,Dag van Sint-Maarten' en Zeeland DN DONKNIPLMK MEEDOGENLOZE MISDADIGERS IN SPANNENDE POLITIEFILM VERDIENSTELIJK WERK VAN DE CELLEBROERS TE MIDDELBURG HONGAREN IN ZEELAND LEVEN IN BANGE VREES DINSDAG 6 NOVEMBER 1956 PROVINCIALE '6 B.E UW B COURANT U St-Hilaire houdt 11 november zijn Grand concours départementale" Nauw verweven met het oudste Zeeuwse verleden is de elfde no vember, de dag van Sint Maarten. Een eeuwenoude traditie, waarvan de oorsprong veelal onbekend is, heeft in dit gewest nog veel gebrui ken bestendigd. Nog altijd is het met Sint Maarten de vervaldag voor de pachten en renten; nog maar kort geleden was het deze novem berdag die aan dienstboden het recht gaf een nieuwe baas te zoeken. Op de 11de november ging ook het vee uit het land naar de stal terug. Heel vroeger werden op die dag de spinnewielen van de zolder gehaald Hier en daar in het Zeeuwse land vindt men, behalve de vry gangbare gebruiken van de pacht, nog overblijfselen van deze volks gebruiken. Sint Maarten ontving z'n onderricht rond 360 van Sint Hilarlus; het is dus begrijpelijk dat de Normandische stad Saint Hllaire, naar laatstgenoemde hei lige genoemd, de dag van Sint Maarten koos voor het jaarlijkse „Grand Concours departemental". Wie was Sint Maarten en wat is de oorzaak van z'n invloed in de Zeeuw se streken? Maarten werd in 316 in Hongarije geboren. Zijn vader had een belangrijke functie in het leger en werd, kort na de geboorte van Maarten, naar Italië gestuurd. Ook voor de zoon brak het jaar van dienstplicht aan en op ongeveer 20- jarige leeftijd bereikte hij de nieuwe garnizoensplaats Amiens in Noord- Frankrijk. Hier zou zich de gebeurte nis hebben afgespeeld, die, uitgebeeld in 1954 op nieuwe Nederlandse bank biljetten, opschudding bij de volks vertegenwoordiging zou veroorzaken. Bij de poort van Amiens sneed Maar ten n.l. de helft van z'n krijgsmantel af en gaf die aan een bedelaar die verkleumd van kou bij de ingang van de stad om meelij vroeg. Uit overheidsdienst geraakt, ging Maarten uaar Poitiers om zich door Sint Hilarius te laten onderwijzen in de christelijke leer. In 372 als bis schop van Tours gekozen, reisde hjj het Gallische land door, stichtte de grote abdij van Marmoutiers, onder richtte de bevolking van Normandië en Touraine, breidde zijn invloed uit ïn de Vlaams spekonde landen, grond vestte de benedictijner abdij v»n Li- gugé en leefde daarbij een eigen, in getogen kloostercelleven. Ongeveer tachtig jaar oud stierf Sint Maarten in Candes. De invloed van deze bekende bis schop strekte zich uit tot in Noord-. Vlaanderen. Zo draagt het Kortrijk- se stadszegel de beeltenis van Sint Maarten, in de Belgische Kempen vernieuwde men op die dag de pach ten en de renten van hofsteden en landerijen, een gebruik dat overgeno men werd door Zuidnederlandse stre ken en nog onbewust in Zeeland ge volgd wordt. In Venlo is het tot voor kort gebuikelïjk geweest op Maar- tensdag aan de dienstboden een feest maal tb geven. Bekend zyn de vreugdevuren, die het begin van de winter aankondi- Spuiter in Nordhorn Aan de Duits-Nederlandse grens in Nordhorn is gedurende het weekeind een. oude bron tot nieuw leven geko men. Gas en ruwe olie spoten tot een hoogte van 30 meter op. De vrij willige brandweer hield de situatie in het oog en de bevolking in de omge ving werd gewaarschuwd voor het gevaar van brand of explosies. Va, n en vcez Reisgidsen. Reisgidsen komen altijd van pas, evengoed in de winter als. in de zo mer, want in de wintermaanden heeft men gemeenlijk wat meer tijd om zich rustig voor te bereiden op zijn vakantie in het volgende jaar, en de ze voorpret vormt reeds een belang rijk onderdeel van het hele genoegen Üat een buitenlandse vakantie ver schaffen kan. Daarom (en bovendien ten gerieve va.n de enkele gelukkigen die zich ook in de winter nog een buitenlands reisje permitteren kun nen) kondigen we met genoegen en kele reisgidjes aan die we onlangs ontvingen, ondanks het feit dat de vakantiemaanden weer voorbij zijn. Allereerst een negental „Kosmos- reisgidsen" (Uitg. Kosmos, Amster dam), alle uitgegeven in samenwer king met de Nederlandse Reisvereni- ging. Het zijn zeer bruikbare be knopte algemene gidsjes, geïl lustreerd met enkele foto's en kaar tjes. De tekst is echter het hoofdbe standdeel, We ontvingen de volgende deeltjes: „Zweden" en „Denemar- lten", beiden door J. J. Oltmans; „Rijnland en omgeving" door Rinko Wiersma, „De Ardennen en Luxem burg" en „Bruss.èl, Antwerpen en West-België" beide door A. C. Dijk man; „Londen" door L. Beekman, „Spanje" door P. Walma van der Molen-Meindersma (een zeer leven dig gidsje), „Venetië en de Dolomie ten" door B. Baanen en „Rome" door J. P. Doedens. Een bijzonder aanbevelenswaardig gidsje voor de Engelandvaarder is ook „Hier is Londen" van Albert Mil- hado, de radiospreker. (A. W. Bruna Zn., Utrecht). Tenslotte vermelden we twee deeltjes uit de zeer mooie „Contact-Foto-Pockets", namelijk „Dit is Oostenrijk" (tekst Evert Zandstra) en „Dit is Rome" (tekst René Patris). De talrijke zeer fraaie foto's, die de hoofdschotel van deze boekjes vormen (de tekst speelt een ondergeschikte rol) zijn vervaardigd door de meester-fotograaf Cas Oort- huys. Zij zijn een lust voor het oog en vormen evenzovele mooie herin neringen aan of opwekkingen tot cle rF1f-Pe "itgave van de Gontaet- eto-Pockets is zeer verzorgd. (Uit gave Contact, Amsterdam). H, W. gen. In het mystieke, schaars bevolk te, bijgelovige Vlaanderen, zowel in België als Nederland, gaan de kinde ren nog rond met de tot lantaarns bewerkte pompoenen, vragend- om brandhout voor Sint Maarten. De be woners weten dan wel dat dit brand hout vergezeld moet gaan van- fruit voor de Sint Maarten-vierders zelf. Wat de oude Zeeuwse gebruiken van het vee op stal en van de spinnewie len tot grondslag hebben is onbe kend; in ieder geval zijn het uitvloei sels van een tydperk waarin symbo len, volksvertellingen en overleverin gen een grote rol speelden. In zijn gehele leen heeft Sint Maar ten een grote verering gehad voor zyn meester Sint Hilarius, wiens in vloed eveneens een groot deel van West-Frankrijk besloeg. In de twaalf de eeuw stichtte een lid van de rijke adellijke familie Harscoet, afkomstig uit Sint Hilaire, een nederzetting aan de rivier de Sélune. Nog steeds draagt de stad daar de naam Saint- Hilaire-du-Harcouët en het gemeen tebestuur eert Sint Maarten in een jaarlijks festijn dat overal in Gallië grote belangstelling trekt. Wanneer de commissaris der ko ningin in Zeeland over enkele dagen dus met Saint-Hilaire, tweelingstad van Zierikzee, zal kennismaken, komt hy in een plaats, waarvan de geschie denis parallel gaat met Noord-Vlaan- deren en waarvan de gebruiken rond het Sint Maarten-feest weinig ver schillen met die van Zeeland. Engeland gaf fiat voor gebruik van atoombom De Britse regering heeft destijds blanco volmacht gegeven voor het gebruik van de atoombom tegen Ja pan, aldus blijkt uit die officiële Brit se geschiedschrijving van de tweede wereldoorlog, waarvan het tweede deel vandaag is versohenen. Volgens de daarin vervatte gegevens tekende Winston Churchill ruim vijf weken voor het werpen van de atoombom op Hirosjiima de Britse toestemming voor het gebruiken van het nieuwe wapen. Voor het weipen van de bom werd eerst geoefend bij het eilandje Tinian, op tweeduizend km afstand van Ja pan gelegen. De bom was zo zwaar dat by de eerste drie pogingen om ermee yam de grond te komen het vliegtuig verongelukte, zonder dat overigens' de bom tot ontploffing kwam. Op 5 augustus slaagde einde lijk 'n bommenwerper er in, met de bom de lucht in te komen, enkele uren later was Hirosjiima een ruïne. K.LM. weer naar Tel Aviv Gistermorgen zijn weer K. L. M.- vliegtuigen 'van Schiphol naar Beiroet in de Libanon en Tel Aviv in Israël vertrokken. De K.L.M. had de dien-, sten naar beide steden begin vorige week in verband met de moeilijkhe den in het Nabije Oosten gestaakt. Deze vluchten worden nu volgens een gewijzigde dienstregeling uitgevoerd. Mr. Jonkman beëdigd op Sicilië H. M. de Koningin heeft in haar vakantieverblijf op Sicilië mr. J. A, Jonkmam beëdigd als lid van de Eer ste Kamer. Zijn herbenoeming als voorzitter vaax de nieuwe, tot 75 leden uitgebreide, Eerste Kamer is te ver wachten voor hedenmiddag, zodat hij in de dam te houden vergadering van dat college de leden in zyn handen de voorgeschreven ed'en of verklarin gen on beloften kunnen afleggen. FILMSIN ZEELAND „De man zonder ziel" in donderdag-programma Meedogenloze misdadigers maken het de politie niet gemakkelijk in de spannende film „Inspecteur Ripley slaat toe" (Alhambra, Vlissin- gen), met in dc hoofdrollen Brodericlt Crawford en> Ruth Roman. Crawford speelt de rol van de inspecteur, die maar liefst drie zaken tegelijk krijgt op te knappen en die zich bovendien nog tot taak heeft gesteld de dood van een collega te wreken. Zijn theorie, dat de moord op zijn collega met een van deze zaken sa menhangt, blijkt juist te zijn. Het is een boeiend verhaal en mede dank zij het voortreffelijke spel van Crawford en Ruth Roman wei*d het een mis daadfilm van goed gehalte. „De misdaad van kapitein Stuart" (Electro, Middelburg) is een roman tisch avoraturenverhiaal uit het negan- tierucleeeuwee Amerika, compleet met zeerovers; woeste gevechten en mooie meisjes. In de hoofdrollen John Way ne, Ray Milland en Susan Hayward; dc regie was in handen van niemand minder dam Cecal B. de Malle, zodat men van vele spectaculaire scènes verzekerd is. In Grand (Goes) draait nog „De bestorming van de Alamo"; een spannende geschiedenis, rijk aan ac tie en ook rijk aan gevechten. „De hel van Silverroek" CLuxor, Vlissingen) is een onherbergzaam mijndorp, waar stoere maxlnen elkaar het bezit van mijnschatten betwisten. Dat gebeurt op een vrij ruwe manier zodat de liefhebbers van een stevig gevecht wel aan hun trekken komen. In de hoofdrollen Rol Cameron en Joan Leslie. „Duivels spel" (Badpaviljoen, Dom burg) speelt zien af aan boord van een der raderboten, die in de zeventi ger jaren de Amerikaanse rivieren bevoeren. Er wordt vals gespeeld niet kaarten, waar vechtpartijen uit voortvloeien, er zijn lieve meisjes en er gebeurt meer dan voldoende om de aandacht gevangen te houden. DONDERDAG In de serie speciale donderdagavond voorstellingen brengt Grand (Goes) „Kaiserwalzer"; een rolprent vol Weense zwier en gratie en voor alles draaiend om de bekende walsmelo- ddeëm van Joharnn Strauss. Een luclx- tnge geschiedenis, met weinig inhoud em veel verstrooiing. Hoewel er in „De man zonder ziel" (Electro, Middelburg) wel wat erg veel mannen op gewelddadige wijze het leven verliezen, bleef deze, naar de roman van A. J. Cronin gemaakte film, toch op veel punten aanvaard- baai'. Hetgeen dan bepaald niet in de laatste plaats te danken is aam 't uitstekende spel vam de h oof dr o l vertol ker s Ja mes Mason, Deborah Keirr en Robert New ton. De hoofdfiguur uit dit verhaal is Komplot bij Van Gend Loos opgelost Met de arrestatie van 7 Amsterdam mers heeft de hoofdstedelijke politie een eind gemaakt aan een grote reeks diefstallen, die sinds geruime tijd in de goederenloodsen van vam Gend Loos aan de Cruquiuskade werden ge pleegd. Steeds verdwenen goederen die met de nachtvrachttreinen wer den aangevoerd en door van Gend Loos verder moesten worden geëxpe dieerd. Het is gebleken, dat een 40- iarige en een 20-jarige loodsknecht geen van beiden in vaste dienst samen met twee chauffeurs goederen vervreemdden en die vervoerden naar een heler in de Jordaa.U. een harteloze hoedenhandelaar, die zich en zijn gezin ten gronde richt. E-en sterk dramatisch verhaal, dat ook. in de verfilming goed tot zijn recht kwam. „Hongaarse R/hapsodie" (Alhambra, Vlissingen) is een vurige geschiede nis, met als uitgangspunt- het bewo gen leven van Franz Liszt en dat," 'bó'od yèl'ë mógelijkheden Lot kleurige,'J romantische en vaak ook boeiende scènes. Muziek en dans nemen in deze film een belangrijke plaats in. „Badpaviljoen" (Domburg) brengt donderdagavond de in deze rubriek eveneens besproken filna „De misdaad van kapitein Stuart". Zij de Kerk van 't heilige kruis M H te Warschau heeft kardinaal m Wyszynski, de onlangs vrijge- y komen primaat van Polen, H zondag voor het eerst na zijn H vrijlating een hoogmis gecele- i| breerd. Deze foto toont de kar- dinaal tijdens de dienst op de H kansel. IllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllf Scheepsvrachttarieven worden verhoogd The United Kingdom Far Eastern Lamer Freight Conferences hebben be sloten weer een toeslag van 15 te heffen op de uitgaam.de vrachten maar het Verre Oosten. Tot de heffing van deze toeslag, die geldt voor vrachten, welke worden geladen op of na 7 december, is be sloten om de extra kosten te dekken, die verbonden zijn aan het vervoer van de vrachten rond de Kaap de Goede Hoop. Naar het A.N.P. verneemt Is een zelfde besluit genomen door de soheepvaartl ynen, die geregelde dien- Jsten onderhouden tussen Europa en de Perzische Golf ein tussen Europa en India, Pakistan en Birma. Deze toeslag galdt, zowel voor de uitgaan de als de thuiskomende vrachten. Men verwacht, dat te Singapore een soortgelijke toeslag zal worden aan gekondigd voor vrachten van het Verre Oosten naar Europa. De cellebroers waren doorgaans arme, onontwikkelde personen, het geen enigszins kan blijken uit het volgende voorval. Een Fran9 oorlogs schip had In 1545 een schip uit Zierikzee aangerand. Men had de be manning van het oorlogsschip gevangen kunnen nemen. De schepelingen werden naar Middelburg gebracht om hier veroordeeld te worden. Over enkelen van hen werd het doodvonnis uitgesproken. Door eeu uitge broken grote brand en. door nader af te wachten bevelen werd de uit voering van het doodvonnis verdaagd. Ondertussen was onder de gevangenen de pest uitgebroken, zodat er verscheidene stierven. Sleehts een tiental bleef over. Hoe een Franse piraat kon ontsnappen Zij wilden gaarne bericht van hun toestand naar hun geboorteland zen den, maar zagen hiertoe geen kans. Eindelijk besloten zij een list te ge bruiken. Toen een zogenaamde dode gekist moest worden door de cellebroers om daarna door dezen begraven te wor den, lieten zij het kisten gaarne aan de gevangenen over. Een van hen hield zich dood en werd dadelijk naar het nabijzijnde kerkhof gëdra- gen. Hier aangekomen sprong de gewaande dode overeind, het losse deksel afwerpende. De cellebroeders „vervaert gheworden" zijnde en „meynende dat die doode verrezen (Slot van pag. 1) zijnZodra hij een vrouwenstem in het verre Holland hoorde, begroette hij haar met de meisjesnaam. Het werd mevrouw Steenpoorte even te machtig, toen zij in haar moedertaal die zij nooit verleerde kon in formeren naar haar ouders. „Hij was het die mij opbeurde", vertelt ze. „Maak je maar niet ongerust. Het is hier thans alles rustig. Ik heb die-en- die nog opgebeld in de straat waar je ouders wonen. Er is daar niets ge beurd", Mevrouw Steenpoorte vroeg of het mogelijk zou zijn haar. ouders persoonlijk eens aan .de telefoon té krijgen. Natuurlijk kon dat, was het opgewekte antwoord van de musicus. Zondagmiddag om vier uur moest ze nog maar eens bellen, dan zou hij zorgen, dat één van de familieleden van mevr. Steenpoorte bij hem zou zijn. Zondagmorgen zou hij er wel even pp de fiets naar toe gaan. „Trams en bussen rijden er name lijk niet meer", zo verduidelijkte hij. Het.waren barricaden geworden.... Hoe of de musicus het zelf met zijn gezin maakte? „O, wij maken het alle maal goedZijn huis? Nee, er zaten geen ruiten meer in en doordat het dak eraf geschoten was, regende het in de kamers net zo hard als buiten. „Maar dat geeft allemaal niet. Het enige dat belangrijk is, is dat we on ze neutraliteit krijgen.' Doe daar al lemaal je best voor..". De haak werd toen weer op het toestel gelegd. Tot zondagmiddag, zo dachten en hoopten deze Hongaarse jeugdvrien den. Nog geen twdalf uur later, was alle hoop de bodem ingeslagen. Boe dapest antwoordde niet "meer Voor hoe lang? Met deze bange vraag blijft me vrouw Steenpoorte en de gehele vrije wereld achter. Maar ook met de op dracht van die eenvoudige musicus uit Boedapest: „Onze neutraliteit is het belangrijkste. Doe daar allemaal je best voor Anderen Mevrouw Ilona v. d. Maas—Ketiro te Kapelle (sinds 192Q in Nederland, maar nog volbloed Hongaarse): „Ont zettend groot is het medeleven. Heus, ik maak'niemand een verwijt, maar we zouden daden willen zien. Wan- neer je, zoals zondag, nog door de Hongaarse radio hoort roepen: „Als je wilt helpen, kun je daar-en-daar landen", dan is het erg, wanneer er niets kan gebeuren". Zaterdagavond een telegram: „Wij leven", was het laatste teken dat me vrouw Van der Maas van haar ou ders en zes broers eh zusters in Boe dapest kreeg. Mevrouw C. I. E. Nieuwenhuijsse Babay te 's-GravenpoIder„Arm Hongarije. Het is zo verschrikkelijk. Ik kan er onmogelijk over spreken". Heb met het zwaarbeproefde volk erbarmen, Hef Gij hét weer omhoog in sterke vaderarmen, Want deze strijd gaat boven onze kracht, Het is van U, dat hulpe wordt verwacht, Verdrijf uit ons geliefde land de vreemde heerschappij En maak ons, wat wij vroeger waren: VRIJ Wij, Hongarye's kind'ren smeeken: Heer Geef 't oude, heilige vaderland ons weer Want Uwer is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen. Dit is het laatste couplet van een gedicht „Hongaars Onze Vader" dat Melchior Kiss maakte na de Vrede van Trianon in 1921, toen Hongarije tweederde van zyn grondgebied verloor met acht miljoen inwoners. Horsting-Boerma vertaalde dit gedicht, waarvan de inhoud thans weer aangrijpend actueel is geworden. Mevrouw Juliana Rosalia Op 't Hof—Papp te Goes (al 29 jaar in Nederland): „Mijn moeder, een broer en een zuster zitten nog in Boedapest. Over de toestand?: Het is net of je iemand voor je ogen ziet verdrinken en er niet bij kunt komen om hem te redden. Je moet grote bewondering hebben voor die mensen. Ik kom woorden tekort om dit voldoende tot ui ting te brengen". Zuster Klara Szabó, verpleegster in het ziekenhuis Oostwal te Goes (kwam 27 jaar geleden uit Boeda pest): „Ik voel me weer één met mijn volk. Het Hongaarse bloed zit in me en daarom zou ik wel mee wil len strijden tot hét laatst. Ik ben echter ook weer Nederlandse genoeg om te begrijpen, dat het voor 't wes ten wel zeer moeilijk is om met wa pens te hulp te komen, zonder dat er een oorlog uit zou voortkomen". Visum aangevraagd In de pastorie der nederl'ands her vormde kerk te Axel aan de Oranje straat woont mevrouw F. Pennings— Nuszpl, die reeds sedert haar zeven tiende jaar in Nederland verblijft. Zij had geregeld contact met haar fami lie (haar oude moeder, twee broers en een zuster), die in de provincie Pest-Megge wonen. Ds. Pennings en zijn. echtgenote bezochten nog in 1954 Hongarije en verbleven in Döm- söd, de geboorteplaats van mevrouw Pennings, 50 kilometer ten zuiden van Boedapest. De laatste tijd had men juist maatregelen getroffen om de moeder van mevrouw Pennings naar Nederland te laten komen, maar daar de ambtelijke molens langzaam draaien, is dit niet tijdig gelukt. Juist gisteren, vijf november, kwam men bij ds. Pennings om de laatste voof bereidingen te treffen voor het vi sum, dat voor de reis naar Neder land nodig was. Nu leeft men in ban ge afwachting van nadere berichten. Bezorgd Ook de heer G. Kïser, rijwielhan delaar in Vlissingen, maakt zich ern stig bezorgd over zijn- familie in Hon garije. Zijn 72-jarige moeder, met wie hij tot voor kort vrij geregeld heeft gecorrespondeerd, twee broers en twee zusters wonen in verschillende wijken van Pest en Boeda, Zijn moe der slechts op enkele straten afstand van het communistische hoofdkwar tier, waar zo zwaar is gevochten. Hij weet niet wat er van hen is gewor den. De laatste brief uit de Hongaar se hoofdstad dateert alweer van enige tijd geleden. De heer Kiser zelf woont al zesen twintig jaar in ons land. Op weg van Hongarije naar r rankrijk strandde hij er in 1930, „want het was hier goed". Sinds 1940 bezit hij de Nederlandse nationaliteit. Zijn familie heeft hij al die tijd niet gezien en uit de brieven werd hij ook niet veel wijzer. „Zij konden alleen maar goed nieuws schrijven, want de brieven werden geopend". Nu overweegt hij om via het Rode Kruis naar het welzijn van zijn fami lieleden te informeren. Tenslotte verklaarde mevrouw Var- kevisser—Freberich uit Oost- en West-Souburg nog ook erg dankbaar te zijn voor het medeleven van de Nederlanders met de Hongaarse vrij heidsstrijders, maar uit al deze ge sprekken klonk toch de bange toon door van mensen, die vaderland en verwanten bedreigd weten met een verschrikkelijk lot. waere" schrokken zo, dat zij de vlucht namen. Of de Fransman nog zyn geboorte land heeft bereikt en zijn makkers de vrijheid hebben gekregen, meldt de geschiedenis niet. Toen in 1573 Middelburg na een langdurig beleg zich aan Willem van Oranje moest overgeven, was het met de Rooms-Katholieke godsdienst in de stad gedaan. De ene kerk na de andere werd voor de Hervormde godsdienst ingericht. De kloosters werden gesloten, dus ook dat der cel lebroeders. Alle geestelijken moesten de stad verlaten. Alleen de cellebroe ders mochten blijven, daar zy een bijzonder nuttig werk deden, zoal3 het transporteren van lijders aan een besmettelijke ziekte en het be graven van de doden uit het gast huis. Zij mochten zich echter niet met de oude godsdienst meer be moeien. Naar willekeur konden zij een huwelijk aangaan. De leeggeko men huisjes in het Bagynhof werden hun woningen. Waren zij reeds vroeger door hun werk nauw aan het gasthuis ver bonden, nu kwamen zij geheel onder het toezicht van de regenten van het gasthuis, die hen ook benoemden. Doorgaans waren er vier cellebroers. Alleen bij pestepidemiën werd hun aantal tijdelijk uitgebreid. Het moeten arme kerels geweest zyn, niet altijd braaf en deugdzaam, zodat onderling kijven wel eens voor kwam. Ook_ hadden zy niet altijd de nodige eerbied voor de regenten van het gasthuis, als zij berispt werden. Het pesthuis Toen in 1573 tijdens en na het be leg in Middelburg de pest in vrij hevige mate heerste, werden de lij ders aan die ziekte niet meer in t gasthuis gebracht, maar verpleegd in een afzonderlijk huis, het z.g. pest huis, staande aan de Wagenaarstraat dicht bij de sociëteit „St. Joris", dus niet ver van het bagijnhof. Daar de gestorvenen in deze buurt werden begraven, zijn later bij het bouwen van woningen nogal doodsbeenderen gevonden. Doordat het pesthuis ongeveer in het centrum van de stad stond, bleef het besmettingsgevaar groot, zodat in 1724 een pesthuis gebouwd werd aan de buitenkant van de stad, n.l. aan de vest, niet ver van de Noord- binnenbrug. Behalve het vervoeren van lijders aan besmettelijke ziekten en het be graven van doden, hadden de celle broers nog een ander werk, namelijk het helpen blussen van branden. Voor de hervorming was dit het werk van de stadswakers en de geestelijken, dus ook van de cellebroers. Toen na 1573 er geen kloosterlingen meer waren, werd het blussingswerk mede aan de gilden opgedragen, maar de cellebroers moesten de helpende hand blyven uitsteken. Al kwam in de vorige eeuw geen pest meer voor, maar wel andere be smettelijke ziekten, zoals de pokken, zo heeft zich de gehele 19e eeuw het instituut der cellebroers zich staande gehouden, daar htm werk alleen be stond in het brengen van l\1dera aan besmettelijke ziekten en de lijken uit het gasthuis naar de woningen der overledenen. Zo waren er geregeld een viertal z.g. cellebroeders. kenbaar aan hun bruine kleding. Zij bewoonden de kleine huisjes op het Bagynhof. De laatsten waren Snijders, Van der Jagt, De Groot en Lievense. Na 1903 werd niemand meer be reid gevonden een cellebroers plaats in te nemen. Zo stierf deze orde, vijf eeuwen te voren met edele bedoelin gen aangevangen, een roemloze dood. De naam Cellebroerahof herinnert nog aan hun bestaan. B. J. DE MRT.T.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 9