HERFST- EN WINTERMODE t956-'57 1. I randaag is de dag. De 29-ste augustuswaarop de Parijse y modehuizen hun modéllen voor publikatie vrijgeven. Geen geheimzinnigheid meer van de kant der couturiers, maar een pagina vol met plaatjes, die u kunt bekijken, keuren, loven of verwerpen. En och, het ziet er allemaal nog al draagbaar uit, de hoe den zijn wél wat hoog, de schouders wat breed en de heupen nogal omvangrijk, maar de praktijk zal er de extravaganties vjél uithalen, zodat de grote lijn overblijft. Zeker, voor Dior's rokken a la Hollandaise, die door hun bal- lonvorm de indruk wekken alsof er lucht in is geblazen, moet men werkelijk wel een beetje aan de slanke kant zVn> vooral omdat de gébruikte stoffen nog al zwaar zijn. Zoals gewoonlijk hebben de modekoningen de wereld weer verblijd met tal van „lijnen", indien u belang stelt in een op somming van een aantal hunner vondsten, hier is een lijstje: Dior bracht de Magneetlijn, Castillo de Levenslgn, Carven de Olijflijn, Manguin de schermdegenlijn, Desses de wervelwindlijn, Cardin de spitsboog-en-pilaarlijn, Heim en Patou tenslotte kregen Russische inspiratie voor hun collecties. Maar hoezeer de heren hun modellen in lijnen trachten weer te geven en hoe verwarrend dit wellicht op u mag inwerken, er is bij allen een duidelijk streven naar meer souplesse. De bewondering voor de klassieken is hier niet vreemd aan. De eenvoud en de vrouxoélijkheid worden door hen op een voetstuk geplaatst. /n vele collecties herinneren de ontwerpen sterk aan de mode uit de jaren 1910-1913, tevens is er 'n opmerkelijke voorkeur voor oosterse lijnen en details. Dit blijkt o.m. uit de wijze waarop Madeleine de Rauch Griffe en Desses tientallen meters vlinderlichte mousseline draperen tot een soort haremgewaden. Niet minder oosters doen de kimomo's van Maggy Rouff aan en de kwastjesgarnering rond de zoom van een korte avond japon van Coco Chanel. Volomineuze mantels, capes in allerlei lengten en omvang (bij avondtoiletten soms tot op de grond) en voor overdag vaak met- bont gevoerd, het veelvuldig gebruik van het kostbaarste brokaat, chiffon en satijn, dit alles in gloeiende kleuren als rood, groen, gentiaanblauw en violet, dit alles verraadt een zekere speelsheid der nieuwe mode en belooft een attractieve richting te geven aan de loop der modetraditie van deze eeuw. Jean Desses ontwierp deze robe, waarbij de ongelijke rokzoom iirect opvalt. De rok werd opgebouwd uit als bladeren over elkaar gelegde stroken van herfstbruine organdie. Een kastanjebruine tailleur, met een zwart ruitje: een creatie van Nina Ricci. De hoog opgeknipte fourrau staat in fel, maar char mant contrast met het korte, opgeblazen lijfje. Het rechte jasje kreeg een enorme kraag van vossenbont. Het hoedje is van zwart fluweel en japonstof. Bij Jaques Griffe behoeft geen vrouw zich ouderwets te voélen. Hij staat haar een taille toe, zowel vlak onder de boezem, als op de natuurlijke plaats en zélfs op de heupen. Links boven een vlot danstoiletje van hem: lage taillélijn; V-v ormig aangerimpelde rok, aansluitend bij het puntig corsage. Materiaal: groene kant en dito mousseline. Rechts boven: Maggy Rouff. Haar Mobïhaneen jeugdig kort danstoiletje van wit satijn. Mantel van dezelfde stof. Manchetten van nerz boni. Geheel links „Montgolfiére" vun Ric ei. Wijde mantel van donkergrijze natté. Hoedje van Claude St. Cyrvervaardigd van licht-grijze melusine. Geheel rechts een driekwart cape van Fathgeheel gevoerd met civet-kat, completeert een tailleur van wit-zwarte tweed. Hoed van kortharig bont. met rand van wollen stof. (Copyright N.V. Walco.) Van links naar rechts: 1. Een voudige tailleur van Jean Patou uit wit-zwarte tweed van gespon nen orlon2. Romantische avondjapon in .yPrincesslijn". Een model van Pierre BalmaU: wit satijn van qesponnen orlon met borduurwerk van zilver en parels 3. Een vlot stadsensemble van Jaques Heim. Koningsblauw met astrakankraag. De Russische in slag komt ook uit in het hoedje a la Russische bontmuts. Het is van fluweel, ff. Jean Desses brengt dit jasje in cape-vorm. Zowel voor overdag als 's avonds. Desses maakte ook dit gemakkelijke tail- leurtje. Onder het wijze driékwart jasje gaat een eenvoudig jurkje schuil

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 7