VLISSINGEN SANEERT DE OUDE STAD
Probleem: blijft historische
herinnering bewaard?
Velerlei klachten over de noodwoningen
Havendorp vraagt hoe
lang moet dit duren?
Te klein, vochiig en ongezond
Romantiek en realiteit
HET IS NIET waarschijn
lijk, dat er veel tranen ge
stort zullen worden wan
neer straks een aantal straten
in de Vlissingse binnenstad
„ten offer" zal vallen aan de
saneringsplannen. Over het al
gemeen immers bieden die
straten weinig waardevols
meer en het moet zelfs een
verstokt romanticus moeilijk
vallen in de verzameling slop
pen en nauwe straten, opslag
plaatsen en krotwoningen nog
enige romantiek te ontdek
ken
Het is natuurlijk niet altijd
zo geweest, dat deze stra
ten in het stadsplan een
vrij overbodige functie had
den. integendeel! Eens, in vroe
ger jaren, moeten ze zelfs deel
hebben uitgemaakt van uit
breidingsplannen, waren ze van
belang in het groeiende Vlis
singen, In de geschiedkundige
plaatsbeschrijving van Vlissin
gen door H. P. Winkelman,
Overigens is het bijzonder
moeilijk iets van beteke
nis aan de weet te komen
over het karakter van al die
straten in vroeger jaren. Zo
hoort men wel eens vertellen,
dat er een periode moet zijn
geweest waarin de Vrouwen-
stx*aat vooral door artsen werd
bewoond, maar geschiedkundig
vindt ge dat nérgens bevestigd.
Zo ligt het verleden van dit
stratenplan een weinig in het
duister en men kan slechts gis
sen, dat er over het algemeen
kleine neringdoenden en am
bachtslieden hebben gewoond,
met hier en daar een koop
manshuis .van een meer gegoe
de burger. Zeker is in ieder
geval, dat een aantal van deze
straten de laatste jaren tot
tiiest verval is geraakt, waar
bij men dan nog niet eeixs kan
spreken van vergane glorie,
want het is wel zeer de vraag
of hier ooit van glorie sprake
is geweest
Moderne stedebouwkunde eist licht en ruimte,
brede wegen, ruime pleinen, kortom een stad,
waarin de grote groene gazons als „longen" kunnen
werken. En indien de oude stad door haar enge be
slotenheid en nauwe structuur belemmerend werkt
moet hierin op de duur worden voorzien door afbraak
en openlegging van het centrum.
Mede als gevolg van het oorlogsgeweld heeft men
in vele steden dit pobleem sneller moeten aanpakken,
dan sommige stadsbestuurders wel wensten.
Men heeft het meestal ook radicaal gedaan door
volkomen te breken met het verleden en oude stads
gedeelten te vervangen door moderne woonwijken.
In Vlissingen staat men thans voor het probleem, dat
deze stad is uitgegroeid tot de modernste stad van
Zeeland, maar dat er op die stad nog enkele smetten
kleven. De ene smet is die van een ongesaneerd ge
deelte in de oude binnenstad. De andere smet is die
van de noodwoningen, welke a-sociaal wonen moge
lijk maken en op bepaalde punten het stadsbeeld gru
welijk ontsieren.
Aan beide problemen zal op korte termijn iets ge
daan moeten worden. Voor de noodwoningen zal dit
betekenen, dat men jaarlijks een vast contingent dient
af te breken en te vervangen door goede huizen. Voor
de oude binnenstad zal een sanering doorgevoerd die
nen te worden. In kleinere steden, zoals Vlissingen
staat men bij het saneren van een oude stadswijk voor
tal van bezwaren, die voortkomen uit overwegingen
van esteti^che aard en piëteit.
Middensiand: gemeeniebesiuur
wacht ie lang met vernieuwing
(Jeen wonder dus, dat het stadsbestuur van Vlissingen, waarvan in het
btfzonder ook de burgemeester, mr. B. Kolff, een bekend voorstander is van
behoud van het historisch waardevolle, de sanering van de oude binnenstad
behoedzaam aapakt.
Beziet men "ihlssingen als geheel ook in de ontwikkeling der laatste
tientallen jaren dan zyn er reeds op verschillende punten sanerings
werkzaamheden verricht, die waarlyk te prijzen zyn.
Een voorbeeld uit recente periode is de wijze waarop men in de omgeving
van de Gravestraat en de Simon Stevinstraat door flatbouw een uitsteken
de oplossing wist te bereiken, waarbjj ook recht werd gedaan aan het in-
stand houden van merkwaardige en historische panden.
Elders op deze pagina vindt men de indrukken van de bewoners in de
noodwoningen, die zich terecht niet bekommeren om de problemen van een
stadsbestuur in dit en ander opzicht, doch na zeven, tien of meer jaren in
een noodwoning de vraag stellenhoe staat het met de nieuwbouw Waar
om moeten wy zolang in deze gebrekkig ingerichte, tydelyke huisjes ver
blijven?
Dit is één facet van het woningprobleem in Vlissingen, een ander facet is
waarom duurt het zo lang, eer men gereed is met de sanering van de Lange
Zelke, de Kromme Elleboog, met het opknappen van de Noordstraat, de
Nieuwstraat, het Groenewoud, de Molenstraat
die zin, dat het een aaneengesloten
geheel werd; by voorbeeld: een gara
ge, met daarboven woningen. Nu zit
hij mede door financieringskwesties in
deze- situatie vóór een dilemma.
Ook zou hij gaarne, het herstel van
het pand Nieuwstraat 39, dat door
brand grotendeels werd verwoest, een
royaler aanzien hebben gegeven. Voor
deze aannemer is het voorts van het
grootste belang te weten: wat doet
men met de Kromme Elleboog
Weer een ander punt betreft de
Brandexnjstraat en de Schuitvlot-
straat, in de onmiddellijke omgeving
van de Sint-Jacobskerk. Hier woont
een oude vrouw, die weet, dat zij met-
D44r kunnen de flats verryzen
waarin ook bewoners uit deze nood
woningen. de nodige woonruimte
graag zouden betrekken.
Neem men de moeite om in de bin
nenstad' te luisteren naai', de meningen
van :,de zakenmensen, die belangen
hebben in de panden van de Lange
Zelke, de Vrouwestraat, de Kromme
Elleboog en de andere genoemde
plaatsen, dan kan men niet ontkomen
aan een zekere irritatie over het ge
brek aan tempo bij het stadsbestuur.
Deze zakenmensen stellen de
vraag: wat gaat er gebeuren?
Wordt de Lange Zelke geheel ver
breed, nu de gemeente byna alle
panden heeft aangekocht. Moeten
de panden 57 en 59 in de Walstraat
verdwynen voor de verbreding van
de Lange Zelke, welke tenslotte
vla de Noordstraat uit zal komen
op de Spuistraat? Wat. zal men
daar gaan bouwen: flats met hier
en daar bedrijfsruimte? Ook is er
de Zuid-Nederlandse Bouw- en
Handelscombinatie, welke maat
schappij een plan indiende om daar
een ry winkels te bouwen, maar
waarop nimmer antwoord is ont
vangen.
Natuurlijk lopen de meningen uit
een: moet men zijn pand verlaten, dan
is de vraag wa&rheen al zeer drin
gend. De zakenmensen in de Wal
straat, die gedupeerd zouden worden,
omdat hun zaak tengevolge van de
plannen met de Lange Zelke zou moe
ten verdwijnen, hebben er belang bij,
dat zij op een ander punt in de Wal
straat, desnoods met financiële tege
moetkoming door de overheid, terecht
kunnen.
Middenstanders, die een bedrijfs
pand hebben in de Lange Zelke, wach
ten uiteraard rustig af tot het ge
meentebestuur een bod doet. Maar de
algemene opinie is: er wordt wel wat
lang geaarzeld voor er een beslissing
valt.
Daarover kan de heer G. H. Bos,
aannemer, Oude Markt 23, meepra
ten. Het duurt jaren eer er een besluit
werd genomen met betrekking tot zijn
pand in de Vrouwestraat 5. Talryke
ontwerpen werden afgekeurd en ook
het overleg met Monumentenzorg nam
veel tyd In beslag.
Wat zijn pand aan de Oude Markt
betreft, deze aannemer zou dit gaar
ne uitbreiden tot de Lange Zelke, in
tertijd het pand zal moeten verlaten.
Ook in deze omgeving zijn tal van
huizen in bouwvallige staat.
Hier zullen eveneens voorzieningen
getroffen moeten worden. Bewoners
van panden in de Molenstraat hebben
thans aanzegging gekregen hun hui
zen te verlaten, daar deze straat moet
worden verbreed. Een gerucht, als zou
de Zuid-Nederlandse Bouw- en Han
delscombinatie hier gaan bouwen,
werd bij de betrokken maatschappij
niet bevestigd.
Wel gaat, naar men weet, de be
langstelling van deze bouwonder
neming ook uit naar de situatie op
het Betje Wolffplein, waar men de
schutting rond de werf van de N.V.
Kon. Mij. „De Schelde" een ander
aanzien wil geven. Doch deze plan
nen zijn nog betrekkelijk vaag en
het gemeentebestuur wacht, vol
gens de burgemeester, op het ini
tiatief van de middenstand in deze
kwestie.
Met al deze opmerkingen moeten
wij thans volstaan, daar net ons niet
mogelijk is het officiële standpunt
weer te geven. Hier werd,slechts de
stem van de belanghebbenden ver
nomen en de conclusie luidt, dat men
in het stadsbelang nu niet langer
moet wachten met de sanering van de
oude binnenstad dan strikt noodzake
lijk is. Blijkens uitlatingen van mid
denstanders, die daar zaken hebben,
ligt het tempo wat de sanering betreft
wel enigszins anders in Middelburg en
Goes.
WIJ WONEN IN NOODWONINGEN
Vlissingen heeft niet minder dan 389 noodwoningen in het Haven
dorp, waar ook tien winkels zijn, 26 noodwoningen aan de Verlengde
Paul Krugerstraat, 52 aan de Singel, 13 op het Van Nispenplein, 100
Bruinzeelwoningen, 50 Maycrète woningen, 2 in de Parklaan, 48
Zweedse noodwoningen.
Wie mocht menen, dat alle mensen in de noodwoningen in het Ha
vendorp zo snel mogelijk een nieuwe woning willen hebben, komt be
drogen uit. Er zijn er bij, die daar al van 5 tot 10 jaar wonen en ook
vindt men er onder, die een andere woning in de buitenwijken gewei
gerd hebben. Zelfs is het voorgekomen, dat men eenmaal verhuisd,
weer terugkeerde naar de noodwoning in het Havendorp.
De belangrijkste reden van deze
vasthoudendheid aan een behui
zing, die door haar tijdelijk ka
rakter, toch allerminst goed ge
noemd mag worden is het feit,
dat men elders een hogere huur
moet betalen.
In het Havendorp wordt f 5,05
per week aan huur betaald, met
inbegrip van water. De Haven
dorpers willen desnoods gaan tot
een negen, in sporadische geval
len, tot een tien of elf gulden
per week, maar daarmede houdt
het zeker op.
Als een bezwaar wordt voorts
(Vervolg op pag. 10)
Gok dit overzicht van het Havendorp
in Vlissingen geeft niet de indruk
van een aantrekkelijke woonwyk,
waar de mensen gaarne naar toe
gaan,
(Foto P.Z.C.)
VJtCUU WJMHÜTKAAT
romantiek
Tenzij hij bij avond, wanneer
de maan hoog aan een heldere
vrieshemel staat, een ogenblik
vertoeft aan de Walstraatzijde
van de Vrouwenstraat, waar
dan aan het einde van de nau
we sleuf de contouren van de
Jacobstoren hoog oprijzen. Ja,
dan is er nog enige romantiek
in de aloude binnenstad, maar
dat is dan romantiek tegen
een tijdelijk decor en wanneer
die romanticus de volgende
morgen, in het nuchtere, mis
schien wel grauwe daglicht, de
Lange Zelke doorwandelt,
linksaf de Noordstraat in en
via de Kromme Elleboog naai
de Oude Markt, dan zal hij
constateren, dat de realiteit
het glansrijk van de roman
tiek wint
De realiteit toont een aantal
in verval geraakte straten, te
nauw, te oud. en te rommelig
voor het jaar 1956, waarin de
bouwmeesters allex-wegen de
leuze „licht en lucht" in
praktijk brengen. Voorzover
ze althans de kans krijgen
om te bouwen.
Toch hebben al die straten
de Vlissinger kent ze wel
Noordstraat, Scherminkel-
straat, Lange en Korte Zelke,
Vrouwenstraat, Kromme Elle
boog en ook Palingstraat' en
Gravestraat toch hebben al
die straten jaren en jaren een
wezenlijke functie gehad. Er
werd gewoond en gewerkt en
er wordt nóg gewoond en ge
werkt, maar onder omstandig
heden, die in de- tweede helft
van de twintigste eeuw niet
langer aanvaardbaar zijn. Een
„Kromme Elleboog" mag een
nog zo schilderachtige aanblik
opleveren; uit het oogpunt van
woninghygiëne echter is dat
schilderachtige alleen maar
verwerpelijk. Een feit overi
gens, dat men vrijwel altijd en
overal kan constateren, wan
neer er binnen stadsmuren
sprake is van een schilderach
tige omgeving
LANGE ZELKE
realiteit
vindt men hier o.m. het volgen
de over: „Bij verdere uitbrei
ding van de stad, zal wel een
dijk gelegd zijn om 't water te
keren de Nieuwe Dijk ge
naamd. Deze nieuwe dijk werd
bebouwd, teiwijl de huizen on
der aan die nieuwe dijk de
Nieuwstraat vormden. Op deze
straat volgt het Groenewoud,
en daar een weinig verder de
Grote Kerk met haar kerkhof
ligt, ontstaat het vermoeden,
dat die plaats vroeger beplant
was en de straat daaraan haar
naam ontleend heeft. Verderop
voorbij de kerk heeft men de
Lange Zelke (vroeger Selle-
cke) en de Korte Zelke, wat
aanleiding geeft tot de veron
derstelling, dat daar eertijds
de verzamelplaats van as en
vuilnis was. („Zelkasch" was
een mengsel van aarde, vuil
nis en as). Op deze volgt de
Clovenierstraat, aldus ge
naamd naar de Cloveniers-
doelen, die daar in de na
bijheid lag en waarom
trent de notulen melden, dat
in 1569 besloten werd omtrent
het Cloveniershof een nieuwe
straat te maken. Eindelijk ligt
een weinig noordwaarts nog
de Scherminkelstraat, waar
van de oorsprong mij onbekend
is. Al deze straten lopen uit
in de Walstraat, welke straat
ontstond door uitbreiding der
stad op 't einde der 16e eeuw.
De plaats waar vroeger de wal
lag, werd toen de Walstraat"..
Nu zullen de Zelkes, de Krom
me Elleboog Noord- en Scher-
minke)st'-aat en nog andere
straten dan volgens de be
staande plannen onder het sa
neringsmes vallen. De Vlis
singse binnenstad zal er een
„ander gezicht" door krrjgen;
niet van vandaag op morgen,
maar toch zeker in de nabije
toekomst en het lijdt in dit ge
val vrijwel geen twijfel of het
zal een ..beter gezicht" wor
den.
Zó is de situatie in vele woningen in
het Havendorp. Alles moet in één ka-
met gebeuren: koken, wassen, ter
wijl de kinderen er by slecht weer
ook een speelplaats dienen te vinden.
(Foto P.Z.C.)
Het overgrote deel van de
bewoners der noodwonin
gen aan de Singel zou
graag 'n „normale" woning be
trekken, als tenmirxste de huur
prijs van 'n dergelijke woning
niet boven de f 8 komt te lig
gen. De meesten voelen echter
niets voor 'n flat, omdat zij
zich daar min of meer in hun
vrijheid belemmerd zien.
Mevr. L. Schot, Singel 304,
wilde het liefst eenzelfde soort
woning, „maar dan van steen
en met een keuken", voegde zij
er vlug aan toe. De uit vier
personen bestaande familie
had al eens een aanbieding voor
een andere woning gekregen,
een worxing in de Ribesstraat.
„Dan waren wij er op achteruit
gegaan en dat is de bedoe
ling xxiet", was het commentaar
van de heer Schot, die elektro-
monteur is.
Op Singel 310 woont P.S.D.-
matroos J. K. Berkheij en zijn
echtgenote. Zij hebben geen
kinderen. „Als er kinderen ko
men, is ons huis veel te kleixx",
zei de heer Berkheij, „en er is
hier veel te weinig bergruimte."
Een keuken en een douchecel
zijn de wensen van zijn vrouw.
De fanftlie Dieleman woont
op Singel 322. Mevrouw Diele
man troffen wij alleen thuis,
haar man is chauffeur bij de ge
meente. Als alle anderen ver
langde zij vurig naar een keu
ken. Mevrouw Dieleman was
slecht te spreken over de ver
deling van de woningen: „Een
familielid van mij. kon kiezen
uit drie woningen, aan ons is
zo iets nog nooit gevraagd.
Maar ik loop er xxiet meer ach
ter aan!"
Tien jaar woont de familie
Scheepers al in een noodwo
ning. Mevrouw Scheepers, wier
echtgenoot bankwerker bij de
P.S.D. is, zou wel in een ixieuwe
woning willen. Haar grieven
tegen de noodwoningen zijn ge
brek aan een keuken en aan
ruimte. „Als ik hier zou moeten
blijven zou ik het ook goed vin
den", zei mevrouw Scheepers.
Een heel ander geluid liet
mevr. J. JanseSchot horen.
„Als het kon trok ik vandaag
nog in een xxieuw huis en al
moest ik f 10 huur betalen, dan
zou ik dat nog geen bezwaar
vinden. Deze woningen bieden
geen enkel gerief, er is geen
keuken, de slaapkamers zijn
veel te klein en je kunt niet
eens behoorlijk wassen." Meer
dere malen heeft mevrouw Jaxx-
se geprobeerd een andere wo
ning te krijgen, maar zy is we
duwe en dan gaat het nog moei
lijker.
Mevrouw Rieteco, wiens
man stellingbouwer is,
woont nu al tien jaar in
haar noodwoning op het Van
Nispenplein. Éénmaal kon het
gezin een ander huis krijgen,
maar haar man weigerde, om
dat hij daar dan geen gelegen
heid had om zijn duivensport te
beoefenen. Bij twee woning
bureaus staan ze ingeschreven,
maar dit levert geen resultaten
op. Frans (18 jaar), bokst,
maar heeft thuis in het geheel
geen mogelijkheid om te oefe-
neix. Twee andere zoons zijn ge
trouwd. In de vloer van de wo
ning zijn putten en langs de ka
chelpijp lekt het in de winter.
Mevr. Rieteco betaalt f 6,05 per
week en eist hiervoor een pro
per huis.
Mevrouw Meulmeester heeft
nog nooit een aanvraag inge
diend, maar staat wel inge
schreven. Haar man werkt bij
de gemeente en zij wonen nu
een half jaar op het Van Nis
penplein. De bergruimte is te
klein, vooral doordat ze gewend
was aan een zolder. De slaap
kamers zyn te klein. In de keu
ken is het niet mogelijk te sto
ken, ook omdat er geen ramen
zijn en dus ventilatie tot de on
mogelijkheden behoort. In het
kleine schuurtje is de berg
ruimte onvoldoende. De vier
kinderen kunnen xxiet in het
huis spelen. Graag-zou men een
één-gezinswoning hebben, maar
dit is te duur.
Zeven, jaar heeft het gezin
Riemens bij de ouders van me
vrouw ingewoond en toen ze
eindelijk een woning konden
krijgen, bleek het deze nood
woning te zijn. Ondanks het
feit, dat ze reumatisch is, heeft
mevrouw Riemeixs toen doorge
zet. Alles moet echter in de
kamer gebeuren en de box voor
de baby, de fietsen en andere
voorwerpen moeten allemaal in
de slaapkamer opgeborgen wor
den, daar ook het schuurtje te
klein is. Wanneer het vriest
trekt het in het woninkje. In de
zomer is het te warm. omdat
het dak te laag en te dun is.
De heer Van Leeuwen heeft
reeds meerdere malen een aan
vraag ingediend, maar nog
nooit enig resultaat geboekt.
Vier jaar heeft men in het Ha
vendorp gewoond en toen men
eindelijk een ander huis kon
(Vervolg op pag. 10)