Klachten uit Tweede Kamer over
„schriele maximumprijsregeling"
nHOXV?
R0\r ruiken
ROXÏ roken!
HELE ONDERWIJSSECTOR IN
HANDEN VAN MINISTER CALS
WAAROM WACHTEN MET SUNFED
OP ALGEMENE ONTWAPENING
Britse militairen schepen zich in
ja graag!
DONDERDAG 1 NOVEMBER 1956 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
MINISTER MANSHOLTS BEGROTING
j' IS
Advertentie)
Ontvolking platteland: ernstig gevolg
van het landbouwbeleid
Verschenen is het voorlopig verslag der Tweede Kamer over de begroting
1957 van landbouw, visserij en voedselvoorziening.
Hieraan is het volgende ontleend
Vele leden waren na de mededelingen van de minister-president van 23
oktober j.l. en bjj de bestudering van de begrotingscijfers tot de voorlopige
conclusie gekomen:
Dat het landbouwprijsbeleld ten naaste bij volgens het bekende systeem
van de garantieprjjstoezeggingen op dezelfde (naar hun mening schriele)
wijze zal worden voortgezet, en dat overigens ten aanzien van onderzoek,
voorlichting, onderwijs en verwante sectoren al worden gestreefd naar een
nitbouwen en afronden van vele taken ten bate van land- en tuinbouw.
Reeds by vorige begrotingsbehandelingen was door deze leden uiting ge
geven aan een gevoel van onbehagen, dat toen bij hen en bij tal van ande
ren in de agrarische sector leefde ten aanzien van het landbouwprijsbeleld
en de ontwikkeling van het arbeidsloon in de landbouw.
Thans meenden zrj te mogen stellen,
dat het prijsbeleid, zoals dit de laatste
jaren in de landbouw is gevoerd, ern
stig te kort is geschoten ten aanzien
van zeer veel belanghebbenden in deze
sector. Het gestélde doel, alleszins
aanvaardbaar geformuleerd in de
woorden: redelijk inkomen voor boer
en arbeider op de sociaal-economisch
verantwoorde en goed geleide bedrij
ven, is voor een groot deel van de
veenkoloniale, gemengde en veehou
derijbedrijven sinds 1954 niet bereikt.
Volgens de leden blijkt overduide
lijk, dat de grote groepen van boeren
en landbarbeiders niet delen in de ge
stegen nationale welvaart sinds 1953,
terwijl de sterke teruggang van het
netto-overschot het dragen van risi
co's zij dachten aan de weersom
standigheden van 1956 of het doen
van investeringen sterk beperken of
zelf onmogelijk maken.
Deze leden waren er van over
tuigd, dat de produktiviteit zoda
nig moet worden gestimuleerd, dat
ons volk tegen billijke prijzen uit
de nationale agrarische produktie
zijn voedingsmiddelen kan verkrij
gen en dat daarnaast onze export
wordt gestimuleerd.
Het huidige landbouwprijsbeleid met
zijn schrale garantieprijzen voor een
aantal essentiële produkten heeft al
leen goed kunnen functioneren zolang
de z.g. vrije uitloop, die op de export
markten kon worden behaald, van
voldoende omvang was in de jaren
1949 en 1952 om het noodzakelijk
inkomen te leveren voor by dragen van
risico's en kapitaalinvesteringen.
Nu de prijzen op de buitenlandse
markten, tengevolge van de ruimere
produktie in diverse landen en de be
langrijke marktoverschotten, vaak al
le verband met de produktiekosten
verloren hebben. Is de huidige garan
tieprijsregeling voor circa 50 pet. h 60
pet. van onze landbouwproduktie ge
worden tot een schriele maximum-
prijsregeling voor zeer vele boerenbe
drijven. Voor een redelijk onderne-
mersinkomen, voor reservering ten
bate van oogst- en andere risico's,
voor kapitaalsinvesteringen, noodza
kelijk ten gevolge van structurele
wijzigingen, is meestal geen „ruimte"
meer.
De hier aan het woord zijnde leden
meenden het falen van het huidige
landbouwprijsbeleid niet uitsluitend
aan de prijsdalingen op de export
markten te mogen wijten. Daarnaast
zyn er huns inziens nadere oorzaken
aan te wijzen, n.l.
het binnenlands prijsbeleid o.a. de
afstemming van de verrekenprijs voor
consumptiemelk op een schriele kost-
prijsberekening, sommige handels
politieke maatregelen ten aanzien van
ae import en export zij dachten
hier o.a. van aardappelen en vlees
ten bate van een billijke prijs voor de
voedingsmiddelen (consumentenhulp)
Dat verschillende studiecommissie
voor diverse onderdelen reeds met hun
werkzaamheden zijn begonnen, werd
door de hierbedoelde leden gewaar
deerd.
Zij vroegen tenslotte het oordeel
van de minister over de mogelijk
heden van lastenvermindering,
welke b.v. gelegen zou zijn in af
schaffing van de grondbelasting,
vermindering van de waterschaps
lasten, heffing van de inkomsten
belasting over het gemiddeld inko
men van een aantal (b.v. 5) jaren
en dergelijke.
Ook van andere zijden werd hier
voor het pleit gevoerd. Daarbij
werd ook nog gedacht aan afschaf
fing van omzetbelasting op bepaal
de produkten.
Verscheidene leden zagen de ontvol
king van het platteland als een van de
ernstigte gevolgen van het landbouw
beleid uit de laatste jaren. Om ver
schillende redenen achtten zij het ge
wenst, dat deze ontvolking wordt te
gengegaan, en hiervoor is nodig,-- dat
een zodanig beleid wordt gevoerd
en dit geldt niet het minst het land
bouwbeleid, dat de werkers op het
platteland in de bedrijven, waarin zij
werkzaam zijn, een behoorlijk bestaan
kunnen vinden.
Enkele leden waren van oordeel, dat
de lonen in de landbouw opgetrokken
dienen te worden tot die van geschool
de en hooggekwalificeerde arbeiders
hi vergelijkbare andere bedrijfstak
ken. De kosten, daaraan verbonden
dienden naar de mening van deze le
den bestreden te worden uit extra hef
fingen op de winsten in de industrie,
de handel e.d.
Aardappelexport
Voorts wilden deze leden als hun
mening kenbaar maken, dat de maat
regelen, welke dit voorjaar zijn geno
men met betrekking tot de aardappel
export, niet bepaald gelukkig zijn ge
weest. Daargelaten de moeilijkheden,
welke dientengevolge in het bijzonder
voor de aardappelexporteurs zijn ont
staan, zijn bedoelde maatregelen in
het buitenland slecht ontvangen. Met
name in Engeland en West-Duitsland
is men daarover weinig gesticht ge
weest en het valt te vrezen, dat onze
export daarvan in de komende tijd de
nadelige gevolgen zal ondervinden.
Als een essentieel onderdeel van een
goed landbouwbeleid zagen enige le
den het tegengaan van pachtprijsver
hogingen door het uitvaardigen van
een pachtstop, eventueel verbonden
met maatregelen ten behoeve van
eigenaars (rustende boeren en tuin
ders) die uit de opbrengst van de
pacht in hun levensonderhoud moeten
voorzien.
Woedende studenten in Rome ff
tuigen een politieman af, (Me
enkele seconden daarvoor nog
ff op hen insloeg met zijn gummi- f|
ff knuppel. In Rome is het tot
ernstige ongeregeldheden ge-
s komen, toen de politie trachtte ff
s een enorme menigte studenten,
H die hun sympathie uitten voor
de Hongaarse vrijheidsstrijd, te
ff verstrooien. -jk
lllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Ook Czermak leeft nog
De Olympische kampioen 1952 ko-
gelslingèren, Joszef Czermak, die bij
de straatgevechten te Boedapest als
vermist werd opgegeven, blijkt toch
nog in leven te zijn. Evenals van zijn
landgenoot Ferenc Puskas werd het
bericht dath ij zou zijn omgekomen
te snel verspreid.
MEJ. DR. DE WAAL DIENDE ONTSLAG IN
Deze foto's geven een beeld van de
strijd, die de Israëli's hebben ontke
tend op het scheireïland Sinaï tegen
Egypte. Links: jeugdige leden van
de verbindingsdienst van het Israë
lische leger staan via een mobiel
radio-zend- en ontvangststation in
verbinding met het hoofdkwartier
van de strijdkrachten. Rechts: Israë
lische soldaten van een vooruitge
schoven eenheid hebben tijdens hun
opmars even halt gehouden voor een
kort overleg.
„Blommersdijk" verkocht
Het S.S. „Blommersdijk" van de
Holland-Amerika-lijn dat 6855 nrt.
meet, en in 1922 is gebouwd, is aan
een rederij in Italië verkocht. Het
schip zal begin van het volgende jaar
worden opgeleverd.
PRINS BERNHARD IN NEW-YORK
Spreken tot de verbeelding
van onderontwikkelde
volken.
In een bijeenkomst van de Neder
landse Kamer van Koophandel te
New York heeft prins Bernhard dins
dag gesproken over de bespoediging
van de ontwikkeling van de in econo-
misch opzicht minder ontwikkelde
landen.
Een initiatief, dat naar het schijnt
door de economisch minder ontwik
kelde landen van de westelijke mo
gendheden wordt verwacht, en dat de
resultaten zou hebben, welke daarvan
verwacht mogen worden, zon naar de
mening van prins Bernhard zijn, de
oprichting van een speciaal fonds van
de Verenigde Naties voor economi
sche ontwikkeling. Uit de besprekin
gen in de Verenigde Naties over
S.U.N.F.E.D. is reeds gebleken, dat
de oprichting van een dergelijk fonds
inderdaad tot de verbeelding van de
economisch minder ontwikkelde vol
ken zou spreken en het vertrouwen in
het westen zou kunnen doen toe
nemen.
S.U.N.FE.D. is nog geen werkelijk
heid geworden. De beide voornaamste
contribuanten voor dit fonds, de Ver
enigde Staten en het Verenigd Ko
ninkrijk hebben medegedeeld, dat zij
wensen te wachten tot ontwapening
over de gehele wereld onder inter
nationaal toezicht bereikt zal zijn en
gelden zal doen vrijkomen, die dan
ten dele gebruikt zullen kunnen wor
den voor een dergelijk fonds. Daar
door liet de oprichting van S.U.N.
F.E.D. op zich wachten.
In vele landen van Europa, en
met name in Nederland, be
grijpt men niet, waarom de op
richting van S.U.N.F.E.D. zou
moeten wachten op algemene
ontwapening. Internationaal han
delen tot verbetering van de le
vensstandaard van de econo
misch minder ontwikkelde volken
zou op zichzelf een even grote
bijdrage tot het bereiken van in
ternationale vrede en goodwill
zijn als de ontwapening. Het ver
wijzen naar financiële overwegin
gen is mogelijk ook meer opper
vlakkig dan reëel. Indien alle
landen, die thans grote bedragen
uitgeven voor militaire doelein
den, slechts 1 dollar beschikbaar
zouden stellen voor een fonds
voor internationale economische
ontwikkeling, voor elke 300 dol
lar, die zij aan bewapening uit
geven. zou S.U.N.F.E.D. direct
kunnen worden opgericht.
In aansluiting en als toelichting
op het bericht inzake de benoeming
van mr, R. G. A. Höppener tot staats
secretaris van onderwijs, kunsten en
wetenschappen, deelt het ministerie
van onderwijs, kunsten en weten
schappen o.m. het volgende mede:
„Het streven een sluitend geheel
van onderwijsvoorzieningen tot stand
te brengen heeft in de afgelopen ja
ren in toenemende mate het rege
ringsbeleid op het terrein van het on
derwijs gekenmerkt. Terstond na het
optreden van mej. dr. A. de Waal als
staatssecretaris van onderwijs, kun
sten en wetenschappen is ten depar-
temente een werkgroep gevormd,
waarin onder haar leiding de afde
lingschefs tezamen bestudeerden wat
er voor de totstandkoming van dit
sluitend geheel van onderwijsvoorzie
ningen moest worden verricht. De
tweede onderwijsnota, die in februa
ri 1955 aan de Staten-Generaal werd
aangeboden, was grotendeels een re
sultaat van deze studie.
Voorts leidde de noodzaak tot gro
tere coördinatie in de onderwijssector
ten departemente in oktober 1955 tot
de benoeming van een directeur-
generaal en een inspecteur-generaal
voor het onderwijs.
Sedertdien bleek het ln toenemen
de mate bezwaarlijk vooral bij
het uitwerken van de in de tweede
onderwijsnota, aangegeven beleids
lijnen in de vorm van wetsontwer
pen een splitsing te handhaven
in de verantwoordelijke leiding
van de onderwijssector ten depar
temente. Dit heeft de minister en
de staatssecretaris geleid tot de
conclusie, dat één persoon de ge
hele onderwijssector in handen
moet nemen. Gezien de betekenis
van deze sector zal dit naar hun
mening de minister moeten zijn.
Tengevolge van de uitgebreidheid van
van de taken van het gehele depar
tement is dit slechts uitvoerbaar,
wanneer de minister zoveel mogelijk
ontlast wordt van de zorg voor het
buiten de onderwijssector gelegen ter
rein. Daarom werd de benoeming van
een staatssecretaris nodig, die gelei-
leidelijk verschillende taken op dit ge
bied van de minister zal overnemen.
Op het terrein van het onderwijs
zal dan naast de werkzaamheden van
de minister geen taak meer overblij
ven die in het beleidsvlak ligt. Mej.
de Waal heeft daarom besloten aan
H.M. de Koningin haar ontslag als
staatssecretaris te vragen. Doch zij
heeft zich op verzoek van de minis
ter bereid verklaard deze aanvrage
nog enkele maanden uit te stellen,
teneinde de continuïteit in het onder
wijsbeleid zoveel mogelijk te waarbor
gen.
De nieuw benoemde staatssecreta
ris mr. Höppener zal, na zijn
beëdiging door H.M. de Koningin
meer in het bijzonder belast wor
den met taken op het terrein van
het jeugdwerk, de sociale jeugd
zorg, de vormingsinstituten leer-
plichtvrijo jeugd, het sociaal-peda
gogisch onderwijs, de openluchtre
creatie, de lichamelijke opvoeding, j
de sport, de volksontwikkeling, de
radio, de televisie en de pers".
In het Middellandse Zee-gebied vin
den troepenconcentraties plaats. Op
Malta zijn amfibievaartuigen en mili
tairen van de Britse commandotroe
pen aan boord gegaan van een lan-
dingsvaartuig, waarvan deze foto
een beeld geeft.
(Télefolo A.N.P.)
SAOEDI
ARABIE
200 tm
Maak zon pakje Roxy
eens helemaal open
en snuif die heerlijke geur
van zon-doortrokken,
volrijpe tabakken op.
Steek dan op en U weet
waarom steeds meer
mensen zeggen:
3 Roxy Rook Redenen
■k Dubbel gefermenteerd
Dubbel gezuiverd
Standvastige melange