Een eeuw K.N.S.M.: bescheiden bedrijf werd machtige rederij 111 MIKkMK Oostduitse vrouwen werken in mijnen en zware industrie VIERHONDERD JAAR GELEDEN WAS KAREL V IN SOUBURG r v__ PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VRIJDAG 7 SEPTEMBER 1956 VLOOT TELT THANS 77 SCHEPEN Moeilijke momenten in crisis- en oorlogstijd doorstaan (Van onze speciale verslaggever) Een machtig Amsterdams bedrijf-gaat in oktober zijn eeuwfeest vie ren: De K.N.S.M., de Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschap pij N.V.j de zeerederij met de aan een zwarte schoorsteen met twee witte banden en de kroonvlag in top herkenbare schepen. Zevenen zeventig schepen telt deze vloot thans. En binnenkort zullen het er tweeënnegentig zijn, want nog in bestelling zijn twee passagierssche pen, zeven vrachtschepen en zes kustvaartuigen. Het zjjn uiterst mo derne schepen. Vele met machinekamer en brughuis achteruit, om het brede midscheepsgedeelte beschikbaar te krijgen voor de lading. Ze onderhouden regelmatige lijndiensten tussen vrijwel alle Noord- en Zuideuropese havens van Noord-Afrika en het nabije Oosten, verzor gen transatlantische diensten met de Overzeese Rijksdelen en de ande re landen en eilanden' in de Caraïbische Zee, met Centraal-Amerika (oost- en westkust), de landen aan de noordkust en de gehele west kust van Zuid-Amerika en tenslotte onderhouden ze nog een recht streekse verbinding tussen verschillende Noordamerikaanse havens en havens in West-Indië en Zuid-Amerika, per uur uitsluitend op zijn machines, dus zonder zeilen, Wat honderd jaar geleden beschei den werd geannonceerd als een Europese rederij „ter kleine vaart" is met vele ups en downs en met veel inspanning en vaak opoffering uitgegroeid tot een bedrijf, dat een onschatbare dienst bewijst aan het economische leven van onze dagen, in Nederland, zogoed als elders. Met een kapitaal van S00.000 werd de maatschappij op 10 juli 1856 te Amsterdam geconstitueerd. Koning Willem III steunde de nieuiwe onder neming, die met enkele nog met zei len uitgeruste stoomschepen, de vaart van Amsterdam op St. Petersburg en op Bordeaux begon. Een jaar na de oprichting van de N.V. telde de vloot reeds zeven schepen, met een laadver mogen van plus-minus 600 ton elk en daaronder ook de 300-tonner „Ondi- ne", een stoomiscbeepje dat plaats bood aan dertig passagiers en voor die tijd ongekend snel liep, nl. 11 mijl KERKNIEUWS Ds. W. A. van Griethuysen 45 jaar predikant Maandag 10 september a.s. zal hét 45 jaar zijn geleden,' dat ds. W. A. van Griethuysen thans wonende te Oegst- geest, werd bevestigd als predikant in de Ned. Herv. Kerk. Ds. Van Griethuysen werd op 22 ok tober 1883 in de hervormde pastorie van Haren in-Groningen geboren, be zocht het Atheneum te Antwerpen en studeerde eerst letteren en wijsbe geerte aan de „université Libre" te Brussel en daarna theologie aan de rijks-universiteit te Utrecht. Nadat kandidaat Van Griethuysen in 1910 door het provinciaal kerkbestuur van Friesland was toegelaten tot de evan geliebediening in de Ned. Herv. Kerk, werd hij op 10 september van het daaropvolgend jaar (1911) te Buur- malsen in de classis Tiel in het ambt bevestigd. In 1920 verwisselde de ju bilaris deze gemeente met die van Groede, welke twee jaar later met die van Nieuwvliet werd gecombineerd. In verband met zijn benoeming tot predikant-directeur van de Stads- en Landsevangelisatie „Silo" te Brussel kreeg ds. Van Griethuysen met ingang van 1 oktober 1930 eervol ontslag met de bevoegdheid van emeritus. Hij is te Brussel werkzaam geweest tot 1 no vember 1951, toen hem op achtenzes- tigiarige leeftijd eervol ontslag werd verleend. Na zijn terugkeer in Neder land vestigde hij zich metterwoon te Oegstgeesr. Tijdens ziin verblijf in Brussel heeft ds. Van Griethuysen vele bestuurs functies vervuld en zitting gehad in tal van colleges. Zo was hij o.a. secre taris van de Bond der Kerken van België. Verder was hij vele jaren re dacteur van „De Blijde Boodschap" en van het Christelijk Volksblad te Brussel. Ds. J. A. Don in Johannesburg beroepen Ds. J. A. Don. hervormd predikant' te Piet Retief' (Zuid-Afrika), tevoren in Middelburg woonachtig, is als her vormd predikant te Johannesburg (Zuid-Afrika) beroepen. Ds. Don heeft intussen zijn intrede gedaan in de nieuwe gemeente, na bevestigd te zijn door prof. Engel- brecht, hoogleraar te Pretoria. GEREF. KERKEN. Beroepen te Grotegast: A. K. Kor net te St.-Annaparochie; te Drach ten: W. van Oeveren te Vries; te Nieuwdorp: Z. C Versluys te Giesen- Rijswijk N.-Br. Aangenomen naar Ee: G. Haaks- ma te Smilde. GEREF. KERKEN ONDERH. ART. 31 K.O. Beroepen te Aldergrove (Brits Co lumbia): D. van der Boom te Alk maar. VRIJE EVANG. GEMEENTE. Beroepen te Veendam: K. Moer land te Musselkanaal. CHK. GEREF. KERKEN. Beroepen te Bussum: H. C. van der Ent te Werkendara. Met de „Ondine" vestigde de K.N. S.M.-directie destijds een traditie, die tot op de huidige dag, met enkele uit zonderingen wordt voortgezet, nl. om de schepen namen te geven uit de ,eeds enkele tientallen jaren na de grondlegging van de maatschappij bevoeren de wit-banders alle havens van het Europese continent in regel matige diensten. Gestaag ziet men grotere sohepen met meer maohine- vermogen in de vaart komen. Die ont wikkeling lijkt een bekroning te vin den in 1875, wanneer twee schepen, elk van 3500 ton, geschikt voor de emigrantenvaai-t naar Noord-Ameri- ka, aan de vloot worden toegevoegd. Ze hadden elk meer dan een miljoen bikkelharde guldens gekost en waren voor die tijd uitzonderlijk mooie bo ten. Met groot verlies heeft de K.N.S.M. ze een paar jaar later van de hand moeten doen, omdat precies op het moment van gereedkomen het eml- grantenverkoer met Amerika volko men stil was komen te liggen, tenge volge van een grote economische cri sis in de States. Rijnvaart In 1903 werd als dochtermaatschap pij opgericht de Nieuwe Rijnvaart Maatschappij, die de Rijnvaart op Amsterdam tot ontwikkeling moest brengen door de aan- en afvoer van goederen tot diep in het Europese bin nenland; Van even groot belang is geweest de samenvoeging van de belangen in 1912 van K.N.S.M. en de Koninklijke West-Indische Maildienst, die uit 1888 dateerde, De samensmelting van deze twee maatschappijen in 1927 on der de vlag van de K.N.S.M. heeft het mogelijk gemaakt de transatlantische vaart tot grote ontwikkeling te bren gen. In 1930 telde de vloot van de K.N. S.M. 91 schepen, het gaat crescendo. Maar dan komt de wereldcrisis. Be rin 1933 zijn 19 vrachtschepen opge legd en in september 1936 is de situa tie zo kritiek, dat het lijkt alsof dé oude solide maatschappij geliquideerd zal moeten worden. Middels leningen en hypothecaire kredieten van over heidswege, alsmede een financiële re organisatie, is men dit dieptepunt in de historie te boven gekomen. De oorlogsperiode van 1940-'45, toen de zetel van de maatschappij was overgebracht naar Willemstad op Cu rasao, was andermaal een moeilijke tijd. Achtenveertig schepen gingen in die jaren verloren; 247 K.N.S. M.-ers lieten te land en ter zee het leven. Tussen 10 en 15 mei 1940 ge lukte het van de dertien schepen, die in Nederlandse havens en in Ant werpen lagen, er zeven voor vertrek gereed te krijgen en onmiddellijk zee te laten kiezen. De „Van Rensselaar" in LJmuiden en de „Stella" op de rede van Vlissingen gingen door oorlogs handelingen ten onder. Met grote voortvarendheid is na de oorlog aan het herstel van de vloot en van de in Amsterdam volledig ver nielde kade-instalalties gewerkt. In to taal werden sedert eind 1946 37 nieu we eenhedon aan de maatschappij af geleverd. Alle schepen, die nog kolen stookten, werden daarnaast van olie- stook installaties voorzien. En zo telt de K.N.S.M.-vloot dan op dit ogenblik 77 zeeschepen met een gezamenlijk draagvermogen van ca 266.000 ton, en 44 Rynschepen met een gezamenlijk draagvermogen van ruim 30.000 ton. In aanbouw of be stelling zijn twee passagiersschepen (de „Oranje Nassau" en „Prins der Nederlanden" zullen ze heten), zeven motorvrachtschepen en zes motor- kustschepen, met totaal ongeveer 55,000 ton draagvermogen, alsmede zes Rijnmotorschepen elk ongeveer 500 ton. De K.N.S.M., honderd jaar geleden geboren en vele malen bedreigd door omstandigheden die een minder ge zond bedrijf ten gronde hadden ge richt, gaat sterker dan ooit zijn twee de bestaanseeuw in, Vijfduizend K.N, S.M.-ers spannen zioh thans dagelijkg in om het pionierswerk van de oprich ters volgens moderne inzichten voort te zetten. Wat er in die eeuw veran derd moge zyn, de grondslag va.i het bedrjjf is onveranderd gebléven. Men wil varen. Middels geregelde lijndien sten nieuwe economische mogelijkhe den scheppen voor handel, industrie en verkeer. Een pionierswerk, dat Ne derland ook m het verleden reeds groot maakte. Een stoom-zeilboot. Een eeuw gele den voeren de mannen van de K.N.S. M. met dergelijke schepen over de zeeën. Er is sindsdien wel veel ver anderd ~öan en oeet S. NATHUSIUS: „INO" Marie Sophie Nathusius heeft bij de N.V. De Arbeiderspers haar eerste roman gepubliceerd en het is er een, die er werkelijk wel zijn mag. Goed verteld, niet te omvangrijk en met 'n duidelijke tekening van de hoofdfigu ren. Het gaat over gebeurtenissen, die zich ergens in het Franse bergland afspelen, half ln een intellectueel en half in een hoeren milieu.'De hoofd figuur is een jong meisje (Inol. dat na het verlaten van de middelbare school enige moeilijkheden hoeft bij haar amoureuse bewustwording en omdat ze moreel niet sterk staat, vervalt ze tot lichtzinnigheid. Gelei delijk komt er dan klaarheid in haar verwarde gevoelsleven. Het slot is '_n gesprek van Ino met haar vader, die haar enig inzicht wil geven in haar moeilijkheden. Er zit spanning en vaart in 't boek. Vooral voor hen. die een psychologi sche ontrafeling aantrekkelijke- vin den dan een morele rechtvaardiging, is dit een leesbaar geschrift. HET VIJF EN TWINTIGSTE UUR Bij de uitgeversmaatschappij Pax te 's-Gravennage verscheen de der tiende druk van „Het vijf en twintig ste uur" door Virgil Gheorghiu. Dit is wel het meest aangrijpende boek over de na-oorlogse vluchtelin genkampen in Europa. De „Delft" is een van de nieuwste schepen van de K.N.S.M. De vloot van de jubilerende maatschappij bestaat op het. ogenblik uit 77 schepen en zal in de naaste toekomst tot 92 stuks uitgroeien. Staking bij Engelse scheepswerven Het werk aan 35 van de sche pen, die bij de Engelse werven aan de Clyde in aanbouw zijn, is stil ko men te liggen door een staking, waar bij 5500 arbeiders betrokken zijn. Men verwacht dat aan het einde van de week aan geen enkel schip meer ver der gewerkt zal kunnen worden. Bij de 28 werven aan de Clyde zijn 220 schepen in aanbouw. In totaal zijn er 36.000 man werkzaam. Zes grote vakverenigingen staan achter de stakers. Men vreest, dat de staking zich ook naar de staalindustrie zal uitbreiden. OP 7 SEPTEMBER 1556 Hij deed afstand als keizer van Duitsland In onze vaderlandse geschiedenis heeft. Karei V een zeer voorname plaats ingenomen. Hij was de eer ste vorst, die al de Nederlandse ge westen onder zijn bestuur bracht. Als graaf van Zeeland staat zijn beeld in de voorgevel van het stad huis te Middelburg. Het is de laat ste van de rij. Hij was ook koning van Spanje en keizer van Duitsland. Op 55-jarlge leeftijd was hij naar lichaam en geest afgeleefd, zodat hij op 25 oktober 1555 te Brussel afstand deed als Heer der Nederlanden en in januari 1556 als koning van Spanje. In beide lan den volgde zjjm zoon Philips II hem op. Hij bleef nog tot augustus op het prachtige kasteel te Brussel wonen voor hij naar Spanje afreisde, waar hij zyn laatste levensjaren wilde door brengen. De reis ging via Gent naar Walcheren. Onder zijn groot gevolg waren vele edelen, o,a. prins Willem van Oranje, aan wie de keizer zeer gehecht was. Ook waren bij hem zijn twee zusters, n.l, Eleonore, koningin-weduwe van Frankrijk en Maria van Hongarije. De laatste was van 1530 tot 1555 landvoogdes der Nederlanden ge weest. Beide vrouwen zouden zich ook in Spanje vestigen. In Vlissingen aangekomen be trok een groot deel van zün ge volg het hotel „De Bijenkorf", ter wijl hij en zijn zusters vertoefden op het, prachtige kasteel te West- Souburg, dat destijds door Antho- nie van Éourgondië met veel praal en pracht bewoond werd. De glo rietijd van het kasteel was echter toen het. bewoond werd door Anna van Bourgondië, bastaarddochter van de hertog Philips van Bour gondië, overleden 15 januari 1508. GELIJKE RECHTEN, GELIJKE PLICHTEN Rangeerster is ook een vak Veel van de door de communisten geënsceneerde congressen, zo schrijft Otto Diepholz in de Frankfurter Allgemeine Zeitung, krijgen in het westen niet zoveel aandacht, als de initiatiefnemers wensen. „Ook op de „Eerste internationale conferentie van werkende vrou wen" die onlangs in Boedapest werd gehouden, is weinig naar voren gekomen, wat onze aandacht kon trekken. Intussen noden de lofzangen op de in het oostelijke blok „bevrijde" vrouw tot een beschouwing van de verhoudingen in een van deze lan den achter het ijzeren gordijn. De „Duitse Democratische Republiek" b.v. prijst ook de „gelijke rechten" van de vrouw als een der „verwor venheden" die Oost-Berlyn nooit meer zou willen prijsgeven. De minister-president vroeg eens, toen hij de arbeidswet motiveerde, naar de waarde van de vrouw„Er is geen onwaardiger rol die men de vrouw kan toedichten, dan die, dat zij niets anders zou zijn dan het on betaalde dienstmeisje van de man", zei hij. Otto Grotewohl heeft ook de ach tergronden van de plannen der re gering zonder schroom blootge legd: „De vrouw treedt steeds meer buiten de nauwe huishouding van haar gezin. Uit de eigen huis houding wordt de staatshuishou ding, uit de staatshuishouding het economisch plan en zijn vervulling geboren". Toen het werk volgens het vijfja renplan van Oost-Duitsland moest be ginnen, ontbrak het aan bijna een mil joen arbeiders. Er waren by de ar beidsbureaus 5.3 miljoen vrouwen ge registreerd, maar 2.3 miljoen werkten niet. ,Als de enige grote, nog onont sloten arbeidsreserve", hoorde men Grotewohl zeggen, „is daar het grote aantal van de volledig tot arbeid in staat zqnde maar tot nu toe nog niet in het produktieproces opgenomen vrouwen". De arbeidswet eiste „wer ving" en „Einsatz" ook van vrouwen. De wet voor de rechten vart de vrouw bepaalde: „De arbeid van de vrouw in de produktie moet zich niet beperken tot de traditionele vrouwenberoepen, maar zich uitstrekken tot alle takken van de produktie. De werving begon, de vrouwenarbeid nam toe. Na een jaar werkten 83.000 vrouwen meer ln de produktie. Alleen, omdat zij daar toe het recht hadden Mannen werden naar de vitale bedrijven van de grond- stoffenindustrieën gestuurd, naar de uraniummynen, naar de zware indus trie en naar de „Volkspolizei", vrou wen werden gezet op de vroegere ar beidsplaatsen van de mannen. Maar de vrouwenarbeid werd ook in de zwa re industrieën versterkt. Vrouwen werkten overdag en 's nachts. Binnen een paar weken werden be gin 1951 ln Thüringen 18.000 vrouwen verplicht te werken in de zware in dustrie en in de mynbouw. Sedert de herfst mochten vrouwen ook worden aangesteld in de tot nu toe voor haar verboden takken van de chemische in dustrie. Aan de woningbouw van de Mansfeldcombinatie Wilhelm Pieck namen voor 78 procent vrouwen deel. In 1952 waren volgens opgaven van de Berlljnse Vrye Juristen elf procent van alle arbeiders In de mijnbouw van Oostdultsland vrouwen. Mijnbazen Waar kwam het ooit in de mijn bouw voor, dat vrouwen als mijnba zen, pompwachters, machinisten en wachters aan de lopende band werk ten? Zo vroeg de Volksstimme In Chemnitz in maart 1956 in een re portage over de mijnen van de N.V. Wismut. Hier wordt uranium, radio actief erts, gedolven en verwerkt. In maart schreef de Oostberlijnse vak- verenigingskrans Die Tribiine over de vrouwen in de bruinkolenmijn Lach- hammer: „Ondanks ijzige kou werk ten ook zy twaalf uur ononderbroken en zij boden door spéciale prestaties de voorwaarden, Om de dagprestatie in de kolendelving omhoog te bren- fen. De Markische Volksstimme uit otsdam leverde commentaar op de vrouwenarbeid in de staal- en walsfa- brieken van Henningsüorf. „Vroeger hebben in de staalindustrie, waar ruw staal gesmolten wordt, geen vrouwen gewerkt. Pas in onze arbeiders- en boerenstaat is dat mogelijk geworden. Zeker, pas in deze staat werd het mo gelijk, dat vrouwen ook als ontroes- ters bij de spoorwegen tewerkgesteld werden en zelfs tremen moesten ran geren Greep van de staat Moeten de vrouwen in de Duitse Democratische Republiek ook man nenwerk presteren „Neen", heet het in de Oostberlijnse „250 vragen 250 antwoorden". „Ten eerste is er gèen arbeidsdwang, ten tweede is er in de Duitse Democratische Republiek een ambtelijke opgave van alle zware of voor de gezondheid gevaarlijke bezig heden, waarin vrouwenarbeid wette lijk verboden is". Alleen, de berichten van de com munistische pers in Oost-Duitsland maken deze categorische verkla ring bespottelijk. Feitelyk zyn er, met weinig uitzonderingen, geen beroepen en bezigheden, die nog een „voorrecht" van de mannen zijn. Thans wordt het aandeel van de vrouwen in het werknemersaan tal van Oost-Duitsland op 42.9 pro cent becijferd. Ongeveer 25 procent is opgenomen in dc produktie. In 1955 waren de nieuw-aangestelde leerlingen in de „bedrijven van het volk" voor 45 procent meisjes. Met gelijke rechten als de man, Is de vrouw onderworpen aan de greep van de staat. Wie gelijk loon voor ge lijk werk ontvangt, wordt ook gelijk gecontroleerd en politiek opgevoed. „Zy zyn noch klasse-bewust, noch klasse-verbonden", zo oordeelde de partijfunctionaresse Guste Zorner over de vrouwen, die ln de produktie komen. Dat blyft de elgeniyke beteke nis van de nieuwe rechten der vrouw: haar plicht, om als geiyke van de man te werken voor de vervulling van eco nomische plannen. Voor de vrouw ln Oost-Duitsland is de laatste oorlog nog niet voorby. Het was hier, dat Karei V op 7 sep tember 1556, dus juist vierhonderd jaar geleden, afstand deed als koizer van Duitsland. Zijn broer Ferdinand van Oostenrijk, als zijnde rooms ko ning, was reeds als zijn opvolger aan gewezen. Aan prins Willem van Oranje werd opgedragen de akte van afstand over te brengen naar Duitsland. KASTEEL 11AMME KENS Op de rede Rammekens lag een Spaanse vIol ...e Karei V en zyn luisterrijk ge* moest overbrengen naar Spanje. was een prachtige stoet, die op 1„ t.;p-ember 1556 van West-Souburg u-a-/ Oost-Souburg en Ritthem trok n. r het kasteel Ram mekens, dat ec. toen nog Zeeburg bij Rammekens r. ;..rte, ter onderschei ding van Zeebuibij Amsterdam. Het was toen nauwei ...s voltooid. In 1547 was aan de bouw ervan begonnen op door B. J. DE MEIJ la9t van Maria van Hongarije, land voogdes der Nederlanden, pp Blan- kershoek, waar de Welzinge van Uit het Sloe als vaarwater naar Middel burg liep. Wie 't kasteel in bezit had, kon alle toegang tot die stad beletten. Dit bleek duidelijk enkele jaren later, toen Willem va.n Oranje Middelburg belegerde. Nadat de Geuzen het ster ke kasteel meer door list dan door overmacht hadden veroverd, volgde de overgave van de stad. VERTREK Ofschoon het ln de nieuwe hoge woningen, die op het plein van Ram mekens stonden, goed toeven was, verlangde de keizer naar een spoedig vertrek. De wind was echter zuid west. Toen die twee dagen later, dus op 17 september 1556, noordwest werd, scheepte de keizer zich in en kon de vloot vertrekken. De vorstelijke personen zouden de lage landen aan de zee, waaraan vele herinneringen waren verbonden, niet weerzien. In Spanje en in de Neder landen werd gebeden voor een voor spoedige reis, welke gebeden werden verhoord. Na elf dagen kwam de Spaanse kust in zicht. Bij aankomst ging de reis naai- de stad Valladolid. De keizer trok naar het eenzame klooster San Yuste, waar hij zyn tijd grotendeels heeft doorgebracht met het herstellen van klokken. Hij overleed 21 september 1558. Zijn twee zusters Eleonore en Maria heb ben hem niet lang overleefd. Om te voorkomen, dat Algerijnse op standelingen na een aanslag of een andere misdaad in de hoofdstad Al giers, nog langer gemakkelijk een fioed heenkomen kunnen zoeken in de nheemse xmjk, de Kashall, heeft de prefect van Algiers verschillende smallere straten in deze Kashall met prikkeldraad laten versperren. De foto toont een versperring in een van de oude smalle straten.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 8