KAPPIE en de PNEUMASAURUS
Puzzel-rubriek
Klanken uit de ether
WM
TELEFUNKEN
ERRES
1
J/
N.V.v.h. 6EBR.
POLAK
VLISSINGEN
Een taart voor de Koning
ZATERDAG 13 OKTOBER 1958
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
15
35. Professor Jodelahiti had
zich werkelijk met grote
snelheid langs het slinge
rende jungle-pad uit de
voeten gemaakt. Hoewel
Kappie en Oklcl liepen wat
zij konden kregen zij noch
de arme professor, noch het
monster in zicht. Zelfs
Kapple's scherp gehoor
ving niets meer op van de
toch lang niet geruisloze
wijze waarop de pneuma-
saurus zich door het oer
woud begaf. Zo moest het
tweetal afgaan op de diepe
sporen die de reusachtige
klauwen van het monster
in de grond hadden achter
gelaten.
„Gloeiende gliimplepers"
hijgde Okkl. „Wat een
vaartje heeft die professor
er In gezet".
„De professor mag dan
harder kunnen lopen dan
dat sakkerse beest", ant
woordde Kappie, „maar ik
ben toch bang, dat hij het
niet lang volhoudt. De arme
kerel zal ja gauw oververmoeid raken en dan
„Daar is dan eindelijk der heer Kapitain", onder
brak een opgewekte stem van boven Kappie's zor
gelijk betoog. „Met der seheepsknaapl".
„Professor!" riep Kappie uit, verbaasd en opge
lucht tegelijk. „'Verdraaid slim bedacht om in die
boom te klimmen. Waar is het monster?"
„Doorgerend", antwoordde de geleerde met een
achteloos gebaar. „Maar kom, geen tijdverlieserl
meer nu. We moeten sjnel der zoute harink halen
Zijn aandacht was afgeleid door het j
haastige voetstappen en geschreeuw,
zag hij tot zijn verrassing hoe Slgnor I
haast naderbij kwam
Maar Kappie luisterde niet n
ZONDAG 14 OKTOBER.
HILVERSUM I. 402 m 746 Uc/s. 8.00
NCRV. 9.30 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV.
19.45—24.00 KRO.
NCRV: 8.00 Nws.- en weerber. 8.15 Or-
gelcone. 8.30 Morgenwijding. 9.15 Gram.
KRO: 9.30 Nws. 9.45 Gram. 9.55 Hoogmis.
11.30 Kamerork. en soliste. 12.20 Apologie.
12.40 Insta. trio. Zonnewijzer. 13.00 Nws.
en kath. nws. 13.10 Dansmuz. 13.45 Boek
bespr. 14.00 Gram. 14.30 Voetbalwedstr.
België—Nederland met muzikale voor-
en nabeschouwing. IKOR: 17.00 Open
Deur-dienst. 18.00 De kerk aan het werk.
18.15 Overpeinzingen van een dorpsdo
minee. 18.20 Film rubriek. 18.30 Parijs....
niet voor toeristen!, caus. 18.40 Sehip-
perscatechisatie. NCRV: 19.00 Nws. uit
de kerken. 19.05 Gram. 19.25 Opvoeden
tot verantwoordelijkheid, zondagavond
gesprek. KRO: 19.45 Nws. 20.00 Gram.
20.30 Act. 20.45 Gram. 20.50 Cabaret. 21.20
U bent toch ook van de partij?, caus.
21.30 Sprong in het Heelal, hoorspel. 22.10
Promenade-ork. en solisten. 22.45 Avond
gebed en lit. kal. 23.00 Nws. 23.15—24.00
Gram.
HILVERSUM II. 298 m 1007 kc/s. 8.00
VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR. 12.00
AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA. 20.00—
24.00 AVRO.
VARA: 8.00 Nws. 8.18 Weer of geen
weer. 9.45 „Geestelijk leven", caus.
VPRO: 10.00 „Geef het door", caus. 10.05
Voor de jeugd. IKOR: 10.30 Hervormde
kerkdienst. Plm. 11.30 Vragentoeantw.
AVRO: 12.00 Lichte muz. 12.30 Sportspie-
gel. 12.35 Even afrekenen, heren! 12.45
Dichte muz. 13.00 Nws. 13.05 Veilig ver
keer, caus. 13.10 Gevar. progr. voor de
militairen. 14.00 Boekbespr. 14.20 Radio
Filh. ork. en sol. 15.20 De Olympische
spelen in .de oudheid, caus. 15.35 Lichte
muz. 16.00 Dansmuz. 16.30 Sportrevue.
(Advertentie)
stijl en perfectie sinds 1903
VPRO: 17.00 „Gesprekken m, luisteraars",
caus. 17.15 Het platteland nu, caus. VA
RA: 17.30 Voor de kinderen. 17.50 Nws.
en sportuitsl. 18.05 Sportjourn., 10.30
Strijkens. 19.00 Discussie. 19.35 „Daar
krijg ik een Meur van". AVRO: 20.00
Nws. 20.05 Jazzmuz. 20.35 Paul Vlaande
ren en het Lawrence-Mysterie, hoorspel.
21.16 Cabaret. 22.05 „Wat ik altijd alle
maal recht moet zetten, caus. 22.00 Gram.
22.50 Act. 23.00 Nws. 23.15 Meded. of SOS-
ber. 23.20—24.00 Met de Franse slag.
MAANDAG 15 OKTOBER.
NCRV: 7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10 Ge
wijde muz. 7.30 Gram. 7.45 Een woord
voor de dag. 8.00 Nws.- en weerber. 8.15
Sportuitslagen. 8.25 Vrol. muz. 9.00 Voor
de zieken. 9.25 Waar voor uw geld. 9.30
Voor de vrouw. 9.35 Waterst. 9.40 Mast-
klimmen. 10.10 Gram. 10:30 Theologische
vervolgcolleges. 11.10 Gram. 11.20 Gevar.
progr. 12.25 Staaitsiebezoek van de presi
dent van- Liberia aan Nederland, rep.
13.00 Nws. 13.15 Lichte muz. 13.40 Gram.
14.95 Schoolradio. 14.35 Gram, 14,45 Voor
de vrouw. 15.15 Promenade-ork. 15.45 Gr.
16.00 Bijbeloverdenking. 16.30 Clavecim-
belconc. 16.50 Gram. 17.00 Vopr de kleu
ters. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Re-
geringsuiitz.: De B.B. van binnen en van
buiten, door Jan Goderle, hoofd Voor
lichting Stichting Bevordering Bescher
ming Bevolking vraagt de aandacht van
de Nederlandse Noodwacht. 18.00 Orgel
spel. 18.30 Sportoverz. 18.40 Engelse les.
19.00 Nws.- en weerber. 19.10 Volksliede
ren. 19.30 Pari. comm. 19.45 Beiaardmuz.
20.00 Radiokrant. 20.20 Lichte muz. 20.40
De gouden vuilnisman, hoorspel. 21.30
Inleiding schoolactie: Door het kind voor
het bind. 21.35 Metropole orlc. 22.00
Boekbespr. 22.10 Concertgebouwkwint.
22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws. 23.15
Gram. 23.40—24.00 Evangeiisatie-uitz.: in
de Hongaarse taai.
HILVERSUM II. 298 m 1007 kc/s. 7.00—
24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram.
7.30 Idem. 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.10 Voor
de vrouw. 9.15 Gram. 9.40 Morgenwijding.
10.00 Gram. 11.00 Hersengymn. 11.20 Gr.
11.45 Voord. 12.00 Orgel en viool. 12.30
Land- en tulnbouwmeded12.33 Voor het
platteland. 12.43 Lichte muz. 13.00 Nws.
13.15 Meded. of gram. 13.20 Promenade
ork. 13.55 Koersen. 14.00 Voor de vrouw.
14.45 Pianorecital. 15.15 Tuinbouwpraatje.
15.30 Gram. 17.00 Lichte muz. 17.30 Voor
de jeugd. 17.50 Mil. comm. 18.00 Nws. 18.15
Amus. muz. 18.50 Muz. caus. 19.05 Strijk-
kwart. 19.30 Orgelspel. 19.45 Regerings-
uitz.: Landbouwrubriek: Wat doen we
tegen wateroverlast? 20.00 Nws. 20,05
„Radioscoop". 22.40 Franse cansons. 23.00
Nws. 23.is Koeren en „Onze buitenlandse
correspondenten melden". 23.30G4.00
Frontloge!
HOOG EN LAAG WATER
U.+N.A.
P.
U.+N.A.P.
U.—N
A.P.
U.—N
.A.P.
14 oktober
Vlissingen
9.55
1.18
22.39
1.54
3.41
1.12
16.26
1.40
Terneuzen
10.23
1.36
23.03
1.71
4.03
1.24
16.48
1.52
Hansweert
10.38
1.54
23.25
1.89
4.28
1.42
17.14
1.70
Zierikzee
10.59
—.88
23.45
1.20
4.27
1.06
17.09
1.28
Wemeldinge
11.19
1.03
23.58
1.36
4.37
1.22
17-13
1.49
15 oktober
Vlissingen
11.08
1.35
23.46
1.74
5.00
1.20
17.34
1.55
Terneuzen
11.37
1.52
5.23
1.32
17.57
1.67
Hansweert
11.55
1.72
5.50
1.50
18.25
1.85
Zierikzee
12.18
1.00
5.48
1.10
18-13
1.38
Wemeldinge
12.37
1.18
5.58
1.28
18.22
1.61
Heeft U plannen voor een wringer?
Let dan vooral op do kwaliteit want alléén een werkelijk
goede wringer garandeert U een zorgvuldige wasbehandêling.
Bovendien 19 de kwaliteit bepalend voor de levensduur vao
een wringer. Koopt daarom bij Ua» wasmachine o|
voor Uw wringerbok een
want Erres wringers zijn:
geheel van aluminium en daarom volkomen coestvrit-
uiterst sterk van constructie en modern van vormgeving.
En wat zeer belangrijk is: de ERRÉS wringer heeft nylon»gevoerde
lagers, die daardoor practisch onverslijtbaar zijn.
De ERRES wringers bieden nog zeer vele andere voordelen.
Laat U zich eens voorlichten door Uw handelaar of vraag eens
een folder bij R.S. Stokvis Zonen N.V..
Afdeling Electrische Huishoudelijke Toestellen.
Erres wringers
zijn verkrijgbaar in een
grote en kleine uitvoering,
prijs vanaf f. 65.35
R.S. Stokvis Zonen N.V.
z
3
y
l
7
6>
3
/O
yl
yj
yy
y
y#
20
zz
23
Zó
26
zs
Zf
Jo
J/
WflËTz
jy
Jó
JA>
yo
yy
V2
yó
vv
ys
Vé
y/
V#
Hf
De hoofdprijs van 5.is deze week gewonnen door mevrouw S. Slab
ber, Donze Visserstraat 18, Terneuzen. Prijzen van 2.50 werden toegekend
aan de heer A. Akkerman, Seheldestraal 65, Rilland-Bath; de heer P. A.
van de Walle, Marinus Poststraat 64, Valkenburg (Z.-H.)mevrouw C. de
Vrieze—Romejjn, D 10, Dreischor; de heer J. H. de Dreu, Bloemenlaan 16,
Vlissingen en de heer J. Wagenaar, Vogelenzang 3, Breskens.
De oplossingen van het kruiswoordraadsel van deze week moeten uiter
lijk woensdag 17 oktober in het bezit zijn van de redactie. Vermeld uw
volledig adres in blokletters en adresseer de oplossing aan: REDACTIE
P.Z.C., VLISSINGEN, met in de linkerbovenhoek van de enveloppe of de
briefkaart het woord „PUZZEL-RUBRIEK". Vermeldt U erbij, of U dame
of heer bent
Wij verzoeken onze puzzelaars niet de ingevulde puzzel uit de krant op
te sturen, maar de oplossingen op een briefkaart of een vel papier te schrij
ven.
DE OPLOSSING, van het vorige
kruiswoordraadsel luidt:
Horizontaal: 1. Peru; 5. spin; 9.
vergaan; 12. eb; 14, peerd; 15. Po; 16.
kar; 18. nee; 19. K.R.O.; 20. pus; 22.
ons; 23. Braille; 26. reis; 27. Aida; 29.
rotonde; 32. art.; 34. ark; 35. Lof; 37.
Lia; 38. sof; 39 et; 40. beemd; 44. re;
45. malloot; 47. tank; 48. step.
Verticaal: 2. ev.; 3. rep; 4. ure; 5.
sar; 6. pad; 7. in; 8. Mekka; 10. ge
lui; 11. noest; 13. bar; 15. pen; J.7.
Roberta 18. noedels; 20. pasta; 21.
slank; 24. Rlo; 25. lid; 28. salet; 30.
orgel; 31. effen; 33. rit; 36, oor; 40.
ban; 41. elk; 42. mos; 43. dot; 45. ma;
46. te.
DE OMSCHRIJVING van het vol
gende kruiswoordraadsel luidt:
Horizontaal: 1. spoed; 5. tasje; 9.
boom; 10. rivier; 12. inzinking; 13.
heldendicht; 14. toespraak; 15. door
middel van; 16. plaats in Noord-Bra
bant; 18. uitgehold bakje; 19. voeg
woord; 20. machine; 22. muzieknoot;
23. deel van een schoen; 24. legeron
derdeel (afk.); 26. voorschrift; 27.
schoorsteenkap; 29. teleurgesteld; 31.
veerkracht; 33. uitroep; 35. schen
ken; 37. thans; 38. daarenboven; 40.
heks; 41. waterkant; 42. geestdrift;
43. handschoen; 44. plaat; 45. voor;
47. meisjesnaam.; 48. meisjesnaam;
49. Oosterse bijbel.
Verticaal: 1. kinderspeeltuig; 2. ge
bergte; 3. god van de liefde; 4. voor
zetsel; 5. zeilboot; 6. plaats in Noord-
Branbant; 7. beveiligingsmiddel voor
schepen; 8. trekken; 11. droogoven;
16. eveneens; 17. vocht; 20. tamelijk;
21. natuurverschijnsel; 23. kiel; 25.
rivier; 28. deel van deur; 30. kleveri
ge stof; 31. opstootje; 32. Oosters
vorst; 34. nis; 36. geul; 37. meisjes
naam; 39. bezoeker; 41. echt; 45. per
adres; 46. in orde.
HET ADRES
VOOR IJZERWAREN,
GEREEDSCHAPPEN
- ENZ.
Er was eens een stad
waar iedereen die ziek of
treurig was een taart op
zijn stoep vond. En wat
voor een taart! Zo gauw
hij bjj je op tafel stond,
gebeurde er iets. Je rook
korenvelden, je hoorde
bijen zoemen en het leek
of je helemaal zonder
zorg in een weiland lag
met de zon op je gezicht.
Je kon gewoon niet meer
boos of somiber blijven
als je daarvan at. Maar
niemand wist waar die
taarten vandaan kwa
men en niemand vroeg
er ook naar, want ze
waren bang dat die taan
ten dan hun toverkracht
zouden verliezen.
Op een dag kwam de
koning helemaal alleen
in de stad. Hij was op
jacht geweest en in het
bos was hij zijn lakeien
en de kok, die het eten
bij zich droeg, kwijtge
raakt. Hij rammelde van
de honger. Hij reed met
een door naar de enige
bakkerswinkel die er in
het stadje was. Een oud
vrouwtje was juist bezig
de koperen deksels van
de koekjestrommel te
poetsen en ze keek ver
baasd op toen ze de ko
ning zag binnenkomen,
„De bakker is er niet",
zei ze verlegen, „hij is
naar de molenaar om
meel. Ik maak intussen
de winkel schoon. Dat
doe ik al zestig jaar lang
elke avond".
„Praat niet zoveel",
bromde de koning, „geef
onmiddellijk alles wat er
te eten is". Het vrouwtje
kreeg een kleur van ver
legenheid, „Er is niets",
riep ze, „helemaal niets!"
De koning stapte haar
voorbij en keek zelf in
de trommel en in de bak
kerij. Nee helemaal niets
te eten. Nog geen krui
meltje!
Kwaad kwam de ko
ning naar buiten. De
groeteman en de slager
die hadden gehoord dat
de koning zo'n honger
had kwamen hem met 'n
buiging tegemoet. „Te
eten is er genoeg", zei
den ze, „biefstuk, dop
erwtjes, kalfslapjes,
worteltjes..."
„Dat lust ik niet", zei
de koning, „ik lust al
leen maar snoep, taarten
Ien zo..."
„Jammer", f'dsterde
de groenteman tegen de
slager, „dat we nu niet
weten waar die taarten
vandaan komen. Dan
konden we er één voor
hem halen".
„Wat zei je daar over
taarten?", vroeg de ko
ning, die gehoord had
wat hij zei, „waarom
kun je die taart niet ha
len?"
De groenteman kreeg
een kleur, want de men
sen praatten nooit met
elkaar over het raadsel
van de taarten. Maar ja,
als de koning hét nu
vroeg!
„Het zijn tovertaarten
majesteit. Niemand weet
waar ze vandaan ko
men..." „Ik geloof je
niet", riep de koning, die
bij het woord taart nog
veel bozer werd. „Voor
uit, vertel op, wat is er
met die taarten? Waar
zijn ze?"
De groenteman kon 't
niet zeggen en de koning
werd zó kwaad dat hij
hem liet opsluiten in het
hok onder de toren. Zelf
ging hij naar een hotel
waar hij de dekens
kwaad óver zijn oren
trok toen hij in bed lag.
Maar slapen kon hij niet.
Niet van de honger en
ook omdat hij berouw
had. „Waarom ben
ik zo onvriendelijk
geweest?", dacht hij.
„waar niets is kun je
ook niets vragen". Hij
schaamde zich zo, dat hij
opstond en alleen de
donkere straat op ging
naar het hok onder de
toren.
Al uren zat de groen
teman daar te huilen,
omdat hij telkens maar
moest denken aan alle
heerlijke groenten die hij
de koning had kunnen
geven.
Net toen de koning de
sleutel in het slot van 't
hok wilde steken stootte
zijn voet tegen iets
zachts dat voor de deur
van het gevangenenhok
lag. Hij bukte zich. Wat
was dat? Een taart!
Had die groenteman dan
toch gejokt? Waren er
wel taarten in de stad?
Voorzichtig nam hij de
taart op en woii hem on
der zyn mantel stoppen.
„Nee koning', dat gaat
niet", zei een zachte
stem en hij voelde hoe
iemand een hand op zijn
arm legde.
„Wie is dat? Wat moet
je?" riep hij geschrok
ken. Naast hem stond 't
oude vrouwtje dat hij
's middags in de winkel
had gezien.
„Die taart is niet voor
U", zei ze, „U bent niet
ziek of treuirig. U bent
alleen maar ontevreden.
De groenteman heeft die
taart meer nodig. Hij is
voor hem".
„Wel alle mensen",
riep de koning, „dat zul
len we nog eens zien!"
Hij zette zijn tanden in
de taart en opeens was
hij stil. Hij róók het ko
renveld, hij hoorde de
bijen en lag met zijn
hoofd in een weiland en
voelde de zon op zijn ge-
z'cht. Hij hoorde de koei
en loeien en de kippen
kakelen. De koning
glimlachte en draaide
met één hand de sleutel
om in het slot van het
hok. In de ander hield hij
de taart en gaf die aan
de groenteman, die met
de tranen >nog op zijn
wangen te voorschijn
kwam.
„Vrouwtje, loop niet
weg!", riep de koning
vriendelijk, „je moet me
het recept geven voor
die taart. Ik ben opeens
een ander mens. Toe,
schrijf het voor me op".
Het oude vrouwtje
schudde haar hoofd.
„Het zou niets helpen",
zei ze, „het is een heel
gewoon recept, maar uw
Heb jullie op de weg mis
schien
Poesjenelletje gezien?
Met een strikje van flu
weel
om haar zachte poeze-
keel,
met een pluimpje aan
haar oor
en een mooi wit befje
voor,
zonder spatjes, zonder
spetjes,
alles even schoon en net
jes?
Zoek maar niet of je
haar ziet.
Poesjenelletje zit thuis.
Is daar dan een vette
muis?
Staat haar melkje daar
dan klaar?
Is daar vlees of worst
voor haar?
Poesjenelletje zit thuis
en geen pootje komt uit
huis.
knappe kok kan het niet
maken".
„Wat is dat?", riep de
koning, „wat is er dan
voor nodig? Meel eieren,
honing Het stuifmeel
van de mooiste bloemen
zal ik nemen, eieren van
struisvogels en honing
van koningsbijen".
Het vrouwtje schudde
weer met haar hoofd.
„Elke avond maak ik de
winkel en de bakkerij
schoon. Hier een snuifje
meel, daar een kliedertje
boter. Uit de honingpot
Is een spatje gemorst en
een paar rozijntjes zijn
naar de deegbak geval
len, In glazen potjes
spaar ik alles op. Thuis
zet ik ze op een rijtje
voor me op tafel neer. Als
ik naar net meel kijk,
denk ik aan het koren
veld. Ik kijk naar de ho
ning en ik hoor de bijen
zoemen. Ik ruik het groe
ne gras waar de zon op
schijnt en waar de kippen
lopen. En opeens hoor ik
een kipje kakelen en het
is mijn eigen Annebetje,
die rondstapt op het erf.
Ze haalt me uit mijn dro
men en vertelt dat ze een
eitje heeft gelegd. Dat ei
tje bewaar ik ook.
Ik spaar en spaar en
net zóiang tot ik op een
dag hoor van iemand die
ziek of treurig is. Dan
bak Ik mijn taart. En al-
's Morgens niet, niet
's avonds laat.
't Is haar veel te nat op
straat.
Binnen kijkt ze naar de
regen:
„Nee hoor, daar kan ik
niet tegen",
zegt die kleine poesjenel
letje,
die zo bang is voor haar
velletje.
,„'t Is me. veel te vies en
nat
en.ik ben 'n. schone kat"
les wat ik droomde: het
korenveld, de bijen en de
zon, bak ik er in mee".
De koning begreep dat
zelfs een kok met een
vierdubbele muts daar
niet tegenop kon. En dat
zei hij ook eerlijk.
Toen de zon opkwam
verdween de koning uit
de stad, heel wat vrien
delijker en w\jzer uan hij
er gekomen was. Zo wijs
als de wijze mannen aan
zijn hof hem niet maken
konden.
In het stadje bleef al
les hetzelfde. Wie ziek
of treurig was vond op
de drempel van zijn huis
een taart. En wat voor 'n
taart! Niemand wist
waar die vandaan kwam.
Alleen het oude vrouw
tje en de groenteman en
di& houden hun mond.