijn man had echter weinig vertrouwen in de drank en al schreef hij er by z'n terugkeer over, hij dacht dat de drank alleen als medicijn en niet als genotmiddel dienst zou kunnen doen. Weer later leerde de Nederlandse koopman Pieter van den Broeke de geurige drank kennen toen hjj in Aden aan wal ging tijdens een reis naar Indië. Deze pientere koopman zag wel, wat in de koffie. Door zijn toedoen werden de donkerbruine bo nen al heel spoedig in ons land ver handeld. Voorlopig echter gingen de honen naar de kruidenwinkél om ver malen te worden voor de genees kunde Hoewel men dus belangstelling had voor de koffiebonen als handelsarti kel, was het niet ons land dat er een drank van maakte. Die eer was voor Engeland weggelegd, want in 1656 (sommige bronnen noemen 1652) werd in Londen het eerste „Virginia- coffee-house" geopend. Hier werd de koffie tot volksdrank uitgeroepen en de. reactie was gunstigDe" zaken liepen zo best dat na enige tijd de koffiehuizen als paddestoelen uit de frond rezen. Ze werden al spoedig eschouwd als plaats van samen komst voor Jan-Publiek, waar naast het bruine vocht ook de dagelijkse gebeurlijkheden over de lippen gin gen. Het gevolg was dat er hier en daar opstootjes ontstonden toen Ka- rel I het raadzaam vond om in 1675 alle koffiehuizen als „plaatsen van samenzwering" te doen sluiten. Drie jaar voordat de koffieslijte- rijen in Engeland tijdelijk werden ver boden, waren er ook in Marseille en kele koffiehuizes geopend. Dit was geschied op initiatief van Lodewijk XIV, die volgens verschillende schrij vers erg veel van koffie hield. Dank zij de koning vond de drank in Frank rijk spoedig veel belangstelling. Pa rijs kreeg de koffie Ie proeven, toen de Armeniër Haronthionu, die later Pascal werd genoemd, een koffietent ging exploiteren, die hij spoedig in Advertentie) Dan rug, keel en borstje inwrijven met een koffiehuis veranderde. Ondanks de grote toeloop bleek dit toch een te hoge greep van Haronthionu, want de zaak ging na enige tijd failliet. Waarschijnlijk was de prijs van de koffie hier niet vreemd aaneen kop je kostte toen ongeveer evenveel als een volledig middagmaal De draad werd echter overgenomen door Procopio del Coltelli, een in Pa rijs wonende Italiaan uit Palermo, een vroegere bediende van Pascal. Hij vestigde zich in een pand aan de Rue de 1' Ancienne Comedie 13, dat op kostbare wijze werd ingericht. De vertrekken werden versierd met gro te spiegels, zachte tapijten en kristal len luchters. Procopio liet het trou wens niet bij koffie. Het publiek kon bij hem ook terecht voor na en ge bakjes uit de toen reeds beroemde Franse patisserie. Het was een gezellig zitje bij Procop. Aan de kleine marmeren tafeltjes kon men urenlang toeven onder het genot van een pittig kopje en al spoedig werd het café liet trefpunt van de gezeten Parij- zenaars. Procopio slaagde in z'n opzet en de zaak, met zoveel elan aangepakt, werd later voortgezet door ae zoon, die er ook nog een dokterspraktijk by had, zoals we nu nog kunnen constateren in het oorspronkelijke pand. In 1890 werd het café echter geslo ten. De toenmalige eigenares ver maakte alle onroerende goederen aan de stad Parijs met de uitdrukke lijke bepaling1, dat er in het huis geen verandering mocht worden aange bracht. Er wordt aan gewerkt café Procop opnieuw voor het publiek open te stellen. Inmiddels was ook Midden-Europa voor de koffie gewonnen. De Turken hadden de drank via de Balkanlan- den1 naar Oostenrijk gebracht. Bij hun overhaaste aftocht hadden ze in Wenen hun koffiezakken achtergela ten, waaraan de Weners het te dan ken hadden dat ook zij reeds vroeg kennis konden maken met het bruine vocht...... In ons land ging het de koffie in tussen nog altijd met zo voorspoedig. Van de zrjde van de geneesheren en de bierbrouwers was er tegenwerking genoeg als het gin£ om koffie-als- drank. Ze konden echter niet verhin deren dat in 1680 het eerste koffie huis in Den Haag werd geopend. Dat ging niet bepaald van een leien dak je. Er moest heel wat gedaan worden eer het zover was. Ook in Spanje houden de mode-ontwerpers zich ahveer Intensief bezig met de kledingcollecties voor volgend jaar. Speciale aandacht wordt besteed aan het schoeisel; het vriendelijke Philippijnse meisje op de foto toont een aantal Spaanse schoentjes, welke een geheel eigen karakter hebben. Zc zijn gemaakt uit hennepvezel en agave, en alle met de band vervaardigd. Kleurig borduursel, applicaties en boeketjes van vilt vrolyken het schoei sel op. Voor meisjes en jonge vrouwen zijn dit originele en prettig-zittendc schoentjes, gemakkelijk en luchtig in het dragen. Met een zonnejurkje of een vrolijke wijd-katoenen rok een ideale dracht voor het in het verschiet liggende voorjaarsseizoen Oude Vat Jenever f 6.40 per liter Vraagt Uiv slijter!! Een wonderlijk verkoopsysteem Een Amerikaanse firma heeft een nieuw verkoopsysteem ontwikkeld, dat door de hoofdvertegenwoordiger van deze firma nu in Europa zal wor den ingevoerd, omdat het. in Amerika zulke prachtige resultaten bereikte. Dit nieuwe systeem is gebaseerd op het feit, dat dé meeste vrouwen gro te invloed hebben op hun echtgeno ten. Genoemde firma richt zich alleen tot de vrouwen van vertegenwoordi gers en handelsreizigers. Eerst ontvangen deze vrouwen een brief, waarin staat, dat liet alleen maar aan hen ligt om van hun man de trots van het gezin te maken. Een paar dagen later vinden ze dan een nieuwe prospectus in de brievenbus, waarin met talrijke foto's tafereeltjes uit gelukkige gezinnen worden ge toond in een omgeving, die alles be vat wat een huisvrouwenhart kan veroveren. En daarna komt eindelyk een catalogus, die op verleidelijke wyze allerlei dingen beschrijft. En die catalogus heeft iets bijzonders; bij elk ding staat geen prijs, maar een aantal punten vermeld. Die punten nu kan de man krygen, bij de firma waar hg als vertegenwoordiger of reiziger werkt, als prijs en beloning, wanneer hy meer opdrachten van zijn klanten loskrijgt dan vroeger. Bij voorbeeld: in de catalogus staat een damesmantel met 3200 punten. De vrouw des huizes krijgt deze mantel nu gratis, wanneer de firma waar voor haar man werkt hem deze 3200 punten als premie geeft. Natuurlijk zal de vrouw, die deze mantel graag wil hebben, haar man ertoe aanzet ten, als vertegenwoordiger harder te werken dan tot nu toe. Maar dat is nog niet alles. In de catalogus staat bij elk voorwerp een te hoog punten tal. De mantel voor 3200 punten bij voorbeeld krijgt men al voor 3000 punten en de 200, die overblijven, mogen alvast voor een andere „koop" worden gereserveerd. Natuurlyk zul len de vrouwen nu hun mannen ach terna blijven zitten, opdat er geen punten verlopen! De prijs voor de op deze manier verkregen waren wordt door de betrokken firma betaald, waarbij de man als vertegenwoordi ger werkt. De winst, die de organi serende firma door de invloed van de vrouwen in het afgelopen jaar maak te, was 30 miljoen dollar! Eri nu wil len ze in Europa beginnen de man nen zijn gewaarschuwd! Nog niet zo lang geleden las Ik ergens een héél verstandige op merking van een mèn. Zoiets moet altijd met genoegen gesigna leerd worden maar speciaal als die opmerking zich op vrouwenge- bied waagt. En wat ia vrouwelijker onderwerp dan een hoèd? Las ik laatst niet een vluchtig maar interessant overzicht over het verband tussen de keuze van een hoed en het karakter van de draag ster? Ts het daarenboven niet op merkelijk hoe de hoed niet alleen als onderdeel van het kostuum maar ook als ding op zichzelf de geest van een tijdperk weerspiegelt, vooral waar het de vrouw betreft? Wat een heerlijk terrein voor wie de mens en zijn tijd een nimmer uit geput onderwerp achtIk kan het U in deze komende winter ter bestudering aanbevelen: modeboeken zijn er in de prachtigste verscheiden heid te bemachtigen, en niet alleen dat het bonte en kleurige verleden 11/ ie deze zomer de verslagen van W de Parijse collecties aandachtig heeft gelezen, zal hebben gezien dat de kleurenreeks paars tot purper nogal sterk de aandacht trok. Wie in textielkringen een weinig thuis is, zal hebben vernomen, dat wat er aan paars in de stoffencollecties te vin den was, volledig is uitverkocht, spe ciaal naar Duitsland. Onze oosterbu ren, wat vlugger in het aanvaarden van een idee, hebben evenals Parijs en Amerika het honderdjarig jubi leum van de synthetische kleurstof fen aangegrepen om het historie-ma kende aniline-paafs als modekleur te lanceren. Honderd jaar geleden vond de 18- jarige William Henry Perkin, terwijl hij poogde kinine synthetischte be reiden, een paarse stof, die'hij na eni ge lijd in zuivere toestand, kon af scheiden, Dit aniline-paars, bereid uit een koolteer-derivaat, bleek zeer ge schikt voor textielverf. Perkin, zijn vader en zijn broers zetten een be drijf op, waar 'deze kleurstof werd geproduceerd en vopr het eerst in de geschiedenis kreeg de textiel-indus- trie de beschikking over een geheel kunstmatig bereide verfstof. Dit lijkt on zichzelf niet zo bijzonder belang rijk, maar goed voorbeeld doet goed volgen: velen u ierpen zich op de stu die van koolteer-chemie en weldra volgde de ene synthetische kleurstof na de andere. De plantaardige en dierlijke verfstoffen die sinds vele honderden, ja soms zelfs duizenden jaren tcoren gebruikt, vrerden in en kele tientallen jaren volledig verdron gen: tienduizenden kwekers en verza melaars van de leveranciers van deze natuurlijke kleurstoffen zagen hun bron van inkomsten verdwijnen. In ons land werd vooral Zeeland met zijn vele meekrapkwekers ernstig getroffen. Zo ontstond dan de kleurstofindus trie. die weldra een basis bleek voor een onwaarschijnlijk groot complex van Havenindustrieën, die de moeder vaak over het hoofd groeiden. Wie de geschiedenis van 'vele chemi sche wereldconcerns beziet fen vaak ook hun namen) vindt aan de oor sprong in de meeste gevallen een kleurstoffabriek. Ook nu npg worden regelmatig nieuwe kleurstoffen ge vonden, al is de ontwikkeling ver traagd: het nieuwe moet immers be ter zijn dan het ontzaglijk vele dat reeds bekend is. Nieuw 'zijn de vele witte fluorescentie kleurstoffen, die wij allen regelmatig gebruiken tn on ze waspoeders en die ons allen de witste was van ons leven, respectie velijk de witste jurk die wij ooit aan trokken en meer dergelijke spannen de belevenissen bezorgen. Deze kunstmatige kleurstoffen hebben het voor een niet onbelangrijk deel mogelijk gemaakt, dat tegen la ge prijs de fraaist gekleurde textiel wordt, geproduceerd. In de democra tisering van de mode hebben zij een belangrijk aandeel gehad. Maar de r/evolgen van Perkins ontdekking zijn veel groterDe kleurchemici zijn zich bezig gaan houden met de textiel als zo danig. Zij zijn verbeteringen gaan zoeken in de eigenschappen tuin de vezels en ook de nieuwe vezels, de geheel synthetisch gemaakte grond stoffen die zulk een enorme vlucht hebben genomen, komen voor een niet onbelangrijk deel uit de fabrie ken die vroeger slechts kleurstoffen fabriceerden. De textiel-chemie is als een soort toverwetenschap. De leek. die een wit stuk stof in het verfbad ziet verdwijnen en het er later in twee zeer verschillende kleuren (bij voorbeeld een blauwe achtergrond met rode blokken) weer vit ziet ko men voelt zich een in sprookjeswe reld verplaatst. Wie m een textiel- drukkerij een lap in een bepaalde kleur heeft zien drukken, kan deze kleur in het eind-produkt helemaal niet meer terugvinden. Tijdens een van de volgende bewerkingen is de oorspronkelijke kleur omgeslagen in ren geheel andere. Ur tcytielrhemiri moeten de wonderlijkste tegenstrij digheden tot een harmonisch geheel combineren: harsfinislies kunnen de kleuren fletser maken, kleuren kun nen de harsen chemisch aantasten', vezels zijn slecht bestand tegen hoge temperaturen, terwijl het verven en 't fixeren van de harsen bij hogere tem peraturen beter verloopt. Het is goed. zich in dit verband te realiseren, dat Perkins vondst niets te maken heeft' met licht- en was echte kleurstoffen. Verschillende van de oude, natuurlijke kleurstoffen uit vruchten, luizen, slakken, hout. enz., waren vele malen beter bestand te gen wassen en zonneschijn, dan de oorspronkelijke synthetische verven. Pas veel later is men welbewust gaan zoeken naar werkelijk bestendige soorten en heeft het Duitse monster concern der JJG. Farben hieraan een kwaliteits-garantiemerk verhonden onder de naam Indanthren. Er zijn echter ook vele andere kleurstoffen- fabrikanten die licht- en was-echte kleurstoffen hebben bereid, zodat het momenteel mogelijk is praktisch iedere kleur op olie natuurlijke en de meeste synthetische vezels zeer bestendig aan te brengen. „Ik denk er niet aan, om met mijn zorgen te gaan slapen!" De vrouw die dat zegt, ziet er fris en gezond uit, heeft altyd een paar vrolijke lichtjes in haar ogen en is, in de ho gere zin van het woord „mooi" te noemen. Als ze slaapt, dan slaapt ze werkelyk, diep en zorgeloos en omdat ze zo goed slaapt, ziet ze er zo goed uit. Haar enig nadeel een beetje de neiging tot een onderkin. Maar ook daar doet ze iets aan. Ze heeft zich afgewend, steeds met haar arm onder het hoofd te slapen. En een gratis raad geeft ze daarbij boven dien nog: rimpels ontstaan sneller, wanneer we met de hand of met ons hoofdkussen 's nachts de geziehts- huid te veel in plooien drukken. Om dat we dat onbewust steeds weer opnieuw doen, is het .beter om het hoofdkussen maar helemaal af te schaffen. Onze grootmoeders zeiden altijd, dat de slaap vóór twaalf uur de beste was. Dat is niet helemaal waar, want de „avondmensen" zullen er niet veel profijt van hebben, wanneer ze zich zelf dwingen om vroeg naar bed te gaan "s morgens zijn ze daardoor toch niet eerder fit. Wie het zich kan veroorloven, zijn werktijden en daar mee zijn slaaptijden naar eigen wens in te delen, moet zelf uitzoeken, wan neer hij zich in Morfeus' armen dient te begeven om zoveel mogelijk profijt van zijn slaap'te hebben. Weet U overigens, dat het heel goed is om U- een eigenlijk onnatuurlijke slaaphouding aan te wennen? Van nature slaapt de mens in elkaar ge rold dieptepsychologen beweren, dat dit onbewust gebeurt omdat de mens in deze houding de geborgen heid van vóór de geboorte zoekt. Dat is misschien wel zo, maar voor onze schoonheid is die houding niet goed. De ideale slaaphouding is languit liggen. Wariheer het lichaam hele maal is uitgestrekt, dan rusten de organen het best. De ademhaling, bloedsomloop en spysverteringsorga- nen worden nergens belemmerd en niets wordt in elkaar gedrukt of ge klemd. Het is wel duidelijk, dat slaap in een volkomen ontspannen toestand liet meeste nut heeft. De voeten strekken we zover mogelijk uit zij hebben de ontspanning wel degelyk verdiend, evenals de benen die kilo meters hebben afgelegd in de loop van de dag! Als we het helemaal goed willen doen zorgen we ervoor, dat voeten en benen wat hoger lig gen dan de rest van hetiichaam. Dat er voldoende frisse lucht in de slaapkamer moet zijn, weet iedereen natuurlijk. Maar hoe is het met de dekens? Hier is de gulden middenweg ook weer de juiste: niet te veel deit op elkaar stapelen maar ook niet zo weinig dekens, dat we in de nacht wakker worden om dat het te koud is. Hoeveel slaap de mens nodig heeft; is nog altijd niet definitief vastgesteld. Acht uur, zegt de volksmond. Dat is voor de vrouw wel juist maar iets langer zou helemaal niet schadelyk zijn! Vóór alles geldt echter: in geen geval mogen we het onze zorgen en verdrietige gedachten toestaan ons bij liet inslapen te storen. De laatste gedachten voor het in slaap vallen, zo zegt men. is de eerste ge dachte by het wakker worden. En die eerste gedachte 's morgens vindt zijn uitdrukking in onze gelaatstrek ken. Misschien is dat inderdaad waar in ieder geval is veel en rustig slapen het beste én het goedkoopste schoon heidsmiddel zo boeiend is het keert ook telr kens weer, al was het in een of an der detail, in onze tijd terug. Wat stellig niet zo verwonderlijk is als het lijkt, want wat werkelijk mooi is en flatteert heeft een opmerkelijk taai leven. Wat mooi is en flatteert: dat is. dunkt mij. het stille verlangen ge weest van elke vrouw die in de spie gel keek, alle eeuwen door. Maar het lijkt er vandaag de dag op of de mode, en dan speciaal die van het hoofddeksel, cr met sombere vastberadenheid op uit is om de vrouw zo onbehaaglijk mo gelijk uit te dossen. En om op mijn eerste alinea terug te komen: de daarin vermelde heer uitte ook zijn ontstelde verbazing over de malle gevallen die de vrouw zich in het huidige winterseizoen op het hoofd moest plaatsen. Maar, zo voegde hij er als een soort laatste beroep op het gezonde verstand aan toe: wat je niet mooi vindt behoef je toch tenslotte niet te dragen. Nie mand kan je dwingen zoiets op je hoofd te zetten. Ach hoe weinig weet deze ver standige heer van de vrouwelijke na tuur. Het gaat er namelijk helemaal niet om of een vrouw er zo aardig mogelijk uitziet, maar of zij niet af steekt. Een nuchter mens vraagt zich in een helder ogenblik wel eens af of die hele hoedenmode eigenlijk geen onlogische onmogelijkheid is. Met een "algemene lijn in de kleding is het nog iets anders: die kan men, verzacht of gevarieerd, nog wel bij het eigen figuur aanpassen. Maar hoe is het te verwezenlijken om één type hoed te planten op het hoofd van een lange dunne en een korte dikke \touw, boven een strak- bleek madonnagelaat of een rond goedlachs appelgezicht zonder dat een van de twee er uitziet als een wandelende karikatuur vnn zichzelf? Moest er eigenlijk niet, ieder seizoen opnieuw, een keuze zijn uit de meest uiteenlopende modellen en formaten? Het zal wel niet anders kunnen, en ik wil niemand de pret he- derven om zich nu eens heerlijk de allerlaatste kreet uit Parijs op het geduldige hoofd te planten. Maar ik wil de verstandige mannentaal uit de aanhef: „dat je toch iets niet behoeft op te zetten als je het niet mooi vindt", .wel graag even beantwoor den met een heerlijk stukje wouwen logica, te zijner gerieve geknipt uit een huishoudelijke rubriek van een damesblad: „Een hele dag zijn we er op uit ge weestenig! Natuurlijk kochten we allereerst een nieuwe hoed. Mijn buurvrouw zocht iets paarsigs uit. dat de vorm had van een ronde cake. waar teveel zelfrijzend bakmeel in gedaan was: ik een blauwe vilthoed, die er uitzag als een omgekeerde bloempot. Echt mooi vonden we ze niet, maar het was zeer modern, ver zekerde de juffrouw ons doodernstig. Het enige voordeel van dit soort hoe den is. dat je haar niet zo heel net jes behoeft te zitten, want daar zie je niks meer van! Maar we wilden niet als twee dorpsschonen door de Kalverstraat flaneren met platte gewone hoed jes en daarom hielden we onze hoof den in de hoeden en lieten de oude in onze tas zakken. Dat zal wel nooit kunnen bij onze nieuwe aankoop, volgend jaar. dan moeten we een koffer meeslepen!" En, vraagt misschien nog met zijn laatste restant adem onze ver blufte opmerker van het begin: neemt zo'n man dat nu allemaal maar? Wat zegt die wel van een vrouw die met zo'n blauwe bloempot boven de ogen komt binnenwande len? „Thuisgekomen joelden de kinde ren als dollen, knarsetandde Pieter by het aanschouwen van mijn hoed en zei hij een lelijk woord Ja, ja, maar dacht U dat die hoed daarmee van de baan was? Ook al moest voorzeide Pieter een winter lang dag in dag liit met het schaamrood op de kaken naast- die bloempot over straat wandelen; die hoed blijft staan. Want mevrouw Pieter durft alles, alles trotseren: haar eigen smaak, de berooidheid van haar huishoudbeurs, de spot van haar kroost en de toorn haars mans maar één ding lis- keert zij voor geen goud: anders zijn dan de anderen. Tussen haakjes: met mijnheer Pieter is het al niet veel beter, hoor. Alleen demonstreert hij die angst anders: bij hem moet er paarde- kracht aan te pas komen om hem iets nieuws aan te trekken. En zo blijft de wereld weer aardig in zijn voegen. SASKIA.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 7