„Vechten tegen de Bierkaai", een sympathiek debuut van De Bree J De ontwikkeling van de western Europa's enige jeugdballet bedreigd LOTTE GOSLAR is weer terug in NEDERLAND H D' D' H' ZATERDAG 3 NOVEMBER 1956 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT i TUSSEN HISTORIE EN LIEFDE Een indringend beeld van het negentiende-eeuwse Middelburg ISTORISCHE ROMANS hebben uit de aard der zaak iets twee slachtigs. De omgeving en enscenering kan men zo goed moge lijk, of, indien het verhaal in een nabij verleden speelt, zelfs vrijwel volledig reconstrueren. Maar met de mensen, de karakters, gaat dat veel moeilijker. Iedere schrijver is nu eenmaal onherroepelijk aan zijn eigen tijd gebonden. Wat het betekent, te leven buiten en zonder de hele amosfeer en gedachtenwereld van de eigen tijd, is niet te besef fen. Om het met een eenvoudig voorbeeld te tekenen: men kan een stadje binnenlopen waar het lijkt of de tijd een eeuw stil heeft ge staan. Maar men loopt er met zijn hersens uit 1956. Of om wat te overdryven: de schryver van een historische roman gaat in zekere zin te werk als de middeleeuwse devote schilder die het lijden des Heren uitbeeldde in een fris Vlaams landschap, gevuld met blank- huidige Noorderlingen. Nogmaals: dit is een wat te sterk beeld. Doch hoézeer de mens aan zijn eigen tyd gebonden is, blijkt bv. wel het allersterkst uit het feit dat men goede copieën of vervalsingen van kunstwerken na verloop van tijd meestal kan dateren, zozeer spreekt de tydgeest er onbewust uit, en nie mand ook zal een historische roman van Oltmans of mevr. Bosboom-Tous- saint voor een voortbrengsel van on ze hedendaagse letteren houden. Al speelt hij in middeleeuwen of zeven tiende eeuw, toch proeft men direct en vrijwel feilloos: typisch midden- negentiende eeuws. Nu hindert dat meestal niets. Het lijden van Jezus, dat wil zeggen, onze westerse beleving daarvan, is wel licht nooit aangrijpender uitgebeeld dan juist door die middeleeuwers, en zo kan ook een historische roman Letterkundige kroniek door HANS WARREN een literair kunstwerk zijn, meestal juist dank zij deze accentverlegging: de menselijkheid van de auteur is dan door de kostumering en entourage heengebroken. Dat de Zeeuwse historicus en pu blicist over historische onderwerpen L. W. de Bree (we noemen van zijn hand o.a. de uitstekende verhande ling over de overstromingsramp die Holland, Zeeland en Vlaanderen in 1530 trof: „St. Felix' Quade Sater- dach" in de Ned. Historiebladen 1941, en voorts zijn interessante studie „Het platteland leert lezen en schrij ven" waar-voor het oud-archief van de l.o. inspectie te Middelburg zoveel waardevol materiaal leverde) dat deze schrijver voor zijn eerste offi ciële letterkundige publikatie de vorm van een historische roman koos, zal niemand verwonderen. Nu die dezer dagen verschenen roman, „Vechten tegen de Bier kaai" voor ons ligt, treft ons een dubbele verrassing: niet alleen is De Bree een Zeeuws auteur (hij werd in 1912 te Middelburg gebo ren) maar hy geeft ons ook een door en door Zeeuws onderwerp. Hy bleef zyn vaderstad trouw schreef een roman die in het ne gentiende-eeuwse Middelburg speelt. schrijver heeft zijn uiterste best gedaan om zyn enscene- ftot in de puntjes te ver- anvankelijk proeft men tot in de kleinste details de speurende geschiedschrijver, soms tot in het overdrevene: pittoreske kleinigheden als prijzen of in extenso afgedrukte advertenties en muziekprograms, die in een werk van fictie wel wat ver dwaald lijken. Of veel terloops aangeduide politieke notities die ui de gang van het verhaal verder geen enkel belang hebben. De in de ar chieven snuffelende en verrukt note rende historicus liep daar de roman cier kennelyk wel eens wat in de weg. Het centrum van handeling is in de aanvang de Middelburgse „armen fabriek", een loonweverij zoals er destijds in vele andere Zeeuwse plaatsen te vinden waren. De stad Middelburg was honderd jaar gele den in diep verval, een proces dat reeds vóór 1800 begonnen was. Het inwonertal was met duizenden terug gelopen en honderden huizen werden afgebroken. Het krioelde er van arm lastigen en bedelaars. De grote we verij, die voor Twente werkte, hield vele mensen van de straat, maar de werkplaatsen waren ongezond en de verdere omstandigheden allerellen digst. De Bree is erin geslaagd een indringend beeld te tekenen van dit dode, grauwe Middelburg anno 1860. Weldra maken zich uit de achter grond de twee hoofdfiguren los: Wil lem Schuilwerve. de directeur van deze armenfabriek, en Jozien Pas veer. de jonge weduwe van Schuil- werves voormalige boekhouder. Schuilwerve, in de veertig, is een humaan, tamelijk bezadigd bur german. Hij heeft een toege wijde, verstandige vrouw, Claartje, en twee zonen zijn uit hun twaalfja rig huwelijk geboren. Jozien Pasveer is een levenslustige knappe vrouw van zeer eenvoudige afkomst, die als kinderverzorgster afgekeken heeft hoe zich te gedragen bij haar streven naar hoger op. Negen jaar is zij ge trouwd geweest (ze huwde dus'toen ze 17 was) en zij bleef met drie kin deren achter. Haar man had een le vensverzekering gesloten, zodat haar bij zijn dood een aardig sommetje in de hand viel. Ze schroomt niet, daar van gebruik te maken, vertrouwend op haar bekoorlijkheden die haar wel een nieuwe echtgenoot zullen bezor gen voor het geldje op is. Tussen Schuilwerve en Jozien, die zonder nu bepaald lichtzinnig be zyn, het toch ook niet al te nauw neemt, ontstaat weldra een verhouding. Van Joziens zijde is het gul geven, bereke- ningsloze liefde. En van Schuilwer- ves kant Een onbewuste poging, de kansen nog te grijpen die hij onbenut liet toen hy nog vrij was? Werd de sluimerende avonturier in hem te vroeg aan banden gelegd? Is het de trots van iedere man die een veel jongere, mooie vrouw verovert? Er is van dat alles wat. Maar onverdeeld is zijn geluk geenszins. Krampachtig moet de verhouding verborgen blij ven voor Claartje, de toegewijde echtgenote. Dat kan natuurlijk niet. Psychologisch niet en in een stadje als Middelburg niet. Een anonieme brief licht de toch al van narigheid ziek geworden Claartje in. Dan be sluit deze moedige vrouw te gaan vechten voor haar levensgeluk of te sterven. „Vechten tegen de Bier kaai", want het is aan de Bierkaai dat haar rivale Jozien woont. Zij wint uiteindelijk, maar de schrijver laat ons duidelijk zien dat Claartje inderdaad tegen de bierkaai gevoch ten zou hebben wanneer Jozien min der zelfstandig was opgetreden. Want Schuilwerve blykt een zwakke ling, die slechts in het gareel terug keert wanneer Joznen voor hem on bereikbaar geworden is. Als geheel, blykt dit boek dus eer der een liefdesroman dan een his torische, al blijven de historische détails tot het einde toe volkomen verantwoord. De wijzen in dit ver band op de beschrijving van het va kantieuitstapje naar de Ardennen en op zeer aardige brieven, waarvan' vooral die van de booi Ploontje kos telijk is. Het verschijnen van „Vechten tegen de Bierkaai" is stellig geen letter kundige gebeurtenis van de eerste rang. Maar wel verdient deze sympa thieke, eerlijke en weloverdachte ro man, die speciaal voor ons Zeeuwen vele fijne trekjes heeft (de uitge speelde tegenstelling tussen Middel burg en Vlissingen b.v.) ieders wel willende aandacht. De historicus De Bree begon dit boek met een boeiend, verantwoord beeld van het oude Middelburg. Doch de schrijver, de mens De Bree brak door deze enscenering naar buiten en gaf ons een eerlyk beeld van een strjjd zoals er duizenden in stilte uit gevochten moeten worden. Hij deed dat op een spirituele wijze die ons met verwachting uit doet zien naar verder bellettristisch werk van zyn hand. L. W. de Bree: Vechten tegen de Bierkaai. P. N. van Kampen en Zoon N.V., Amsterdam. Van een speciale verslaggever) ammer, dat we dit maal niet onder de titel ,JPor Hu- mans Only" kunnen optreden in Neder land", valt Lotte Gos lar met de deur in huis, vlak voor zij na een verblijf van bijna een jaar in de V, s. haar nieuwe Europese tournee in ons land be gint. „We hebben op alle mogelijke manieren geprobeerd, dat „hu- mans" te vertalen. Door „menselijke men sen" bijvoorbeeld", voegt haar partner, de Deen Freddy Albeck, daar aan toe. Maar for dit-of-dat only" is zo typisch Engels en Jmmans" is zoveel méér, dan mensen al leen, dat we het maar niet verder hebben ge probeerd. En we willen ook niet het risico lo pen, dat de mensen- wegblijven, omdat ze denken, dat er alleen maar Engels gesproken wordt". Lotte Goslar en Fred dy Albeck zijn enthou siast over Amerika, speciaal Hollywood, waar ze onder anderen Wim Sonneveld heb ben ontmoet, die het daar bijzonder goed gaat en Joyce van der Veen, die er zich nu ook op haar gemak voelt. ,Je moet gevoel voor humor hebben, dan is het er heel ple zierig. De Amerikanen willen vreselijk graag, dat je van hun land houdt en van hun zelf. Merken ze eenmaal, dat je ze apprecieertdan gaat alles best", zegt Lotte Goslar. Lotte Goslar en Fred dy Albeck komen met een heel nieuw programma. „Je moet eens opletten, waar ze nu weer mee uit de bus komt. Ze heeft een keus kunnen maken uit 98 nummers en ze i wonderlyke zegt Freddy. „Ja, dat zegt hij nou wel' meent Lotte, „maar ik moest ook rekening houden met de overige bezetting. Toen ik hier weer heen zou gaan zeiden ze, dat ik met geen mogelijkheid goe de danseressen zou kunnen vinden. Als goed zijn hebben ze al wat en als ze vrij zyn, is er iets mee aan de hand, werd yie vertéld. Enfin, ik heb er toch twee gevonden...." Die twee zijn dan het Engelse danseresje Jo se Lewis, door haar hu welijk met Thom Kei ling Hollandse gewor den en Els Roselaar, die drie jaar in Enge land werkte en daar een opleiding voor mo derne dansen kreeg. Van een pianist werd ook gezegd: Vind je nooit...., maar nu zal dan toch Wim Har- tingsveld begeleiden, die zo ongeveer voor alle cabarets in ons land heeft gewerkt. „Paarden-opera kreeg een ander karakter (Van een filmmedewerker) e eerste film was een western (The Great Train Robbery- 1903) en de laatste zal er ook een zhn", hebben fanatieke western aanbidders verklaard. En keer op keer trekken z'u weer naar de biosco pen in de hoop Iets terug te zullen vinden van hun oude idool. In het donker gezeten naast de jongeren voor wie de western niet meer is dan een drama als ieder ander, alleen met meer actie en niet zo vermoeiend als het klassieke drama, omdat het ge beuren volgens eenzelfde schema ver loopt horen zjj hoe Tom Mix zich In zijn graf omdraait. Zij viagen zich ernstig bezorgd af of de cowboy van tegenwoordig ooit gehoord heeft van Pecos Bill, die zijn sigaret aanstak aan een bliksem straal en een ratelslang als zweep gebruikte. Die een tornado uit de lucht haalde en op de rug ervan over Texas vloog Wie van de jongeren weet nog iets van de „code" van de western? Dat de western Amerikaans van origine is, is bepalend voor haar structuur. De legendarische helden van onze Europese wereld, de ridders, kruisvaarders, grote koningen, staan te ver van ons af om nog geloofwaar dig te zyn. Maar in Amerika, dat geen historie heeft zo oud als de onze, leefden de thans legendarische figu ren een eeuw, een halve eeuw geleden. Hun wereld ligt nog dicht genoeg bij om aanvaardbaar te zijn en is toch ook weer ver genoeg af om dienstig te zijn voor mythe-vorming. Met het naar het westen trekken van verschillende filmonderne minkjes in het begin van deze eeuw begon in Amerika feitelijk de groei van de western. De avonturen van de pionier, die zijn land op de In dianen moest veroveren, die de wet in eigen hand hield en wiens geweten zijn enige rechter was, hadden zich allemaal afgespeeld in die streek van Amerika. Men hoefde dus met came ra en spelers maar die streek in te trekken om een historisch juiste ach tergrond te hebben. Aan de hand van e vaag ontwerp-scenario begon men te filmen, het verhaal ontwikkelend terwijl men werkte. De schurken wa ren altyd schurken; de helden de con cretisering van wat iedere man zou willen zyn; en de heldinnen een idool van zuiverheid. Zo'n oude paarden- opera werd in twee weken gemaakt voor het luttele bedrag van 10.000. Het décor was altijd hetzelfde, de hel den en heldinnen bleven dezelfden, hun eendere avonturen groeiden van week tot week. Want juist als zij zich met moeite en pyn van welke moeite en pyn de held nooit iets mocht laten blyken! uit de ene hin derlaag hadden gewerkt, vielen zh weer in de volgende tegen het eind van de film. En hoe zfl zich daaruit redden was de komende week op hét witte doek te zien In die dagen was de western de drager van het patriottisme bij uit stek. Het werd de immigranten, die de bevolking van Amerika uitmaak ten, ingestampt, hoe ze boften, dat zij tot de bewoners van juist dit land met zijn integere helden gerekend mochten worden. En iedere western liet het weer duidelijk uitkomen, dat 't alleen hém goed zou vergaan, die, als de held, nooit zijn woord zou breken, nooit tegen een kleinere tegenstander zou vechten, nooit het eerst zyn re volver zou trekken en nooit de eer van een vrouw zou aantasten. Ieder een die zich aan deze code hield had evenveel kansen als de legendarische held een geëerd burger te worden. Niemand zou hem vragen waar hij vandaan was gekomen en wat hij voordien gedaan had! Doch na de periode waarin Wil liam S. Hart en Tom Mix de enige échte pioniers overigens triomfen vierden als helden van de western, veranderden, byna onmerk baar voor de buitenwereld, de opvat tingen over en de structuur van de oude paarden-opera. De vrouw ging een grotere rol spelen zoals ook in andere fjlmgenres. Men toonde zoveel mogelijk facetten van haar karakter, en de held, wiens actie meer en meer reactie op h&Lr wezen werd, leverde in het vervolg vaker stryd tegen de moeilijkheden in zichzelf dan tegen de moeilijkheden welke Indianen en bandieten hem |llll!!llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHllllllllllillll!!llillf Filmologen in Nederland, die H zich thans bezighouden met het onderzoek naar de invloed van de film op de jeugd hebben niet voor niets de western als s uitgangspunt gekozen. Want niet alleen voor de jeugd, ook voor de ouderen is de western 'nog altijd de grootste trek- m pleister. Maar de kritische kij- kers onder hen hebben zich ge- realiseerd dat successievelijk de oude, eenvoudige paarden- -opera omgebogen is rraar het klassieke drama. Slechts het m decor is hetzelfde gebleven. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiif Met dit naar de oppervlakte komen van fouten en gebreken in de eertijds onaantastbare pionier kon het niet uitblijven, dat men ook de uitbeelding van de „tegenstander" ging herzien. Ook de boeven konden voortaan de sympathie hebben en de moorddadige Indianen werden de strijders voor hun goed recht, die bij tijd en wijle zelfs hun strijd wonnen! De held kon evengoed de sul van een buurman zyn, die zijn paard mocht verwaarlozen voor een vrouw of voor zijn kiespijn. Die mocht aar zelen, bang zijn, en last mocht hebben van zyn nieren en zoals in „High Noon" zijn tegenstander in de rug De schurk was een schurk, de heldin een idool van zuiverheid en de held recht-toe-recht-aan een held „Scapino" worstelt met geldgebrek (Van een balletmedewerker) et gaat niet goed met wat we voor on ze jeugd aan theaterkunst bezitten. We hebben zonder veel morren toe gestaan dat Puck ophield voor ons kroost te spelen; we hebben er niets van gelijk niveau voor terug. En nu laten we toe dat Scapino, nog wel 't enige jeugdballet in heel Europa, afzakt naar een niveau, waarop 't bijna niet meer verantwoord is het als „kunst" aan ons onbevangen maar bijzon der kritisch kroost te presenteren. Natuurlijk kunnen we de artistieke lei ding van Scapino verwijten maken. We kunnen met goed recht beweren, dat de nieuwe nummers, artistiek niet voldoende gehalte hebben, en getuigen van te weinig bezinning op het specifieke doel: contact met kinderen. We kunnen onomwonden con stateren dat de danseressen en dansers zwak van techniek en talent zijn en we kun nen ons terecht afvragen of het nu wel no dig is, dat Scapino óók werken heeft inge studeerd, waarmee het wil optreden in plat telandsgemeenten en voor de soldaten; voor volwassenen dus. Inderdaad we kunnen dit allemaal doen, en in vele kritieken is het ook gedaan. Maar het zal geen verbetering kunnen brengen. Want ook de artistieke leiding zelf is van al deze zwakheden en fouten overtuigd, maar kan niet beter. Kan niet beter, omdat idealisme en een artistieke visie niet vol doende zijn om een aanvaardbaar ballet met een aanvaardbaar programma te maken. Daar is geld voor nodig. Veel geld van over heidswege, omdat een groep, die optreedt voor kinderen die slechts enkele kwartjes toegang betalen, uiteraard viermaal zo gro te verliezen lijdt dan elke andere dansgroep Zo komen we met onze klachten uiteinde lijk bij de overheid terecht. En aangezien die overheid er is namens ons, Nederlandse burgers, ouders van ons kroost, komen we met die klachten bij onszelf, het publiek. Klaarblijkelijk zullen we op vele verschil lende maar onomwonden manieren onze overheid duidelijk moeten maken, dat we prijs stellen op het allerbeste voor onze kin demi, juist ook in hun eerste contact met de kunst en met het theater. Want slechts dan zal de overheid begrip krijgen voor het feit, dat halve steun erger is dan géén steun, en dat Scapino het waard is om de volle steun te krijgen. Die steun krijgt het niet. Het krijgt al ja ren geld, maar niet uit de „kunst-pot", doch uit „onderwijs". Gezien de pedagogi sche bedoelingen van Scapino is daar wat voor te zeggen. Maar dan moest men juist uit pedagogische overwegingen zorg dragen dat Scapino zyn taak naar behoren kan ver richten. Want hoe is dit? Men trekt jonge dansers aan, die nog niet veel kunnen en die uit enthousiasme en jeugd bereid zijn om voor het karig loon, dat Scapino bieden kan, een paar honderd voorstellingen per jaar af te sjouwen. Geen groep, die zoveel reist en zo vaak optreedt! Maai- na één of twee jaar hebben die dan sers beter leren dansen, hebben ze het al te harde werk bovenmate geduld, en heb ben ze de ellende gekend van zomermaan den zonder contract. Immers, nog altyd is Scapino, hoe zuinig men ook werkt en leeft, niet in staat om de dansers méér dan tien misschien elf maanden te engageren. En daarom is het verloop zo groot. Wie wat in zijn mars had en wat leerde, neemt dank baar de kans waar om bij een ander ballet méér te verdienen met minder opoffering (hoewel het daar óók geen ryk bestaan is!) Zo zit Scapino uit geldgebrek telkens weer met-„slechte" dansers. En zo heeft Scapino ook moeite om aan goede bal letten te komen. Choreografen zijn schaars in Nederland. Meestal zijn ze bovendien zelf dansers, die gee<n tijd hebben om bij Scapino een maand te komen werken aan een niieuw ballet En ze kunnen het zich ze ker niet permitteren om maar eens een maandje vrij te nemen uit hun eigen groep. Scapino moet dus roeien met te korte rie men, en soms genoegen nemen met werk stukken, die met wat meer tyd en geld honderd procent beter hadden kunnen wor den. Dat er in de afgelopen jaren toch vaak zulke voortreffelijke en verrukkelijk aange klede balletten tot stand kwamen, is dan ook minder een kwestie van geld dan van idealisme. Idealisme van componisten, die voor een habbekrats een ballet-muziek ma ken. Idealisme van reeds beroemd gewor den jonge decor-ontwerpers en schilders, die zo'n nieuw ballet „er effetjes tussen door aankleden". Idealisme van ballet-moe ders en vrienden, die nachten lang kostuums naaien. Idealisme van al die mensen uit de kunstwereld of uit het onderwijs, die nu al tien jaar lang het bestaan van Scapino zo'n beetje mogelijk hebben gemaakt. De tijden zijn weer eens vele procenten duurder geworden; de reeds te geringe steun aan Scapino schiet dubbel tekort. Vandaar, dat de groep extra zwak lijkt. Vandaar het onzalige voornemen om te gaan optreden voor de soldaten en voor vol wassenen in kleine gemeenten; naar artis tiek doel en techniek, naar sfeer en stijl, hoort men daar niet thuis. Maar het pu bliek betaalt méér dan twee kwartjes en de inkomsten moeten noodzakelijk worden op gevoerdDe zorgen zijn groot, juist in een tijd dat het Nederland economisch be ter gaat dan ooit. Juist in een tyd dus, dat we het ons kunnen permitteren om voor on ze jeugd eens iets extra moois en goeds te verzorgen. Hans Snoek, de oprichtster en leidster van Scapino, is na tien jaar al te zware zor gen een beetje moe-gevochten. Haar oudge dienden eveneens. Maar jongere krachten, die onder deze beproefde leiding weer nieuw vuur en enthousiasme in de zaak zouden kunnen brengen, zulke jongere krachten kan men niet aantrekken. Dus bloedt men langzaam leeg, de kri tieken worden slecht, en derhalve de animo van sommige onderwijskringen geringer. Een cirkelgang, die doorbroken dient te te worden. Het enige jeugdballet van Euro pa, na tien jaar bewezen nut en resultaat, is het redden waard. Terwille van zichzelf, terwille van de jeugd vooral. mocht aanvallen. Het halfzachte ge doe van b.v. Gene Autry, in zyn met lovertjes bezette kledij, die men zijn paard liet kussen inplaats van een heldin, werd nog geaccentueerd door het te pas en te onpas zingen van prairieliederen. Maar ja, het geluid had nu eenmaal zijn intrede in de film gedaan. En toch is de technische ontwikke ling van de film grotendeels het behoud van de western gewor den. Want in de tijd, dat de mensen liever thuis naar de documentaire re portages op de televisie kijken, ble ken kleur en breedtedoek het docu mentaire karakter van de western aanzienlijk te vergroten. En de stem men uit een bepaalde hoek, die er na drukkelijk op wezen, dat de western alleen nog maar diende om de jonge ren gevechtsbereid te houden tegen onbekende gevaren, die hen niet di rect raken (zie het deelnemen van de Amerikanen aan de strijd in Europa en Korea i. hadden goed praten. De grote studio's hadden zich al lang van de paarden-opera meester gemaakt en haar grondig geanaly seerd, om te zien hoe men haar fun damentele waarden zo kon ombuigen, dat ook een meer select bioscooppu bliek er belangstelling voor zou gaan krijgen. In het vervolg werd voor iedere produktie een fabelachtige som uitgetrokken, vooral voor de gages van wereldberoemde sterren, die niet meer zoals vroeger continu in hetzelf de genre te zien waren. En al was dan de plot meestal ver beneden peil, omdat men plotseling zo heel ethisch moest gaan doen, de enscenering, de prachtige kleuren, de opnamen van het landschap redden de film wel. Al is dan de western steeds meer de uitbeelding van onze heden daagse angst geworden en kun nen we ons de helden en heldinnen evengoed voorstellen in society-kle- ding, haar puriteins karakter is be waard gebleven. In het moderne dra ma zal de bedrogen echtgenoot be heerst echtscheiding aanvragen. In de western mag hij nog steeds zijn tegenstander neerschieten. Niet al leen dat hiervan een grotere preven tieve werking uitgaat, maar naar bui ten toe leidt deze oplossing niet zo massaal tot een sociale ontwrichting. Want een mens zal zich wel tweemaal bedenken voor hij een ander ver moordt, ook omdat deze „levensstijl" deel van de mythe is. Zo is de western meer en meer de wezenstrekken van de mens in het al gemeen gaan dramatiseren, zy het aan geïsoleerd in een wereld zonder rompslomp van zaken, intrigerende familieleden en tekorten in het huis houdboekje. Culturele Cavalcade DE PRéMIèRE van „Het dagboek van Anne Frankzal 27 november worden gegeven door de toneelgroep Theaterin liet nieuwe De La Mar- theater te Amsterdam. In de plaats van Ellen van Herbert zal de hoofd rol worden vertolkt door Tineke Cre- fecour, een Rotterdams meisje, dat studeert aan de Maastrichtse Toneel school en in de examenklas zit. De regie heeft Karl Guttman, die het stuk later ook in Frankrijk en Wenen zal regisseren. AAN DE KUNSTENAAR Jacq Frenken uit Vuglit is op voordracht van de jury voor de koninklijke sub sidie een onderscheiding van f 1200. toegekend voor het maken van een studiereis. Hij is dit jaar afgestu deerd aan de Ryksacademie van beel dende kunsten te Amsterdam, waar hij heeft gewerkt bij o.a. prof. Jan Wiegers. DE AMERIKAANSE dirigent Alexander Smallens, die in Neder land o.m. voorstellingen van ,Porgy and Bess" heeft geleid, is onlangs in ons land aangekomen, waar hij voor de tijd van enige maanden als gast- dirigent zal zijn verbonden can ,De Nederlandse Opera". Hij zal de pre mière voorbereiden en leiden van Tsjaikowski'spique dame?\

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 13