Harderwijks bedrijf groeit Amerikaans Maasstad blijft sleutelpositie versterken - ook als Oliestad POSTBODEN OP HUN RONDEN VERLEIDELIJK VOOR HONDEN VRIJDAG 7 SEPTEMBER 1956 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ANGST MAAKTE PLAATS VOOR ENTHOUSIASME Aart derde petroleumhaven wordt gewerkt; plannen voor vierde (Van onze speciale verslaggever) West-Europa is zich met een schok bewust geworden van zijn grote afhankelijkheid van de vrije vaart door het Suezkanaat, de hoofdslag ader voor het vervoer van olie uit het Midden-Oosten naar de Westeuro- pese landen. Want West-Europa snakt naar olie. De kolen uit eigen bodem zijn reeds lang niet meer voldoende om in de schreeuwende be hoefte aan energie te voorzien. De kernenergie is nog toekomstmuziek. En dus worden stromen olie als een steeds aanzwellende bandjir over West-Europa uitgestort. Tankers, raffinaderijen en opslagplaatsen wor den in koortsachtig tempo uitgebreid en bijgebouwd om de miljoenen tonnen olie te kunnen vervoeren en verwerken. Er wordt gedokterd aan plannen voor gigantische pijpleidingen, die de aanvoer van olie nóg meer kunnen vergemakkelijken, zullen versnellen. En in die koortsachtige bedrijvigheid speelt in ons land Rotterdam een belangrijk spel: het spel om een zo groot mogelijk aandeel in die onophoudelijke stroom van wel vaart brengende vloeistof, die bij miljoenen tonnen door de gulzige, naar altijd meer olie dorstende Westeuropese landen wordt opgeslokt. Rotterdam, het grootste raffi- nagecentrum van het continent, is hard bezig zijn sleutelpositie danig te versterken. Pernis heeft een wereldnaam. De „olieterreinen" van Shell, Caltex en enkele andere maatschappijen beslaan daar, rond de beide petroleumhavens, reeds een oppervlakte van 530 ha. Na de gereedkoming van de Derde Petro leumhaven langs de Botlek zal het oliegebied met nog 300 ha worden uitgebreid. De helft daarvan is bestemd voor de nieuwe Esso-raf f inaiderijdie ver moedelijk in 1960 gereed zal komen. De, Nieuwe Waterweg zal zodanig worden uitgediept, dat tankers met een diepgang van bijna 12 meter er gedurende het grootste deel van elk getrj kunnen varen. Tegenover Hoek van Holland zal, vlak achter het na tuurreservaat „De Beer" op Rozen burg, een speciale tankerhaven voor nóg grotere tankers worden aange legd met spoed, als Rotterdam inder daad een pijpleiding naar het Roerge bied krijgt; iets langzamer, wanneer toch Wilhelmshaven de gelukkige wordt. Schrik Rotterdam doet dus wel iets om de oliegoden gunstig- te stemmen. En met succes: de pmzet van olie stijgt met sprongen. In 1955 werd in de ha vens 25 miljoen ton olie verwerkt te gen 21 miljoen ton in 1954. Dat is wel eens anders geweest. Nadat in 1859 voor de eerste maal aardolie door middel van boringen aan de opper vlakte werd gebracht het was in de Verenigde Staten was Rotter dam een der eex-ste havens, die de pe troleum aandeed op haar zegetocht over de wereldbol. In een boekje „Rotterdam als petroleumhaven inde 19de eeuw" vertelt dr. J. G. Loohuis echter, dat het nieuwe produkt „Schrik en ontsteltenis" in de Maas stad wekte. Zó bang waren de Rot terdammers van die dagen voor het brandgevaar, dat het voor de oliehandelaren bijzonder moeilijk was om toestemming te krijgen voor de bouw van een petroleumopslag- plaats. Jarenlang werd er onderhan deld. In 1864 ging nagenoeg alle voor West-Europa bestemde pertroleum via Antwerpen, waar in het eerste halfjaar al 90.000 vaten waren aan- Langs de Nieuwe Maas grijpt de olie met de armen van een octopus om zich heen. De gigantische installaties en Icolossale opslagtanks van oliestad Pernis staan reeds dichtopeen ge bouwd rond de Eerste en Tweede Pe troleumhaven op een oppervlakte van 530 ha. Straks komt daar, bij de in aanleg zijnde Derde Petroleumhaven in het Botlekgebied, nog eens 300 ha bij en krijgt de oliestad haar derde raffinaderij. En inmiddels wordt al weer gewerkt aan plannen voor de Vierde Petroleumhaven, op de west- f\unt van Rozenburg, waar vermoede- ijk ook het uiteinde zal komen van de oliepijpleiding als Inderdaad Rotterdam die pijpleiding nog krijgen zou. gevoerd (en nog 50.000 vaten onder weg), tegen een simpele 5000 in Rot terdam. En die 5000 vaatjes „zrjn dan nog door gebrek aan bergplaatsen ge farceerd verkocht of verzonden moe ten worden", zoals de handelaren ge ërgerd aan het gemeentebestuur schreven Nog een andere moeilijkheid belem merde de ontwikkeling van Rotter dam als oliehaven: Rotterdam had geen goede spoorverbinding met het Duitse achterland. Antwerpen wél, Toen in 1866 ook Rotterdam die ver binding kreeg, nam de invoer van aardolie sprongsgewijze toe en kon de Maasstad haar plaats innemen in de rij der grote Europese petroleum havens Antwerpen, Hamburg en Bre men. Langs de Nieuwe Maas verrezen de raffinaderijen, waar jaarlijks miljoe nen tonnen olie worden verwerkt in een tot monsterachtige omvang uit gegroeide industrie. En het oliever- voèr heeft zich ontwikkeld tot een der belangrijkste pijlers van het Rotter damse havenverkeer. Door de nationalisatie van het Suez- kanaal is zoveel rumoer ontstaan, dat onaantastbaar lijkende zekerheden begonnen te wankelen en het onge schokte geloof in de macht van de olieconcerns een geduchte knauw heeft gekregen. Grote plannen, voor Westeuropese landen van vitaal belang, staan plots op losse schroeven. De toestand waar op die plannen zijn gebaseerd, kan immers plotseling totaal veranderen. Met name de plannen voor pijplei dingen in West-Europa komen dan in een geheel ander liciht te staan. Verschillende berichten wijzen er reeds op, dat het zij het nog vage - plan voor de Transeuropese pijpleiding van Marseille naar het Roergebied met aftakkingen naar Antwerpen ën Rotterdam,, plotse ling op het tweede plan is geraakt. Marseille immers komt als begin punt van een dergelijke leiding in aanmerking wegens de gunstige ligging aan de aanvoerlijn, die door het SuezkanaaJ loopt en die, althans wat het vervoer met de kostbare tankers op zee betreft, aanzienlijk zou kunnen worden bekort. Het ander, in een verder stadium ver kerend plan voor een oliepijpleiding, namelijk van Wilhelmshaven of Rot terdam naar het Roergebied, heeft daarentegen juist aan betekenis ge wonnen. Nu de kwetsbaarheid van de traditionele aanvoerlijn zo over duidelijk aan het licht is gekomen, ligt het voor de hand om het begin punt (of de beginpunten) van een pijpleiding naai- het Roergebied zoda^ nig te kiezen, dat het ook via andere aanvoerlijnen gemakkelijk bereikbaar is. Er gaan reeds stemmen op om, ook bij een vredige regeling van het geschil, West-Europa minder afhan kelijk te maken van het Midden- Oosten en meer olie te betrekken uit Zuid- of Midden-Amerika. Dit dus ter beveiliging tegen een eventueel later conflict. Maar zelfs bjj een normaal blijvende aanvoer uit het nabije Oosten lijkt het niet uitgesloten, dat eerlang gebruik moet worden ge maakt van de vaarroute rond Kaap de Goede Hoop, omdat de nieuwste supertankers te groot zijn voor het Suezkamaal. Aangezien daarbij stellig er naar zal worden gestreefd de vaartijd van de ze dure schepen zo kort mogelijk te houden winnen de grote olieha vens aan de Europese westkust enorm aan betekenis. Momenteel ech ter kunnen tankers van 45.000 ton en1 groter alleen terecht in Le Havre en Southampton, terwijl ze, mits niet ge heel afgeladen, ook gebruik kunnen maken van de havens van Liverpool en Rotterdam. Engeland dient uiteraard als een afzonderlijk verzorgingsgebied te worden beschouwd. Voor de aan voer naar Noordwest-Europa resteren dus twee bruikbare aan- voerhavens: Le Havre en Rotter dam. Na de onlangs aangekondig de uitdieping van de Nieuwe Wa- Het rivierfront van de oliestad. Avond in Pernis. terweg zullen tankers van 45.000 ton eerlang ook geheel beladen kunnen doorvaren naar de reeds bestaande petroleumhavens. En na de aanleg van de Vierde Petro leumhaven op Rozenburg zal ook de allergrootste tanker zijn kost bare lading kunnen lossen in het Rotterdamse oliegebied. Zo blijft. Rotterdam trouw aan de leus dat dé baggermolen moet voorafgaan aan het schip. Want Rotterdam streeft er naar nieuwe havens gereed te hebben op het moment, dat de scheepvaart meer ruimte nodig heeft. Ook voor het olievervoer. West-Euro pa snakt naar olie en zal steeds meor olie nodig hebben. En die olie móet er komen ook als kolonel Nasser en (of) anderen de kraan zouden dichtdraaien van de belangrijkste olieleiding naar het Westeuropese in dustriegebied. Maar waar die olie ook vandaan moet komen, Rotterdam zal altijd lainnen profiteren van z\jn strategische ligging en evenzeer van de vooruitziende blik van een ge meentebestuur, dat de panische angst voor lekke vaatjes petroleum in een houten loods reeds lang vergeten AMERIKA ZIT ER OOK MEE Voor deze oude vete nog altijd geen oplossing Wij hebben altijd in de veronder stelling verkeerd, dat de vermeende vete tussen de postbode en de hond een min of meer legendarisch karak ter had, en als zij al heeft bestaan, dat het dan toch al héél lang geleden moet zijn geweest. Dat we ons hierin schromelijk hebben vergist blijkt wel uit een mededeling uit de Verenigde Staten, waar in het afgelopen jaar niet minder dan 6000 postbodes tij dens hun werk door honden werdén gebeten. Enkelen daarvan werden zelfs ernstig gewond. Er is geslapen en lang ook. Maar nu, na wereldoorlog n is men ont waakt en met een bruisend élan en een enthousiasme, dat weldadig aan doet is men aan het werk geslagen. Harderwijk leeft weer en maakt zich op om met een nieuw achterland de polders een centrum van han del, industrie en vermaak te worden. Wie enkele dagen door dit aantrek kelijke stadje heeft gedwaald, wie in aanraking is geweest met de muf fe lucht van hogeschoolboeken van ruim twee eeuwen geleden of even later in de kajuit van een Harder wijker scheepje zijn twaalfuurtje heeft genuttigd, kan niet anders dan tot de gedachte komen, dat de voor malige Hanzestad een bepaalde charme heeft. Wie Harderwijk be treedt, wordt opgenomen in de rust en de bedrijvigheid tegelijk. Daar zien eeuwen van vergane glorie op U neer en straalt een glanzende, op wekkende toekomst U tegemoet. Goede toekomstverwachting komt duidelijk tot uiting in een gesprek met één der directeuren van het op Amerikaanse wijze Begonnen met drieduizend gulden en een boot op de pof (Van een speciale verslaggever) Wie op een warme lentedag door de nauwe straatjes van Harder wijk zwerft en al enkele toeristen en Zuiderzeeverkenners over de kade van de oude Hanzestad ziet slenteren, kan zich moeilijk voorstel len, dat Harderwijk zijn naam te danken heeft aan herders, die er een wijkplaats zochten en vonden. Wel zijn er in Herderwick idylli sche plekjes genoeg, maar van de herders is geen spoor meer te zien. Van zovele andere dingen is evenmin iets te bespeuren, maar toch, vvanneer men verder zoekt en achter de oude gevels, achter de winkelstraatjes en voorbij' het drukke stadsgewoel k\jkt, is er nog wat te ontdekken van het glorieuze verleden van de Zuiderzeestad, een handelscentrum, dat bekend was op vele wereldzeeën en in vele landen. Toen kwam de slaap. bedrijf, de Verenigde Toeristen Bedrijven, de heer E. F. den Herder. Een eenvoudig man, die aan de boulevard van Harderwijk zijn kantoor heeft en van achter zijn nog splinter nieuw bureau een bedrijf leidt, welks omzet al in de honderd duizenden loopt. Samen met zijn broer, de heer C. A. den Herder, echte Harderwijkers, opperde hij een zevental jaren geleden de gedachte met boten langs de Zuiderzeewerken te varen en de honderden belangstellenden van dichtbij te laten zien, wat zij anders slechts op foto's of van reportages konden vernemen. Die gedachte bleek goud waard te zijn. Hoe te beginnen? „Het is niet zo erg moeilijk gegaan", vertelde de heer Den Herder. ..Mijn broer en ik hadden ieder f 1500, dat was dus f 3000 bij elkaar. Geen kapitaal om veel bokkesprongen mee te maken, maar het ging. Een kleine boot koch ten wij op de pof en toen was het „op hoop van zegen". Het is gegaan en wel in een duizelingwekkende vaart. Nauwelijks was het eerste scheepje te water gelaten en had het de eerste rondvaarten gemaakt, of er moest al worden uitgebreid. Er kwamen twee, drie, vier boten en thans zijn er zes grote schepen in de vaart, waarvan de grootste zelfs enkele honderden mensen tegelijk kan vervoeren. De ontwikkeling was niet meer te gen te houden ook niet in ander op zicht. Er werd een stukje strand van de gemeente gehuurd, zodat de bezoekers van de V.T.B. daar kon den genieten van zon, water en zand. Er werden voorzieningen getroffen om te kunnen baden. Er kwamen badhokjes, net als in Zandvoort en Scheveningen en de faam van dit meest veilige strahd van Europa ver breidde zich snel. Voor de jeugd kwam er een unieke speelplaats, een restaurant voor de dorstige bezoeker kon niet achterblijven. „Zo groeiden wij met de behoeften mee", aldus de lieer Den Herder, die er trots op is, dat zijn in een paar jaar uit dê grond gestampte bedrijf thans per jaar meer dan 400.000 mensen trekt. En dit jaar hoopt hij zelfs het half miljoen te halen. Een gedeelte van het bedrijf is overge plaatst naar Lelystad, van waaruit men eveneens rondvaarten kan maken. De heer Den Herder zegt: „Het lijkt wel of heel Nederland de dichting van het laatste dijkgat van de nieuwe polder wil zien, want het regent aanvragen van gezelschappen en scholen." Voor de opperste leiding van de Amerikaanse posterijen was dit aan leiding, zich ernstig te gaan bezig houden met het conflict postbode hond, zo vertelt een correspondent van de „Weltwoche". Men denkt thans aan de mogelijk heid van chemische afweer: in het uniform van de postbode zou een in stallatie moeten worden „ingebouwd", welke een voor de hondeneus hoogst onaangename geur verspreidt, spe ciaal aadr, waar het uniform delicate en voor de hond juist aantrekkelijke lichaamsdelen bedekt. Aan de andere kant stelt de kledingindustrie voor, een soort metalen vlechtwerk in de postbode-pantalons te weven, gelijk soortig aan dat, wat gebruikt wordt om slangenbeten te voorkomen. Uiteraard zal de Amerikaanse post bode er hierdoor niet sneller op wor den. Er was nog een ander middel, dat reeds in de praktijk werd ge bracht. Namelijk om de bedreigde postbodes met een waterpistool, gevuld met een slappe salmiakop lossing, uit te rusten. Maar hier is men weer op teruggekomen: de gevolgen van deze afweer bleken voor de verdediger veel onaange namer te zijn. dan voor de aanval ler! DIEP IN DE OGEN Over één-nacht-ijs ging de directie van de Amerikaanse P.T.T. niet: men nam ook nog honden-psychologen in de arm. Deze adviseerden de postbo de, de hond diep en standvastig in de ogen te kijken en onder geen voor waarde ook maar één stap terug te doen. Kan hij echter op deze wyze een hond niet kalmeren, dan moet hij met zachte doch energieke stem de hond vertellen, dat hij er beter aan doet er vandoor te gaan. Nog meer succes zal hij echter heb ben, wanneer hij zyn gezicht bedekt met zijn pet. Want zelfs de boosaar digste hond wordt laf, indien hij bij de verschijning van een persoon iets verdachts en voor hem onbegrijpelijks opmerkt. Tot zover de dieren-psyeno- loog. Ondertussen heeft men vastgesteld, dat 72 procent van alle slachtoffers onder de knie werd gebeten. Geop perd werd dan ook, stalen banden in de pantalons te naaien. In Sacramen to in Californië heeft men echter een eenvoudiger oplossing gevonden: daar gaf men de postbode de raad, op zijn ronden de grootste en sterkste hond uit de omgeving mee te nemen. Daar leggen alle kleinere exem plaren het uiteindelijk tegen af, zo meent men. Washington zag wel wat in dit voorstel en overwogen werd, of men niet alle postbodes voortaan een flinke, sterke hond kon geven. Dit bleek echter wel héél kostbaar te worden en het plan werd verworpen. En daarmee is nog steeds het probleem „post bode-hond" onopgelost. In de Engelse loxe-badplaats Black- hebben dit jaar bij elkaar vier en een pool brandt de traditionele feestver- half miljoen gulden gekost. Deze foto lichting weer. De installaties, over werd gemaakt toen de feestverlich- een lengte van meer dan zes kilome- j ting proefbrandde. Zeer sierlijk komt ter, die Blackpool zeven weken lang de bekende toren van Blackpool uit m een feestelijk licht gaan hullen,| tegen de nachtelijke hemel.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 13