Egypte's culturele leven wordt met politiek doordrenkt Een nieuw toneel van rassenstrijd VOOR BETHESDA, MELAATSEN INRICHTING IN SURINAME POSTZEGELS VOOR SCHOTLAND, WALES EN KANAAL-EILANDEN VRIJDAG 31 AUGUSTUS 1956 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 11 NASSERS „KULTURKAMPF" LAAT NIETS ONBEROERL (Advertentie) Gebrekkig Arabisch maakt iemand tot verdachte.... Met de nationalisatie van het Suezkanaal bewijst president Gamal Abdel Nasser, dat hij zich op het gebied van de buitenlandse politiek sterk voelt. Met de vorming door zijn ministerie van sociale zaken van een „comité voor gebruiken en gewoonten", dat richtlijnen moet opstellen voor het gedrag van vertegenwoordigers van de staat bij officiële gelegenheden en dat de vrouwen moet voorschrijven, hoe zij zich behoren te kleden, bewijst hij, dat hjj gelijk andere dictators zonder mededogen in het privéleven van zjjn volk wil ingrijpen. Ook intellectuelen en kunstenaars zijn voor hem niet veilig. Veel zeggend is de oprichting van een ministerie van voorlichting, waarvan de afdelingschefs overwegend officieren zijn, die er veel waarde aan hechten met hun militaire titel te worden aangesproken. Ook de minis ter van opvoeding is een jonge officier van de Revolutionaire Garde. Zo bemerkt men overal in Egypte, dat men zich bevindt in een mili taire staat, die op totalitaire leest is geschoeid. Men hoeft slechts te luisteren om dat te kunnen vaststellen. In alle Arabische landen laat men ra dio's en grammofoons graag - kei hard spelen. Men wordt voortdu rend door de nogal jammerende Arabische muziek omgeven. Maar in het hedendaagse Egypte geeft marsmuziek de toon aan. Op de straten en pleinen van Cairo zijn thans vele luidsprekers aangebracht, waarmee de bevol king door oproepen en klinkende muziek er aan wordt herinnerd, dat voor Egypte een nieuw tijdperk is begonnen. De teksten van deze marsen verheerlijken overduidelijk de revolutie en de „zegenrijke toe komst van Egypte". Zelfs schla gers hebben propagandistische teksten. Een bekende zangeres, Esmat Abd en Alim, heeft het zeer populaire lied „Ik ben een Egyptenaar' geschreven. De neo-Egyptische muziek, die uit de jaren na 1925 stamt, was in feite Europees beïnvloede propagandisti sche muziek. De grootmeester Yous- sef Greiss schreef „In de woestijn", Medhat Assem componeerde de „Egyptische Rapsodie" en Samy Ohaoua de „Groeten van een sfinx' Wat daarentegen thans wordt gecom poneerd, moet aansluiten aan de Ara bische traditie, vooral nadat in de in januari afgekondigde grondwet was vastgelegd, dat Egypte een Arabische staat is. Overigens: terwijl vroeger in de Opera van Caïro voornamelijk Ita lianen, Engelsen en Fransen de gast rollen vervulden, haalt men nu bij voorkeur gastspelers uit Joego-Slavië en Rusland om de nieuwe buitenland se politiek ook cultureel te bevesti gen. Het toneelleven in Egypte bestaat goed 85 jaar. Het werd door Liby- sche en Syrische toneelspelers in het leven geroepen. In 1910 richtte de in Frankrijk gevormde Georges Bev Abiad het eerste Egyptische toneelgezelschap op dat Shake speare en Edmond Rostand voor de eerste maal in het Arabisch speelde. Sinds 1923 heeft de „Egyptische Max Reinhardt", Youssef Bey Wahby, merkbare in vloed op film en toneel. De Egyp- tenaren zijn uitstekende comedian- ten en hét publiek houdt vooral van blijspelen. Thans echter wor den volgens de richtlijnen van de regering tendens-films en tendens stukken gegeven, waarin, zoals dat meestal het geval is, de propa ganda de kunst verstikt. De ten dentieuze toneelstukken zijn voor al voor de arbeiders en boeren be dacht, waarop Nassers regering in feite steunt. Ook is in Caïro een politiek studententoneel in het le ven geroepen. De Egyptische film is in de Arabische wereld een grote concurrent van de Amerikaanse film. In Egypte nemen films thans na lcatoen de tweede plaats in op de exportlijst. De Egypti sche films zijn in Marokko even zo feliefd als iri Indonesië, terwijl zy in uropa en Amerika eenvoudig niet aan de markt komen. De films wor den eveneens politiek tot in de klein ste details uitgedacht. Zelfs een on schuldige showfilm bevat opmerkin gen tegen de „piraten en uitbuiters van het westen", zoals Nasser het graag uitdrukt. De kansen voor de Egyptische films stijgen ongetwijfeld steeds meer door bijvoorbeeld de invoer van een film censuur door India, waai-door meer en meer Europese en Amerikaanse films worden gebannen, die beledigende scènes voor kleurlingen bevatten. In de wereld van de ontwikkelde Egyp- tenaren speelde de Franse en Engelse cultuur altijd een doorslaggevende rol. Engels en Frans werden tot nu toe in de hogere kringen van Caïro boven het Arabisch geprefereerd. Ook dat bevalt de revolutionaire regering niet. In de nieuwe grondwet is even eens bepaald, dat het Arabisch de eni ge landstaal is. Er zijn instellingen, die, in tegenstelling tot vroeger, stuk ken, die niet in het Arabisch zijn ge steld, niet meer aannemen hetzelf de wordt ook uit andere landen van de Arabische Liga gemeld. Moderne Egyptenaren hebben tot nu toe veelvuldig romans, gedich ten en essays in het Engels en het Frans geschreven. Nu leren zjj Arabisch. Be heb het zelf meege maakt, dat bekende persoonlijkhe den zonder twijfel goede pa triotten 'als ieder ander ver dacht werden doordat zij niet fout loos Arabisch spraken of schre ven. Nasser zelf houdt tegenwoor dig graag politieke redevoeringen in een volksdialect om ook daar door zijn volksdemocratische in stelling te doen blijken. Egyptena ren hébben mij verteld, dat eens llllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllinttnill De journalist, Afrika-ken- ner en schrijver Rolf Itali aander is na afloop van zijn laatste expeditie door Afrika te gast geweest by intellec tuelen en kunstenaars in Caïro. Hg beschrijft in dit artikel het beeld, dat zyn gastheren hem hebben gege ven van de culturele revolu tie, die zich thans in Egypte voltrekt. Rolf Italiaander heeft zich door talryke reizen in Afrika een veelomvatten de kennis van dit continent verworven, die in een tiental boeken is neergelegd. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM Engels en Frans slechts door bui tenlanders gesproken zullen mo gen worden. Het minst van politiek doordrenkt ls tot nu toe de beeldende kunst, die in Egypte toch al een achterstand had. Toch kon ik op tentoonstellingen van scholieren en studenten, die natuur lijk ook allen politiek georganiseerd zijn, dat in Egypte de schilders, beeld houwers, schrijvers en componisten eens, naar het bekende voorbeeld, van formalisme beschuldigd zullen wor den. Dit is temeer te verwachten daar Nasser zijn land wil maken tot een voorbeeld'voor alle Arabische staten. In Caïro is de zetel van de Arabische Liga. Deze heeft een zeer actieve af deling voor culturele zaken. Wat hier op touw wordt gezet mag natuurlijk slechts aan de revolutionaire doelein den van de politici der Arabische we reld dienstbaar zijn. Het westen zou zich meer dan tot nu toe om de kunst en de geest van de Arabische staten moeten bekom meren dan zouden gebeurtenissen al» de nationalisering van de Suez-ka- naalmaatschappij niet zulk een ver rassing zijn als kort geleden het g®- val is geweest. Nieuw vrouwenpaviljoen dringend noodzakelijk. Ds. W. J. Sijthoff, secretaris van het centraal comité Bethesda. Sir- jansland, schrijft ons het volgende over de ziekte der uitgestotenen, waarmede de melaatsen bedoeld wor den. In Suriname, waar ruim V-< dei- bevolking aan deze vreselijke ziekte lijdt, en men menigmaal uit angst slechts over „de ziekte" spreekt, is het voorschrift, dat een ieder die lepreus verklaard geworden is, zich laat opnemen in 'n melaatsen-kolo nie. Uit een brief die onlangs bij het centraal comité Bethesda in Neder land binnen kwam, schrijft de echtge note van de directeur der melaatsen- inrichting Bethesda in Suriname, me vrouw Kolk, dat er wel af en toe, dank zij de zo prachtig helpende D. D. S.-tabletten, patiënten genezen ontslagen kunnen worden, maar dat er momenteel geen enkele plaats meer vrij is voor mannelijke patiën ten. Alles is vol! Voor de vrouwen waren er nog enkele plaatsen „Onze oudste patiënte", aldus me vrouw Kolk, „is m mei j.l. in de leef tijd van 84 jaar overleden. Zij werd hier ruiim 31 jaar verpleegd Toch kon er dit jaar ook een 68- jarige vrouw genezen ontslagen wor den, die daar 28 jaar lang verpleegd was. Maar al keren dan nu wel lepralij ders genezen naar huis, het zoge naamde leeuwenmasker behouden zy vaak. Vooral zij, die zoveel jaren me laats waren. Helaas verkeren enkele vrouwen paviljoens in zo'n erbarmelijke toe stand, dat het niet goed mogelijk is daar nog mensen, die toch al zo ont- In het uitbreidingsplan van Scherpe- nisse vlak bij het nieuwe Holland- huis en de lagere landbouwschool verrijst een modern scholencomplex, waarin de bijzondere en de openbare school een plaatsje zullen vinden. (Foto P.Z.C.) zettend veel moeten missen, in be la ten wonen. Het centraal comité Bethesda (adres Hen'. Pastorie Sïrjansland (Z.) giro 58033. heeft dan ook op dracht gegeven een nieuw stenen pa viljoen te laten bouwen, waarin 16 vrouwen een behoorlijk onderkomen ontvangen. Het geld dat daarvoor nodig is, kan niet geheel uit de regelmatig binnen-komende contributies etc. ko men. Vandaar dat wij een beroep op de lezers doen hun steentje voor een nieuw vrouwenpaviljoen te willen bij dragen. Kunnen wij tezamen niet zorgen dat deze mensen, de lange tijd dat zij verpleegd moeten worden, een een voudig maar toch fatsoenlijk onder komen hebben? Bedenk dat Jezus eens gesproken heeft: Voor zoveel gij dit een van deze Mijne minste broe ders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij De Tsjechische regering heeft volgens radio-Praag besloten tot mobilisatie van speciale „arbeidsbrigades" en tot 't ver zamelen van landbouwwerktuigen om 't hoofd te bieden aan de bedreiging van de oogsten door het „abnormale weer". Althoff maakt kort geding tegen Bottini aanhangig. De directeur van circus Althoff, Franz Althoff, heeft zijn advocaat, mr. A. W. Kymmell te Amsterdam, opdracht gegeven rechtsmaatregelen te nemen tegen het circus Boltinl. Dit circus rijdt met wagens, waar op staat te lezen „Grand Cirque In ternational mit Althoff". Alle woor den, behalve het woordje „mit", zijn met kapitale letters geschilderd, zo dat men de indruk krijgt met het Duitse circus Althoff te doen te heb ben. Boltini's enige relatie met de naam Althoff is echter, dat er bij hem een artist werkt, die zo heet. Boltini gebruikt aanplakbiljetten met de naam Althoff als blikvanger. Franz Althoff zal tegen Boltini een kort geding aanhangig maken, en eisen dat hem misbruik van de naam Althoff zal worden verboden. CONSERVATISME DOORBROKEN Ook postzegel-separatisme in Noord-Ierland en op Man. De Schotten hebben de kat. de bel aangebonden. Zij wilden voor hun land eigen postzegels. Blijkens een mededeling van de Postmaster-Gene ral (directeur-generaal der Britse posterijen) krijgen ze die ook, aldus berichtte The Listener). En niet alleen Schotland, maar ook Wales, Noord-Ierland, de Kanaalei landen en het eiland Man zullen eigen postzegels hebben in de komende tij den. Tot dusver waren op alle postkan toren in het Verenigd Koninkrijk de zelfde postzegels te koop. Zo is het Zwarte dreiging in Rhodesia In het bondsparlement van Salisbury zijn de zes en een half miljoen inboorlingen van Zuid-Rhodesia, Noord-Rhodesia en Niassaland door zes zwarte afgevaardigden vertegenwoordigd.- Op de resterende 29 zetels van de wetgevende vergadering zitten Europeanen. De Afri kaanse politici beweren nu, wijzend op de wanverhouding van de aan tallen afgevaardigden (er zijn 215.000 blanken in het land) dat het parlement geen echte volksvertegenwoordiging is. „Het dient prac- tisch alleen maar de belangen van de heersende minderheid, die nau welijks drie procent van alle onderdanen van de in 1953 gestichte Centraal-Afrikaanse Federatie uitmaakt, een kortgeleden uitgedacht instrument van de oude koloniale despotie". Op zulke argumenten, zo schrijft Hans Jürgen Kriiger aan de Frank furter Allgemeine Zeitung uit Salis bury grondvesten de zwarte afge vaardigden een oppositie, die de in druk wekt dat zakelijke discussies dikwijls onmogelijk zijn, of liet nu om de kwestie van de militaire dienst plicht of om betrekkelijk onbelang rijke details van de staatshuishouding gaat. De huidkleur van een spreker wordt het uitgangspunt van de de batten, en het parlement wordt tot een toneel van de rassenstrijd. De regering, van de minister-president tot zijn vijf afdelingschefs, is alleen nog maar „een deel van die machine rie, die de onderdrukking van de zwarte massa's door een handvol bevoorrechte Europeanen voor onbe paalde tijd in stand moet houden." Dit criterium geldt naar de mening van de afgevaardigde Daoeti Yamba in bijzondere mate voor de instelling van de staat als zodanig en men han teert het speciaal in het noorden van waar Yamba afkomstig is. Daar heerst hevige tegenstand tegen de federatie en haar tegen 1960 in het vooruitzicht gestelde zelfstandigheid als dominion. Het programma van Lord Malvern en sir Koy Welenslty waarin tegen over de Zuidafrikaanse politiek van do apartheid (rassenscheiding) de idee van het „partnerschap" wordt gesteld (samenwerking van alle res- sen) en waarmee men geleidelijk de zegeningen van de beschaving in het avondland ook in de verste neder zetting van de wildernis wil uitdra gen, wordt niet ernstig genomen. Het is naar de opvatting van de negers, te veel in tegenspraak met de traditie van de blanke, die op dit continent als veroveraar zijn intrede deed en tot op de huidige dag; als lieer erover regeerde. „Wij zullen", zo zegt een man als Daoeti Yamba boos en bitter, „ook als partner steeds niet meer dan uitvoerders van bevelen blijven". Yamba, die studeert en zich in het parlement tot tolk van dc miljoenen analfabeten heeft gemaakt, wiens woorden door de kranten worden doorgegeven en door de agitatoren van het Afrikaanse Nationale Con gres aan de rand van de steden in de sloppen herhaald, deze Yamba moet het weten. ..De regering kent alleen maar blanke ministers Miljoenen spreken het hem na. Een man als Yamba, een Afrikaan, moet minister worden. En Yamba, de Afri kaan, wil dat wel. De rede, waarmee hij op het eind van juli bij het debat over de begroting ook buiten de bonds- frenzen nogal opzien wekte een uistere dreiging aan het adres van de blanke heeft de revolu tionaire ambities van Daoeti Yamba en diens volgelingen ta melijk duidelijk gemaakt. „Wij denken er niet aan om nog meer eeuwen te wachten op deelneming aan een regering", zei Yamba bij :en plotselinge afwijking van het agendapunt: de staatsuitgaven en Ie belastingwetgeving. Het „on zinnige systeem'dat zes en een half miljoen Afrikanen „voor al tijd onder het toezicht van een of andere Europeaan houdt" moet veranderd worden. En het zal ver anderen. Yamba zei niet, met welke midde len deze verandering teweeg gebracht moet worden. Een opstand zoals in Kenya, zo beloofde hij troostend, een oorlog volgens het patroon van de Mau-Mau-opstand zal zich niet voor doen. „Maar misschien", zo voegde hij er aan toe. „misschien iets an ders". Staking? Boycott Yamha zei het niet. Hij legde de kaarten niet op tafel. geweest sedert de uitgifte van de eerste postzegels in 1840. Eén uitzon dering is er tot dusver-gemaakt. Dat was in 1948, toen de Britse posterij en twee zegels uitgaven ter herden king van de bevrijding van de Ka naaleilanden die alleen op die eilan den (en aan de filatelistenloketten in enige grote steden) verkrijgbaar wa ren. De postzegels, die nu in gébruik zullen komen voor Schotland, Wales, Noord-Ierland, de Kanaal-eilanden en het Isle of Man zullen uitsluitend ver krijgbaar zijn in die gebieden zelf, doch geldigheid bezitten in het ge hele Verenigd Koninkrijk. De filatelisten alom op aarde zul len stellig belangstelling voor de nieuwe zegels gaan koesteren, temeer zo, omdat Engeland tot dusver steeds „conservatief" is geweest, dus niet heeft deelgenomen aan de in zoveel andere landen gebruikelijk geworden „lawine van nieuwe uitgiften en ge legenheidszegels." De vraag rijst, of dit Britse „postzegelvoorbeeld" navolging verdient. Hoe zou het zijn, als in Nederland bijvoorbeeld Friesland en Limburg aparte postzegels kre gen? Of in België Vlaanderen en Wal. Jonië? Het zou geen verwondering baren, als in andere landen stem men zouden opgaan, die zouden pleiten voor „postzegel-separatis- TOEKOMSTIGE BRITSE 1 PO^T7Crttri ^coiirnrM

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 7