Het laatste woord over geestelijk gestoorden heeft de maatschappij Iedereen is gelukkig in het bos van Chapultepec op zondagmiddag EERSTE JEUGDONDERNEMING VAN EUROPA IN AMSTERDAM ER VALT VEEL TE LEREN UIT CIJFERS BETALINGSBALANS FLINKE GEZINSUITBREIDING VRIJDAG 26 OKTOBER 1956 PROVINCI ALE ZEEUWSE COURANT Door de A.B.C. Atómieche Bacteriologische en Chemi scheafdeling van het Ameri kaanse leger is een êén-schoots lichtgewicht vlammenwerper ontioikkeld die één dézer dagen wérd gedemonstreerd. Het ap paraat weegt ongeveer een derde van het oude type en is hierdoor zeer geschikt om door luchtlandingstroepen te worden gebruikt. Op de foto ziet men een schot van de nieuwe vlam menwerper tijdens de demon- NOG NIET HOERA ROEPEN Arbeid: therapie en hulpmiddel in psychiatrische inrichtingen (Van een speciale verslaggever) „Ledigheid is des duivels oorkussen". Hoe oud zou dat spreekwoord zijn? We weten het niet. Maar wel weten we, dat men liet in een tijd, die nog maar héél kort achter ons ligt, niet hanteerde ten aanzien van geestelijk gestoorden. Nog aan het begin van onze eeuw gaven de krankzinnigengestichten een triest beeld te zien: onverzorgde, aan hun lot overgelaten patiënten, die men in bed stopte of maar wat in een stoel liet zitten en die men, als zjj onrustig werden, met dwang middelen trachtte te „kalmeren". In zijn baanbrekend werk: „Nieu were inzichten in de behandeling van geesteszieken" (1933) geeft dr. W. M. van der Scheer een aangrijperid beeid van hetgeen in die eer ste periode van onze ëeuw nog mogelijk was. Het is geen opwekkend relaas! En het geeft een inzicht in een in onze dagen haast onvoorstelbaar gebrek aan begrip voor de nood van de gees telijk gestoorde. Het is ook onbegrij pelijk hoe dat zo kort geleden, toen op alle gebied de wetenschap toch al zo'n vlucht had genomen, nog moge lijk was. „Het moet de afschuw van de geestelijk gestoorde zijn geweest", is de- mening van de directeur-ge neesheer van een grote psychiatri sche inrichting in Noord-Holland, bij Alkmaar. „In die dagen werd je Zelfs onder collega's voor getikt aan gezien, als je psychiater werd!" De Noordhollandse inrichting geeft het beeld van vandaag en het her haalt zich duidelijk in eigenlijk alle inrichtingen, waar geestelijk ge stoorden worden verpleegd. Hoe is dat beeld? Het is er een van rust, van lege bedden, "van werkende mannen en vrouwen. „Men tracht tegenwoordig een optimaal gunstige conditie te scheppen voor het herstel van de pa tiënt of indien dit niet mogelijk is voor een zo dragelijk mogelijk bestaan binnen de inrichting, waarin hij zijn leven moet doorbrengen", formuleert een psychiater het. Daar bij Alkmaar is de arbeidstherapie zeer gedifferentieerd doorgevoerd, zij doorloopt alle stadia van actief bezighouden van de patiënt tot zuiver creatieve arbeid in een atelier, waar van niet alleen 'n genezende wei'king kan uitgaan, doch welke bovendien belangrijke aanwijzigingen kan ge ven aan de arts, die tracht de zo juist mogelijke diagnose te stellen. Wat kan nu de genezende wer king zijn van arbeid, of dit nu eenvoudige handelingen zijn of i creatief werk „Het beeld van '1 vrijwel iedere geesteszieke is er een van een zich terugtrekken j uit de omringende wereld in een j eigen, afgesloten wereld. Dat 1 gaat gepaard met toenemende inactiviteit. Arbeid, eerst uit- j sluitend als middel om de pa- 1 tiënt aan deze inactiviteit te ont- 'I trekken, kan therapie worden op het moment, dat hij voldoening I vindt in het maken van iets, in scheppen." De samenleving Dat zag men reeds in de dagen, dat Van der Scheer zijn boek schreef en Simon te Gütersloh bijzonder tref fende resultaten behaalde met zijn arbeidstherapie. Vandaag is er in dit alles meer differentiatie gekomen, meer methodiek. Men benadert de patiënt met alle ten dienste staande middelen: arbeidstherapie. bewe gingstherapie, psychotherapie vaak in groepsverband, een der jong ste ontwikkelingen met medica menteuze therapie. En al deze fa cetten van de geesteszieke mens, worden in de staf besproken, gecom bineerd, diagnotïsch verwerkt. „Ver zamelen en dirigeren", zegt men in een moderne inrichting „dat is sedert korte tijd en na lange studie ons streven. Werken naar de opti maal gunstige conditie vóór de pa tiënt." De onrust van de aan Zijn lot overgelaten in zichzelf gekeerde geestelijk gestoorde heeft zich geka naliseerd in de activiteit van de ar beid. Daarom onder andere is het beeld van vandaag een bemoedigend beeld. En óók omdat er verder wordt gewerkt. Voortdurend zoekt men nieuwe wegen, enerzijds naar genezing, an derzijds naar een zo normaal móge lijk bestaan voor diegenen, die on geneeslijk zijn. De moderne medicamenten kunnen ziekten tot staan brengen of zelfs genezen, die men vroeger als hope loos beschouwde. Arbeid, actie, een frote mate van vrijheid, een mense- jke behandeling zijn er dan borg voor, dat de maatschappij daarna feen vijandig vreemd land meet oeft te Zijn. Moeten we dushoera roepen? Misschien, als we kijken naar 3D jaar geleden; beslist niet, als we zien, hoe overvol vele inrichtingen nog zijn, hoe artsen én verplegend per soneel nog te kampen hebben met overbodig werk in verouderde ge bouwen. Hoe vele andere factoren dé ontwikkeling tegenhouden. En beslist ook niet, £ils we zien, hoe de maatschappij veelal nog staat tegenover de geestelijk ge stoorde. Voor de maatschappij ben je „gek", als je in een psy chiatrische inrichting werd ver pleegd. En dan kunnen de in zichten binnen de muren van die inrichting nog zo modem zijn, dan kan er nog zo veel zorg be steed zijn aan je genezing als je in die vij&ndige maat schappij kómt te staan, dan voel je pas, hóe ver je bent weg ge weest, hoe lang de weg terug is. Dat zal de buitenwereld moeten begrijpen. Pas als men zover is, zullen dë psychiatrische inrich tingen lnin moderne therapieën volledig gehonoreerd zien. Het laatste woord is aan de maat schappij, aan de gezonde mens. Tien scholieren vormen de N.V. Juvenilis Grafica In Amsterdam Is, naar Amerikaans voorbeeld, de eerste Europese jèugd- onderneming opgericht. Een grafisch bedrijf, dat genoemd werd N.V. Ju- ventus Grafica. Vjjf jongens van de befaamde Amsterdamse Grafische School en vyf van de chr. h.b.s. A zyn de oprichters. Het z«n jongelui van vijftien tot achttien jaar, die uit hun midden de 18-jarige h.b.s.-er O. F. Matzken (5e klas) hebben aangewe zen gedurende een half jaar de direc tie te voeren. Voorlopig één avond per veertien dagen straks misschien één avond per week zal de onder neming in vol bedrijf zjjn. Het initiatief tot de oprichting van deze jêügdönderneming is uitgegaan van de ftêer H. Weidema, president- directeur van G. H. Bllhrmann's Pa piergroothandel. Deze Amsterdamse jeugdondeïne- ming is tot stand kunnen komen, om dat de Federatie van Werkgeversor- faxüsaties in het Boekdrukkersbedrgf et initiatief van de heer Weidema heeft overgenomen. Naar Amerikaan-, se wijze heeft men ook enige oudere adviseurs aan de onderneming ver bonden, op wie de jongelui zo nodig een beroep kunnen doen. Deze zullen wel de onderneming begeleiden, maar niet leiden, werd ons echter nadruk kelijk verzekerd. Hoewel de jongelui wezenlijke or ders gaan Uitvoeren, die technisch in hun hereik liggen, is het natuurlijk niet de bedoeling, de jeugdonderne- ming te laten uitgroeien tot een con current van de gevestigde drukkers. De orders liggen op het terrein van het verzuimbriefje of straf brief je van de school, dat anders stencil is, of drukwerkjes van soortgelijke aard; Promotiehulp mogelijk van O.K. en W. en Z.W.O. (Van onze speciale vcraloggeVer) „Ongeveer vyf procent van de stu denten beëindigen hun studie op de wijze, die in het Nederlands universi tair bestel eigenlijk als normaal zou moeten gelden, namelUk om als doc tor In een der wetenschappen de uni versiteit te verlaten. Deze klacht kwam dit Jaar tijdens de rectoraat8óverdracht uit de mond van de aftredende rector magnificus van de K.-K. Universiteit te Nijme gen, prof. dr. A. G. 31. van 31elsen. Zjj Is, in algeméne trekken, juist. Men kan het ook zo stellen: er is tegenwoordig scherper dan vroe ger een verschil tussen het doel van het hoger onderwijs het be vorderen van de wetenschap en de intentie van degenen, die naar de universiteit gaan het „léren van een vak". Dat betekent dus, dat de student de universiteit ziet als een opleidingsinstituut, een vi sie, welke voor de universiteit on aanvaardbaar is. Daar komt bij, dat in vele vak ken de doctoraalstudie zó lang en zó zwaar is, dat velen het daarbij laten, temeer, omdat het bedrijfs leven tegenwoordig een aantrekke lijke start geeft. Hiertegenover staat dan weer, dat dit zelfde bedrijfsleven, vandaag met goede salarissen, het de employé ge makkelijker maakt, aan een promotie te werken, dan vroeger het geval was. Er moet daarbij nog Cen sprookje uit de wereld worden geholpen, na melijk, dat het bedrijfsleven een zoda nige zuigkracht op de pas afgestu deerden uitoefent, dat zy van een pro motie afzien. Dit is beslist onjuist: de grote bedrijven verlangen niet in de eêrstè plaats specialisten, zij verlan gen wetenschapsmensen. Er zijn naast de hierboven genoem de nog wel meer oorzaken of ver meende oorzaken aan te wjjzen voor 't geringe animo om te promove ren. Zo zijn daar de kosten: promove ren is duur. Doch daar staat tegen over, dat zowel het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen als het Z.W.O. promotie toeslagen verstrekt. Bjj O. K. en W. is 't doel van deze toe lagen waarvoor een post van f 200.000 is uitgetrokken het be vorderen van hét promoveren, bij Z. W.O., dat nauw- met het ministerie sa menwerkt, het bevorderen van de wetenschap. Te Chicago in de Verenigde Staten heeft men een nieuwe M telefoonset gecreëerd. De kies- n schijf is gemonteerd aan de on- derzijde van de microfoon pj waardoor de gehele telefoon jl H alleen nog maar uit de hoorn bestaat. Het gébruik van de 1 kiesschijf is normaal (foto bo- H ven) maar daarna moet men 't gehele apparaat naar oor én M mond brengen om ëen gesprek H te kunnen voeren (onderste fo- ER MOET WEER OVERSCHOT KOMEN Het moet uit de lengte of uit de breedte komen. De cijfers van de betalingsbalans over het eerste halfjaar van 19.56 zijn ongetwijfeld erg nuttig voor eco nomen. omdat zij nu beter kunnen be oordelen welke krachten er gewerkt hebben. 3Iaar die cijfers kunnen ook het Nederlandse volk heel veel ver tellen. Ja, zij kunnen zelfs een aan wijzing zijn dat een beperking' van ons verbruik tot de mogelijkheden behoort. Dat het lopende betalingsverkeer een tekort zou opleveren, wisten wij reeds uit de miljoenennota. Dit te kort blijkt thans f 168 miljoen te heb ben bedragen; onze betalingen aan het buitenland wareif dus veel groter dun onze inkomsten en dat door het feit, dat onze invoer veel sterker op liep dan onze uitvoer; bovendien daalde het saldo van onze diensten en kapïtaalopbrengsten enigermate. In elke volkshuishouding is de produktie de bron van alle welvaart. Hoe meer die stijgt, hoe groter de welvaart kan worden. Inderdaad stijgt ook in ons land de produktie doch het tempo hiervan is te laag. In het eerste halfjaar van dit jaar toch was de gemiddelde dagnroduktie slechts 5%% hoger dan in hét over eenkomstige halfjaar van i955. De stijging van 1Ö54 op 1955 bedroeg 9%%. De toeneming wordt dus be- lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Eén stamboekkoe van de heer A. Bruining uit Wijnaldumdie juist ot transport zou worden gesteld naar Luxemburg, wierp in de stallen bij'he station in Leeuwarden een drieling. Het vjaren twee koekalveren en eei. stierkalf, die alle drie van normale afmetingen zijn. In de veestallen, waai enkele honderden koeien en stieren op transport naar Luxemburg. Italië. Joego-Slavië en Duitsland stonden te wachten, bracht deze gebeurtenis nog al enige opschudding in de grote drukte, die er heerste. Voor het eerst sedert april van dit jaar is de exportactiviteit weer boven die van het vorige jaar. De moeder met haar drieling zal echter niet meegeteld wor den bij het aantal stuks rundvee, dat dit jaur wordt geëxporteerd, want de koe is de gevolgen van deze geboorte nog niet geheel te boven en keert terug naar Wijnaldum. HEERLIJK OORD IN MEXICO-CITY Een dichter mijmert over bewogen uren in de Mexicaanse historie Er wordt gezegd, dat men Mexico niet kan kennen in één oogopslag, na een bezoek aan één stad of éên fiesta. Ieder district heeft zijn eigen roemruchte geschiedenis, zijn eigen tradities, zangen en trots. Toch wordt een synthese van de Mexicaanse nationale persoonlijkheid bij een gelegenheid telkens weer dicht benaderd. Dat is op zondagmiddag in het bos van Chapultepec, het heeriijke stadspark van Mexico City. Het is de plaats die inspiratie geeft aan geliefden en filosofen, dichters en schilders politieke figuren en amateur stierenvechters straatventers en buschauffeurs, kantoorbedienden en zakenmensen g,an die grote menigte van gelukkige Mexicanen, die op zondagmid dagen hun toevlucht zoeken onder eeuwenoude, torenhoge ahuehuete- bomen. Hier ziet men de boeren uit de provincie, die met hun gezinnen uit de bergen naar de stad zijn geko men, op hun blote voeten wandelen met figuren uit de elite van de stad, zo schrijft een verslaggeef ster van de The Christian Science Monitor. Waaraan denkt een Mexicaans dich ter op deze zondagmiddag? Wellicht verwijlen zjjn gedachten bjj de Azte- klBche helden, die eens hun boten door het water trokken op dezelfde plaats waar hij nu zit. Dat was toen het oude meer Texcoco zich nog uit strekte tot aan de voet van de Cha- pultepec-heuvel, Ten tijde van de verovering van Me xico door de Spanjaarden bezaten de Azteken een watertoevoer via een aquaduct van de Chaöultêpec-b euvel midden in de bossen naar hun eiland- stad Tecbnochtitlan. Door middel van dit aquaduct kregen Montezuma pr> zijn dapperen lieldfer water. De Spanjaard Bernal Diaz del Cas tillo, die de verovering door Cortez van Mexico beschreef, vertelt hoe de Spanjaarden de watertoevoer gedu rende het beleg van Technochtitian afsneden. „Toen wij naderden om de pijpen van het aquaduct kapot te maken", schrijft hg, „stuitten we op ,èen me nigte strijders, die ons opwachtten, Zodra zij op de vlucht gejaagd wa ren, doorbraken wij leidingen, waardoor het water naar de stad vloeide. Vanaf dat ogenblik kwam er geen druppel meer in Mexico zolang ae oorlog duurde". Vanaf de heuvel, met zyn adembe nemend uitzicht op de torens van bij zondere architectonische allure in t moderne Mexico City, is een groot monument zichtbaar, dat terug doét denken aan nog een periode uit dó Mexicaanse geschiedenis. Hét monu ment staat aan de rand van het Cha- pultepec-park en is gesticht tér her innering aan de dappere Nmês-heldèn (jongens-helden) die sneuvelden in de oorlog tussen Mexico en de Vere nigde Staten. Meer waarschijnlijk ecliter is het, dat de dichter die zijn impressies vastlegt over een zondagmiddag in het Chapultepec-park, zonnige regels wijdt aan de gelukkige mensen, die hjj in grote groepen met hun picnlc- mandèn ziet passeren. Of aan die onde vrouw, die uitzonderlijke lekker nijen klaargemaakt met varkens- en kippenvlees en hete pepers ver koopt en het opgewonden schoenpoet sertje, dat met zijn rode kistje voor bij de banken paradeert. Ook zij glimlachen. Iedereen is gelukkig in 't bos van Chapultepec op zondagmid dag. hoorly'k minder. Het is alfiof wtf er steeds minder in Slagen de produktie op te voeren. Deze vertraging ln de pfóduk- tletóenêming zou op zichzélf nog te dragen zgft, indien ook de be- stêdihgstöêflemlng cen vertraging zou laten zien. Doch dit is juist niet het geval geweest. De con sumptie van het Nederlandse volk is, in hoeveelheid uitgedrukt, van. het eerste halfjaar 1955 tot het eerste halfjaar 1956 met 9% ge stegen. Maar ook de investeringen in vaste activa van de onderne mers zijn meer toegenomen dan de stijging van de binnenlandse produktie. Dit wil dus zonder meer zeggen, dat wij voor onze groter géwordén consumptie en investeringen ten dele een beroep op het buitenland hebben moeten dóen, hètgêên ons deviezen heeft gekost. Het ergste van alles is echter, dat er geen aanwgzingen zijn, dat de fei ten gunstiger worden. Als wij juli en augustus 1956 tezamen nemen, blijkt de produktie 5% groter te zg'n ge worden dan in juli en augustus 1955: toen was dé vooruitgang t.o.v. 1954 echter bijna 7%. De consumptie in juli was evenwel weer in hoeveel heden genomen 6% hoger dan êen jaar daarvoor. Ook de invoer in juli en augustus 1956 tezamen was wéér een stuk (20%) hoger dan in de overeenkomstige maanden van 1955. De conclusie uit dit alles ligt voor de hand: er moet weer een overschot komen op de lonende rekening van de betalingsbalans. En dit kan worden bereikt door of de produktie op te voeren of de bestedingen te vermih- deren. Het moet dus uit de lengte Of uit de breedte. Dat eerste Is alleen te bereiken door een beroep op alle werkers om harder te werken, dóór grótere investeringen, waardóór meer geïnvesteerd kan worden en door arbeidsbesparende methoden. Dat beroep op harder werken ïs natuurlijk een slag in de lucht als hot doorkruist wordt door maat regelen ter verlaging van de con sumptie, iets wat ongetwijfeld in het vat kan zitten. Het advies van de Sociaal Economische Raad over deze kwestie zal nu waar-, schijnliik niet zo lang meer op zich laten wachten. Een interessante kijk op de ontwik keling, zo niet een kijkje achter de schermen, zullen wij binnen niet al te lange tijd voorts kunnen krijgen, als de resultaten bekend worden ge maakt van dé enquête, die momen teel wordt gehouden onder een groep mlddenstanaszaken, die op afbetaling vorkopen. IX EÉX NOTEDOP 0 In hét staatsblad van 19 oktober zijn regelen opgenomen voor uitkeringen aan niet pensioengerechtigde nabestaan- dén van deelnemers aan het verzet, van gewezen militairen en van zeelieden- oorlogs3lachtoffere. Het gaat hier om. hen. die nlêt-peflsioengerechtlgd zijn omdat zij met dé Slachtoffers huwden na de gebeurtenissen, die dezen recht op pensioen verschaffen. 0 Een medisch onderzoek van de Afri kaan Willam Bisset ln een kliniek te Port Elizabeth heeft toevallig aan het lloht gebtacht. dat de 167-jarige Colum bian Javier Peréira in Bisset bijna een leeftijdgenoot bezit. Hoewel Bisset zelf meende „slechts" 109 Jaar oud te zijn, bleek zijn werkelijke leeftijd omstreeks o.) 108 Jaar te kunnen worden gesteld. Zijn geestelijke en lichamelijke gezond heid le noguitstekend.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 11