Henri Arnoldus over het grijze verleden en toekomstdromen P Boeken over vreemde volkeren DRIE FRAAIE BOEKEN OVER HET LEVEN VAN DE HOND MONICA DICKENS SCHRIJFT OVER DOODGEWONE MENSEN VRIJDAG 23 NOVEMBER 1958 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 9 JEUGDBOEKEN IN BONTE VERSCHEIDENHEID „Tup en Joep" en „Oki en Doki": avonturen voor de kleintjes Sinds de Middelburgse onderwyzer Henri Arnoldus in 1946 met het schrijven van jeugdboeken is begonnen, heeft hij een bewonde renswaardige produktiviteit aan de dag gelegd. Met zijn boeken had hij zich al spoedig een reputatie verworven. Zijn werken zijn onder houdend en getuigen van een grote veelzijdigheid. Zodoende geeft Arnoldus zijn jeugdige lezers behalve goede ontspanning, een hoe veelheid kennis mee. Er verschenen dit jaar weer een aantal boeken van zijn hand. In de eerste plaats „Egil, de Ger maan", het begin van een serie hi storische jeugdromans. Voor de jeugd van tien jaar en ouder spannend van het begin tot het eind. Het verhaal speelt zich af in het grijze verleden, toen in de lage landen langs de de Noordzee de Germanen woonden. Egil is een jongeman, die door zijn vader verdobbeld wordt. Hij vlucht uit het Germanenkamp en na een lange tocht, vol ontberingen, komt hij bij de Romeinen terecht. Hij ziet zich later voor de taak gesteld met de groep waarvan hij aanvoerder is tegen zijn eigen stam te vechten. Als de strijd, die hij met grote edelmoe digheid heeft gevoerd, teneinde is, komt hij weer bij zijn ouders terug. Een goed verzorgde uitgave van de firma M. Stenvert Zoon te Apel doorn. Deze wondere wereld" Een interessant boek, bedoeld voor de jeugd van 1316 jaar, Is „Deze wondere wereld". Het is een popu- lair-wetenschappelijk werk dat in kort bestek belangrijke uitvindingen en onderzoekingen van deze eeuw, alsmede de mensen de hieraan heb ben meegewerkt, beschrijft. Op eenvoudige en voor de jeugd be grijpelijke wijze vertelt Arnoldus over de moeilijke materie van de atoomsplitsing en de ruimtevaart, over het diepzee-onderzoek en de be stijging van 's werelds hoogste berg, de Mount Everest. De schrijver be steedt ook aandacht aan de olie, het water onder de Sahara, de televisie en de trein van de toekomst. De n.v. Standaard-Boekhandel te Amster dam gaf het boek uit. „De groten der Aarde" is een boek over grote figuren. Het is een tamelijk lijvig werk, waarin 80 vooraanstaanden op velerlei gebied, zoals natuurkunde, muziek en ontdekkingsreizen, worden be handeld, Livingstone, Schweitzer, Mozart, Watt, Einstein om maar enkelen te noemen passeren de re vue. De oorspronkelijke Duitse uitgave van dit werk stond onder redactie van Georg Popp. Verscheidene Duit se geleerden verleenden aan de tot standkoming ervan hun medewer king. Henri Arnoldus leverde de bij dragen voor Nederland, Leopold Ver- meiren die voor België. De auteurs zijn erin geslaagd een interessant werk samen te stellen. Zeker geen droge stof! Van iedere persoon wordt een episode uit het leven verteld. Op elk verhaal volgen de belangrijkste levensdata en werken. Het is een boek voor jong en oud. Het verscheen bij de Zuid-Nederlandse Uitgeverij n.v., Antwerpen. „40 eeuwen scheepvaart" Veertig eeuwen is een hele tijd. Het is niet eenvoudig om over zo'n lang tijdsbestek de ontwikkeling van de 'scheepvaart te beschrijven. Toch is Arnoldus dit in zijn boek „40 eeuwen scheepvaart" gelukt. Hij begint met de vlotten en de uitgeholde boomstammen. Dan volgen de schepen van de Egypte- naren en de Feniciërvs. Na de scheepvaart der Grieken, Romei nen en Noormannen komen de vaartuigen uit de late middel eeuwen aan de beurt. Het grootste gedeelte van het boek is gewijd aan de mGderne scheepvaart. Het is leerzame lectuur voor jongens van 11 tot 16 jaar. Het werd uit gegeven bij de n.v. Standaard- Boekhandel te Amsterdam, Bij M. Stenvert en Zoon versche nen van Henri Arnoldus voor de jeugd van zes tot acht jaar twee se ries, de avonturen van „Tup en Joep" en de belevenissen van „Old en Doki" Boekjes voor de kinderen die pas le zen kunnen, uitgevoerd in een grote druk. „Tup en Joep" is een serie van tien boekjes over twee aapjes, die in het oerwoud leven, en daar door nikker tjes gevangen worden genomen. De nikkers nemen de aapjes Tup en Joep mee naar de stad waar zij hen aan de kapitein van een schip verkopen. De ze neemt hen mee naar een vreemd land, waar zij allerlei avonturen be leven. De serie van „Tup en Joep" wordt gevolgd door die van „Oki en Doki", twee matroosjes die op zee de dolste dingen meemaken. Zij worden aan boord gebracht door een politieboot, spelen voor spook in de kombuis en zij vangen een dief midden in de nacht. In Oki en Doki vond de schrij ver waardige opvolgers van Tup en Joep. Voor de zes- tot achtjarigen zijn ook geschreven „Flop, het luie ka boutertje" en „Knabbel en Krabbel", twee leuke boekjes, die verschenen bij n.v. Standaard Boekhandel te Amsterdam. Voor wat oudere jongens (van 9 jaar af) gaf Stenvert „Geheimen rond de hobbyclub", uit, een boek, dat Ar noldus in samenwerking met Carel Beke schreef. Er wordt verteld over een groep jongens, bij wie het er om gaat de mooiste racewagen te bou wen. Een spelbreker dreigt evenwel een heleboel te bederven en het einde van de hobbyclub is dan naar het schijnt nabij. Maar op de duur komt alles toch nog goed. Een spannend en pedagogisch verantwoord boek. „De maagd van Orleans". Over het leven van Jeanne d' Are, het jonge Franse meisje, dat omstreeks 1400 op zo merkwaardige wijze een ommekeer in de Europese Eolitiek-militaire situatie heeft ge- racht zijn al heel wat boeken, bro chures en geschriften verschenen. Tientallen schrijfsters en schrijvers hebben zich gewaagd aan een biogra fie over deze vrome maagd. Velen zijn hierin geslaagd, anderen bleven in hun werk slechts op mid delmatig peil. Luoien Farbe, be roemd Frans auteur, heeft eveneens een duik genomen in haar geschie denis en met succes! Het boek dat hij schreef na een jarenlange bestu dering van het onderwerp, werd niet zonder reden bekroond met de grote prijs van de Académie Francaise. Farbe geeft niet alleen een nuchter relaas van de gebeurtenissen en de zielsconflicten van Jeanne, hij levert bovendien een reeks van beschou wingen over de juistheid van de ge gevens en van de opvattingen aer geestelijken van die tijd. Dit boeiende Doek van 313 pagina's verscheen in de Prisma-reeks van „Het Spectrum". van de uitgeverij Sprookje van Grimm In de reeks Prisma-boeken van de uitgeverij Het Spec- trum, Utrecht en Antwerpen, verschenen de Sprookjes van Grimm, in twee delen. In de vertaling van Nico Rost, en met illustraties van Ludwig Richter en Moritz von Schwind, zijn deze boekjes ongetwijfeld een aantrekkelijke uitgave ge- worden. Zij zullen dan ook hun weg wel vinden naar vele huis- kamers, waar de volwassenen zich kunnen vermijen in de wijsheid, die uit de oude volks- verhalen spreekt en tegelijk n stof vinden voor vertellingen aan de jeugd. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH ,,'s MENSEN BESTE VRIEND" Wetenschappelijk werkje met goede raadgevingen Enige onlangs verschenen boeken verdienen speciaal de aandacht van de hondenliefhebbers. „Ruta- de hond" (Ditha Holesch) en „Shula de ontembare" (Mary Patchett) zyn boeken in romanvorm over ,,'s men sen beste vriend". Van de hand van professor Konrad Lorenz, de beken de dierenpsycholoog, verscheen een populair-wetenschappelijk werkje, getiteld „Mens en hond." In laatstgenoemd boek, dat ver scheen bij de uitgeverij Ploegsma - Amsterdam, vertelt de auteur met kennis van zaken over zyn ervarin gen met honden van de meest uiteen lopende rassen. Behalve een relaas over professor Lorenz' wederwaar digheden, bevat „Mens en dier" tal yan goede raadgevingen voor de be zitter van een hond. Talrijke geestige illustraties geven dit door Hans War- Carol Voges tekende dit plaatje van Tup en Joep in het bos. Fransz Joseph en „Florian, het paard van de keizer" door Felix Salten De Duitse schrijver Felix Salten, die zich met zijn boeken „Bambi" en „Bambi's kinderen" reeds eerder ontpopte als een uitnemend kenner der natuur, is andermaal met een dierenroman te voorschijn gekomen: „Florian, het paard van de keizer". Het verhaalt van het leven van een koninklijk paard in een keizerlijke omgeving. Florian is een witte Lipiz- zaner hengst en als het paard een opleiding krijgt aan de beroemde Spaanse rijschool van keizer Franz Joseph, komen de uitzonderlijke be gaafdheden van het dier tot uiting. De schrijver schildert op welhaast onnavolgbare wijze de mensen in wier omgeving het paard Florian leeft. Zo worden in deze roman de lotgevallen van keizer Franz Joseph beschreven, alsmede de ondergang van het keizerrijk. Het boek, dat verscheen bij de Zuid-Hollandse Uitgeversmaatschap pij, is verlucht met tal van illustra ties van de hand van Philïpp Arlen. ren vertaalde boek een lichte toon. „Ruta de hond" is een ontroeren de dierenroman over een speelse her dershond en de kleine Michael. Micha el is de enige aan wie „Ruta" haar ge hele hondenleven gehecht blijft, on danks het feit, dat zij reeds vroeg van elkaar worden gescheiden door de oorlogsgebeurtenissen. Dan begint voor de hond een zwerftocht, die ja ren duurt en die geen ander doel heeft dan haar vriendje te vinden. Steeds sluit ze zich bij andere men sen aan. Ze bereikt onder meer het oostelijk front in Rusland in gezel schap van een Rode Kruissoldaat totdat zij eindelijk aan een grote ri vier de kleine Michael vindt. Door 'n ongeluk verliest zij kort daarop de jongen weer, zodat de eindeloze zwerftocht opnieuw aanvangt. Niet alleen weet de schrijfster in dit boek de lezer van begin tot eind te boeien, ook geeft zij een levendige schilde ring van de steeds wisselende land schappen. Dit boek verscheen bij de Zuidhollandse uitgeversmaatschappij Den Haag. Ontembaar Mary Patchett schreef een boeiend verhaal k la Jack London over de wil de dingo's in de woestrjnachtige wil dernis van Australië: „Shula de on tembare". Dit boek is het verhaal van twee dingo's, die opwindende avontu ren beleven. Ook het menselijk ele ment is niet vergeten, Frank, een brute Australische „bush"-man, die de dingo's fel haat en Steve, de die renvriend, die grote bewondering heeft voor de moed en de schrander heid van de honden' zijn de hoofdfi guren. Dit bij Nieuwe Wieken N.V. - Amstelveen uitgegeven boek, verdient zeker een plaats in de boekenkast. Christiaan Huygens, de ontdekker met zijn broer Constantijn. Een plaa t- van de maan van Saturnjis en de jé van K. Gelbhaar uit -fie groten uitvinder "van het slingeruurwerk, der Aarde." „DE LANGE, RECHTE WEG" Een auteur die vertellend ontwapent en bekoort. Monica Dickens is een opvallend schrijfster. Niet alleen om haar naam ze is inderdaad een verre verwante van dc grote Charles Dickens of om haar carrière, die men tegenwoordig met het wei nig charmante voorvoegsel „blik sem" zou willen sieren, maar als auteur in de eerste plaats om haar techniek. We zouden het een huis- tuin-en-keuken-techniek willen noemen. En dan bedoelen we daar niets denigrerends mee. Dan willen we alleen maai' zeg gen, dat Monica Dickens ontwapent en bekoort. Voor haar intrige is geen broedend vernuft nodig. Het is bij haar bepaald niet zo, dat haar boeken met een kleine vormveran dering als evenzovéle inleidingen tot de (para-) psychologie een bijdrage tot de voortschrijding der beschaving zouden kunnen levéren. Neen, U haalt Monica Dickens door haar boeken open te slaan, uw huiskamer binnen. Ze vertelt U met rustige oprechtheid haar verhaal. Daarbij geeft de puntige stijl iets kokets aan het geheel. De schrijfster loopt met U als arge loos voorbij aan de dramatische hoogtepunten van haar verhaal. Zonder noemenswaardige accen tuering legt ze veel meer dc na druk op de details. Ze doet dat met verkwikkende humor. Haar boek „De lange, rechte weg" is een boek over mensen, doodgewone mensen. Mensen die U kent en herkent. Christine haar hoofdpersoon is een vrouw, die de vlammende jaren ver achter zich heeft gelaten, heel wat illusies armer is geworden, maar zich met veel simpele levens wijsheid heeft toegerust. Ze is de vrouw. die belangstellend toe schouwster is bij haar eigen levens loop en zich beperkt tot het maken van treffende kanttekeningen. De karakters van de vele figuren, die op het kalm doordobberen van Christine's levensscheepje invloed hebben of inbreuk maken worden niet uitputtend geanalyseerd: ze worden eenvoudig en natuurlijk als mensen, aan wier doen en laten wei nig gecompliceerdheid is, in het ge beuren geplaatst. Hoewel we allen Christine ken nen, haar vader, man en minnaar, haar tante, haar neef en haar broer ergens wel eens ontmoet hebben, is het lezen van haar verhaal niet slechts een prettige ontspanning, maar tegelijkertijd een ongeweten ontdekkingsreis, die even onbewust nog wel eens zou kunnen blijken een vergeestelijkte kist met gouden dubloenen aan het eind te hebben. „De lange rechte weg", een goed boek, in een prettige uitgave van H. P. Leopold N.V., De Den Haag. De geheime passagier: een spannende avonturenroman. Wanneer men in het holst van de nacht de woonstee van atoomgeleer den binnendringt, dan is dat ver dacht. Wanneer men zich bij die ge legenheid ophoudt in de_ slaapkamer van een jonge vrouwelijke geleerde, dan is dat op zichzelf belangwekkend, maar beslist niet minder compromit terend. Als men dan nog gearresteerd wordt in een kamer waar zich hoogst geheime documenten bevinden, wordt de kwestie hoogst delicaat, vooral als men nog toe moet geven in zijn jon ge jaren lid te zijn geweest van de communistische partij en waarschijn lijk nooit van de ledenlijst te zijn af gevoerd. Dit alles overkomt een zeer onschuldig Engelsman, Claudio Ho- ward-Wolferstan, in „De geheime passagier" van Geoffrey Household. Claudio ontvlucht dwars door een venster tydens een pauze in het pro ces tegen hem en weet 4% maand voortvluchtig te blijven. Tijdens zijn vlucht heeft hij de meest merkwaar dige en spannende belevenissen. „De geheime passagier" is een boeiend re laas geworden, gekruid met frisse humor. Een interessante avonturen roman, uitgegeven bij Jan van Tuyl N.V., Zaltbommel-Antwerpen. De Ne derlandse vertaling van H. C. Kool, in het algemeen niet ongeslaagd, is in het begin op enkele punten zwak jes. „De bonte droom van het circus" is rijk geïllustreerd door J. van Doveren en Fred Thomas. Bij het Nederlands Zuivelbureau is uitgegeven „De bonte droom van het circus". Twee Nederlandse circus kenners, de heren J. van Doveren en Fred Thomas, hebben de stof bij eengebracht voor dit mooie album, dat een boeiend verhaal bevat over de wereld van zand en zaagsel van het grijze verleden tot nu toe. Het ontstaan, de glorie en de ondergang van tal van circussen wordt erin be schreven en de mensen, die er aan hebben meegewerkt (onder hen is een aantal legendarische figuren!) worden onder het felle licht van de schijnwerpers geplaatst. De inhoud is wellicht een tikkeltje geromanti seerd, maar dat mag ook wel in een boek over zo'n romantisch onder werp... Een groot aantal gedistin geerde foto's en tekeningen, alsme de enkele platen in prachtige kleu ren, dragen er ook toe bij dat „De bonte droom van het circus" een al bum van een bijzonder gehalte werd. Het typografische gedeelte werd bij J. van Boekhoven te Utrecht keurig verzorgd. TUSSEN MAGIËRS EN DEMONEN In India en Oost-Afrika Waar ligt Kalimpong? De meesten, die het boek van dr. R. von Nebesky „Bergen, go den en magiërs" ter hand nemen, zullen wel nooit gehoord hebben van het stadje Kalimpong nabij de noordgrens van India op een plek waar wegen samenkomen naar de staten Tibet, Nepal, Sik kim en Bhoetan. In dat stadje heeft dr. Von Ne besky geruime tijd geleefd en hij geeft van de plaats zelve en van de bevolking een levendige be schrijving. Kalimpong, zo zegt hij, is een der mooist gelegen plaatsen ter wereld. Men ziet er uit over het Sikkimse groene bergland met daarachter de sneeuwtoppen van de Himalaya. Maar meer dan aan de natuur be dacht aan de bewoners van deze plaats en aa degenen, die - tijdelijk in Kalimpong vertoefden. Zijn driejarig verblijf in en nabij Kalimpong diende hoofdzakelijk om gegevens te verzamelen over het La- maïsme, een vorm van Boeddhisme, waarover in de Westerse leerboeken voor de godsdienstgeschiedenis niet altijd gunstig wordt geschreven. Het is een soort Boeddhisme doonveven met magie, die ten goede en ten kwa de kan worden aangewend. De gelo vigen zijn tenstelligste overtuigd, dat. zich in de magiërs en soms in de ge wone monniken bovennatuurlijke krachten en bijzondere wijsheid openbaren. Er zyn in Europa nog al wat ge schriften gepubliceerd, waarin deze mening eveneens wordt aangehan gen. Dr. von Nebesky heeft er zich toe bepaald de magiërs nauwlettend te observeren, hun riten te beschrijven en foto's te maken. Hij leerde Tibe- taans en hij las tal van Tibataanse steedde dr. von Nebesky zijn aan-boeken, die tevoren nimmer door een blanke waren aanschouwd, omdat men deze boeken zorgvuldig in kloos ters verborgen hield voor oningewij- den. Men mene echter niet, dat Von Ne- besky's boek door al dat lezen een dor en puur wetenschappelijk betoog is geworden. Het geeft integendeel een zo levendige beschrijving van alles wat de schrijver meemaakte in de streek waar hij woonde, dat men als het ware rondgeleid wordt tussen deze bewoners van de Himalya en iets begint te verstaan van hun denkle ven. Bovendien voltrok zich juist toen Von Nebesky in Kalimpong vertoef de de Chinese (communistische) be zetting van Tibet en kwam de Dalai Lama met zijn gezelschap vluchtende van Lhasa de Tibetaanse hoofd stad naar Kalimpong. Ook daarvan vertelt de schrijver op vlotte en bijzonder interessante wijze met een scherp oog voor tien tallen bijzonderheden, die aan zijn verhaal kleur en warmte geven. „Bergen, goden en magiërs" is een boek dat men leest als een roman en dat stof bevat waaruit wel 10 ro mans geput kunnen worden. Het is geïllustreerd met een aantal fraaie foto's in zwartdruk en in kleur. (Uitgave Het Wereldvenster te Baarn). Jokoenda Van geheel andere aard, namelijk wel een echte roman, maar toch ook een boek over „vreemde volkeren" is de roman Jokoenda van Arnold Krie- ger. Het is de levensbeschrijving van een jonge negerin in Onst-Afrika, die uit haar ouderlijk huis geroofd wordt en als een soort slavin leeft bij een Arabier. Later ontsnapt ze met haar kind en dan vangt een zwer vend leven aan, waarbij de lezer wel een goede kyk krijgt op het sombere en primitief-gebonden bestaan van de negerstammen in het oostelijk deel van Afrika rond Zanzibar. Het is een beklemmend en tegelijk fasci nerend boek. De schrijver Arnold Krïeger moet verscheidene jaren besteed hebben aan het verzamelen van het volken kundige en folkloristische materiaal, dat hij in zijn roman heeft verwerkt. Daarnaast drong hij diep door in de psychologie van de eenvoudige ne gerbevolking. Het boek werd vertaald door C. J. Kelk en er kleeft helaas 'n gebrek aan zijn werk: de heer Kelk had in voetnoten de vertaling moeten geven van de talrijke „Afrikaanse" woor den, welke door de schrijver in zyn tekst gebruikt worden. (Uitgave Kosmos Amsterdam Antwerpen).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 5