Dit is een gulden periode voor de verhuurders van tankschepen Hongaarse studenten willen landgenoten te in ons land hulp snellen FELLE BRAND VERWOESTTE WOONHUIS TE AMSTERDAM CUENCA: SCHILDERACHTIGE ROTSSTAD VOL MONUMENTEN VRIJDAG 2 NOVEMBER 1956 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 9 OLIE - LEVENSSAP VOOR DE WERELDECONOMIE (II) Welvaart bedreigd door ernstig tekort aan scheepsruimte ■- (Van een onzer redacteuren) Het is bepaald niet uitgesloten, dat er onder de Noordzee olie te vinden is. Ter verdediging van haar aanvraag om nieuwe concessies voor de opsporing van olie in Zuid-Holland heeft de Ned. Aardolie- Maatschappij juist onlangs o.a. als argument aangevoerd, dat men by de boringen ook naar aanwijzingen voor de eventuele aanwezigheid van olie onder zee wil zoeken. Interessant is in dit verband ook het recente bericht, dat volgens Amerikaanse geologen de exploitatie van olielagen in de zeebodem gunstige vooruitzichten biedt. Volgens hen zouden niet alleen langs grote delen van de kust van Noord- en Zuid- Amerika grote olievoorraden te vinden zijn, maar ook by de Franse kust in de Atlantische Oceaan en op verscheidene plaatsen in de Middellandse Zee. Zouden deze verwachtingen bewaarheid worden, dan komt de olie voor West-Europa dus een enorme stap dichter bij huis. van Amerika naar Engeland moest. Voorlopig moet men deze be richten nog als vage speculatie zien. Er is althans bepaald nog geen reden om te verwachten, dat men met name de olievoorziening van West-Europa in de allernaaste toekomst minder afhankelijk van het Midden-Oosten zal worden. Het tegendeel is waar. De kolossale hieveelheden olie, die het Midden-Oosten de komende de cennia zal moeten produceren stel len de westerse wereld voor enorme transportproblemen. Verdere aanleg van pijpleidingen, zowel in het Mid den-Oosten als in Europa, zal deze problemen wel kunnen vereenvoudi gen, maar niet oplossen. Zo is er een groot plan in voorbereiding voor de aanleg van 1600 kilometer pijpleiding van Koeweit aan de Per zische Golf naar de Turkse haven Iskenderum. Ook is reeds gewezen op de mogelijkheid van een leiding langs het Suezkanaal, waarbij de olie dan aan de ene kant uit de tanker in de pijp en aan de andere kant uit de leiding weer in een schip zou kun nen worden 'gepompt. Maar dergelij- ké plannen en ideeën stuiten op ern stige bezwaren, zo lang het in de Arabische landen niet wat rustiger wordt. En overigens kunnen pijplei dingen toch altijd slechts een deel van de behoefte aan tankers onder vangen, terwijl zij in sommige geval len zelfs duurder uitkomen dan het vervoer per supertanker. Een drastische uitbreiding van de wereldtankvlöot is dus van le vensbelang voor de internationa le economie, zowel met als zonder moeilijkheden over het Suezka naal. Worden die moeilijkheden opgelost, dan is het nog de grote vraag of het Suezkanaal ooit vol doende capaciteit zal krijgen om in 1975 als doorvaart te dienen voor de duizenden tankers, die naar verwachting in dat jaar een dikke 300 miljoen ton olie uit het Midden-Oosten naar het noorden moeten brengen. In 1955 was het „slechts" 67 miljoen ton en daar mee zit men al dicht aan de grens De grootste supertankers kunnen trouwens al niet meer door het kanaal het is niet diep genoeg. De scheepswerven kunnen het nu al niet meer „bijbouwen". Praktisch alle werven ter wereld zijn tot 1960 vol geboekt. De prijzen van tweede hands tankers stijgen met sprongen en de verhuurders van chartersche pen van de 43 miljoen ton d.w. metende tankervloot is nog niet de helft in het bezit van de olieconcerns beleven een gulden tijd. Sommi gen hebben hun tarieven al met 50 procent verhoogd. Slechts enkelen hebben deze ont wikkeling voorzien. In 1947 bijvoor beeld was iedereen bang, dat de tan kervloot veel te groot werd. In 1954 leek het alsof die vrees bewaarheid zou worden. Een overschot aan tan kers dreigde de markt te verstoren Tal ran tankers werden opgelegd, maar moesten in 1955 weer yiings uit de mottenballen worden gehaald, want toen sloeg het overschot plot seling om in een tekort. En hoewel er momenteel een kleine 20 miljoen ton tankerruimte in bestelling is met levertijden tot 1960 dus staat nog beslist niet vast of hiermee het tekort kan worden ingehaald en de te verwachten stijging in de vraag naar vervoer kan wörden opgevan gen. Een felle uitslaande brand heeft woensdagmiddag de tweede-, derde en zolderverdieping van een woon huis in de Nicolaas Beetsstraat nabü de Kinkerst'raat in Amsterdam-West vernield. Ook de zolderverdieping van het ernaast gelegen pand, nr. 58, brandde uit. De brandweer gaf het alarm „grote brand" omdat er ge vaar bestond voor het overslaan van het vuur naar de aangrenzende zol derverdiepingen, die in deze oude huizen met houten beschotten van elkaar gescheiden zjjn. In een kast in de voorkamer op de tweede verdieping van nr. 54 ont stond de brand. Het 7-jarig zoontje van de bewoners zat daar alleen te spelen toen zijn moeder, die in de achterkamer zat, plotseling vlammen en rook in de voorkamer zag. Zij sleepte haar zoontje de kamer uit en stelde zich met hem en haar op be zoek zjjnde moeder via de trap in veiligheid. Ook de bewoners van de derde étage konden zich redden. De brandwachts moesten rook- en zuurstofmaskers gebruiken. Twee hunner geraakten door de rook be dwelmd en werden naar de kazerne teruggebracht. De politie is op grond van het on derzoek door de brandpiket de me ning toegedaan, dat het 7-jarig knaapje vermoedelijk met lucifers heeft zitten spelen, waardoor een paar rolletjes oud behangselpapier in een kast in brand zijn geraakt. De bewoners van de tweede verdieping een gezin van vier personen, die niets van hun inboedel konden redden, waren niet tegen brand verzekerd en een familie van drie personen, die op de derde verdieping woont, was wel verzekerd. De brand op het spitsuur in de ter ere van de winkelweek feestelijk geïllumineerde Kinker straat trok bijzonder veel belangstel ling. H Zowel te Cairo als te Washing' ton vonden besprekingen op M hoog niveau plaats. Op het M Witte Huis (foto boven) had M president Eisenhower een be- M spreking met enkele leden van H zijn regering en militaire auto- M riteiten. In Cairo foto onder) M vond ten huize van de president ji een spoedzitting van de minis- H terraad plaats. In beide geval- M len was de Israëlische aanval M' op Egypte en de consequentie M daarvan het onderwerp van discussie. Italiaanse maarschalk Badoglio overleden. In het Italiaanse dorpje dat zijn naam droeg is maarschalk Badoglio op de leeftijd van 85 jaar, na een langdurig ziekbed overleden. Badoglio leidde in 1935-'36 de fas-' cistische legers die Ethopië verover den. Hij werd chef van de generale staf en door de fascistische pers be wierookt als held. Tevergeefs tracht te hij de duce ervan ar te houden zich in de tweede wereldoorlog te be geven. Toen de geallieerden in 1943 voet aan wal zetten op Sicilië, schaarde Badoglio zich onder de strijdkrachten van wnlen koning Vic tor Emanuel de Derde tegen Musso lini. Hij werd eerste minister, sloot een wapenstilstand met de geallieer den en ging later Italië voor in de oorlog aan de zijde der westelijke mogendheden. Na de bevrijding van Rome in 1944, werd Badoglio als pre mier vervangen door Ivanoe Bonomi en trok hjj zich als ambteloos burger terug. Ook in ons land: Dag van de Stedebouw. Op 8 november zal voor het eerst in Nederland aandacht worden ge schonken aan de zogenaamde We relddag van de Stedebouw, die in ve le andere landen reeds eerder werd gevierd. Op een aantal middelbare scholen in ons land zullen stedebouwkundige ontwerpers en onderzoekers op 8 no vember lezingen houden, waarin de betekenis van een goede stedebouw kundige zorg voor onze steden en dorpen en voor grotere gebiedseenhe- den aan de leerlingen duidelijk zal worden gemaakt. Het initiatief hiertoe werd geno men door het Nederlands Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw en de Bond van Nederlandse Stede bouwkundigen. liiiilllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllll lllllllllillllllllllllllllllll GESPREK MET NEDERLANDSE MAGYAREN Grijze dame dacht erover, als verpleegster terug te keren (Van onze speciale verslaggever.) Luther vreesde keizer en rijksdag niet, wij jonge Hongaren vrezen de Russen en hun communistische czaren niet". Het is een jonge in Het wapenschild, dat boven de 1 Nederland studerende Hongaar, die het zegt, terwijl hij op het punt deur van de Hongaarse legatie j| j staat een enkele reis naar Wenen te nemen, om zich by de opstande- iingen in zijn vaderland te voegen. Met deze woorden belijdt hij zyn Haag is aangebrachtheeft een verandering ondergaan. Óp het =- schild, is het embleem. een H rijzende ster omgeven door ko- renschoven, met onder de ster gekruist een hamer en koren- H aren door het oude vervan- gen. Het oude Kossuthembleem H is een schild met kruis in rood- witte kleuren, met onder het s kruis de gouden kroon en daar- H onder een groene talc. Daarom- heen zijn echter in de Hongaar- si se en Franse taal de ivoor den „legatie van de Hongaarse volksrepubliek" blijven staan. vertrouwen en geloof in de vrijheidsstrijd waarin zijn volk thans zo fel gewikkeld is. De eerste reactie van de groep in ons land studeren de en verblijvende Hongaarse jongeren was even fel en spontaan als de zijne, naar ons bleek. Zij wilden met dit gebaar het voorbeeld van hun jonge land- en lotgenoten in Innsbruck, Wenen en Straatsburg, uit universiteit of vluchtelingenkamp, volgen en zo metterdaad steun verlenen aan de opstandige beweging van de naar vryheid dorstenden. Vreugde heerst er alom in hun kring over de geslaagde revolte van hun volk, tegen de zo gehate dragers van de dictatuur. De kleine Hongaarse kolonie in ons land leeft nu onder een haast ondraaglijke spanning, en naast vreugdevolle uren maken deze Ne derlandse Magyaren ook vele bange stonden door. Vreugde en vrees, die bij elk nieuw bericht uit radio en krant om de voorrang strijden.. De berichten over de opstand spre ken immers van vele honderden do den en de onzekerheid over het lot van vrienden en familieleden is in deze NederlandsHongaarse kringen dus zeer groot. Een onzekerheid van geheel eigen aard dragen zij met zich om, die de communistische en volksrepublikeinse ideeën omhelsd hebben. Deze onstandvastigen zijn ook in ons land echter verre in de minderheid en ze worden door de „vrije Hongaren" dan ook zoveel mo gelijk doodgezwegen en -gekeken. REBELLEN-MAGYAREN. „Rebellen-Magyaren noemde keizer Frans-Jozef ons al en hij was er niet ver mis mee, want opstandig zijn we altijd geweest en zullen we altijd blijven, tegenover een ieder die ons wil onderdrukken. Zelfs al zouden we nog door een Russische overmacht worden neerge slagen, er helemaal onder krijgen ze het volk nooit meer. De Hongaar zal niet eerder rusten voor hij zijn vrij heid heroverd heeft. Want de Hon gaar is geen slaaf, ook niet in de Balkan", aldüs een oude dame. Deze uitbarsting was voor haar overigens niet als een volslagen ver rassing gekomen, waar toch een met de dag meer om zich heen grijpende ontevredenheid al lange tijd in een opstandige richting wees. Wenen zit nu' vol met Honga ren, aldus mevrouw Balogh, die zich zeer gestérkt voelt door de grote mate van medeleven van deze zijde. Dit is het nu, zegt ze, wat alleen de mensen in de lan den die onder de Nazi- en Rus- senterreur geleden hebben kun nen beseffen. Beseffen wat ons volk in deze woelige dagen nu eigen lijk bezielde en waaruit het de kracht put dm zich in zo'n bloe dige strijd om onafhankelijkheid staande te houden. De vrouw die hier spreekt kent de Russen nog uit revolutionaire dagen tussen 1916—1919. Zij maakte toen als hoofdverpleegster deel uit van een Nederlandse ambulance, die in Hongarije zulke goede diensten ver richtte. Geen wonder dat mevrouw Balogh ér nu weer ernstig over dacht naar de OostenrijksHongaarse grens te trekken om haar diénsten aan te bieden. Op aandrang van haar dochter, die haar lioge leeftijd een bezwaar acht, heeft ze ervan moe ten afzien. In het Slavische blok hebben de vrije Hongaren altijd een bijzondere plaats ingenomen en steeds het spits moeten afbijten, stelt ze met een étérk gevoel van nationale trots vast. Maar de Russen, die ze zo goed kent, vreest ze nog. „Ik kan nog steeds niet geloven, dat de Russen uit Boe dapest weg zijn. Ik ken ze, ze zijn heel wat slimmer dan wij denken." Er liggen bij haar al heel wat pak jes ter vérzending naarhet vrije Markant volksleven langs Spanje is zó uitgestrekt en zó ge varieerd in landschapsbeeld en bevol king, dat men er niet spoedig op uit gekeken raakt. Naar oppervlakte is het in Europa het derde land; een Nederlander, die hier rondzwerft in een wereld die zestien maal zo groot is als zjjn eigen vaderland, verdwaalt er al gauw, wanneer hij "niet een vast reisdoel in zijn hoofd heeft. Ander zijds is dit dwalen juist het aantrek kelijke van het reizen op het Ibe rische schiereiland, omdat men tel kens iets nieuws en iets onverwachts tegenkomt. Er zijn plaatsen genoeg, die nog niet door de opkomende toe ristenindustrie in beslag zijn geno men en waar toch heel wat moois en bijzonders te zien is. Men zal zich daar soms met de eenvoudigste ho telaccommodatie moeten behelpen, maar dat is in dit land lang geen uitzondering. En afgezet wordt men slechts zeer zelden, al zal de beweer de goedkoopte van Spanje ook wel spoedig tot het- rijk der legenden be horen. Eén zo'n wij onbekende plaats, waar een drietal vakantiedagen zo wel rustgevend als vruchtbaar kan zijn, is Cuenda. Een niet al te groot Hongarije klaar. Daar zit veel wol len kleding in, waaraan grote be hoefte bestaat, ook al omdat de Rus sen zich al die jaren de wolproduktie hebben toegeëigend. De Nederlandse Hongaren hebben dezer dagen de koppen bij elkaar gestoken, om na te gaan wat ze kunnen doen om het lijden van him landgenoten te ver lichten. De roep om vrijheid uit Hongarije moet hier worden beantwoord met een roep om hulp en bijstand, morele niet minder dan materiële. Eindigen we met wat de in Ne derland afgestudeerde Hongaar se predikant, Janos Kerekes, een man die op de kansel te Warver- veen staat, zei: „Tien jaar ge leden ben ik nit een onvrij Hon garije gekomen. Ik hoop dan ook als geen ander dat thans het uur van de vrijheid voor heel mijn volk geslagen heeft. Een volk, dat als één man opstond toen het voelde genoeg geknecht te zijn." Het zijn moeilijke maar tegelijk mooie dagen voor allen die zich tot de vrye Hongaren rekenen, of zich tot hen voelen aangetrokken Johan Bodegraven voert het bevel bij „Operatie goed-zo" De N.C.R.Y. is VGorne- mens met ingang van 15 november 'n welda digheidscampagne te beginnen, de nationale radio-actie „Operatie goed-zo". Gedurende 2fy weken zal in de .Eteravond" op donderdag om streeks negen uur een ,jzonnetreïn" starten, die een slagzinnenwed- strijd inhoudt. Elke week worden daarvoor prijzen beschikbaar ge. steld totaal voor 'n kwart miljoen gulden. Er is geen cent voor de prijzen uitgegeven het bedrijfsleven wilde hand in Tiznd gaan met deze actie, zodat alle kosten voor de wed strijdinclusief de prij zen, door een. aantal grote firma's wordt ge dragen. Deze radio- actie wordt gevoerd ten bate van het na tionale fonds voor de kinderverlamming, be nevens 'n drietal chris telijke inrichtingen voor het blinde, het doofstomme en het in valide kind. Alle gegevens over de ze wedstrijd, die beoogt dat men met e6n cij fercode een slagzin maakt en daarnaast zelf een slagzin be denkt, zijn opgenomen i» een boekje dat door P.T.T. huis aan huis wordt bezorgd. Voor 15 ■november zullen 2.715.000 boekjes ge distribueerd zijn. Bo- •vendien heeft men er enige honderdduizen den laten drukken, die, bjj wegrakenthuis, door de N.CJZ.V. wor- den verstrekt tegen 'n kwartje voor het goe de doel. Men heeft het boekje al die 2't weken nodig, omdat de sleutel voor de code er in is opgenomen en omdat het tevens 24 brief kaarten bevat, die men kan uitknippen en op zenden, vanzelfspre kend voorzien van een extra bedrag voor de actie. Men hoopt op de ze wijze een groot be drag bijeen te krijgen. Johan Bodegraven zal de actie voor de -micro foon leiden. stadje, ongeveer halverwege tussen Madrid en Valencia. Gaat men uit de Spaanse hoofdstad daarheen, dan verzuime men niet onderweg in Ta- raneon uit te stappen en enige uren in dit zeer landelijke en typische plaatsje rond te wandelen. Wij heb ben er in elk geval een prachtige morgen gehad en ons verlustigd in het eenvoudige maar markante volksleven. Cuenda biedt echter veel meer. De stad is op een hoge rots gebouwd, die de beide riviertjes Jucar en Hue- car gescheiden houdt. De straten zijn er dientengevolge haast allemaal zeer steil: de slingers van sommige bergwegen ontdekt men hier midden in de stad. Het gevolg is ook dat vele huizen op de rand van de rots zijn gebouwd, zodat men uit de vensters of van het balkon af in de afgrond of over een wijde verte blikt. Over die kloven zijn hier en daar bruggen aangelegd en we kunnen ons voor stellen dat sommigen zouden aarze len er over te lopen, zo wiebelig lij ken deze gevallen op het eerste oog. Het hotel, waar wij verbleven, ver diende deze naam nauwelijks, maar maakte desniettemin een onvergete lijke indruk. Het was eigenlijk een sedert de middeleeuwen nauwelijks gemoderniseerd huis met krochten en gewelven en was bijzonder artistiek ingericht. Deze „Posada de San José" ligt echter in de bovenstad en dus moet men of over een auto of over zeer sterke benen beschikken. Dan zit men evenwel ook meteen in een uitermate interessant stadsgedeelte, waar men lang kan rondzwerven en waar zich telkens weer nieuwe ver gezichten voordoen. De omgeving van Cuenca verschaft namelijk wat meer kleur en afwisseling dan de dorre, woenstijnachtige Castiliaanse hoogvlakte gewoonlijk biedt. Kerk en kunst zijn één Wat steeds weer in de Spaanse steden opvalt, is de menigte van oude kerken en kapellen. Sommige zijn slecht onderhouden, andere buiten gebruik gesteld, maar heel veel zijn de moeite van een niet al te kort stondig bezoek ten volle waard. Zon der een zekere mate van kunst-histo rische belangstelling gaat het na tuurlijk niet. Ook Cuenca is in han den der Moslims geweest; ook hier woonden voorname families die eeuwenlang de kerken hebben begif tigd, zodat de kunstschatten zich dikwijls opgehoopt hebben. Ziet men hoe er vaak nonchalant met deze kunstvoorwerpen wordt omgegaan, dan vraagt men zich af, of Spanje niet te veel van het goede heeft. De kathedraal van Cuenca wordt op het ogenblik gerestaureerd, het geen vrijwel op een volledige ver nieuwing in oude stijl neerkomt. Als bij ons een grotestadskerk ook maar een kwart bezat, van wat in deze kerk bijeengebracht is, zou 7.y er al bijzonder trots op zijn. Bekijkt men dan nog het niet al te grote maar goed ingerichte museum van Cuenca, dan staat men voor de zoveelste maal versteld van de veelheid van religieuze kunst die in Spanje aan wezig is. Een Gerard David, twee EI Greco's, een wondermooie Calvarie berg, wie zon dat zo maar in znlk een provinciaal museum hebben ver wacht? Verkeerscursus voor de parate troepen Met de inspecteur opleidingen en de inspecteur verkeerswezen van de Koninklijke Landmacht zijn door het Verbond voor Veilig Verkeer bespre kingen gevoerd over verkeersonder- richt aan militairen van de parate troepen. Ondermeer ligt het in de be doeling gebruik te maken van de schriftelijke verkeerscursus voor iedereen, welke door het verbond wordt uitgegeven.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 5