TELEFUNKEN
Weg uitZeeuwsch- Vlaanderen
w/m\i?
PIEPPIEP VINDT
MIES
MJISl
ONDERZEEBOTEN IN AANBOUW
VERTROKKEN UIT VLISSINGEN
ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1956
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
15
stijl cn perfectie sinds 1903
Hij heeft vóór de capitulatie van
Nederland geen opdracht ontvangen
om naar Engeland te gaan. Op 15
mei moest hij 's avonds kolen laden;
daar had hij opdracht toe. Hij meent,
dat zy die avond omstreeks acht uur,
halfnegen, in Vlissingen zijn aange
komen. Hij is niet naar binnen ge
stoomd; er is geseind. Er is toen een
aanval van Duitse vliegtuigen geko
men en hij heeft gezien, dat deze
magnetische mijnen in de haven van
Vlissingen lieten vallen. Door de Wie
lingen is hij naar Cadzand afgezakt.
Daar kwam nog bij zij had
den een hele tjjd geen ketelonder-
houd gehad dat de vlammen
uit de schoorsteen sloegen; dat
was niet zo leuk. De 16e mei 's
morgens om drie uur heeft de heer
Van Asbeclc het anker gelicht en
omdat er geen kwestie was van
kolen laden in Vlissingen, daar er
magnetische mijnen lagen, is hy
naar Ostende gegaan, dat onge
veer op twee uur stomens afstand
ligt. Voor Ostende is een loods aan
boord gekomen om te zeggen, dat
zij niet binnen konden gaan we
gens magnetische mijnen.
Toen hrj onderweg was naar Osten
de, dus tussen 's morgens drie en vijf
uur, is er een telegram gekomen met
de mededeling, dat er magnetische
mijnen lagen in de haven van Vlissin
gen en dat ?ij niet naar binnen moes
ten gaan. Daarna is er een telegram
gekomen met het bericht op te sto
men naar Veere. Dat telegram was
afkomstig van de commandant Zee
land, schout bij nacht Van der Stad.
De route werd aangegeven Oostgat
Westgat. Van het Oostgat was be
kend dat er magnetische mijnen lagen.
Binnen twintig minuten was er een
tweede telegram; zij waren toen vlak
bij Ostende. Dat wist de commandant
Zeeland niet. De loods van Ostgnde
zei, dat zij niet naar binnen konden
gaan en aangezien het van Ostende
naar Veere een geweldig eind was, is
hij doorgegaan naar Duinkerken.
Prins Bernhard was teruggekomen
uit Engeland en deze zei, dat gij naar
Engeland moesten gaan en hij heeft
gezegd te zullen zorgen, dat zij die
dag orders zouden krijgen om over te
stelcen. De orders zijn toen ook geko
men, niet uit Londen maar uit Zee
land; ze zijn bij de heer Van Asbeck
gebracht door de commandant van de
..Plores".
tachement bestond toen uit ongeveer
30 man marechaussee, 32 man politie-
troepen en 77 man militairen van an
dere wapens.
Het detachement onder dr. Koch
beschouwt de heer vaii Hilten als ëen
onderdeel van het totale detachement
van majoor, den Beer Poortugael; het
bestond aanvankelijk uit een genees
kundige afdeling uit Zéeuwsch-Vlaan-
deren. Dat detachement is van Oost-
bürg in Zeeuwsch-Vlaanderen naar
Brugge verplaatst. Op 10 juni is het
van Brest naar Engeland overgesto
ken.
Het detachement van de officier
van administratie der eerste klasse
der Koninklüke marine Langeveld is
van Duinkerken uit op 20 mei recht
streeks naar Engeland overgestoken.
Dat bestond uit marine-officieren uit
de staf van de commandant ZeeLand.
De andere detachementen hebben
zwerftochten door België gemaakt,
maar zyn niet verder gekomen en heb
ben tenslotte de terugtocht naar Ne
derland weer aanvaard, waar z\j voor
en na later ook zjjn terechtgekomen.
Van Duim de bemanning en de proef-
bemanning aan boord.
De heer Valkenburg had met de
heer Van Duim, commandant van een
andere boot, die niet In de buiten
haven van Vlissingen lag, maar op de
werf binnen de sluizen, afgesproken,
dat deze er aan zou denken dat wan
neer hij naar buielen zou gaan er al-
lei dingen zoals kooien enz. aan boord
zouden worden gebracht, omdat er
van dit alles nog niets aan boord
was. De heer van Duim heeft er voor
gezorgd dat toen zij buiten lagen de
werfmensen met sleepbootjes alle
mogelijke spullen, die zij aan boord
nodig hadden, overbrachten.
Mensen van de werf hebben de kooien
aan boord opgesteld en zodoende het
schip bewoonbaar gemaakt.
Dit heeft de gehele dag geduurd,
terwijl er voortdurend bomaanval
len op de rede waren. De rede werd
steeds voller met schepen, o.m.
koopvaardijschepen uit Antwer
pen en andere plaatsen. By ieder
bombardement gine dc duikboot
van de heer Valkenburg onder wa
ter; dit werkte natuurlijk stagne
rend op het aan boord brengen van
kooien en dergelijke.
Tegen de avond had hg nog niets ge
merkt van handelingen van de Duit
sers te Vlissingen. Hij had geen sein
of order ontvangen. Hij is langs Vlis
singen gevaren en zag daar Franse
schepen liggen. Het was hem toen
duidelgk, dat er dan zeker geen Duit
sers waren. Om ongeveer vijf uur
's middags is hij binnengelopen. Daar
vernam hij van de heer Van Duim of
van iemand namens hem, dat zij or
ders hadden gekregen om naar En
geland te gaan.
Aangezien zy geen zeekaarten had
den, omdat zij die hadden moeten af
geven voor een Franse divisie mij
nenvegers. zouden zij worden geës
corteerd door een bewakingsvaartuig
De zeegaten waren naar een door
de heer Valkenburg ontvangen tele
grafisch bericht dichtgelegd met
magnetische mijnen. Alleen vlak on
der de kust van Zeeuwsch Vlaande-
was nog een geultje open.
Toen zij buiten kwamen, vloog er
een vliegtuig over met navigatieuch-
ten aan, dat "iet direct als Duitser
kon worden geïdentificeerd. Het leek
vreemd, dat een Duits vliegtuig met
lichten aan zou vliegen. Op een ge
geven ogenblik echter, draaide het
zyn lichten uit en liet een serie van
4 magnetische mijnen vallen, vlak
achter de boot van de heer Valken
burg, welke de achterste was van de
drie. De bemanning kon niet anders
dan kwaad kijken. Zy hebben zich
zelf gelukgewenst, dat de mijnen niet
op hen, maar achter hen zyn geval
len. Die nacht zjjn er verder geen
belangrijke gebeurtenissen geweest.
De boten kwamen verschillende sche
pen tegen.
De volgende morgen zyn ze in de
Downs aangekomen, waar zij een dag
hebben gelegen. In konvooi zijn zij
naar Portsmouth gevaren, waar zij
bij de Engelse onderzeedienst te
rechtkwamen.
Prins Bernhard was 17 mei in Sluis
Over het detachement van majoor De Heer, de bataljonscomman
dant van het 2e bataljon van het 40e regiment infanterie, heeft de
heer D. A. van Hilten, hoofd van de krijgsgeschiedkundige sectie van
de generale staf, het volgende medegedeeld. Het detachement is in de
nacht van 15 op 16 mei uit Walcheren op Zuid-Beveland aangekomen.
Op de 16e schijnt er reeds een algemeen plan geweest te zyn voor het
afvoeren van alle Nederlandse troepen, die daar nog aanwezig waren,
naar België. De 17e mei heeft de commandant een bespreking gehad
met prins Bernhard te Sluis, waar de prins nog even is geweest. Op 18
mei was overeengekomen, dat deze troepen nog met de Fransen zou
den meevechten, maar de 19e kwam het bevel van de Franse generaal
Beaufrère, dat alle Nederlandse troepen Zeeuwsch-Vlaanderen moesten
verlaten, en dit detachement het was het laatste kreeg de op
dracht om via Brugge naar Ostende te gaan.
Als een markant feit is precies dat de inscheping voor Engeland te
aangegeven, dat te 23.30 uur op Brest zou geschieden. Op 11 juni zijn
de 19e mei majoor de Heer de laat- zy in Plymouth aangekomen. Het de-
ste was, die het Nederlandse
grondgebied verliet, waarmede het Advertentiel
moment is bepaald, waarop alle (Advertentie)
weerstand van de Nederlandse ge
organiseerde strydmacht op het
grondgebied in Europa was geëin
digd.
Op 20 mei waren er ongeveer 1250
Nederlandse soldaten in Ostende bij
een en in een kazerne ondergebracht.
Er zyn verschillende regelingen ge-
Advertentie)
televisie
radio
Vage herinneringen
uit Londen
Op 19 mei23.30 uur,
eindigde de weerstand
In het verslag van de parlementai
re enquête-commissie wordt nog een
en ander gezegd over de bemoeienis
sen te Londen. Voor wat Zeeland be
treft wordt het volgende opgemerkt:
Kapitein ter zee b.d. J. J. Logger
had als ondergeschikte van de mari
ne-attaché te Londen telefonische
verbinding met Middelburg, o.a. met
de heer van den Donker. Hij kan niet
precies zeggen van wie hij opdrach
ten om te telefoneren kreeg. Hij kan
zich niet meer een instructie voor de
heer van der Stad herinneren, inhou
dende, dat deze zich niet mocht la
ten gevangennemen. Misschien is er
wel zo iets gezegd, maar hij kan
thans niet zeggen van wie hij een
dergelijke opdracht heeft gekregen.
De mogelykheid is er, dat de minis
ter met de gezant heeft getelefoneerd
en dat deze de heer Logger opdracht
heeft gegeven aan Middelburg de
benoeming van schout bij nacht Van
der Stad tot opperbevelhebber door
te geven. De heer Logger is echter
zelf niet rechtstreeks in aanraking
met de minister geweest. Met het
hoofd van de militaire missie had de
heer Logger verschillende keren con
tact; het is mogelijk, dat bedoelde or
ders voor Zeeland zijn gegeven. Met.
betrekking tot de bewegingen van de
troepen of van de marine heeft de
heer Logger in geen enkel opzicht
i directieven gegeven. Er was toen or
ganisatorisch nog niets te Londen.
woord hadden gebroken, in de stryd
tegen Duitsland in. te zetten. Wan
neer de officieren zélf niet meer aan
hun erewoord gebonden waren, was
de regering dat ook niet.
Naar aanleiding van deze. beschou
wing waarschuwt de meerderheid van
de commissie dat het standpunt van
de minderheid er toe leidt, dat de toe
passing van het Landoorlogreglement
in het algemeen in gevaar wordt ge
bracht. Wanneer men immers aan
vaardt, dat een vrijwillig gegeven
woord, steunend op een volkenrech
telijke overeenkomst, eenzijdig wordt
gebroken, dan ontneemt men de basis
aan iedere regeling voor krygsgevan-
gene, waardoor deze aan grove wille
keur van de vyand kunnen worden
overgeleverd.
Tenslotte vinden minderheid en
meerderheid elkaar dan weer In de
conclusie, dat de regering duidelyk
aan de krijgsmacht behoort mede te
delen of, en zo ja, onder weLke voor
waarden, het geven van een erewoord
geoorloofd is. Ook acht zjj het nood
zakelijk, dat by de vorming van offi
cieren meer aandacht aan de proble
men rond het vry laten, opere woord
wordt .geschonken.
Beroepsofficieren
(Slot van pag. 12)
De minderheid van de commissie
kan zich met deze conclusie slechts
ten dele verenigen. Zij meent, dat de
bindende kracht van een erewoord
niet onbeperkt kan zyn en dat men er
niet door gebonden kan worden om
zelf de algemene rechtsbeginselen der
eigen nationale wetgeving te schen
den, nog minder om zelf inbreuk te
plegen op de oorlogswetten of de rech
ten van de mens. Sinds de bezetter
grovelijk en op grote schaal het oor
logsrecht en de rechten van de mens
begon te schenden, zou strikte gebon
denheid aan het erewoord de officie
ren tot medeplichtigen van de bezet
ter hebben gemaakt. Van die tijd af
bond het erewoord hen dus niet meer.
Toen werd het plegen van verzet zelfs
voor alle Nederlanders, de beroepsof
ficieren ingesloten, tot een plicht die
lynrecht stond tegenover de plicht om
het erewoord terug te geven.
De minderheid is ook van mening,
dat het de regering ln principe vry
stond om de officiëren, die him ere-
Advertentie
ONBEPERKTE GAR ANnE
°p°e v£rinc'
HAZETF ABRIEKEN TE ZEVENBERGEN
en trompetjes vasthiel
den. Dat stond allemaal
op de buitenmuur van't
huis. „Binnen is hét nog
mooier", riep Pieppiep
opgewonden en hg wipte
er al in.-
„Piep", riep zyn vader,
„wil je wel eens hier biy-
ven! En jullie ook!" Dat
was tegen de anderen die
al achter Piep aanspron
gen. „Dit huis vertrouw
ik niet", zei vader, „het
is te mooi. Kom mee
jongens, we gaan terug.
Vooruit Piep!"
Maar Piep riep aan
één stuk door dat het
verrukkelijk was en dat
hy niet terug wou naar
hun hol. Wat zijn vader
ook bromde en zyn moe
der smeekte, Piep bleef.
Boos en treurig -ging
de hele familie naar zol
der. Piep kwam 'snachts
niet naar huis. De vol
gende morgen ging de
hele familie in optocht
naar beneden om hem te
halen., maar o, wat een
schrik toen ze onderaan
de trap kwamen. Bene
den in het pakhuis waren
drie mannen bezig; En
weet je wat ze deden?
Ze rolden het verrukke
lijke huis van Pieppiep
naar buiten. Op 'n Muit
je bij elkaar zaten dé
muizen het na te kyïken.
Ze huilden allemaal 'en
iedereen wist zeker' dat
hy Piep nooit meer-terug;
zou zien. De deuren van
het pakhuis gingen dicht
De muizen renden erheen-,
en keken door een kier
tussen de drempel en de
deur het huis van Piep
na. „We zien hemnooit'
meer terug", snikte moe
der en niemand wist
daarop iets terug te zeg
gen.
LAWAAI.
Maar toen opeens
wat was dat? Een ont
zettend lawaai alsof er
honderdduizend mensen
aan het zingen waren.
De muizen vielen haast
om van schrik. „Het
komt. uit zyn huis", zei
vader en. hij wees op het
gróte djng dat nog altyd
ylak'; voor de deur stond.
.vEn die poppen zyn geen
póppen", piepte moeder,
„kijk maar ze. bewegen;
ze trommelen en flui
ten."
„Arme Piep, wat zul
len zijn oren pyn doen",
zeiden zijn broertjes en
zusjes.
„Daar is hij", riep op
eens één van de broer
tjes," „daér!". En ja
hoor, alsof hij een vogel
tje was zweefde Piep
door de lucht." Hij was
gewoon uit het draaior
gel weggeblazen (dat het
een draaiorgel was had
je naluurlyk al begre
pen, hè). Hy maakte een
boog èn kwam vlak voor
de deur terecht waarach
ter zyn familie zat te ril
len van angst.
Met veel moeite kre
gen ze hem by zrjn staart
te pakken en trokken
hem door de kier naar
binnen. Pieppiep. die al
tijd zoveel te vertellen
had, zei geen woord. Eén
woord. Verrukkelijk",-
dat zei hij,, toen. hij-paai
de oude muren van hun
eigen donkere hol óp zol
der keek. En dat meen
de hij echt!
'p>OEH4
„Kijk eens nan!" riep
[Mies ons muisje
„Najaarsbloemen zijn er
[weer!!
In die mooie vaas op
[tafel
Zet ik gauw een bosje
[neer!"
Maar toen Mies je in de
[gang liep
Bleef ze haken aan een
[kruk.
En de mooie vaas met
[bloemen
viel in honderd stukken
[stuk!!
„Oh, wat erg!" zuchtte
[ze spijtig
„Wat vind ik dat nu
[toch naar
„Misschien kan ik het
[nog lijmen.
Wie weet past het in
[elkaar! 1"
Na een paar uur passen
[meten,
had dè kleine muis haar
[zin.
Ja, de vaas was weer
gemaakt hoor,
'er zaten alleen wat
[barsten ln!
Even later vulde Mies je
weer de vaas tot aan
[rand.
Maar het leek nu een
[fontein zeg,
't spoot er uit aan alle
kant!
(Slot van pag.13)
Hr. Ms Van Meerlant
Schout by nacht Th. K. baron van
Asbeck was in de meidagen van 1940
commandant van Hr. Ms. „Van Meer
lant", die zich op dat ogenblik in de
ZeeuWse wateren bevond.