DIRK COSTER: strijder voor
:e waarden in de kunst
mens
elijk<
Over toneeltovenaar Peter Scharoff
Grootse plannen voor
Weense Staatsopera
Twee boeken en een film
over VINCENT van GOGH
ZATERDAG 13 OKTOBER 1956
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
BIJ EEN OVERLIJDEN
Er was reeds siilie om hem
in de wereld der letteren
(Van een medewerker.)
De letterkundige Dirk Coster, bedachtzaam en evenwichtig mens,
als droeg hjj de sfeer van het door hem zo beminde oude Delft
steeds in zichzelve mee, is deze week in hetzelfde huis aan de Voor
straat, waar hij op 7 juli 1887 het levenslicht aanschouwde, gestorven.
kunstenaar is hij, in wie bewust
zijn en onderbewustzijn zonder breuk
en in een spontane eenheid zouden
functioneren. De onderbewuste
krachten stijgen in hem op naar de
geest en zetten zich daar tot het be
wustzijn, om tot een compositie
die in de schaal der levenswaarden
aan iedere kracht zijn plaats en hou
ding geeft. Op deze wjjze wordt het
grote kunstwerk een grote bewust
wording van het eigen leven, een
groot-wezenlijk maken van dat eigen
leven door middel van levende gestal
ten. Dostojevski naderde deze ideale
kunstenaar en Stendhal. Bij hen is
het bewustzijn immer in harmonie
met de diepgang in hun wezen".
Anton van Duinkerken noemde
Coster eens „een huiveringwek
kend idealist, wiens vertrouwen
uitging naar het meest onbetrouw
bare ding in het heelal: het hart van
de mensCosters befaamde pole
miek met Willem Kloos (1912) had
hem al naam verschaft. Het getuigde
in die jaren van grote moed om de
stelregels van een gevierd man als
Kloos te weerstaan! Coster verdedig
de er in het recht op persoonlijkheid,
drong aan op eerbiediging van het
f;eheim van de ziel en verzette zich
egen verstard rationalisme.
Ook bij een groot publiek verkreeg
Dirk Coster belangstelling door het
samenstellen van de bloemlezing uit
moderne poëzie „Nieuwe geluiden"
en de zeer belangwekkende inleiding,
die hjj eraan toevoegde. Zijn wijzen
op nieuwe en menselijke waarden in
Costers glorietijd als litterator
en redenaar ligt al ver achter ons.
Reeds enige jaren was om zijn fi
guur in de wereld der letteren een
stilte gekomen. Doch zijn eerdere
betekenis mag blijken uit het hem
door de gemeentelijke universiteit
van Amsterdam verleende ere
doctoraat, het verwerven van de
Van der Hoogtprijs van de Mij. v.
Ned. Letterkunde (1926) en zijn
benoeming tot ereburger van de
stad Delft.
Zijn betekenis in de beperktere
kring der Nederlandse letteren ver
wierf Coster door zijn (met Just Ha-
velaar) oprichter- en redacteurschap
van het tijdschrift „De Stem" dat
van 1921 tot 194' is verschenen. Een
lang leven voor een litteraire perio
diek, als men weet, wat al bladen na
1945 niet werden opgericht om weer
spoedig te verdwijnenIn „De
Stem" zette Dirk Coster zijn ideeën
over het kunstenaarschap uiteen. Hij
stelde zich teweer tegen de na-in
vloeden der Tachtigers en was wars
van alle intellectualisme en schoon-
schrijverij. Hij stelde weer de mens
en diens innerlijk leven voorop. In
zijn essay getiteld „Terug naar Ib
sen" (Letterkundige Almanak voor
het jaar 1927) vonden wij een ken
merkende uitspraak voor Costers
vattingen. Hjj zegt er o.a.: „De idei
Te
(Speciale berichtgeving.)
Herbert von Karajan, de nieuwe
directeur van de Weense
Staatsopera, heeft United Press in
een interview verteld wat zijn
plannen zijn. Von Karajan is op
het ogenblik met het Berlijns
Philharmoniseh Orkest in de Ver.
Staten voor een tournee van zes
weken.
Von Karajan vertelde dat hij, zo
dra hij de leiding van de Weense
Staatsopera op zich heeft genomen,
aan niets anders meer zal denken
dan aan de opera. „Ik zal geen enkel
aanbod aanvaarden voor uitvoerin
gen in andere landen, behalve dan als
hoofd van het Berlijns Philharmo
niseh Orkest", aldus de beroemde di
rigent. Hjj voegde eraan toe, dat hij
tal van plannen heeft met betrek
king tot de Weense opera en dat hij
de komende jaren aan de verwerke
lijking van die plannen zal werken.
De dirigent verklaarde, dat hij
reeds verscheidene contracten heeft
gesloten met vooraanstaande dirigen
ten, die geregeld in Wenen zullen
zijn. Onder deze dirigenten bevinden
zich Dimitri Mitropolous, dirigent
van de New York Philharmonic, en
George Szell, maestro van het be
roemde Cleveland Orchestra.
„De opera" aldus Von Karajan,
„is thans eindelijk in een positie om
de grootste zangers, zangeressen en
dirigenten contant te betalen
Zo heeft hjj al bijna tien miljoen gul
den tot zijn beschikking voor even
tuele tekorten en verliezen.
In Wenen zal volgens Von Ka-,
rajan de beste opera komen ter
wereld.
Alleen beroemde kunstenaars en
dirigenten zullen de gelegenheid
krjjgen, in een der twee opera-ge
bouwen van Wenen op te treden.
„Voor tweederangs figuren is in
Wenen geen plaats". Hij wil ko
men tot 360 uitvoeringen per
jaar.
De dirigent kondigde aan, dat mo
derne musici een bijzondere plaats
zullen krijgen in het Weense reper
toire. Er zal meer aandacht worden
gewijd aan moeilijke, nieuwe werken
en de maand november zal worden
gereserveerd voor grondige repetities
die noodzakelijk zyn voor een eerste
klas produktie,
Een van zijn eerste daden als di
recteur van de Weense Staats
opera zal zijn, de weinig uitge
voerde „Mathis der Maler" van Paul
Hindemith op de Weense planken te
brengen. Wellicht zal dit reeds in het
seizoen van 1957 geschieden. Paul
Hindemith's opera over het leven van
Johannes Kepler, een nieuw werk,
zal ook in Wenen zjjn première bele
ven, zo voorspelde Von Karajan.
De nieuwe directeur vertelde ver
der, dat George Szell het nieuwe
werk van de Zwitserse componist
Rolf Liebermann in Salszburg zal di
rigeren, tijdens het eerstvolgende
festival.
„Iedere dirigent die in Wenen op
treedt, zal veel groter verantwoorde
lijkheid krjjgen toebedeeld dan in het
vei'leden het geval is. Iedere dirigent
zal het toezicht hebben op de opera's
die hij leidt en zich geen zorgen mo
gen maken over de andere onderde
len van het repertoir", aldus Von
Karajan. Dit zal volgens de direc
teur aanzienlijk bijdragen tot de ge
moedsrust van de dirigenten.
Zodra de festival-ruimte van
Salzburg is voltooid, zal de op
zet van het jaarlijkse festival
groter worden. Werken die te moei
lijk zijn voor uitvoering in algemene
programma's zullen dan in Salzburg
worden gebracht. Als voorbeeld van
zulk een werk noemde Von Karajan
het requiem van Hector Berlioz, dat
onlangs in Salzburg is uitgevoerd.
Een andere vernieuwing die
Von Karajan wil invoeren is de
constructie van een geweldig
openlucht-toneel op een der histo
rische pleinen van Salzburg voor
de „herleving van barok-opera's".
„Ik denk daarbij aan grote
schouwspelen, die niet noodzake
lijk verband behoeven te houden
met de Weense Opera. De be
roemde Spaanse ruiterschool in
Wenen zou hierbjj een rol kunnen
spelen", aldus de directeur.
Het repertoir van de Weense opera
zal ongeveer 25 werken omvatten,
met de nadruk op „volmaakte pro-
dukties" van standaardwerken van
Mozart, Wagner en Strauss.
Van Karajan acht het de voor
naamste taak van het Salzbnrg-festi-
val, ieder jaar de complete werken
van Mozart te brengen, waarbjj de
andere aspecten van de muziekwer
ken niet mogen worden verwaar
loosd.
DIRK COSTER
allure
en van de kunst was van sterke in
vloed op de ontwikkeling van het let
terkundig leven dier jaren. De
bloemlezing zelf was subliem, het
geen ook wordt bewezen door het uit
komen van de achtste druk in 1947.
Hierbij sloot zeer wel aan zijn
nieuwe bloemlezing „De Nederlandse
Poëzie in Honderd Verzen" (1927L
terwijl in één adem „Het kind in de
Eoëzie" (1935), sindsdien drie maal
erdrukt, dient te worden vermeld.
Kritieken en beschouwingen van
Dirk Coster werden gebundeld in en
kele delen Verzameld Proza en Mar
ginalia twee delen
Niet alleen met de pen, doch ook
door middel van voordrachten pleitte
hij voor zijn visie. Daarbij legde hij
een grote welsprekendheid aan de
dag. Deze visie kan men, als ge daar
dan prijs op stelt, „onderbrengen" in
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillf
H Voor de tiende maal in succes-
sie vond in Amsterdam de ju-
rering plaats voor de konink-
lijke siibsidie voor de vrije m
schilderkunst, kortweg de
koninklijke subsidie". V.l.n.r.
rond de tafel tijdens de be- p
oordeling van een der werken:
II. H. Kamerlingh Onnes,
Henk Broer, E. Kleima, Jo
Mulder (voorz.), R. J. Drager,
Jean van Heel, de penning-
meester G. van Vliet, Jean
Adams, Kees Keus en secreta-
ris Mark Kaltlioff.
de humanistisch-ethlsch,
getinte levenssfeer.
oen in 1932 het tijdschrift
rum" wprd nnp-eriehf on hif
Fo-
I rum" werd opgericht en hierbij
figuren als Ter Braak, Du Per
ron, Vestdijk en Walschap meer op
de voorgrond traden, verminderde
Costers invloed. Doch zijn betekenis
voor de Nederlandse letteren staat
vast bij voor- en tegenstanders. Hij
werd voor zeer velen en zeker niet
alleen in de kring der kunstenaars
zelf, een stimulans tot bezinning op
de waarden van het menszijn. De
latere ontwikkeling en het komen
van een tweede wereldoorlog moeten
zijn cultuuridealisme een grote slag
hebben toegebracht.
Dat Delft deze mens tot ereburger
koos, strekt de stad van Vermeer en
Hugo de Groot tot ere. Men zal er
bij dit verscheiden in deze stille, in
getogen herfstdagen werkelijke droe
fenis voelen om een geliefd en ge
ëerbiedigd stadgenoot, èn een Neder
lander tfan allure.
Kostbaar kunstwerk in
I imburg verkocht
In een oude wegkapel in het ge
hucht „De Boukoul" bij Swalmen in
Limburg stond sinds jaar en dag een
op de monumentenlijst van het de
partement van onderwijs, kunsten en
wetenschappen voorkomende beel
dengroep. Het- is een basreliëf, voor
stellend de bewening van Christus,
een werk van een onbekende meester
uit de school van Oppergelder. Het is
een typisch specimen van oude Maas-
landse kunst, welke in die tijd in de
ze streek floreerde.
De rector van „De Boukoul" heeft
veertien dagen geleden het kunst
werk aan het rijksmuseum te Am
sterdam verkocht. In Limburg is men
nogal verstoord over de wijze, waar
op de verkoop is geschied.
Men vraagt zich af, of de rector
wel tot verkopen gerechtigd was.
Immers, was het kunstwerk zuiver
kerkelijk bezit, dan is de koop ongel
dig. want te dien aanzien bestaan er
strikte kerkelijke bepalingen, die een
verkoop verbieden. Was het ge-
meenschapsbezit, dan had de rector
de burgemeester of het gemeentebe
stuur er in moeten kennen. Het blijkt
dat er helemaal geen overleg is ge
weest en dat de rector op eigen ver
antwoordelijkheid heeft gehandeld.
De zaak zal nader onderzocht wor
den door bevoegde instanties. Dat
het geen minderwaardig werk be
treft, bewijst wel het feit, dat het
rijksmuseum voor de aankoop 25.000
gulden heeft betaald. Het is niet on
waarschijnlijk, dat het stuk een on
derdeel is geweest van een groot al
taarstuk uit het vroegere Roer-
xnomdse Karthaizer klooster.
(Van een onzer redacteuren)'
Ik ben een mens met
hartstochten, in staat en
voorbestemd, om min of
meer onzinnige dingen te
doen, die ik dan later min of
meer berouwen moet
3Iaar het gaat er om, met al
le middelen te trachten, ook
uit die hartstochten nut te
trekken
Dat schreef Vincent van
Gogh eens in een brief aan zijn
broer Theo en de mensheid
weet thans, dat hij nut uit die
hartstochten getrokken heeft.
En mocht de mensheid het nog
niet weten, welnu, sinds kort
is een der modernste pu-
blieiteitsmiddelen, de film,
het geweer gekomen om leven
en werken van deze grote Ne
derlandse schilder bij de mas
sa bekend te maken. Volgens
de eerste kritieken uit New
York, alwaar de film „Lust for
Life", naar de roman van Ir
ving Stone en met Kirk Dou
glas in de hoofdrol in première
ging, is het niet eens een ba
nale film geworden. Hetgeen
vrijwel een ieder had verwacht.
Dat is dus winst gebleken.
Overigens heeft het er alle
schijn van, dat misschien
mede tengevolge van deze fil
mische activiteiten de be
langstelling voor van Gogh de
laatste maanden weer intenser
is geworden. Het kan immers
"nauwelijks toeval zijn, dat er
kort na elkaar herdrukken
verschenen van twee boeken
over diens leven en wel van een
derde druk van living Stone's
roman, in het Nederlands onder
de titel „Het leven van Vincent
van Gogh", en in de prisma
reeks een herdruk van het reeds
in 1925 verschenen werk „Vin
cent van Gogh", door de in
Hongarije geboren letterkundi
ge en kunsthistoricus Julius
Meier-Graefe (overl. in 1935).
Twee boeken over één en de
zelfde mens, maar welk een
verschil!
Irving Stone romantiseerde
het leven van Vincent van
Gogh, schreef een verhaal
met veel sfeer en veel
veel dialogen, drama
tiseerde waar dat maar
mogelijk was en compo
neerde zo een boek, dat
zich gemakkelijk lezen laat
en dat toegegeven ook
een bèeld geeft van leven en
werken van Vincent van Gogh
maar dan toch een vrij op
pervlakkig beeld, zonder eni
ge diepgang. Het bleef bij leer
zame verstrooiingslectuur, in
de derde druk dan nog verlucht
met foto's uit de film. Een
boek. dat gezellig verhalend
als volgt begint: „Vice-admi-
raal Johannes van Gogh, de
hoogst geplaatste officier in de
Hollandse marine stond op de
stoep van het ruime huis aan
de Marine-werf, dat hem"'
De stijl dus van een léésboek,
dat van de lezer geen inspan
ning vraagt en hem alleen maar
ontspanning bezorgt. En als
zodanig niet onverdienstelijk,
ulius Meier-Graefe daarente
gen gaf een scherpe, in
dringende analyse over de
levensgang van Vincent van
Gogh, van wie hij in een inlei
ding o.m. zegt: „Dit is de ge
schiedenis van een man, die
in het laatst van de vorige eeuw
in Holland heeft geleefd. Wat
hij beleefde, wat hij zei en
deed. is geen verdichtsel, maar
werkelijkheid. Hij heette Vin
cent van Gogh, was, zegt men,
kunstenaar, waarmee tegen
woordig in het algemeen niet
veel gezegd wordt. In dit ge
val betekent het een drama vol
merkwaardige gebeurtenissen,
tekenen en wonderen. Het stof
felijke, hoewel nog geen zeven
tig jaar geleden beëindigd, ligt
even ver achter ons als de le
gende van Joris, de drakedoder,
en andere sprookjes"...
In een negental hoofdstukken
schetst de auteur dan in vaak
korte, bijna in .telegramstijl
gehouden zinnen heel dat
zo sterk bewogen, vaak diep
tragische leven. Maar hij deed
meer. Meier-Graefe speurde
naar achtergronden, naar de
beweegredenen, gaf tussen de
regels door een analyse van
Van Gogh's karakter. Veelal
hield hij zich ook aan de letter
lijke tekst van de briefwisseling
tussen de beide broers en zo
ontstond een ongemeen boeiend
werk, dat generlei romantise
ring van node had. De harde
werkelijkheid was trouwens
frappant genoeg.
Uit het boek van Julius
Meier-Graefe blijkt ook de vi
sie van de nuchtere wetenschap
mens, de beschouwer, die niet
schroomt te zeggen, dat Van
Gogh in alles overdreef. Maar
die daarnaast voor die bewe
ring dan ook onmiddellijk een
verklaring zoekt.
Twee boeken dus over Vin
cent van Gogh in herdruk,
twee boeken en een film. Men
kan terecht.
Julius Meier-Graefe:
„Vincent van Gogh".
„Het Spectrum",
Utrecht-Antwerpen
Irving Stone:
„Het leven van Vincent
van Gogh",
„Hollandia" N.V., Baam.
(Van onze toneelmedewerker).
We lezen de naam geregeld in de kranten:
Peter Scharoff uit Rome overgekomen.
Of uit Parys. Of uit Wenen. Want Pe
ter Scharoff komt overal vandaan. Hjj heeft
geen land meer en geen nationaliteit. Hjj is
cosmopoliet, en wie hem hoort spreken, krjjgt
dit bevestigd. Want het is een Babylonische
spraakverwarring, waarin hjj zich uitdrukt,
met Russische, Italiaanse, Duitse, Franse, ja,
zelfs Nederlandse woorden door elkaar in één
Er zijn vele goede regisseurs in de wereld.
Waarom nodigt men dan overal juist Scharoff
telkens weer uit? Ten dele, omdat hjj de gro
te Russische stukken beter kent dan wie ook.
Maar in hoofdzaak omdat hjj Scharoff is, de
grote leerling van de grote meester. En om
zijn leermeester en diens stjjl gaat het in we
zen. De stijl van Stanislavski, zoals deze werd
ontwikkeld in het Moskou van circa 1890 tot
1918, en ook nog daarna. De stijl van de psy
chische eenheid tussen acteur en rol; van na
turalistische werkeljjkheid, die tot onwerkelijk
toneel kan leiden; van de toneelgroep als „or
kest", tegenover de gezelschappen waarin en
kele sterren het werk doen, en de bijrollen
inderdaad bjj-rollen zjjn.
Wat was het nieuwe, en is nog steeds eigen
lijk nieuw, in de methode van Stanislavski?
Daarvoor moeten we even terug in de geschie
denis van het toneel van vóór zijn tjjd. Toen
werd er gespeeld in „komediantenstjjl". Er
werd gespeeld door temperamentvolle men
sen, die het er graag dik oplegden, vol pa
thetiek, Het toneelspel kan nameljjk nooit een
op de planken overgebrachte werkelijkheid
zijn. Wie op het toneel zijn neus snuit zoals
thuis in de huiskamer, maakt een belachelijke
indruk. Wie op het toneel weent zoals aan
moeders knie, maakt een indruk van alles, be
halve van te wenen. Zelfs een theekopje kan
men niet optillen zoals gewoon. Het toneel
vergt „vergroting" en verheviging van alle
normale menselijke handelingen èn reacties.
In de komediantenstjjl waren die reacties en
handelingen al te zeer vergroot en aangezet.
VflU
(tfroot iee r(
een groot meester
ting
Dit is echter de buitenkant van de zaak.
De binnenkant is belangrijker. De bin
nenkant van de acteur, de methode waar
langs hjj kómt tot de zins-accenten en de be
wegingen, waaruit hjj zjjn rol opbouwt. In de
komedianten-stijl is er van zulk een binnen
kant nauwelijks sprake. De komediant vormt
zich een vaag begrip van de bedoeling van zijn
tekst, en die „bedoeling" tracht hij dan aan ons
waar te maken door gebruik van „kopieën"
uit de werkeljjkheid. Oftewel: volgens zjjn
rol moet hij boos zjjn. Wat doet een man,
die boos is Hjj schudt met de vuist, en slaat
op tafel. Nu schudt de komediant (op toneel
manier) de vuist, en slaat (op toneelmanier)
op tafel.
Bjj de komediantenstjjl bedient de acteur
zich dus van een zekere hoeveelheid uiterljjke
symbolen, die zozeer gemeengoed- zjjn dat wij
ze herkennen en er de betekenis aan toeken
nen die de acteur bedoelt.
Zijn bewegingen komen niet voort uit zijn
innerlijk, ze raken slechts zijn uiterlijk. Er
zijn, spot men, komedianten die Hamlet kun
nen spelen terwjjl ze in hun gedachten hun
kas lopen op te maken. En zonder spot: de
oude, nog vaak gebruikte stijl van spelen, be
rust op een verstandeljjk aangeleerde opeen
volging van accenten en gebaren, die alle
„ontleend" zijn aan het normale spreken en
bewegen, maar die zijn versterkt tot een sym
bool.
tanislavski draaide de zaak naar de bin-
Q! nenkant van de acteur. Hjj zei: zoek niet
O naar een methode om de rol te spelen,
doch doorleef de rol geheel, in je diepste bin
nenste. Dan komen de accenten en gebaren
vanzelfEn dit betekent niet, dat elke ac
teur elke avond opnieuw de rol geheel zou
moeten „doorleven" (daar zou hjj geesteljjk
en lichamelijk aan ten gronde gaan), maar
dat hij, als hij maar éénmaal de rol werkelijk
helemaal „geweest is", als hjj zich éénmaal
geheel Hamlet heeft gevoeld, en vergat dat
hjj Jansen was, dat hjj dan op volgende avon
den, uit herinnering van wat hij deed en zei
toen hij „in" was, de uiterlijke gedaante van
zrjn rol kan terugvinden.
In deze methode is Scharoff grootgebracht.
Daarom is voor hem niet belangrijk de- repe
titie op het toneel, waar de mise-en-scene tot
stand wordt gebracht, maar de talloze „lees-
repetities", waarin men om de tafel zit, zjjn
rol hardop leest, en telkens door Scharoff ge
dwongen wordt om zich op de psychologische
achtergronden van elke zin te bezinnen. Déér
leert men de rol „doorleven": de mise-en-
scene komt dan „vanzelf."
Daarom leest men zo vaak: Peter ScluU
roff in Nederland aangekomen voor gastre-
gie, zoals nu weer voor de opvoering van Tsje
ch ows „Ivanof" bij de Nederlandse Comedie.
Culturele
Cavalcade
NU JAAP STOTIJN weg is bij het
Residentieorkest met pensioen
is er enig misverstand gerezen over
de bezetting van de hobo's bij dit
orkest. Jaap Stotijn was solo-hobo-
ist, maar naast hem bekleedde Con
stant Stotijn sinds 19jó een volko
men gelijkwaardige functie. Con
stant Stotijn blijft ook nu solo-hobo-
ist. Over 'een eventuele benoeming
van een tweede solist zal later een
beslissing worden genomen.
DE M. NIJHOFFPRIJS inge
steld in 1953 zal 26 januari 1957
worden uitgereikt, zo heeft het Prins
Bernhardfonds bekendgemaakt.
Deze prijs van 2000,wordt jaar
lijks toegekend, beurtelings voor een
vertaling uit een vreemde taal in het
Nederlands en voor een vertaling uit
liet Nederlands in 'een andere taal.
Vorig jaar werd de Amerikaan Jarnes
S. Holmes onderscheidenin 1957
komt een Nederlandse letterkundige
in aanmerking.
DE PIANIST John Blot uit Maas
tricht heeft op het Concours Inter
national de Musique te Genève een
tweede prijs behaald. De prijzen loer
den uitgereikt door prinses Marie
José, ex-koningin van Italië.
DE SCHILDER F. Bobeldxjk hoopt 17
oktober zijn tachtigste verjaardag te
vieern. Op die dag zal er in de socië
teit ,^Arti et Amicitiaé" in Amster
dam te zijner ere een receptie wor
den gehouden.
IN HET MUSEUM Boymans in Rot
terdam neemt het bezoek aan de
Rembrandttentoonstelling nog steeds
toe. Er zijn al meer dan 180.000 be
zoekers geteld. Het record van één
dag bracht een woensdag, toen er
niet minder dan 4700 belangstellen
den de expositie bezochten!