Mornards cel lijkt op luxueuze
woning van een rijke vrijgezel
TELEFUNKEN
Alleen duurste televisietoestellen in
trek in „achtergebleven gebied"
ft
EEN ZONDERLING STAATSMAN:
KRISHNA MEN0N VAN INDIA
DB BOEKEMK
BATERDAG 6 OKTOBER 1956
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
RAADSELS ROND DE MOORD OP TROTSKI (IV, slot)
Doodsangst voor de vrijheid
Mornard heeft een geraffineerd middel uitgedacht om het hart van
Sylvia te veroveren. Niet alleen hangt hij de verliefde uit, doch hij weet
zijn zogenaamde genegenheid voor het meisje handig te vermengen met
een alles verloochenende politieke aanhankelijkheid aan de verbannen
„Rode Napoleon".
En het is alles zo handig gespeeld, dat Sylvia er geen ogenblik aan
twijfelt.
Uit de brieven, die zij haar zuster in Mexico schrijft blijkt duidelijk, hoe
zij dweept met haar nieuwe vriend. Zij schrijft Jadwiga, dat zij Mornard
zal vergezellen, wanneer deze, over enige tijd, naar Mexico gaat om
Trotski op de hoogte te brengen van de geweldige aanhang, die de Trots
kisten in Frankrijk verworven hebben.
„Het Is een idealist van het zuiverste gehalte, wars van alle valsheid
•n verraad. Ge kunt U voor onze leider geen trouwer volgeling inden
ken".
Zo bereidt Sylvia, onwetend, het
terrein voor.
En als haar zuster antwoordt,
dat Trotski geen onbekenden ont
vangt en iedereen, die zijn villa
betreden wil, drager van een vrij
geleide der Mexikaanse regering
moet zijn en daarenboven nog op
wapsns wordt onderzocht, dan
krjjgt Mornard plots die geveinsde
Verlamming.
Die zal hem immers het voor
wendsel van de wandelstok aan de
hand doen, de stok met het dode
lijke geheime wapen in de kruk.
Het is eigenaardig, hoe Trotski, die
van Jadwiga over het geplande be
zoek van de vriend van haar zuster
gehoord heeft, er zich van in den
eginne tegen verzet de man te ont
vangen.
Heeft de ,,Rode Napoleon" op zijn
Mexicaans Sint-Helena er een voor
gevoel van, dat hem langs die kant
gevaar bedreigt Voelt hij, in de per
soon van die onbekende, het zwaard
van Damocles boven .zijn hoofd han
gen? Immers, telkens, wanneer
Trotski zijn secretaresse de naam
Mornard hoort uitspreken, begint hij
zenuwachtig te doen en wordt hij als
door een verlammende schok over
vallen.
En wanneer Trotski's echtgeno
te, Natalia Sedova, Mornard op
aandringen van de gezusters
Ageloff ontvangt, sluit de rode
leider zich in zijn werkkamer op.
Natalia laat zich zelfs overhalen
om autoritjes met Mornard te
maken en is nog zo „burgerlijk"
om Sylvia raad te geven bij de
aankoop van haar uitzet. Wan
neer Trotski tenslotte er in toe
stemt de bezoeker te ontvangen,
dan voelt hij wellicht dat hij zijn
eigen doodvonnis ondertekend
heeft en dat zijn angst wel dege
lijk gegrond was.
Doch die angst is zyn wraak ge
worden. Want op het ogenblik wordt
zyn moordenaar in de gevangenis
nog steeds er door geplaagd. De
vrees, zelf vermoord te worden laat
hem in de luxueuze cel var. de ge
vangenis van Mexico City zelfs geen
ogenblik met rust, al leidt hij er ook
het leven van een rijk man," met al
het comfort, dat hij maar wensen
kan.
De angst voor de wraak der Trots
kisten, de angst door zijn opdracht
gever (s) of diens opvolgers geliqui
deerd te worden, laat hem geen ogen
blik los. Doden spreken niet, maar de
man, die zich Mornard noemt, heeft
angst voor de vrijheid.
Comfortabel appartement
De centrale gevangenis van Mexi-
co-stad is een moderne internerings
inrichting met 3800 luchtige cellen,
die nooit leeg zijn. Het grootste ge
deelte van de „pensionnairs" die er
verblijven heeft bloed aan de handen
of een moord op het geweten.
In Eindhoven heeft mr. J. M. L. Th
Cals, de minister van onderwijs, hun-
sten en wetenschavnen in het demis
sionaire kabinet, donderdagmiddag
officieel de eerste paal geheid voor de
tweede Nederlandse technische hoge
school, die daar zal verrijzen. De foto
toont mr. Cals bezig met deze his
torische handeling.
Doch niemand van de honderden ge-
interneerden uit de centrale gevange
nis, heeft zijn misdaad zo nauwkeu
rig gepland als de man in cel 527.
Cel ls eigenlijk nogal veel ge
zegd. In feite is nummer 527 een
klein appartement van 2 kamers
met een vestibule en badkamer.
Doch zware grendels voor de
vensters en extra sloten op de
deuren zorgen ervoor, dat nie
mand naar binten, maar ook nie
mand naar binnen kan.
En als de deur geopend wordt
zou men zich In de luxueuze wo
ning van een rijke vrijgezel wa
nen.
Radio en televisie met dichtbij een
modem rookstel. Een ijskast, in
de aangrenzende kamer zorgt er
voor, dat mijnheer steeds koele
drank en fruit bij de hand heeft.
En de bewoner van dit „apparte
ment" is niemand anders, dan de
man, die zich Jacques Mornard
noemt, de moordenaar van Leo
Trotski.
Het is nog gemakkelijker een
audiëntie te bekomen bij een koning
of president, dan door de moorde
naar van de „Rode Napoleon" ont
vangen te worden.
„U begrijpt wel", zo zegt de gevan
genisdirecteur, kolonel Tejero, „dat
ik steeds maar aanvragen van jour
nalisten en diplomaten krijg, om $en
onderhoud toe te staan met de meest
raadselachtige moordenaar van deze
eeuw. Doch steeds moét ik weigeren.
Want bij het zien alleen van een be
zoeker ontsteekt Mornard in woede.
Hij beeldt zich steeds in, dat de onbe
kende gekomen is om hem van kant
te maken. En zijn vrees is niet on
gegrond".
„Het volgende voorval", aldus Te
jero, „bewijst genoegzaam hoe ge
vaarlijk een bezoek aan Mornard,
ook voor de bezoeker kan zijn".
„Twee jaar geleden liet ik my door
de Amerikaanse ambassade overre
den om de correspondent van een der
grootste bladen ter wereld, in Mor
nards vertrekken toe te laten. Toen
de moordenaar de bezoeker lag, liet
hij een geweldige schreeuw horen,
sprong op hem af, greep hem bij de
keel en trachtte hem te wurgen. Er
waren vier bewakers nodig om de
bevende correspondent uit Mornards
greep te verlossen. Daarentegen is
hy in de omgang met bewakers, die
hem dageljjks zjjn maaltijden uit het
beste hotel van de stad be
vriendelijk en ongedwongen. D
heeft een hekel aan bezoekers'
Koele ontvangst
Enige tijd geleden, toen de nieuws
agentschappen over de gehele wereld
meldden, dat het Mexicaans gerecht
de moordenaar van Trotski uit de ge
vangenis zou ontslaan, liet kolonel
Tejero zich nogmaals overreden.
Ondanks zijn vroegere ervaringen
stond hij een Amerikaanse verslag
gever toe Mornards „appartement"
te betreden.
De journalist stelde hem voor
onmiddellijk 5 miljoen fr. te geven
stad bestellen,
[en. Doch hy
stijl cn perfectie sinds 1903
Duitsland verlengt termijn
aanspraken
schadevergoeding
Van de zijde der Duitse ambassade
wordt medegedeeld, dat de termijn
voor de geldendmaking van aanspra
ken op schadevergoeding op grond
van de „Bundesentsehadigungsge-
setz" (bondswet van schadevergoe
ding) d.d. 29.6.1956 tot en met 30
september 1957 ls verlengd. Deze
termijnverlenging geldt ook voor de
aanmelding van schade, geleden door
de vervolging op het gebied van de
sociale verzekering en de oorlogs
slachtofferverzorging.
Bovendien is de kring van perso
nen die aanspraak op schadevergoe
ding kunnen maken, vergroot. Er
wordt echter op gewezen dat Neder
landers, die nooit in het gebied van
het toenmalige Duitse rijk met de
grenzen van 31 december 1937 ge
woond hebben, voor een schadever
goeding niet in aanmerking kunnen
komen.
Volgens het Oostduitse nieuwsbureau
heeft de Oostduitse Lufthansa donderdag
een dagelijkse lijndienst ln beide richtin
gen tussen Berlijn en Moskou geopend.
De 3j-jarige Luis Somoza heeft de
eed afgelegd op de grond/wet na door
het congres van Nicaragua tot presi
dent van dat land te zijn gekozen in
de plaats van zijn vader, Anastasio.
Zijn vader overleed aan de verwon
dingen, opgelopen bij een aanslag op
zijn leven.
voor het levensverhaal van de
„raadselachtige moordenaar uit
cel 527".
Maar luister hoe de bezoeker
zijn ontvangst beschreef: de kolo
nel klopte hoffelijk op de tweede
deur van het vertrek en deed dan
open. Een zwaargebouwde man
kwam onmiddellijk op hem toe.
Het was Jacques Mornard.
Blijkbaar zonder op mij acht te
slaan, vroeg hij de directeur in het
Spaans: „Waarmee kan ik U van
dienst zijn?"
Steeds uiterst beleefd, alsof het
een grote personaliteit gold, ant
woordde de kolonel: „Er is hier een
bezoeker. Een Amerikaans journalist
die U een zeer gunstig aanbod wil
doen en U als geschenk enkele boe
ken meegebracht heeft".
Mornard gunde mjj echter geen
blik. Als hysterisch en zinderend van
woede barstte hjj uit: „Als ik voor
U zoveel eerbied niet had, zou Ik die
bezoeker anders ontvangen. Wat die
boeken aangaat, ik kan er zoveel ko
pen als ik wil. Sluit de deur. Ik wil
niemand zien".
De stalen deur viel dicht. Maar ik
had een beeld gezien, dat ik myn le
ven lang niet meer zou vergeten".
Het is niet de eerste maal dat de
invrijheidstelling van Mornard in het
vooruitzicht wordt gesteld. Het
Mexicaanse ministerie van Binnen
landse Zaken heeft protest aangete
kend tegen het besluit tot vrijlating,
dat door 't Opperste Gerechtshof
werd genomen. Er knnnen nog
maanden verlopen, vooraleer hier
over een beslissing genomen wordt.
Maanden van spanning en vrees,
voor de man, die in doodsangst leeft
voor de vrijheid.
GEEN TELEVISIESENSATIES OP FIRATO
„Maar valt er over de televisie op
dit moment dan in het geheel niets te
vertellen?" hebben we ir. Franken
gevraagd.
Ongunstige zendersituatie remt
ontwikkeling in Nederland
(Van onze speciale verslaggever)
„Men moet op de komende „FIrato" geen opzienbarende nieuwigheden
op televisiegebied verwachten", meent ïr, G. Franken, chef van het Tele
visielaboratorium Van der Heem N.V. te 's-Gravenhage. „Er is technisch
langzamerhand een uitstekend niveaxi bereikt. Er is Weinig „sneeuw" meer
in het beeld, de details zijn zichtbaar gemaakt en het „rollen" of „kap
seizen" door impulsachtige storingen van bromfietsen of scheerapparaten
is weggewerkt. Met andere woorden, zo langzamerhand is dus een beeld
verkregen, waar men met plezier naar kan kyken. Een opzienbarend
nieuwtje zou kunnen zijn de introductie van de kleuren-televisie. Maar
daar zijn we nog jaren van verwijderd. Een studiecommissie is zo juist aan
het werk gegaan om het eens te worden over het verkieslijkste systeem",
aldus ir. Franken.
„Natuurlijk wel", meende deze ex
pert. „Alleen, het ligt op een ander
terrein. De Ned. Televisie-Stichting
heeft zo juist haar eerste lustrum ge
vierd. Terecht is deze instelling lof
toegezwaaid. Met zeer beperkte fi
nanciële middelen ziet men na vijf
jaar kans een redelijk program te
maken. Maar nog altijd is ons tele
visie-bestel van die aard, dat er ach
tergebleven gebieden zijn. Duitsland
is twee jaar later dan Nederland ge
start. Maar vorige maand is daar de
zestigste zender in de lucht gekomen.
De N.T.S. heeft altijd nog maar één
zender. Zeker, er zijn plannen voor
steunzenders. In Roermond en Goes
wordt gebouwd. Maar Bakkeveen is
Appelsga geworden en nu weer Irn-
sumi Markelo heeft naar het schijnt
een scheefgezakte toren opgeleverd.
Al met al wordt nog niet de helft van
ons land bedekt, terwijl Duitsland al
80 procent van de Bondsrepubliek
kijkgenot kan verschaffen. Gevolg:
Limburg en een deel van het oosten
oriënteren zich op Langenberg, 't zui
den is aangewezen op de Belgische
zenders, en het noorden op de nieuwe
zender van Bremen. De Nederlandse
televisionisten betalen dus wel dertig
gulden kijkgeld per jaar aan Vadertje
Staat maar ze krijgen er niets voor
terug.
Op de keper beschouwt kost deze
situatie meer geld dan men zou den
ken. Men schaft zich kostbaarder toe
stellen aan, dan bij een goéd televisie
zendapparaat hier te lande noodzake
lijk zou zijn. Men moet immers gaan
„hengelen". En dat heeft op grote af
stand van de zenders alleen zin met
de grootste apparaten.
In feite verkeert de Nederlandse
televisiebezitter in de „achterge
bleven gebieden" in de situatie van
iemand met een radiotoestel, aan
wie geen andere keus wordt gela
ten dan de programma's van Tokio
of San Francisco.
Deze situatie is schadelik voor de
Nederlandse industrie, maar ook voor
het Nederlandse volk. Voor de indus
trie heeft het geen zin zo eenvoudig,
en goedkoop mogelijke toestellen te
fabriceren en de Nederlandse kopers
worden in de waan gebracht, dat het
allerduurste beslist noodzakelijk is.
Op dit ogenblik liggen de verhoudin
gen al zo, dat zelfs mensen in de
Randstad Holland, die Lopik al met
een eenvoudige ontvanger zeer bevre
digend kunnen opvangen, naar de
duurste apparaten grijpen, omdat ze
ook zo nu en dan wel eens willen pro
beren Langenberg of België Vlaams
te ontvangen. Ongetwijfeld speelt de
gunstige conjunctuur hierin een rol.
Maar de gebrekkige zender-situatie
werkt een en ander in de hand.
In de kring van het bedrijfsleven
en waarachtig niet alleen de fa
brikanten van televisie-apparaten
ziet men maar één oplossing voor dit
Srobleem. Zo snel mogelijk naast de
r.T.S. de commerciële televisie in de
lucht.
Het vooral in de laatste maanden
enorm toegenomen aantal kijkers
maakt, dat een beslissing hierover
langzamerhand wel gewenst wordt.
Die beslissing ligt bij de minister van
O. K. en W., maar de heer Cals wacht
op een advies van de Radioraad, bij
wie de aanvraag van de Televisie Ex
ploitatie Mij. voor een concessie in
behandeling is.
Of een beslissing nog lang op
zich zal laten wachten? De initia
tiefnemers zijn van mening, dat
het niet zo heel lang meer zal du
ren, ondanks de tegenstand, die er
nog altijd is in bepaalde kringen.
Niet alleen staan hier te grote so
ciaal-economische belangen van de
Nederlandse bevolking op het spel,
maar ook heeft de minister reeds
bij zijn begroting te kennen ge-,
geven in beginsel allerminst on
gunstig tegenover de commerciële
televisie te staan. Bij dit alles mag
dan verder de overweging gelden,
dat ons staatsapparaat er niet in
het minst door belast wordt.
Propagandist werd
diplomaat
Toen Krishna Menon, de
ascetische, briljante agitator
in de redenaarshoek van
Hyde Park, door Nehroe tot
Hoge Commissaris van de
pas opgerichte Indische Re
publiek benoemd werd, ging
er een huivering door de kan
toren van Downingstreet
nummer 10 en het Foreign
Office. Voor de onderstaats
secretarissen en hoge beamb
ten van deze eerbiedwaardige
Britse instituten belichaamde
Krishna Menon alles, wat ze
verafschuwden. Het scheen
helemaal niet zo belangrijk
te zijn, dat hij een hartstoch
telijke, fanatieke Indische
patriot was. Belangrijker
scheen, dat hij whisky haat
te, geld verachtte, slechts
één kostuum bezat en in het
donkere stadsgedeelte van
Londen, in de slums van
Camden Town, woonde.
Belangrijker scheen, dat hij
net als Bernard Shaw of Ghan-
di noch rookte noch vlees at en
dat hij ln tegenstelling met zijn
vriend en chef Nehroe, de kunst
van de zelfbeheersing, op zijn
minst van wat de westerse be
schaving zich daarbij voorstelt,
niet geleerd had. Hij zei wat hij
dacht, hij duldde geen domkop
pen om zich heen en haatte
conventionele frasen. Wanneer
één van zijn medewerkers een
fout maakte zweeg hij niet be
leefd, maar noemde hem een
vervloekte ezel en raasde als
een bezetene.
Hij had slechts één harts
tocht met de gentlemen van
Whitehall gemeen hij
dronk net zo veel koppen
thee als zij en misschien nog
wel meer.
Metamorfose.
De hoge heren zouden zich
blijven verbazen, zo vervolgt
Hans Taslemka, aan wiens ver
haal in de Sehweizer Wochen
Zeitung wij hier een en ander
ontlenen. Het bleek namelijk al
heel gauw, dat Menon als am
bassadeur van de Indische repu
bliek, de trucs en gebruiken
van de agitators, van de Hyde-
Park-redenaars kennelijk ver
geten had. Uit de propagandist
werd het leek wel in een
nacht een staatsman, uit de
revolutionair een eerste klas
diplomaat, die alles deed, om
mogelijke conflicten in de kiem
te smoren en, wat voor White
hall belangrijker was, om India
in de Britse Commonwealth te
behouden.
Het scheen nu toch alsof de
30 jaren, die Krishna Menon,
leerling en vriend van de En
gelse theosofe Annie Besant
(die ook zyn reizen naar Enge
land gefinancierd had) in
Groot-Brlttannïë doorgebracht
had, merkbaar werden.
Men heeft Menon vooral in
New Delhi voor de voeten ge
worpen, dat hij enorme geldbe
dragen uitgaf voor de inrich
ting van de Indische ambassa
de, van het Indische Hoge Com
missariaat en van de Indische
clubs in Londen. Men vond het
overdreven, wanneer hij bij
voorbeeld 2000 mensen voor de
nieuwe diplomatieke vertegen
woordiging aanstelde Men
stond versteld, toen h\j plotse
ling twee Rolls Royce-wagens
kocht, en toen hij zelfs de meest
elegante en duurste maatkos
tuums bestelde in Savile Row,
het beroemde Engelse heren
mode-centrum.
Boekenavontuur.
In werkelijkheid was er
niets veranderd. Menon voel
de heel duidelijk, dat de Indi
sche republiek zich in het bui
tenland representeren moest
en hij volgde op deze manier
de wensen van Nehroe. Hij
zelf leefde verder in een
klein en eenvoudig kamertje
en veranderde niet het mins
te aan zijn Spartaanse, puri
teinse gewoonten. Het is
waar, dat hij in de hantering
van de Indische gelden niet
altjjd bijzonder handig was
en door oplichters en specu
lanten er tussen genomen
werd, maar wat kon men an
ders van een man verwach
ten, die niet alleen niet met
geld om kon gaan, maar het
zelfs haatte.
Afgezien van zyn levenswerk,
India onafhankelijk te maken,
rijn de literaire prestaties van
Krishna Menon zeer byzonder.
Nadat Kjj drie jaar aan. ver
schillende faculteiten promo
veerde en als advocaat toegela
ten was (hjj nam slechts kwes
ties aan wanneer hjj beslist
geld nodig had, of wanneer hjj
arme mensen helpen wilde),
stelde hjj de gebroeders Lane
voor, met de Pinguïn- en Peli-
c&nboeken te starten. Dit boek
handel-avontuur werd het
grootste succes, dat de angel-
Saksische llteratuurwereld ooit
behaald had.
Menon was de eerste hoofdre
dacteur van deze indrukwek
kende serie goedkope gebonden
klassieken, en hij verklaarde
dikwijls, dat hij op het idee van
de Pinguinboeken gekomen
was, toen hij de goedkope Duit
se Insel-uitgaven leerde ken
nen. Menon vergenoegde zich
niet alleen het zijn werk als
secretaris-generaal van de „In
dia League", hij gold ook jaren
lang als actief lid van de linker
vleugel van de Labour Party,
was gemeenteraadslid in de
Londense wijk St. Pancras en
reorganiseerde in deze functie
de stadsbibliotheek. Van 1941
tot 1945 behoorde hij niet bij de
Labour Party, omdat hij het
niet eens was met de India-po-
lïtiek van de partij. Pas toen
Attlee India na de oorlog de
onafhankelijkheid gunde, kwam
hij weer in de partij terug en
hij betaalt nog heden ten dage
zijn contributie.
Illllllllllllllllllilllllillllllllllllllllllllll
Dan en oeez
DR. A. KUIPER
Prof. mr. W. F. de Gaay Fortman
schreef een inleiding tot een bundei
geschriften van dr. Abraham Kuyper.
die verscheen als tweede deel in de
serie „Ons sociaal erfdeel". En deze
inleiding getuigt van een grote liefde
voor het werk van de grote anti-revo
lutionaire leidsman, die in zyn dagei
als weinig anderen werd verguisd ei.
vereerd. Maar het grote respect e»-
de genegenheid, die uit de woorde
van professor De Gaay Fortman
3>reekt verhindert hem niet om de
guur van Kuyper toch ook kritisch
te beschouwen, zodat deze verhande
ling (gelukkig) niets heeft gekregen
van persoonsverheerlijking, integen
deel. Kuyper wordt in betrekkelijk
weinige bladzijden bekwaam ge
tekend, als theoloog-politicus en als
mens. Terwijl bovendien de nu reeds
lang voorbije periode van Kuypers
optreden voor de mens van vandaag
actueel wordt gesteld: „ten aanzien
van de universele betekenis van het
Evangelie blijft de negentiende eeuw
Kuyper tot in de tweede helft van de
twintigste eeuw actueel. Want de
Kroblematiek van het Mandement der
Tederlandse bisschoppen 1954 en van
het Herderlijk Schrijven vanwege de
Generale Synode van de Nederlands
Hervormde Kerk 1955 is zijn proble
matiek", aldus prof. De Gaay Fort
man.
Niet alleen echter uit deze inleiding
•ijst de figuur van „Abraham de ge
weldige" op, doch vooral ook uit de
geschriften, die in dit boekje op de
:nleiding volgen. Geschriften van een
geboren schrijver, brillant stylist en
redenaar, die zijns gelijke ln zyn
dagen niet heeft gekend. Vriend en
tegenstander van zyn politiek zullen
deze beschouwingen ongetwijfeld met
bewondering lezen.
Het boek werd uitgegeven door H.
J. Paris, Amsterdam.-