„Vechten tegen de Bierkaai", een
sympathiek debuut van De Bree
J
De ontwikkeling van de western
Europa's enige jeugdballet bedreigd
LOTTE GOSLAR is weer
terug in NEDERLAND
H
D'
D'
H'
ZATERDAG 3 NOVEMBER 1956
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
i
TUSSEN HISTORIE EN LIEFDE
Een indringend beeld van het
negentiende-eeuwse Middelburg
ISTORISCHE ROMANS hebben uit de aard der zaak iets twee
slachtigs. De omgeving en enscenering kan men zo goed moge
lijk, of, indien het verhaal in een nabij verleden speelt, zelfs vrijwel
volledig reconstrueren. Maar met de mensen, de karakters, gaat dat
veel moeilijker. Iedere schrijver is nu eenmaal onherroepelijk aan zijn
eigen tijd gebonden. Wat het betekent, te leven buiten en zonder de
hele amosfeer en gedachtenwereld van de eigen tijd, is niet te besef
fen. Om het met een eenvoudig voorbeeld te tekenen: men kan een
stadje binnenlopen waar het lijkt of de tijd een eeuw stil heeft ge
staan. Maar men loopt er met zijn hersens uit 1956. Of om wat te
overdryven: de schryver van een historische roman gaat in zekere
zin te werk als de middeleeuwse devote schilder die het lijden des
Heren uitbeeldde in een fris Vlaams landschap, gevuld met blank-
huidige Noorderlingen.
Nogmaals: dit is een wat te sterk
beeld. Doch hoézeer de mens aan zijn
eigen tyd gebonden is, blijkt bv. wel
het allersterkst uit het feit dat men
goede copieën of vervalsingen van
kunstwerken na verloop van tijd
meestal kan dateren, zozeer spreekt
de tydgeest er onbewust uit, en nie
mand ook zal een historische roman
van Oltmans of mevr. Bosboom-Tous-
saint voor een voortbrengsel van on
ze hedendaagse letteren houden. Al
speelt hij in middeleeuwen of zeven
tiende eeuw, toch proeft men direct
en vrijwel feilloos: typisch midden-
negentiende eeuws.
Nu hindert dat meestal niets. Het
lijden van Jezus, dat wil zeggen, onze
westerse beleving daarvan, is wel
licht nooit aangrijpender uitgebeeld
dan juist door die middeleeuwers, en
zo kan ook een historische roman
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
een literair kunstwerk zijn, meestal
juist dank zij deze accentverlegging:
de menselijkheid van de auteur is dan
door de kostumering en entourage
heengebroken.
Dat de Zeeuwse historicus en pu
blicist over historische onderwerpen
L. W. de Bree (we noemen van zijn
hand o.a. de uitstekende verhande
ling over de overstromingsramp die
Holland, Zeeland en Vlaanderen in
1530 trof: „St. Felix' Quade Sater-
dach" in de Ned. Historiebladen 1941,
en voorts zijn interessante studie
„Het platteland leert lezen en schrij
ven" waar-voor het oud-archief van
de l.o. inspectie te Middelburg zoveel
waardevol materiaal leverde) dat
deze schrijver voor zijn eerste offi
ciële letterkundige publikatie de
vorm van een historische roman
koos, zal niemand verwonderen.
Nu die dezer dagen verschenen
roman, „Vechten tegen de Bier
kaai" voor ons ligt, treft ons een
dubbele verrassing: niet alleen is
De Bree een Zeeuws auteur (hij
werd in 1912 te Middelburg gebo
ren) maar hy geeft ons ook een
door en door Zeeuws onderwerp.
Hy bleef zyn vaderstad trouw
schreef een roman die in het ne
gentiende-eeuwse Middelburg
speelt.
schrijver heeft zijn uiterste
best gedaan om zyn enscene-
ftot in de puntjes te ver-
anvankelijk proeft men tot
in de kleinste details de speurende
geschiedschrijver, soms tot in het
overdrevene: pittoreske kleinigheden
als prijzen of in extenso afgedrukte
advertenties en muziekprograms, die
in een werk van fictie wel wat ver
dwaald lijken. Of veel terloops
aangeduide politieke notities die ui
de gang van het verhaal verder geen
enkel belang hebben. De in de ar
chieven snuffelende en verrukt note
rende historicus liep daar de roman
cier kennelyk wel eens wat in de
weg.
Het centrum van handeling is in
de aanvang de Middelburgse „armen
fabriek", een loonweverij zoals er
destijds in vele andere Zeeuwse
plaatsen te vinden waren. De stad
Middelburg was honderd jaar gele
den in diep verval, een proces dat
reeds vóór 1800 begonnen was. Het
inwonertal was met duizenden terug
gelopen en honderden huizen werden
afgebroken. Het krioelde er van arm
lastigen en bedelaars. De grote we
verij, die voor Twente werkte, hield
vele mensen van de straat, maar de
werkplaatsen waren ongezond en de
verdere omstandigheden allerellen
digst. De Bree is erin geslaagd een
indringend beeld te tekenen van dit
dode, grauwe Middelburg anno 1860.
Weldra maken zich uit de achter
grond de twee hoofdfiguren los: Wil
lem Schuilwerve. de directeur van
deze armenfabriek, en Jozien Pas
veer. de jonge weduwe van Schuil-
werves voormalige boekhouder.
Schuilwerve, in de veertig, is een
humaan, tamelijk bezadigd bur
german. Hij heeft een toege
wijde, verstandige vrouw, Claartje,
en twee zonen zijn uit hun twaalfja
rig huwelijk geboren. Jozien Pasveer
is een levenslustige knappe vrouw
van zeer eenvoudige afkomst, die als
kinderverzorgster afgekeken heeft
hoe zich te gedragen bij haar streven
naar hoger op. Negen jaar is zij ge
trouwd geweest (ze huwde dus'toen
ze 17 was) en zij bleef met drie kin
deren achter. Haar man had een le
vensverzekering gesloten, zodat haar
bij zijn dood een aardig sommetje in
de hand viel. Ze schroomt niet, daar
van gebruik te maken, vertrouwend
op haar bekoorlijkheden die haar wel
een nieuwe echtgenoot zullen bezor
gen voor het geldje op is.
Tussen Schuilwerve en Jozien, die
zonder nu bepaald lichtzinnig be zyn,
het toch ook niet al te nauw neemt,
ontstaat weldra een verhouding. Van
Joziens zijde is het gul geven, bereke-
ningsloze liefde. En van Schuilwer-
ves kant Een onbewuste poging, de
kansen nog te grijpen die hij onbenut
liet toen hy nog vrij was? Werd de
sluimerende avonturier in hem te
vroeg aan banden gelegd? Is het de
trots van iedere man die een veel
jongere, mooie vrouw verovert? Er is
van dat alles wat. Maar onverdeeld is
zijn geluk geenszins. Krampachtig
moet de verhouding verborgen blij
ven voor Claartje, de toegewijde
echtgenote. Dat kan natuurlijk niet.
Psychologisch niet en in een stadje
als Middelburg niet. Een anonieme
brief licht de toch al van narigheid
ziek geworden Claartje in. Dan be
sluit deze moedige vrouw te gaan
vechten voor haar levensgeluk of te
sterven. „Vechten tegen de Bier
kaai", want het is aan de Bierkaai
dat haar rivale Jozien woont. Zij
wint uiteindelijk, maar de schrijver
laat ons duidelijk zien dat Claartje
inderdaad tegen de bierkaai gevoch
ten zou hebben wanneer Jozien min
der zelfstandig was opgetreden.
Want Schuilwerve blykt een zwakke
ling, die slechts in het gareel terug
keert wanneer Joznen voor hem on
bereikbaar geworden is.
Als geheel, blykt dit boek dus eer
der een liefdesroman dan een his
torische, al blijven de historische
détails tot het einde toe volkomen
verantwoord. De wijzen in dit ver
band op de beschrijving van het va
kantieuitstapje naar de Ardennen en
op zeer aardige brieven, waarvan'
vooral die van de booi Ploontje kos
telijk is.
Het verschijnen van „Vechten tegen
de Bierkaai" is stellig geen letter
kundige gebeurtenis van de eerste
rang. Maar wel verdient deze sympa
thieke, eerlijke en weloverdachte ro
man, die speciaal voor ons Zeeuwen
vele fijne trekjes heeft (de uitge
speelde tegenstelling tussen Middel
burg en Vlissingen b.v.) ieders wel
willende aandacht.
De historicus De Bree begon dit
boek met een boeiend, verantwoord
beeld van het oude Middelburg. Doch
de schrijver, de mens De Bree brak
door deze enscenering naar buiten en
gaf ons een eerlyk beeld van een
strjjd zoals er duizenden in stilte uit
gevochten moeten worden. Hij deed
dat op een spirituele wijze die ons
met verwachting uit doet zien naar
verder bellettristisch werk van zyn
hand.
L. W. de Bree: Vechten tegen
de Bierkaai.
P. N. van Kampen en Zoon N.V.,
Amsterdam.
Van een speciale
verslaggever)
ammer, dat we dit
maal niet onder
de titel ,JPor Hu-
mans Only" kunnen
optreden in Neder
land", valt Lotte Gos
lar met de deur in
huis, vlak voor zij na
een verblijf van bijna
een jaar in de V, s.
haar nieuwe Europese
tournee in ons land be
gint. „We hebben op
alle mogelijke manieren
geprobeerd, dat „hu-
mans" te vertalen.
Door „menselijke men
sen" bijvoorbeeld",
voegt haar partner, de
Deen Freddy Albeck,
daar aan toe. Maar
for dit-of-dat only" is
zo typisch Engels en
Jmmans" is zoveel
méér, dan mensen al
leen, dat we het maar
niet verder hebben ge
probeerd. En we willen
ook niet het risico lo
pen, dat de mensen-
wegblijven, omdat ze
denken, dat er alleen
maar Engels gesproken
wordt".
Lotte Goslar en Fred
dy Albeck zijn enthou
siast over Amerika,
speciaal Hollywood,
waar ze onder anderen
Wim Sonneveld heb
ben ontmoet, die het
daar bijzonder goed
gaat en Joyce van der
Veen, die er zich nu
ook op haar gemak
voelt. ,Je moet gevoel
voor humor hebben,
dan is het er heel ple
zierig. De Amerikanen
willen vreselijk graag,
dat je van hun land
houdt en van hun zelf.
Merken ze eenmaal, dat
je ze apprecieertdan
gaat alles best", zegt
Lotte Goslar.
Lotte Goslar en Fred
dy Albeck komen
met een heel nieuw
programma. „Je moet
eens opletten, waar ze
nu weer mee uit de bus
komt. Ze heeft een keus
kunnen maken uit 98
nummers en ze i
wonderlyke
zegt Freddy. „Ja, dat
zegt hij nou wel'
meent Lotte, „maar ik
moest ook rekening
houden met de overige
bezetting. Toen ik hier
weer heen zou gaan
zeiden ze, dat ik met
geen mogelijkheid goe
de danseressen zou
kunnen vinden. Als
goed zijn hebben ze al
wat en als ze vrij zyn,
is er iets mee aan de
hand, werd yie vertéld.
Enfin, ik heb er toch
twee gevonden...."
Die twee zijn dan het
Engelse danseresje Jo
se Lewis, door haar hu
welijk met Thom Kei
ling Hollandse gewor
den en Els Roselaar,
die drie jaar in Enge
land werkte en daar
een opleiding voor mo
derne dansen kreeg.
Van een pianist werd
ook gezegd: Vind je
nooit...., maar nu zal
dan toch Wim Har-
tingsveld begeleiden,
die zo ongeveer voor
alle cabarets in ons
land heeft gewerkt.
„Paarden-opera kreeg
een ander karakter
(Van een filmmedewerker)
e eerste film was een western
(The Great Train Robbery-
1903) en de laatste zal er ook
een zhn", hebben fanatieke western
aanbidders verklaard. En keer op
keer trekken z'u weer naar de biosco
pen in de hoop Iets terug te zullen
vinden van hun oude idool. In het
donker gezeten naast de jongeren
voor wie de western niet meer is dan
een drama als ieder ander, alleen met
meer actie en niet zo vermoeiend als
het klassieke drama, omdat het ge
beuren volgens eenzelfde schema ver
loopt horen zjj hoe Tom Mix zich
In zijn graf omdraait.
Zij viagen zich ernstig bezorgd af
of de cowboy van tegenwoordig ooit
gehoord heeft van Pecos Bill, die zijn
sigaret aanstak aan een bliksem
straal en een ratelslang als zweep
gebruikte. Die een tornado uit de
lucht haalde en op de rug ervan over
Texas vloog
Wie van de jongeren weet nog iets
van de „code" van de western?
Dat de western Amerikaans van
origine is, is bepalend voor haar
structuur. De legendarische helden
van onze Europese wereld, de ridders,
kruisvaarders, grote koningen, staan
te ver van ons af om nog geloofwaar
dig te zyn. Maar in Amerika, dat
geen historie heeft zo oud als de onze,
leefden de thans legendarische figu
ren een eeuw, een halve eeuw geleden.
Hun wereld ligt nog dicht genoeg bij
om aanvaardbaar te zijn en is toch
ook weer ver genoeg af om dienstig
te zijn voor mythe-vorming.
Met het naar het westen trekken
van verschillende filmonderne
minkjes in het begin van deze
eeuw begon in Amerika feitelijk de
groei van de western. De avonturen
van de pionier, die zijn land op de In
dianen moest veroveren, die de wet in
eigen hand hield en wiens geweten
zijn enige rechter was, hadden zich
allemaal afgespeeld in die streek van
Amerika. Men hoefde dus met came
ra en spelers maar die streek in te
trekken om een historisch juiste ach
tergrond te hebben. Aan de hand van
e vaag ontwerp-scenario begon men
te filmen, het verhaal ontwikkelend
terwijl men werkte. De schurken wa
ren altyd schurken; de helden de con
cretisering van wat iedere man zou
willen zyn; en de heldinnen een idool
van zuiverheid. Zo'n oude paarden-
opera werd in twee weken gemaakt
voor het luttele bedrag van 10.000.
Het décor was altijd hetzelfde, de hel
den en heldinnen bleven dezelfden,
hun eendere avonturen groeiden van
week tot week. Want juist als zij zich
met moeite en pyn van welke
moeite en pyn de held nooit iets
mocht laten blyken! uit de ene hin
derlaag hadden gewerkt, vielen zh
weer in de volgende tegen het eind
van de film. En hoe zfl zich daaruit
redden was de komende week op hét
witte doek te zien
In die dagen was de western de
drager van het patriottisme bij uit
stek. Het werd de immigranten, die
de bevolking van Amerika uitmaak
ten, ingestampt, hoe ze boften, dat
zij tot de bewoners van juist dit land
met zijn integere helden gerekend
mochten worden. En iedere western
liet het weer duidelijk uitkomen, dat 't
alleen hém goed zou vergaan, die, als
de held, nooit zijn woord zou breken,
nooit tegen een kleinere tegenstander
zou vechten, nooit het eerst zyn re
volver zou trekken en nooit de eer
van een vrouw zou aantasten. Ieder
een die zich aan deze code hield had
evenveel kansen als de legendarische
held een geëerd burger te worden.
Niemand zou hem vragen waar hij
vandaan was gekomen en wat hij
voordien gedaan had!
Doch na de periode waarin Wil
liam S. Hart en Tom Mix de
enige échte pioniers overigens
triomfen vierden als helden van de
western, veranderden, byna onmerk
baar voor de buitenwereld, de opvat
tingen over en de structuur van de
oude paarden-opera. De vrouw ging
een grotere rol spelen zoals ook in
andere fjlmgenres. Men toonde zoveel
mogelijk facetten van haar karakter,
en de held, wiens actie meer en meer
reactie op h&Lr wezen werd, leverde
in het vervolg vaker stryd tegen de
moeilijkheden in zichzelf dan tegen
de moeilijkheden welke Indianen en
bandieten hem
|llll!!llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHllllllllllillll!!llillf
Filmologen in Nederland, die H
zich thans bezighouden met
het onderzoek naar de invloed
van de film op de jeugd hebben
niet voor niets de western als s
uitgangspunt gekozen. Want
niet alleen voor de jeugd, ook
voor de ouderen is de western
'nog altijd de grootste trek- m
pleister. Maar de kritische kij-
kers onder hen hebben zich ge-
realiseerd dat successievelijk
de oude, eenvoudige paarden-
-opera omgebogen is rraar het
klassieke drama. Slechts het m
decor is hetzelfde gebleven.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiif
Met dit naar de oppervlakte komen
van fouten en gebreken in de eertijds
onaantastbare pionier kon het niet
uitblijven, dat men ook de uitbeelding
van de „tegenstander" ging herzien.
Ook de boeven konden voortaan de
sympathie hebben en de moorddadige
Indianen werden de strijders voor hun
goed recht, die bij tijd en wijle zelfs
hun strijd wonnen!
De held kon evengoed de sul van
een buurman zyn, die zijn paard
mocht verwaarlozen voor een vrouw
of voor zijn kiespijn. Die mocht aar
zelen, bang zijn, en last mocht hebben
van zyn nieren en zoals in „High
Noon" zijn tegenstander in de rug
De schurk was een schurk, de heldin
een idool van zuiverheid en de held
recht-toe-recht-aan een held
„Scapino" worstelt
met geldgebrek
(Van een balletmedewerker)
et gaat niet goed met wat we voor on
ze jeugd aan theaterkunst bezitten.
We hebben zonder veel morren toe
gestaan dat Puck ophield voor ons kroost
te spelen; we hebben er niets van gelijk
niveau voor terug. En nu laten we toe dat
Scapino, nog wel 't enige jeugdballet in heel
Europa, afzakt naar een niveau, waarop 't
bijna niet meer verantwoord is het als
„kunst" aan ons onbevangen maar bijzon
der kritisch kroost te presenteren.
Natuurlijk kunnen we de artistieke lei
ding van Scapino verwijten maken. We
kunnen met goed recht beweren, dat de
nieuwe nummers, artistiek niet voldoende
gehalte hebben, en getuigen van te weinig
bezinning op het specifieke doel: contact
met kinderen. We kunnen onomwonden con
stateren dat de danseressen en dansers
zwak van techniek en talent zijn en we kun
nen ons terecht afvragen of het nu wel no
dig is, dat Scapino óók werken heeft inge
studeerd, waarmee het wil optreden in plat
telandsgemeenten en voor de soldaten; voor
volwassenen dus.
Inderdaad we kunnen dit allemaal doen,
en in vele kritieken is het ook gedaan. Maar
het zal geen verbetering kunnen brengen.
Want ook de artistieke leiding zelf is van
al deze zwakheden en fouten overtuigd,
maar kan niet beter. Kan niet beter, omdat
idealisme en een artistieke visie niet vol
doende zijn om een aanvaardbaar ballet met
een aanvaardbaar programma te maken.
Daar is geld voor nodig. Veel geld van over
heidswege, omdat een groep, die optreedt
voor kinderen die slechts enkele kwartjes
toegang betalen, uiteraard viermaal zo gro
te verliezen lijdt dan elke andere dansgroep
Zo komen we met onze klachten uiteinde
lijk bij de overheid terecht. En aangezien
die overheid er is namens ons, Nederlandse
burgers, ouders van ons kroost, komen we
met die klachten bij onszelf, het publiek.
Klaarblijkelijk zullen we op vele verschil
lende maar onomwonden manieren onze
overheid duidelijk moeten maken, dat we
prijs stellen op het allerbeste voor onze kin
demi, juist ook in hun eerste contact met
de kunst en met het theater. Want slechts
dan zal de overheid begrip krijgen voor het
feit, dat halve steun erger is dan géén steun,
en dat Scapino het waard is om de volle
steun te krijgen.
Die steun krijgt het niet. Het krijgt al ja
ren geld, maar niet uit de „kunst-pot",
doch uit „onderwijs". Gezien de pedagogi
sche bedoelingen van Scapino is daar wat
voor te zeggen. Maar dan moest men juist
uit pedagogische overwegingen zorg dragen
dat Scapino zyn taak naar behoren kan ver
richten. Want hoe is dit? Men trekt jonge
dansers aan, die nog niet veel kunnen en
die uit enthousiasme en jeugd bereid zijn om
voor het karig loon, dat Scapino bieden kan,
een paar honderd voorstellingen per jaar af
te sjouwen. Geen groep, die zoveel reist en
zo vaak optreedt!
Maai- na één of twee jaar hebben die dan
sers beter leren dansen, hebben ze het al
te harde werk bovenmate geduld, en heb
ben ze de ellende gekend van zomermaan
den zonder contract. Immers, nog altyd is
Scapino, hoe zuinig men ook werkt en leeft,
niet in staat om de dansers méér dan tien
misschien elf maanden te engageren. En
daarom is het verloop zo groot. Wie wat in
zijn mars had en wat leerde, neemt dank
baar de kans waar om bij een ander ballet
méér te verdienen met minder opoffering
(hoewel het daar óók geen ryk bestaan is!)
Zo zit Scapino uit geldgebrek telkens
weer met-„slechte" dansers. En zo heeft
Scapino ook moeite om aan goede bal
letten te komen. Choreografen zijn schaars
in Nederland. Meestal zijn ze bovendien
zelf dansers, die gee<n tijd hebben om bij
Scapino een maand te komen werken aan
een niieuw ballet En ze kunnen het zich ze
ker niet permitteren om maar eens een
maandje vrij te nemen uit hun eigen groep.
Scapino moet dus roeien met te korte rie
men, en soms genoegen nemen met werk
stukken, die met wat meer tyd en geld
honderd procent beter hadden kunnen wor
den.
Dat er in de afgelopen jaren toch vaak
zulke voortreffelijke en verrukkelijk aange
klede balletten tot stand kwamen, is dan
ook minder een kwestie van geld dan van
idealisme. Idealisme van componisten, die
voor een habbekrats een ballet-muziek ma
ken. Idealisme van reeds beroemd gewor
den jonge decor-ontwerpers en schilders,
die zo'n nieuw ballet „er effetjes tussen
door aankleden". Idealisme van ballet-moe
ders en vrienden, die nachten lang kostuums
naaien. Idealisme van al die mensen uit
de kunstwereld of uit het onderwijs, die nu
al tien jaar lang het bestaan van Scapino
zo'n beetje mogelijk hebben gemaakt.
De tijden zijn weer eens vele procenten
duurder geworden; de reeds te geringe
steun aan Scapino schiet dubbel tekort.
Vandaar, dat de groep extra zwak lijkt.
Vandaar het onzalige voornemen om te
gaan optreden voor de soldaten en voor vol
wassenen in kleine gemeenten; naar artis
tiek doel en techniek, naar sfeer en stijl,
hoort men daar niet thuis. Maar het pu
bliek betaalt méér dan twee kwartjes en de
inkomsten moeten noodzakelijk worden op
gevoerdDe zorgen zijn groot, juist in
een tijd dat het Nederland economisch be
ter gaat dan ooit. Juist in een tyd dus, dat
we het ons kunnen permitteren om voor on
ze jeugd eens iets extra moois en goeds te
verzorgen.
Hans Snoek, de oprichtster en leidster
van Scapino, is na tien jaar al te zware zor
gen een beetje moe-gevochten. Haar oudge
dienden eveneens. Maar jongere krachten,
die onder deze beproefde leiding weer nieuw
vuur en enthousiasme in de zaak zouden
kunnen brengen, zulke jongere krachten
kan men niet aantrekken.
Dus bloedt men langzaam leeg, de kri
tieken worden slecht, en derhalve de animo
van sommige onderwijskringen geringer.
Een cirkelgang, die doorbroken dient te
te worden. Het enige jeugdballet van Euro
pa, na tien jaar bewezen nut en resultaat,
is het redden waard. Terwille van zichzelf,
terwille van de jeugd vooral.
mocht aanvallen. Het halfzachte ge
doe van b.v. Gene Autry, in zyn met
lovertjes bezette kledij, die men zijn
paard liet kussen inplaats van een
heldin, werd nog geaccentueerd door
het te pas en te onpas zingen van
prairieliederen. Maar ja, het geluid
had nu eenmaal zijn intrede in de
film gedaan.
En toch is de technische ontwikke
ling van de film grotendeels het
behoud van de western gewor
den. Want in de tijd, dat de mensen
liever thuis naar de documentaire re
portages op de televisie kijken, ble
ken kleur en breedtedoek het docu
mentaire karakter van de western
aanzienlijk te vergroten. En de stem
men uit een bepaalde hoek, die er na
drukkelijk op wezen, dat de western
alleen nog maar diende om de jonge
ren gevechtsbereid te houden tegen
onbekende gevaren, die hen niet di
rect raken (zie het deelnemen van de
Amerikanen aan de strijd in Europa
en Korea i. hadden goed praten.
De grote studio's hadden zich al
lang van de paarden-opera meester
gemaakt en haar grondig geanaly
seerd, om te zien hoe men haar fun
damentele waarden zo kon ombuigen,
dat ook een meer select bioscooppu
bliek er belangstelling voor zou gaan
krijgen. In het vervolg werd voor
iedere produktie een fabelachtige som
uitgetrokken, vooral voor de gages
van wereldberoemde sterren, die niet
meer zoals vroeger continu in hetzelf
de genre te zien waren. En al was
dan de plot meestal ver beneden peil,
omdat men plotseling zo heel ethisch
moest gaan doen, de enscenering, de
prachtige kleuren, de opnamen van
het landschap redden de film wel.
Al is dan de western steeds meer
de uitbeelding van onze heden
daagse angst geworden en kun
nen we ons de helden en heldinnen
evengoed voorstellen in society-kle-
ding, haar puriteins karakter is be
waard gebleven. In het moderne dra
ma zal de bedrogen echtgenoot be
heerst echtscheiding aanvragen. In
de western mag hij nog steeds zijn
tegenstander neerschieten. Niet al
leen dat hiervan een grotere preven
tieve werking uitgaat, maar naar bui
ten toe leidt deze oplossing niet zo
massaal tot een sociale ontwrichting.
Want een mens zal zich wel tweemaal
bedenken voor hij een ander ver
moordt, ook omdat deze „levensstijl"
deel van de mythe is.
Zo is de western meer en meer de
wezenstrekken van de mens in het al
gemeen gaan dramatiseren, zy het
aan geïsoleerd in een wereld zonder
rompslomp van zaken, intrigerende
familieleden en tekorten in het huis
houdboekje.
Culturele
Cavalcade
DE PRéMIèRE van „Het dagboek
van Anne Frankzal 27 november
worden gegeven door de toneelgroep
Theaterin liet nieuwe De La Mar-
theater te Amsterdam. In de plaats
van Ellen van Herbert zal de hoofd
rol worden vertolkt door Tineke Cre-
fecour, een Rotterdams meisje, dat
studeert aan de Maastrichtse Toneel
school en in de examenklas zit.
De regie heeft Karl Guttman, die
het stuk later ook in Frankrijk en
Wenen zal regisseren.
AAN DE KUNSTENAAR Jacq
Frenken uit Vuglit is op voordracht
van de jury voor de koninklijke sub
sidie een onderscheiding van f 1200.
toegekend voor het maken van een
studiereis. Hij is dit jaar afgestu
deerd aan de Ryksacademie van beel
dende kunsten te Amsterdam, waar
hij heeft gewerkt bij o.a. prof. Jan
Wiegers.
DE AMERIKAANSE dirigent
Alexander Smallens, die in Neder
land o.m. voorstellingen van ,Porgy
and Bess" heeft geleid, is onlangs in
ons land aangekomen, waar hij voor
de tijd van enige maanden als gast-
dirigent zal zijn verbonden can ,De
Nederlandse Opera". Hij zal de pre
mière voorbereiden en leiden van
Tsjaikowski'spique dame?\