Opening van Engelands oesterseizoen
De klompenindustrie in Zeeland
kampt met grote moeilijkheden
Een ontmoeting metwerkers voor veiligheid
Blik achter de schermen in Zeeuwse bedrijven (I)
MAANDAG 3 DECEMBER 1956
PROVINCIALE Z E E V W B E COURANT
7
Lang voordat de legioenen van Caesar de kronkelende wegen van Enge
land begonnen te verbeteren, wisten de plaatselijke Inwoners dat zy met hun
lekkere Inlandse oesters een voordelige handel konden drijven, zo schrijft
Michael Sansome in het blad van de British Travel Association.
De eerste, die de lelyk-uitziende schelp trotseerde, om de inhoud te nutti
gen en tot de ontdekking te komen dat deze een verrukkelijke zachte smaak
had, is noch bekend, noch geprezen, maar zijn daad heeft grote gevolgen
gehad. Sinds die, reeds lang vervlogen, tijd is de oester gastronomisch steeds
bekend gebleven.
Tegenwoordig maken een handjevol aantrekkelijk uitziende oesterbars In
Londen dit gerecht klaar als een lekkernij voor de welgestelden. Maar dit
Is niet altijd zo geweest.
bij deze naam toebehoren; zulks
krachtens en overeenkomstig onder
scheidene koninklijke handvesten,
schenkingen, vrijheden en burgerrech
ten, aan dezelfde gemeente verleend.
Laat het verder Dekend zijn, dat de
verscheidene oester visplaatsen van
de rivier en haar zijtakken op dit
ogenblik gesloten zijn, in overeen
stemming met eeuwenoude gebruiken,
en gesloten moeten blijven tot het mo
ment waarop ze wederom worden her
opend".
„Laat het verder bekend zijn, dat de
hierboven genoemde visplaatsen van
heden af zijn geopend tot een later
Volgens eeuwenoud
gebruik
Sam Weller heeft naar het schijnt
reeds gezegd: „Het is vreemd, maar
oesters en armoede gaan altijd
men, „Er stond vroeger een oester-
kraampje voor „elke zes huizen", vol
gens mr. Pickwick. Misschien is dit
een van de redenen, waarom de tijd
van Dickens wel „de goede oude tijd'
wordt genoemd.
Webster's woordenboek beschrijft
de oester als een „tweeslachtig
weekdier", maar er wordt goedig aan
toegevoegd „zeer gewaardeerd als de
licatesse; een delicaat hapje". Het is
niet mogelijk om oesters „betrekke
lijk" lekker te vinden. Of men is er
verzot op, of men is er afkerig van.
Het is echter jammer, dat zovele
mensen ze veroordelen zonder ze ooit
te hebben geproefd, maar dit is hun
zaak.
Een half dozijn, geopende maar nog
ln hun schelpen, opgediende oesters,
feserveerd met een dun sneetje bruin
rood met boter, is een koninklijk ge
recht. Zij hebben een vaste plaats op
het menu van de grote banketten, die
in Londen plaats vinden, koninklijke
of niet-koninklijke. Er is en er was
sinds onheugelijke tijden een gesloten
seizoen voor de Engelse inlandse oes
tervangst en zelfs de koningin kan
ze dan niet verkrijgen.
Jaarlijks worden er proef „Pyefleet"
oesters gezonden naar het „Fishmon-
ëers Company", een oud gilde van de
ity van Londen en wanneer die
oesters voor honderd procent worden
Soedgekeurd, kan het oesterseizoen in
e rivier de Colne officieel als ge
opend worden verklaard.
Het visserijgenootschap van de ri
vier de Colne bestaat uit een gelijk
aantal wethouders van de stad Col
chester en ereburgers van het district.
Alleen ereburgers mogen hier oesters
vangen, en het ereburgerschap is er
felijk. Er zijn op het ogenblik 256 ere
burgers in leven en van deze 256 wer
ken er maar 13 op de oesterbedden.
Elk jaar vertrekt er uit Brightling-
boot met aan boord de burgemeester
van Colchester, de gemeentesecreta
ris, de gemeentebode. wethouders en
leden van het visserijbestuür.
Oude ceremonie
Zij varen de rivier af naar de „Pey-
fleet" kreek, waar de boot met het
oestersleepnet, de „Native", gemeerd
ligt. Aan boord van de „Native" vindt
vervolgens een ceremonie plaats, die
sinds de tijden van de Normandiërs is
blnven voortleven. De gemeentebode,
gekleed in witte kousen, rijbroek, een
Jas met koperen knopen, en een drie-
loekige hoed, trekt onmiddellijk de
aandacht met het luidkeels roepen
van „Oyez, oyez, oyez!" De gemeente
secretaris. met een pruik, leest: „Laat
het alom bekend worden, dat de ver
schillende visplaatsen in de rivier de
Colne en haar zijtakken reeds sedert
mensenheugenis aan de gemeente Col
chester oekend onder en genoemd
DIEN VOGEL
„bakt" brillen
hierbij officieel bepaald dat de voor
noemde oester visplaatsen heden zijn
geopend en geopend zullen blijven tot
de dag waarop in overeenstemming
met de aloude gebruiken het seizoen
weer als gesloten zal worden ver
klaard»
De gemeentesecretaris vervolgt met
het voorlezen van de woorden nlt de
alonde proclamatie die in 1256 werd
opgemaakt ln Colne Water en die de
grenzen van de visplaatsen aangeeft
en ledereen, behalve de burgers van
Colchester en hun erfgenamen (nu
ereburgers genoemd) verbiedt hier te
vissen.
„God save the Queen, the Mayor
and this Corporation", roept de ge
meentebode luid. „Drie hoera's voor
Hare Majesteit de Koningin" roept de
burgemeester. En drie luide hoera's
schallen over het water.
Sommige mensen drinken cham
pagne b\j de oesters. Anderen drinken
bier. Dit officiële gezelschap drinkt,
zoals de traditie voorschrijft, altjjd je
never en eet bruin brood, gemaakt
volgens een oud en geheim recept.
Waarom? „Vraag het de oesters", is
het antwoord van de vissers.
Wanneer dat deel van de plechtig
heid voorbij is, klauteren de hoge per
sonen over op een ander schip en va
ren uit om de eerste vangst binnen te
halen. Het sleepnet, een soort garna-
lennet, wordt over de rivierbodem ge
sleept, aldus de oesters opschrapende.
Een net vol oesters wordt binnenge
haald. Een eeltige hand van één van
de vissers pakt de schelpen uit het net
om ze éen voor één met een mes te
openen; en al gauw glijden er vette
Pyefleet oesters door de kelen van de
officiële personen. Het oesterseizoen
is nu werkelijk geopend.
P>
ki
HET HOUT IS TE DUUR
Alleen prijsverhoging met 25
zou enige verlichting betekenen
Indien niet op korte termijn maatregelen worden genomen, dreigt
het mis te gaan met de klompenindustrie in Zeeland. De klompen-
prijzen zijn in verhouding met de houtprijzen te laag en dat is voor
de over het algemeen kleine bedrijven niet vol te houden. Daarom ook
heeft de Federatie van Klompenindustrieën in Nederland de leden
geadviseerd de prijs van een paar klompen met 25% te verhogen.
Over dit advies zullen de leden van de r.k. Klompenmakerspatroons-
vereniging „St. Gummarus" in Clïnge zich 17 december op een verga
dering in Hulst beraden.
Overigens is er een heel complex
van factoren, dat geleid heeft tot de
crisis, die thans ontegenzeggelijk in
deze tak van industrie heerst. De
voorzitter van „St. Gummarus" te
vens lid van het Federatiebestuur,
d,e nog zeer vitale, 66-jarige heer C.
J. Seghers in Clinge, weet er alles
van. In zyn 41-jarige praktijk heeft
hg heel het wel en wee van deze zo
typisch Hollandse nijverheid meege
maakt en vooral na de tweede we
reldoorlog zag hg de bestaanskan-
sen van de klompenmakers snel ver-
-,TT minderen. Na de opheffing van de
Een enkeling m de klompenindustrie houtdistributie in 1M7, toen dus
werkt nog met de nana. weer een onbeperkte produktie mo-
(Foto P.Z.C.) gelijk werd, verdwenen de bedrijven
en bedrgfjes in Zeeland als de
spreekwoordelijke sneeuw voor de
zon. De vraag was te gering, het
aanbod te groot en bovendien kon
den deze kleine zelfstandigen de hoge
sociale lasten niet meer aan.
In enkele jaren tyd waren er van
de 102 bedryven nog rond 30 over;
de overigen verdwenen in industrie
(Sluiskil) en landbouw. De overgeble
ven bedrijven (waarvan drie een
mansbedrijven) krompen bovendien
vaak tot de helft in. Het grootste be-
dryf, dat eertijds 60 man in dienst
had, werkt nu nog met 12 man.
Van de dertig nog bestaande klom
penmakerijen vindt men de meeste In
en rond Clinge en verder zijn er nog
klompenmakers gevestigd in bijvoor
beeld LJzendijke, Goes, Wolfaartsdijk,
Hulst, Breskens, St. Jansteen en
Nieuw- en St.-Joostland.
Vijftig procent minder
In dezelfde jaren na de opheffing
van de houtdistributie, toen er dus
min of meer een .overproduktie ont
stond, liep het klompenverbruik met
ongeveer 50% terug. Vóór 1950 was
de top van het verbruik 6 4 7 mil
joen paar klompen per jaar: zes jaar
later, in 1956, was het verbruik ge
daald tot naar ruwe schatting 3 a
4 miljoen paar klompen per jaar. In
heel Nederland daalde het aantal
klompenbedrijven van rond 1800 tot
400...
Voor deze resterende bedrijven,
waarin voornamelijk de ouderen nog
werken (een klompenmaker beneden
de 50 jaar is een uitzondering) bleef
nog juist genoeg werk aan ae win
kel. Een bepaalde, vaste afnemers
kern bleef immers bestaan: landbou
wers, die voornamelijk op drassige
gronden werken, ijzerfabrieken, waar
de klomp min of meer als bescher
ming voor de voet wordt gedragen en
ook de tuinbouw.
Maar toen kwamen andere factoren
in het geding. De houtpryzen liepen
op en die stijging hield geen gelijke
tred met de prijs van de klompen, die
in ronde cijfers sinds 1950 per
jaar gemiddeld slechts veertig cent
duurder werden.
Zeeland telt nog rond S0 klompen-
bedrijven, waar de klompen veelal
machinaal worden vervaardigd. Er
wordt nog ijverig gewerktmaar de
situatie in de klompenindustrie is
allesbehalve rooskleurig.
Foto PJS.C.)
Strijd om hout
Er ontbrandde een strijd om hout.
De klompenmakers verwerken voor
namelijk wilgen- en populierenhout,
dat in Nederland nog maar moeilgk
verkrijgbaar is. De klompenindus-
triën ra Zeeland betrekken hun hout
dan ook voor 70% uit België en dat
levert bepaalde moeilijkheden op.
Om te beginnen moet men 1,9% in
voerrechten betalen, verder weigert
de Belgische bomenteler, die zijn
-•rodukt gemakkelijker in België zélf
;an verkopen, meestal de bomen te
exporteren, zodat de afnemer hier
zelf voor moet zorgen. Dat levert
dan weer een extra probleem op,
want... een Nederlander mag niet uit
België uitvoeren. De Nederlandse
klompenmaker, die toch al niet op
rozen zit, is dus genoodzaakt in Bel
gië een „stroman" in te schakelen,
een Belg, die het hout voor hem uit
voert. En die dat niet als liefdewerk
verricht. Allemaal extra kosten der
halve.
Men vraagt zich dan ook af of het
niet mogelyk zou zijn, dat de rege
ring, gezien de speciale moeilijkheden
waarin de klomjienindustrie thans
verkeert, ontheffing zou verlenen
van de 1.9% invoerrechten op de bo
men.
Andere afnemers
In de strijd om het hout wordt ook
meegestreden door andere afnemers,
die veelal hogere prijzen kunnen bie
den dan de klompenmakers. Want
ook luciferfabrikanten, emballage-
bedrijven en triplexfabrikanten ver
bruiken dezelfde houtsoorten en het
spreekt vanzelf, dat op die manier
waar dus de vraag het aanbod over
treft de prijzen hoog worden.
Té hoog voor de klompenmakers in
ieder geval, die de pryzen (nog)
niet kunnen doorberekenen. Maar
daar zal men dan in Hulst eens
ernstig over praten en eveneens
over nog andere bedrijfsproble-
oals de hoge sociale lasten,
Jan Gabriclse haalt een veiligheid-s-
helm in staat van wordingzojuist
uit een plaat fiber geperst, uit één
der persen te voorschijn.
Dat is grappigzei Dien Vogel, „wanneer
je iemand, langs ziet komen met een
brilwaar je zelf aan bezig geweest
bent. Maar het is niks bijzonders, want wij ma
ken leuke dingen, die veel mensen gebruiken".
Dien stond daar zo gezellig glimlachend bij
haar oven te vertéllen, zoals ze straks mis
schien tegen haar buurvrouw in een eigen keu
kentje zal doen.
Dien „bakt brillenop een zolderkamertje
aan de Latijnse Schoolstraat in Middelburg.
Ze werkt er samen met Koos Korthals; Koos
„hakt neuzen". Het werk van Dien is het geven
van een gebogen vorm aan de plastic voorpla
ten, die later in veiligheidsbrillen worden ge
monteerd. Voordat het echter zover is, komen
de plastic platen bij Koos, die ze nu niet in
een oven opnieuw op een zodanige tempe
ratuur brengt, dat ze vervormd kunnen wor
den. Met een staafje slaat zij vervolgens de
uitstulping, ivaar de neus van de toekomstige
bezitter in zal passen. Een trouwe partner bij
liet werk van de tiuee jongedames op het zol
derkamertje is de radio. Toen wij vroegen hoe
ze er aan kwamen, was het antwoord: Tuur-
lijk van meneer Mazure gekregen".
De heren Mazure zijn de directeuren van
Focus-Veilig N.V. te Middelburg.
„Focus-Feilig", zegt men gauw gemakke
lijk, maar dit is beslist niet juist. Focus
mag niet feilen. Focus is er juist om, waar
de gebruikte arbeidsmethoden, of -omstan
digheden feilen op bet punt van de veilig
heid voor de arbeider, die hulpmiddelen te
leveren, die de werkers afdoende tegen de
dreigende gevaren beschermen.
Wij brachten dezer dagen een bezoek aan
het bedrijf, waarvan de Middelburgers nauwe
lijks weten, dat ze het tussen hun muren heb
ben.
„Tja", zei de heer C. Mazure, „er is veel
veranderd" en daarmee wilde hij aanduiden,
dat niet name de afstand tussen de leiding
en de uitvoerders in het bedrijf een gron
dige wijziging heeft ondergaan. Rondwan
delend door de werkplaatsen en pratend met
de mensen, kregen wij ook de indruk, dat
men elkaar weet te waarderen als werkers
ieder op zijn e'er- - samen met 'n
zelfde doel.
„Toch", aldus de neei Mazure, „is hei
vaak moeilijk de blijvende en daadwerkelijke
belangstelling te wekken". Zo is het hou-
Dagelijks peddelen en kuieren dui
zenden Zeeuwse arbeiders naar
„hun" fabrieken en werkplaatsen.
Ook naar vele kleinere, minder op
vallende bedrijven. Ze werken, de
dag door, achter grauwe muren.
Hun arbeid blijft daarachter verbor
gen. Wat te voorschijn komt blijft
beperkt tot enkele roufinewoorden,
of het vertellen van een simpele ge
beurtenis 's avonds in een luie stoel
bij de kachel.
Op die kleinere bedrijven in Zeeland
en de mensen die erin werken wil
len wij in een reeks artikelen de aan
dacht vestigen.
Hierbij vindt men het eerste artikel
van deze serie.
den van een avond waarop het „waarom"
van het bedrijf uit de doeken zou worden
gedaan nog niet mogelijk gebleken, hoewel
ook de vormgeving van 'n dergelijke avond
een probleem vormt. Gevolgen daarvan zyn
ook, dat de personeelsavond het vorige jaar
geen doorgang kon vinden en dat het or
gaan „Focus-geest" de geest gaf.
Overigens werden reeds enkele malen met
het „kader" besprekingen gehouden alvorens
een nieuw project werd aangepakt, die zeer
geslaagd mochten heten: wat babbelen over
de nieuwe aanpak dat gebeurt dan in de
zaak, waar de mensen zich meer op hun ge
mak voelen en daarna ergens wat drinken,
of een stukje eten.
De technisch leider van de werkplaats in de
Burggang, de heer YV. Lefèvre, vertelde
ons, dat het besprokene op deze byeen-
komsten ook weer aan de orde komt in klei
nere groepen, die onder het personeel gevormd
zijn en onder leiding van één man meermalen
overleg plegen. By een dergelyke uitwisseling
van meningen worden byvoorbeeld ook de ei
sen die de arbeidsinspectie aan het produkt
stelt, onder de loep genomen.
We kwamen liet domein van de lieer Lefèvre
binnen op een spannend ogenblik: de experi
menten met een nieuwe matrijs waren in volle
gang. In de werkplaats hing een walt geladen
sfeer en allen die er wat mee te maken had
den, waren om de honderdtons pers gegroept
om de resultaten te zien van het werk, dat ie
ders belangstelling ten volle had.
Matrijzen zijn de gehard stalen vormen,
waarin de onderdelen voor bijvoorbeeld lassers
helmen afzonderlijk worden geperst. Bakeliet
in poedervorm wordt in de matrijs gedaan, de
machtige pers wordt in werking gesteld en
vijf minuten later komt het onderdeel te voor
schijn. Voordat de zaak echter zo vlotjes ver
loopt, komt er heel wat kijken. Op de matrijs
komt het aan. Het is een stukje vakwerk van
de eerste soort, dat tot op een fractie van een
millimeter moet luisteren en dat uitgebalan
ceerd moet zijn tot het uiterste in verband met
de enorme spanningen, die er op komen. Het
is geen wonder, dat de matrijzen, die door spe
ciale matrijzenbouwers vervaardigd worden,
vele duizenden guldens kosten.
Cor de Korte, die nauw bij het „proef-
persen" betrokken was, konden wij
dan ook slechts met moeite een paar minu
ten te spreken krijgen. Hij noemde zichzelf
bescheidenlijk „manusje van alles". Hij zei,
dat hij in zyn baan wel het meest het team-
work-van-hoog-tot-laag, kon waarderen.
„Direct na de oorlog is bij ons de vaste
staf gegroeid, die vrijwel steeds blijft. Dat
is niet alleen omdat wij gespecialiseerde
vakmensen worden, maar ook, omdat we
kunnen werken in een prettige sfeer", zei
Cor de Korte.
„Natuurlijk studeer ik nog door in mijn vrije
tijd", zo ging hij verder, „ik ben op het ogen
blik bezig voor mijn vakdiploma optiek, maar
dat is niet om nog 'ns een eigen zaak op poten
te zetten, maar veel meer om mijn werk zo
goed mogelijk te kunnen doen".
In de nabije toekomst zal het bedrijf uitbrei
ding ondergaan. Dan zullen namelijk de beide
panden Nieuwe Burg 17 en 19 bij de werk
plaats worden getrokken, waardoor het be
drijf heel wat vrijer zal kunnen ademen en de
mogelijkheid van uitbreiding wordt gescha
pen. die voor de werkers extra perspectief
biedt.
(Vervolg op pag. 8)
men, zoals de hoge
de groter geworden bedrijfsrisi
co's en over de noodzaak om een
grotere eenheid te vormen.
Het Federatie-advies, om de prij
zen met 25% per paar klompen
te verhogen, zal immers alleen
uitgevoerd kunnen worden wan
neer men het onderling eens is!
Overigens Is er ten aanzien van
de hout-inkoop nog een klein licht
puntje, dat echter nog maar heel
zwakjes flakkert. In Antwerpen zijn
onlangs namelijk drie schepen met
hout uit de Belgische Congo gearri
veerd hout, dat iets duurder is. maar
beter van kwaliteit. „Als nu de grote
industriën zouden besluiten om dat
hout af te nemen, dan zou dat voor
de klompenmakers misschien een
verlichting betekenen", aldus de heer
Seghers. Maar dat is maar een zeer
bescheiden lichtpuntje in een situa
tie, die voor het overige gerust als
nypend kan worden omschreven.
Von Brentano: vriendschap
met Oost-Europa
De Duitse bondsrepubliek wenst
vriendschappelijke betrekkingen met
de Oosteuropese landen en is desge
wenst bereid Polen een veiligheids
waarborg te geven, aldus heeft de
Westduitse minister van buitenlandse
zaken, von Brentano, vrijdag ver
klaard.
De Duitse bondsregering wil noch
direct noch indirect ingrypen in de
ontwikkeling in Oost-Europa. Zij
wenst echter wel, dat de Oosteuropese
landen een minimum aan burgerlijke
vrijheid invoeren en een staatsorde
aannemen, die niet van buitenaf be
paald wordt.
Cor de Korte, die zichzelf bescheiden
manusje van alles noemt, bezig onder
de machtige ..olifantsvoet" van de
J00-tons-pcrs Op de voorgrond de
matrys, dat ingenieuze stuk vak
werk, waarin verscheidene onderdelen
worden geperst.