SCHEEPSRAMPEN OP WESTERSCHELDE
Brand op Russische vrachtvaarder
na aanvaring met Engels schip
f Ramp voltrok zich binnen één minuut
SCHEEPSHUID OPENGESCHEURD
OVER TIENTAL METERS
DONDERDAG 15 NOVEMBER 1956
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
9
Op de Westerschelde liep woensdagmiddag het
Duitse sleepschip „Fendel 134" op de ankerket
ting van het Russische vrachtschip Kolomna".
Linksboven: De zware ebstroom drijft het
schip tegen de voorsteven.
Midden: Snel zinkt het vaartuig weg.
Rechts boven: Het voorschip van de „Fendel
134" richt zich voor de laatste maal omhoog,
om daarna onder water te verdwijnen
Links o-der: De spanning van het gebeurde
is nog op de gezichten van schipper Rex en zijn
mannen '~c V~en
Rechts onder: Frau Rex staart troosteloos
voor zich uit. Opnieuw van alle bezittingen be
rooid
Navordering over voorraden
benzine en gedistilleerd
In verband met de in uitzicht ge
stelde verhoging van hel by/,onder in
voerrecht op benzine en van de accijns
op gedistilleerd Is van verschillende
zijden de vraag gesteld, welke ge
dragslijn de belastingadministratie
zal volgen met betrekking tot de op
j het tijdstip van invoering van de ver-
i hoogde heffingen aanwezige voorra-
j den.
Het ministerie van Financiën deelt
naar aanleiding van het vorenstaande
1 mede, dat een navordering over voor-
raden, die na een tariefsverhoging bij
de handel en de verbruikers aanwezig
zijn, gebruikelijk is en ook in dit ge-
I val niet achterwege zal blijven,
Ten opzichte van suiker, welk pro-
j dukt met- ingang van 1 januari a.s.
weer in de heffing van de omzetbelas
ting wordt betrokken, ligt het volgen
van een overeenkomstige gedragslijn
1 in het voornemen,
Het Wereldgebeuren
Fanaticus
(Van een onzer redacteuren)
BINNEN ZES UUR speelden zich woensdag op de
Westerschelde ter hoogte van het Konijnenschor onder
Walsoorden twee scheepsrampen af, die gelukkig
geen slachtoffers hebben gevergd. In de morgenuren,
omstreeks half elf, is het nog slechts twee maanden
nieuwe Russische m.s. „Hudojnik V. Krainev", 3815 brt.
groot, tijdens de mist na een aanvaring met het 10.409
brt. metende Engelse m.s. „Port Victor" in zinkende
toestand op het Konijnenschor aan de grond gezet.
Het achterschip werd aan stuurboordzijde over een
grote lengte als een sardineblikje opengereten, waar
na een felle brand in de daar gelegen verblijven uit
brak. Na veertig minuten waren de Russen, die onmid
dellijk S.O.S. seinen hadden uitgezonden, het vuur met
eigen blusmiddelen meester.
Tegen half vijf in de namiddag voer het 965 ton me
tende Duitse sleepschip „Fendel 134" op de ankerket
ting van een ongeveer een kilometer stroomafwaarts
in het vaarwater voor anker liggend ander Russisch
schip, n.l. de „Kolomna". Onmiddellijk begon het met
ijzererts geladen sleepschip te zinken. Het rijkspolitie-
vaartuig, de R.P. 18 passeerde juist de plaats des on-
heils en door onmiddellijk ingrijpen mocht Schipper
Bout met zijn mannen erin slagen de Duitse schipper
met zijn vrouw en twee matrozen nog juist aan boord
te sleuren en van een verdrinkingsdood te redden. Bin
nen de minuut speelde het emotionele schouwspel zich
af, dat de „Fendel 134" met de voorsteven bijna lood
recht in de lucht onder water verdween
Toen wij omstreeks kwart Over één by het Russische schip, d<
Hudojnik V. Krainev" arriveerden, was de bemanning de brand reed'
meester. Over een tiental meters was de scheepshuid van het achter
schip aan stuurboord opengescheurd en als een harmonica-deur in
elkaar gerold. Door een groot gapend gat keek men in de uitgebrande
manschapsverblijven, waar een paar witgeschilderde ledikanten af
staken tegen het zwartgeblakerde meubilair. Op het dek, waar wat
inderhaast geredde bedden en stoelen met de leeggespoten brandblus-
apparater» i>p- <ui der verspreid lagen, trachten de mannen het weg
zinkende achterschip wat te dichten. Ruim drie stond reeds onder
water en het schip begon reeds behoorlijk slagzij te maken.
In zijn hut troffen we de terneer
geslagen 32-jarige kapitein, Alexander
Kovalew. Diep onder de indruk was
hij, nu op zijn eerste reis met het
nog fonkelnieuwe schip, dat twee
maanden geleden van een werf in
Danzig was afgeleverd, dit ongeluk
te moeten overkomen. „Ik ben on
schuldig aan deze aanvaring", was
de besliste uitspraak van kapitein
Alexander Kovalew. „We zaten aan de
goede leant van het vaarwater, toen
plotseling uit de mist er was onge
veer een half tot driekwart mijl zicht
een ander schip kwam opdoemen,
dat later het Engelse m.s. „Port Vic
tor" van de Port Line Ltd., bleek te
zijn. (Een juist tegenovergestelde le
zing wordt van Engelse zijde gege
ven). Beide schepen trachtten door
manoeuvreren nog een aanvaring te
voorkomen, doch dit leek niet meer
mogelijk. De „Port Victor" boorde
zich met zijn voorsteven in het stuur
boord-achterschip van de „Hudojnik
V. Krainev" en liep daarbij zelf ook
een groot gat, een paar meter boven
de waterlijn, op. De botsing was zo
hevig, dat ook een mast op het ach
terschip van de „Krainev" doormid
den werd geslagen en een bolder in
de verscheurde voorsteven van de
„Port Victor" bleef hangen.
Aanvankelijk had men nog getracht
het Russische schip door pompen drij
vende te houden, om het dam in de
Schaar van de Noord aan de grond
te zetten. Het water stroomde echter
zo snel naar binnen, dat de „Krainev"
in het vaarwater dreigde te zinken.
Daarom werd toen het besluit geno
men om het schip aan de andere kant
op het Konijinenschor omhoog te
varen.
Zoals de situatie zich woensdagna
middag liet aanzien, was het gevaar
niet denkbeeldig dat het schip zou
breken. Er werd akkoord gemaakt
met het Belgische bergingsbedrijf Ger-
lings, dat zal trachten het schip te
lichten. Woensdagmiddag 3,30 uur wa
ren de sleepboten vanuit Antwerpen
vertrokken. De „Port Victor" is naar
Antwerpen teruggekeerd en zal daar
in dok gaan, om de schade te herstel
len.
De „Port Victor" was van 1946 tot
1948 Hr. Ms. „Karei Doorman", dat
Nederland van Engeland had geleend.
Het schip is in 1943 gebouwd en
kwam als „Naraina" in de vaart. Na
dat Nederland een nieuwe „Karei
Doorman" had gekocht ging de oude
naar Engeland terug. Het schip werd
daar verbouwd tot koelsehip en
kwam onder de naam „Port Victor"
in dienst van de Porti ine.
Een „Catalima" amfibie-Vliegtuig
van de opspoiings- en reddingsdienst
van de marineluchtvaartdienst was
nog van het vliegkamp Valkenburg
opgestegen, doch is korte tijd later
teruggeroepen.
In één minuut ten onder.
De ramp met het Duitse sleepschip,
die des middags roncl 4.30 uur plaats
greep, had zich niet sneller kunnen
afspelen. Wezenloos zat frau Rex eni
ge tijd later in de stuurhut van de
R.P. 18. Zij kon het zich blijkbaar nog
niet volledig realiseren, even tevoren
door de knuisten van twee stevige
politiemannen aan de dood te zijn
ontrukt. „We zagen het zo maar aan-
komen", vertelden de mannen. De
Nederlandse sleepboot kwam van
Antwerpen met twee sleepschepen. de
Nederlandse „Telio" en de Duitse
„Fendel 134" van de gelijknamige re
derij uit Mannheim. De gesleepte
schepen, welke aan afzonderlijke
sleepdraden waren vastgemaakt, la
gen naast elkaar. Toen de sleep het
Russische zeeschip „Kolomna" pas
seerde, werd de „Fendel" plotseling,
mede door de zware ebstroom tegen
het voorschip van de „Kolomna" ge
drukt en schuurde met het achter
schip over de ankerketting.
Direct begon de „Fendel" te zin
ken. De R.P. 18 schoot onmiddel
lijk toe. „Springen" kreetten de
mannen over het water naar de be
manning van de „Fendel", die
overrompeld door het gebeurde,
even niet «1st wat te doen. De
vrouw ging zelfs nog eens naar be
neden om met een tas met vrij
waardeloze inhoud terug te ko
men. „Springen", klonk opnieuw
alarmerend over het water het
was alles secondenwerk de op
varenden van de „Fendel" gingen
in hun roeiboot, de vrouw dreigde
nog beklemd te geraken tussen de
R.P. 18 en de davits van het zin
kende schip, doch juist bijtijds he-
sen schipper Bout en zijn mannen
haar en de andere opvarenden vei
lig aan boord.
In haaf schortje, waarin frau Rex
zo uit de stuurhut was weggesneld,
staarde zij droevig voor zich heen.
Al hun bezittingen waren met het
schip achttien meter onder water ver
dwenen. Opnieuw stonden ze berooid
op de wereld. Tot 1947 had haar man
in Russische krijgsgevangenschap ge
zeten. Ze hadden toen niets meer en
juist werd het nu wat beter. Opnieuw
liep thans hun geluk op een Russische
ankerketting te pletter. De matrozen
Walter Krouse en de 18-jarige Hans
Joachim Verges, die uit het oosten
waren gevlucht, waren met schipper
Rex al lang blij, dat ze het leven er
hadden afgebracht.. Krouse was dub
bel gelukkig, dat zijn vrouw en kind
toevallig niet aam boord waren om
dat ze in een Duits ziekenhuis liggen.
De „Fendel 134", geladen met 925
ton erts, was van Antwerpen op weg
naar Grimberg in Westfalen. Toen de
ramp zich voltrok, schoten ook on
middellijk op het Russische schip de
opvarenden met zwemvesten en red
dingsboten te hulp, doch de drenke
lingen waren reeds gered. Toen de
R.P. 18 naar Hansweert voer om de
geredden onder de hoede van de fir
ma De Groof te stellen, was er van
de „Fendel 134" niets meer te zien
dan het losgeslagenMak van de stuur
hut, dat nog met het schoorsteentje
traag op de golven dobberde.
Bij de gezonken „Fendel 134" is een I
wrakboei gelegd. Veiligheidshalve is
de scheepvaart op de Schelde van
nacht gestremd.
De voorsteven van de „Port Victor"
na de aanvaring.
(Foto P.Z.C.)
Mr. d'AüIy voorgesteld als
directeur Nat. Handelsbank
Aan een in de maand januari a-s.
te houden buitengewone algemene
vergadering van aandeelhouders der
Nationale Handelsbank N.V. zal
worden voorgesteld de heer mr. A.
J, d'Ailly te benoemen tot directeur.
Bovenstaand gistermiddag ontvan
gen officieel comminuqué van de di
rectie der Nationale Handelsbank
N.V. bevestigt hiermee, dat het in de
bedoeling ligt van de burgemeester
van de hoofdstad na zijn aftreden per
1 januari 1957 terug te keren in de
bankwereld, waarin hij vóór zijn be
noeming tot burgemeester jarenlang
werkzaam is geweest, het laatst als
directeur van de Nederlandsche Bank.
Stalinlaan exit
Amsterdam, heeft de naam van de
Stalinlaan gewijzigd in Vrijheidslaan.
Het door leden van alle raadsfracties,
behalve de C.P.N., ingediend voorstel
daartoe, heeft de gemeenteraad van
de hoofdstad in zijn vergadering van
hedenmiddag aanvaard met alleen de
stemmen van acht communistische
leden tegen.
Toen C.P.N.-woordvoerders zich
sterk tegen het voorstel kantten, „dé
verdiensten van Stal i n voor de socia
listische arbeidersklasse" en de ge
beurtenissen in Honga rijke bespraken,
verlieten alle andere fractieleden de
raadzaal.
Meer dan vroeger hoort men nu
spreken over Soeslow, een
Russisch heer wiens voor
namen zijn: Michael Andrejewitsj en
die 54 winters telt. Hij was het, die
bij de herdenking van de oktober
revolutie in het Moskouse Bolsjoi-
theater het woord voerde, en niet zo
mis. Hij werd in Boedapest gesigna
leerd, voordat de Russen er wreed in
grepen om de Hongaarse opstand te
onderdrukken. En het is aan geen
twijfel onderhevig, dat de „Poolse
Titó", Gomoelka, tijdens zijn huidige
bezoek aan Moskou ook met Soeslow
zal worden geconfronteerd.
Soeslow is namelijk een mannetje,
dat op het ogenblik in Moskou de
wind mee heeft. De pogingen van de
eerste partijsecretaris Nikita Kroesjt-
sjew, om toenadering te zoeken tot
democratische socialisten in het wes
ten konden bij hem geen genade vin
den. Hij voelde meer voor de straffe
politiek, die wijlen „vadertje Stalin",
wiens gunsteling hij was, hem altijd
had voorgehouden. Toen Kroesjtsjew
op het twintigste partijcongres in
februari van dit jaar dit „vadertje"
van zijn voetstuk trok. liet men Soes
low op de achtergrond staan, en dat
vond hij waarschijnlijk wel best: van
die nieuwe koers had hij geen kaas
gegeten,
Uit de gebeurtenissen in Hongarije
trekken de hoogmogende heren
in Moskou kennelijk duidelijk
de conclusie, dat de democratisering
naar het patroon van Kroesjtsjew niet
kan worden geduld. De ontwikkelin
gen die uit deze democratisering ont
staan, zouden de militaire positie van
de Sowjet-Unie wel eens kunnen aan
tasten. Vandaar, dat nu Kroesjtsjew
op zijn beurt weer op de achtergrond
is geraakt. Grimmig stonden hij en
Boelganin, de Russische premier, af
gebeeld op de foto's van de parade cp
het Rode Plein. Maar om de verant
woordelijkheid te dragen voor de
maatregelen die nu in het Kremlin
worden uitgedacht, heeft men klaar
blijkelijk nog grimmiger mannetjes
nodig.
Zo'n mannetje is de heer Soeslow.
Hij is altijd een fanatiek voor
stander ervan geweest, om de
communistische leer nauw te verbin
den met het Groot-Russische imperia
lisme. Hij liet zich bij de wegzuive
ring van Trctzkdsten, de Sinowjew-
oppositie en de „resten van de oppor
tunistische elementen indertijd niet
onbetuigd. Dat hij tijdens de tweede
wereldoorlog' een fanatiek lid was van
de oorlogsraad aan het front van de
noordelijke Kaukasus zal men hem in
democratische kringen niet kwalijk
nemen, maar wèl, dat de eerste na
oorlogse deportaties en russificatie-
maatregelen in Litauen zijn werk wa
ren.
Geen wonder, dat hij bij de desta
linisatie een beetje in de kou
kwam te zitten. Dit was niet de
geschikte man om in andere landen
te proberen, de tegenstandei's met ar
gumenten en niet mef terreur te ver
murwen. Maar nu' staat hij dan weer -
cp een der hoogste sporten van de
Sowjetladder, Dat hij de grote her
denkingsrede hield in het Bolsjoi-
theater heeft namelijk een zekere be
tekenis. Het is de gewoonte, dat de
keuze van de spreker duidelijk maakt
hoe de verhoudingen binnen cle „col
lectieve leiding" liggen.
Is Soeslow haantje-de-voorste in de
Stalinistische vleugel waartoe ook
Molotow en Kaganowitsj behoren
Hij heeft in elk geval weer het een en
ander in dé bittere communistische
pap te brokken. Of deze brij zo heet
wordt gegeten, als Soeslow hem heeft
opgediend, zal ervan afhangen of
Kroesjtsjew en de zijnen toch ook nog
een vinger in die pap hebben. Het is
in verband met deze kwestie van het
grootste belang, wat de Pool Gomulka
in Moskou zal beleven,
MICHAEL SOESLOW
grimmig mannetje