Liberia, Afrikaanse staat van bevrijde Amerikaanse slaven Honderdzestig jaar geleden huwde J. 6. van Gend met Maria Loos LUCHTBRIGADE KAN ITALIË FOTOGRAFEREN IN ÉÉN UUR CAVERGN0EEN HOLLANDS' DORP IN ZWITSERS TESSINO WOENSDAG 17 OKTOBER 1956 PROVINCIALE ZEEUWSE O O V RANT 7 PRESIDENT WILLIAM TUBMAN BEZOEKT ONS LAND Goden en geesten voeren er ook nu nog een straf regime.... (Van een speciale verslaggever) Het officiële bezoek van William Vacanarat Shadrach Tubman, president van de Westafrikaanse negerrepubliek Liberia aan ons land betekent een bevestiging van de vele banden, die tussen Nederland en Liberia bestaan. Want volgens oude kronieken deden Hollandse kooplieden op hun zeil tochten langs de westkust van Afrika reeds omstreeks 1600 ook de Peper kust aan. Van een republiek was toen nog geen sprake die werd eerst in 1847 opgericht. Die eerste relaties met de bewoners van de Peperkust waren van het soort, dat in die dagen als „handel met inboorlingen" een bijzonder winstgevend tijdverdrijf was. De Hollanders laadden hun schepen vol met kostbare vrachten peper, ivoor en goud, in ruil voor goedkope ka toentjes, kralen, spiegeltjes en allerlei andere zaken, die alleen door de negers als waardevol ruilmiddel werden beschouwd. Ruim 200 jaar heb ben de bewoners van de Peperkust zo bijgedragen aan de welvaart der Zeven Provinciën. Maar in de 19e eeuw kregen de Europese kooplieden plotseling met andere handelspartners te doen. In februari 1822 landde het zeilschip „Elizabeth" bij het eiland Sherbro, in de tegenwoordige Engelse neger kolonie Sierra Leone, met bevrijde Amerikaanse negerslaven aan boord. Die vroegere slaven zouden hier, in vrijheid, een nieuw leven beginnen, maar velen van hen stierven weldra door ontbering en tropische ziekten. Eerst het volgende jaar verscheen de schoener „Alligator" voor de kust om de overlevenden verder zuid waarts te brengen naar een vrucht baar stuk land, dat van de inheemse bewoners was gekocht. Daar bouw den zij huizen en ontgonnen zij de frond, doch alras moesten ze ont- ekken in hun vroegere stamland niet welkom te zijn. De bewoners kregen spijt van hun transactie, vreesden dat dc nieuwelingen hun eigen slavenhandel zouden gaan be strijden en vielen nog hetzelfde jaar de nieuwe kolonie aan. Fel woedde de strijd. De gelederen der voormalige slaven werden door ziekte, dodelijke verwondingen en uitputting gedund totzij met nog slechts 35 man tegenover een enor me overmacht stonden. Maar toen een der kanonniers door de pijlen der belegeraars getroffen werd, sprong een vrouw, Mathilde Newport, op de bres. Zij nam het werk van de getroffen kanonnier manmoedig over en bleef vuren tot de aan vallers verdwenen waren. Sinds dien wordt op 1 december elk jaar in Liberia het feest van de grote heldin Mathilde Newport officieel gevierd. Het handjevol overgebleven kolo nisten sloot een soort koude vrede met de oorspronkelijke bewoners van het land. Hun gelederen werden aangevuld met nieuwe groepen uit Amerika. Ze stichtten een stad aan de mond van de Mesurado rivier en noemden die stad Monrovia ter ere van James Monroe, de Ameri kaanse president, die de terugkeer der bevrijde slaven naar Afrika had mogelijk gemaakt. En tenslotte werd, op 26 juli 1847, de vrije, soe vereine en onafhankelijke republiek Liberia opgericht. SLAVEN WERDEN HEERSERS, De jonge staat heeft het niet ge makkelijk gehad. Scherp waren de tegenstellingen tussen de meer ont wikkelde, voormalige slaven in dc kuststrook en de primitieve, oor spronkelijke bevolking in het binnen land. In feite werden de slaven van weleer koloniale heersers, die hun schattingen oplegden aan de vroe gere vrije bewoners van het land. Ze werden als indringers en vijanden beschouwd hetgeen tot allerlei strub belingen aanleiding gaf. Door onderlinge huwelijken begin nen de tegenstellingen thans te ver vagen, maar nog zijn de voornaam ste bestuursposten, ook in het bin nenland, grotendeels in handen van de nakomelingen der uit Amerika overgekomen negers ongeveer 12.000 op een totale bevolking, die op een anderhalf miljoen zielen wordt geschat. Het streven van president Tub man is op verdere verbroedering gericht. In 1946 werd door zijn toedoen het Huis van Afgevaar digden (de Liberiaanse „Tweede Kamer") van 28 tot 31 zetels uitgebreid. De 3 nieuwe zetels werden voor stamhoofden uit het achterland bestemd, zodat ..Nog 500 paarden bij Van G. en L. Het stampen van rijst gebeurt in Liberia nog met de hand. de autochtone bevolkingsgroep dus meer zeggenschap kreeg. Mede hierdoor won de president sterk aan populariteit, die nog vergroot werd toen onder zijn bewind het vrouwenkiesrecht werd ingevoerd. In de Senaat echter heeft het ach terland nog geen invloed: de 10 leden worden door de „Amerikaanse negers" benoemd en moeten, om voor benoeming in aanmerking te komen, tenminste 200 dollar aan on roerende goederen bezitten. En op de keuze van ministers heeft zelfs het parlement weinig invloed, want het uit 10 leden bestaande kabinet wordt geheel door de president zelf benoemd. Liberia is waarlijk nog geen mo delstaat, al wordt de negerrepubliek door enkele buurlanden als de Goud kust en Nigeria, die aan de rand van onafhankelijkheid staan, als een lich tend voorbeeld gezien. Nog in de twintiger jaren echter waren de ver houdingen zodanig, dat de Volken bond een onderzoek moest instellen naar het bestaan van slavernij. Het slecht toegankelijke, weinig vruchtbare land een smalle kust strook, doorsneden door getijkreken en moerassen, gaat vrij snel over in bebost bergland, dat diep in het bin nenland gemiddelde hoogten tot 600 meter bereikt met pieken tot 1900 meter wordt nog geteisterd door Een winkeltje in een Liberiaans dorp allerlei tropische ziekten. Het an alfabetisme -is groot. Goden, half goden en geesten voeren er een straf regiem door middel van tovenaars en medicijnmannen. Uit de resultaten van de eerste grote proef in het westen is gebleken dat het plan van presi dent Eisenhower inzake een vrije luchtcontrole uitvoerbaar is. Gedurende vijf dagen maakten F-84 jagers van de Italiaanse lucht macht honderdduizen den foto's van gebieden van Milaan en Genua tot Rome, Napels en Sicilië en hierbij bleek dat geen detail op de grond onopgemerkt bleef, zodat geen enkele belangrijke installatie verborgen kan worden voor luchtverkennin- gen. De oefening stond on der leiding van de Ita liaanse minister van de fensie, Paolo Emilio Taviani, en officieren van de luchtmacht. Volgens de officiële gegevens bewees het experiment dat het voor een volledige luchtbri- fade mogelijk is het ge- ele 117.471 vierkante mijl grote Italiaanse grondgebied in een vlucht van een uur te fotograferen. President Eisenhower had destijds voorgesteld dat Russische-vliegtui gen kris-kras boven de Verenigde Staten zou den vliegen en alles fo tograferen, terwijl Ame rikaanse vliegtuigen hetzelfde boven Rus land zouden doen, dit om zich ervan te verze keren dat de andere partij geen agressieve oorlog aan het voorbe reiden is. Italiaanse functionarissenzeiden dat de luchtfoto's zo duidelijk waren, dat zelfs het type vliegtui gen op de begane grond of de grootte van kis ten die in achtertuinen stonden, kon worden vastgesteld. Dé foto's werden g nomen door vliegtuigen die met een snelheid van 435 tot 620 mijl per uur vlogen op hoogten tot 12.000 meter. GRONDSLAG VOOR GROOT VERVOERSBEDRIJF. Reeds een eeuw samenwerking tussen hun bedrijf en de spoorwegen (Van onze speciale verslaggever) Donderdag is het 160 jaar geleden, dat de voerman Jan Baptist van Gend te Antwerpen in het huwelijk trad met de waardin van het Ant werpse logement „De Kroon". Maria Loos, die ook uit een vervoerders familie stamde. Deze echtverbintenis heeft destijds geleid tot de oprich ting van de „Algemene Postwagen Onderneming Van Gend Loos," waaruit gegroeid is de huidige dochteronderneming van de Nederland se Spoorwegen, de N.V. Algemene Transport- en Expeditie Onderneming Van Gend Loos. Dit honderdzestig jarig jubileum zal niet worden gevierd. Op zo hoge leeftijd gaat men slechts de eeuwen tellen. Maar dit eenvoudige feit be let ons niet terug te blikken in het verleden, de tijd van de geel-zwart ge schilderde Van Gend Loos-diligences, waarmee het verkeer tussen de zuidelijke en noordelijke Nederlanden toen werd onderhouden. Algemeen werden in het begin van de vorige eeuw de goed geveerde wa gens van deze onderneming geprezen. De grotere wagens telden veelal twee klassen. Twee of drie banken achter de bok vormden de eerste klasse, Daarachter was, afgescheiden door een schot, het tweede-klasse-compar timent mét in de lengterichting van de wagen geplaatste banken. De lan taarns voorop en achterop verlichtten ook het interieur. Niet alleen het personenvervoer van die dagen was voor een goed deel in handen van het Antwerpse ver- voerderspaar, maar ook het goede renvervoer. Was dit reeds een getuigenis van hun goede ondernemingslust, het feit, dat ze al spoedig samenwerking zoch ten met andere vervoersondernemin gen illustreert wel, dat ze verder ke ken dan velen van hun tijdgenoten. Reeds in de beginjaren van het be drijf werd dan ook de internationale expediteursfunctie, die Van Gend Loos thans nog vervult, in het leven geroepen. .Honderd jaar geleden werd een nieuwe fase in de geschiedenis van dit vervoersbedrijf ingeluid door de aankondiging per advertentie, dat zij „ter verzending harer goe deren, geldswaarden, enz. in desti- natie voor Rotterdam, Üordt, N. Brabant, Zeeland, België, Frank rijk enz. van de Nederlandsche Rijnspoorweg Maatschappij in da- gelijksche huur had genomen een wagon tussen Amsterdam en Rot terdam, vertrekkende onder bege leiding harer conducteurs van bei de steden met den nachttrein". Deze eerste samenwerking met de spoorwegen in het midden van de vo rige eeuw, heeft in 1885 geleid tot de organisatie van een afhaal- en be steldienst voor de staatsspoorwegen en de vestiging in tal van plaatsen van z.g. „factorijen", kantoren dus. Vanaf dat ogenblik zijn de bekende paardenwagens van Van Gend Loos een bekende verschijning geworden in het stadsbeeld van vele Nederlandse plaatsen. Na de eerste wereldoorlog zijn heel wat van die paardenwagens door au to's verdrongen. Echter niet alle. Nog altijd telt Van Gend Loos zo'n vijf honderd paarden en vierhonderd paar denwagens. Ze worden vooral in de grotere steden gebruikt. De auto heeft intussen het interlo- cale vervoer vergemakkelijkt. Kon Van Gend Loos daardoor langza merhand de totale af- en aanvoer van Eer rail verzonden stukgoederen in et grootste deel ran Nederland gaan verzorgen, dit vervoermiddel heeft het bedrijf er ook toe gebracht een net van autolijndiensten op te bouwen, on afhankelijk van het spoorwegvervoer, GLORIE VAN SCHOORSTEENVEGERS Oude ingezetenen praten met elkaar over Rotterdam Cavergno is een klein dorp Tessino (een Italiaans sprekend gedeelte van Zwitserland)Het is een dorp zoals er daar vele zijn: afgelegen van de grote wegen, ver van het gebeuren van alle dag, een beetje weggedroomd en eigenlijk zou men zeggen: een beetje verge ten. En toch is Cavergno een dorp met een heel bijzonder stempel. Avonds, terwijl de kastanjes in de pan smoren, zitten de oudsten van het dorp gaarne met een glas Nos- tano bij de schoorsteen bij elkaar en spreken over voorbije tijden, over de zorgen in het dal, over de markt, beneden in Locarno. Maar zij spreken merkwaardigerwijze niet Italiaans, maar Nederlands Aldus lezen wij in de Schweitzer Wochen Zeiting. De schrijver van het artikel, Victor Stoll, zet dan uiteen, dat het steenachtige Tessino niet al zijn mensen kan voeden, zodat al eeuwenlang emigratie noodzakelijk was. In twee beroepen veroverden de mensen uit Tessino zich algemene waardering: als banketbakker en als schoorsteenveger. Zij waren klein van stuk, slank en flink, dus geknipt voor het sehoorsteenvegerswerk, dat zij in het begin bij voorkeur beoefen den in Londen en Parijs, ook uit Ca vergno kwam een deel van deze emi granten. Rond 1750 trok een heel moedige naar vreemde landen en verhuurde zich als schoorsteenveger. Op zijn tocht kwam hij in Amsterdam terecht. De Hollanders gingen prettig om met de man uit Tessino en waax-- deerden hem. Zij stonden er om be kend, dat zij rijk waren en zij bezaten veel schoorstenen. Zoals de gewoonte is in fami lies van Tessino, schreef de man naar huis, en spoedig kwam ook zijn broer naar Holland, toen een neef, toen de zoon van een nicht, kort en goed, wie jong en slank |IHIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIinillllllllil!IIIIIIUIIIIIII| Het beroepsgoederenvervoer in Nederland telt ruw geschat tienduizend bedrijven. De helft hiervan is een eenmansbedrijf en heeft beschikking over één wagen. De totale vervoerscapa citeit van deze groep is onge veer 25.000 ton. Dat is onge veer 17 van de totale be- roepsvervoers-capaciteit in Ne derland, die ongeveer 150.000 ton bedraagt op dit ogenblik. In dit licht bezien is een bedrijf, als dat van Van Gend Loos, dat in zgn eentje 3 van die totale capaciteit bezit, geen M kleinigheid. IlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllH waarmee vijftig belangrijke plaatsen van ons land dagelijks worden ver bonden. Daarnaast verwaarloost Van Gend Loos ook de internationale expedi tie nog niet. Het is een taak, die ze van oudsher vervult, zij het dan tegen woordig iets uitgebreider dan in de beginjaren van haar bestaan. Er worden nu relaties onderhouden met expediteurs in alle belangrijke indus trie- en handelssteden ter wereld. Zo als dit bedrijf honderd jaar geleden begon met spoorwegwagons te huren huurt ze nu laadruimte in de vliegtui gen Uit de „tweemanszaak" van Jan Baptist van Gend en Maria Loos van honderd-en-zestig jaar gele den, is nu een onderneming ge groeid met vrjf-en-vijftig honderd vaste medewerkers, tachtig kanto ren en een vervoerscapaciteit van ongeveer 3 van het totale be roepsgoederenvervoer over de weg in Nederland. Enige honderden particuliere vervoerders, met wie nauw wordt samengewerkt, profi teren mee van deze geperfectio neerde organisatie. was en lust had om te werken, die trok van Cavergno naar Hol land, hetgeen in die eerste tijd geen sinecure was: een groot deel van de reis werd te voet afgelegd; in Bazel probeerde men dan te gen gunstige voorwaarden op een boot te komen die de R(jn afzakte. De reis duurde twaalf lange we ken... Meer dan honderd jonge mannen trokken in die tijd reeds naar Holland. Enigen stichtten families en bleven er. Anderen kwamen terug en hielpen later een broer op zijn boerderij, maar één ding hadden zij allen gemeen: Hol land betekende voor hen arbeid en inkomen. In 1850 nog, toen de eerste tekenen van een grote ontwikkeling in het ver keerswezen zich aftekenden, moesten de mannen uit Cavergno nog met een reis van vier tot zes weken rekenen, voordat zij eindelijk in Holland aan het werk konden gaan. Aan Tessinose vlijt was het te danken, dat de men sen uit Cavergno zich tot welstand en aanzien konden opwerken. Er kwa men ook mensen uit naburige gemeen ten. maar de stroom uit Cavergno hield niet op. Rotterdam en Amster dam waren hun centra. VERBAASD Getuigschriften over hun goede werk, die de schoorsteenvegers van de Hollandse burgemeesters kre gen, vonden hun weg terug naar het verbaasde dorp der vaderen en tenslotte wilden ook de Hollanders wel eens zien, waar hun Italiaans sprekende schoorsteenvegers van daan kwamen. Menig Hollands be zoek aan Zwitserland is daarom aan de mannen van het schoor steenvak te danken. De deken van de Hollandse Tessiners is thans de 83-jarige Antonio Felice Dadö. Hij had zijn vader, die in 1850 naar Rotterdam emigreerde, gevolgd. Met zijn vader samen bouwde hij zich daar, zoals andere mensen uit Cavergno, een bestaan op. Meer nog, spaarzaam, zoals mensen uit die streek kunnen leven, breidde Dado zijn zaak uit en werd een rijk man. Hij kon het zich veroorloven, vaak naar zijn vaderland terug te keren. Toen kwam de Duitse aanval op Hol land en het bombardement van Rot terdam. Met de rijke stad kreeg ook de welstand van de Tessiners een klap Enigen keerden arm naar huis terug, anderen hielpen de verwoeste steden te herbouwen, maar nieuwe steden zijn... nieuw en hebben geen grote schoorstenen meer. Tot de verarmde Hollandse Tessiners behoort ook An tonio Felice Dadö. Niets bleef van zijn bezit behouden. Nu helpt hij zijn zoon op de alp. Maar 's avonds werkt hij in zijn secretariaat. Achter stapels oude boeken, waarin de namen en an dere gegevens van emigranten staan, buigt hij zich over de oude herinnerin gen. Hij krijgt Hollanders op bezoek, die naar hun afkomst in Tessino komen zoeken; er z(jn immers Nederlandse families, zoals bijvoorbeeld de Tonel- la's die in Cavergno uitgestorven ztjn, maar zich in Nederland goed heb ben verspreid en uitgebreid. Oude mannen in Cavergno zitten 's avonds bij de schoorsteen bijeen. Zij spreken Hollands, zjj spreken over Nederland, en over het ryke Rotter dam, toen er daar nog hoge, zeer ho ge schoorstenen waren bijna zo hoog als de dromen van de jonge mannen uit Cavergno. Eerste orthoptistenschool in Amsterdam Onder auspiciën van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap is in de oogheelkundige kliniek van het Wil li ehmnagas thuis in Amsterdam een school voor de opleiding van orthop- tisten opgericht. Orthoptisten zijn meisjes, die de oogarts bij de behan deling van scheelziendcn helpen. Dit is de eerste landelijke school van dien aard. Voor het eerste jaar van de cur sus, die twee jaar duurt, zijn vijf meisjes ingeschreven.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 7