u
en
„EXPERIMENT", DAT SLAAGT
Koestiers Nacht in de middag'
door communist bevestigd
VRIJDAG 10 AUGUSTUS 1956
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
worden m
AtVnl
gewen4 «ah geregelde «rüei
beid
Ik zal niet gauw dat eerste bezoek aan het kerkje
van Kepi vergeten. Het is maar een bar eenvoudig,
simpel tempeltje. Gebouwd van gaba gaba. De ban
ken zijn ongeschaafde stammetjes en de vloer is aan
gestampte aarde. Men ziet de hemel door het dak
heen, maar dat alles is niet zo erg belangrijk.
Wat veel belangrijker was, dat waren de oude oor-
logsschilden, die langs de wanden stonden. Maar het
waren merkwaardige schilden geworden. Op elk ervan
was een religieuze voorstelling aangebracht. Zo vorm
den die schilden samen een voorstelling van het lijden
van Christus. Vóór in de kerk, dicht bij het altaar, stond
een grote tifa, een trom. Zandlopervormig en bespan
nen met hagedissevel. Boven op die trom was een
doopvont aangebracht.
In de kerk waren diverse beelden. Men zou ver
schrikt, verbijsterd zijn ze aan te treffen in een Neder
landse rooms-katholieke kerk, maar hier is er van ver
bijstering geen sprake. Ook niet, als men constateert
dat de voorstelling van die beelden een mengeling is
van heidense en r.-k. motieven. Men heeft gebruik ge
maakt van de primitieve voorstellingen, en deze aan
gepast aan de motieven van het westen. En met succes.
Deen waren. Links de vrouwen, rechts de mannen. Én dan waren er i
kinderen van het internaat. Er waren ook andere kinderen, waaronder
heel wat, die nog: volkomen naakt gingen. Er waren vele moeders, die hun
kinderen hadden meegenomen. Moeders gekleed in uitsluitend een grasrok
je. De kindSren kregen tijdens de dienst de borst en het scheen dat iedereen
dit heel normaal vond. Als men dat éénmaal heeft gezien, is het trouwens
niet zo vreemd meer. Het is een kwestie van even wennen.
Het was de wonderlijkste kerk
dienst, die ik ooit aanschouwde.
Omdat deze mensen tenslotte een
paar jaar geleden nog in de oetan,
de wildernis, zaten. Zo is het pas
geleden, dat deze mannen nog op
sneltocht gingen, opgehitst, aange
vuurd door deze zelfde vrouwen,
die nu rustig hun kind voeden in
dit kerkje.
En ik moet steeds denken aan de
onrust, de schichtigheid, de nervosi
teit bij die andere wilden, de Asmat-
ters, die ik enkele dagen geleden voor
het laatst zag. Welk een verschil van
ogen. Welk een verschil van mentali
teit. Asmatters zijn nog wilden; deze
Mappiërs hebben reeds een geweldige
sprong gemaakt. De sprong van het
stenen tijdperk naar de twintigste
eeuw. Een ongehoorde sprong. Er is
nog veel, ontzaglijk veel, dat hen niet
duidelijk is, dat ze niét begrijpen.
Maar het experiment is in volle gang
en het slaagt daar.
Ik zie in die dagen wat hier het
Nederlandse bestuur klaarspeelt en
dat is niet weinig: Er wordt hier op
uitermate menselijke wijze getracht
een stam Papoea's een redelijk deel
van leven te bezorgen. Men doet dat
op tal van manieren. Men tracht hen
te gewennen aan geregelde arbeid.
Er zijn tuinen aangelegd, die door
hen zelf worden bewerkt. Eén dag
in de week is zejfs geheel aan tuin-
arbeid gewijd. Alleen reeds het wen
nen van deze primitieven aan iets,"
dat werk heet, is een revolutie. Tot
voor enkele jaren waren het alleen
maar voedselverzamelaars in het bos.
Nu wordt hun een systeem bijge
bracht.
Framboesia
Artsen komen naar Kepi en daar
is reden genoeg voor. Ik sprak met
een van hen, die bezig was met
een systematische framboesia-be-
stry ding. Hij deelde me mede, dat
het aantal met framboesia ge-
infecteerden door hem getaxeerd
werd tussen de 80 en 100 pro
cent Hij was er niet door ge
deprimeerd. Wekenlang gaat hij op
tournee, met als voornaamste wa
pen de spuit voor het toedienen
van penicilline-injecties. De resul
taten zijn bijzonder hoopgevend.
Reeds na één spuit. Het probleem
is alleen al die mensen uit het bos
te halen. Omdat dat bos zo onmo
gelijk groot is. En goeddeels on
doordringbaar.
Ik zou u graag alles'willen vertel
len van datgene, wat ik zou willen
noemen: het experiment van Kepi.
Het zou me te ver voeren. Laat ik
ermee mogen volstaan erop te wij
zen, dat daar, in Kepi, de voornaam
ste bestuurspost in het Mappi-gebied,
door Nederlandse bestuui-sambtena-
ren en Nederlandse missionarissen
zeldzaam mooi, zeldzaam belangrijk
werk wordt verricht. Onder zeldzaam
moeilijke, en soms hopeloos moeilijke
omstandigheden. Het was een ver
kwikking daar te mogen zijn. En vast
te stellen dat er hier. ja zelfs hier,
zo ver van de wereld, die we plegen
aan te duiden als „de beschaafde we
reld", mensen gevonden worden, die
het kunnen opbrengen voor een pri
mitieve gemeenschap in het krijt te
treden. Die zich van dag tot dag in
spannen hun leven redelijk te doen
verlopen. Die bezig zijn hen te ver
lossen van de duizend angsten, dui
vels, demonen en schrikbeelden, die
nu eenmaal inharent zijn aan het be
staan van de primitieve mens.
Dat alles gebeurt dus, dit experi
ment op het gebied van landbouw,
van cultuur, van godsdienst en op
velerlei ander gebied nog, op de
voorpost Kepi.
Wat het leven op zo'n voorpost
betreft, men kan daarover een boek
schrijven. Het zou een uitermaté
lezenswaardig boek zijn, lijkt me.
En menig huisvader, en menig
huismoeder, in Nederland zou zich
in zijn of haar comfortabele wo
ning verbazen. Hij en zij zouden
Controleur Frans Cappetti houdt een
grote rede tot de bevolking waarbij
hij deze opwekt regelmatig eetbare
produkten te kweken. En nooit weer
op sneltocht te gaan.
In het gunstigste geval op een beetje
cement.
Wie hier leeft, die heeft de wereld
voor geruime tijd vaarwel gezegd:
sciëntieus man. Hij werkt met een
aantal Papoea-agenten, die hij bezig
is te trainen en die hem een goed
hart toedragen. Hij heeft de controle
over een groot gebied en is meer niet
thuis dan wel. Nu jathuis.
In die holle, houten kamer ston
den een tafel en een paar stoelen.
Verder was er niet zo heel veel.
Wat attributen van Papoea's
langs de wand: een sagobakje, een
paar dolken van casuarisbot en
speren. Het meest menselijke
voorwerp was de foto van zijn
jonge vrouw. Een mooie foto, in
een mooi zilver lijstje. Hij hing op
een goed zichtbaar plekje. Ik
moest er vaak naar kijken. Hoe
zou ze het hier vinden. In Kepi.
Ook dat is tenslotte maar een ex
periment......
Vernield portret
De vierde avond dat ik daar was,
brak het noodweer los. Dat komt
Bij een Limburgse inspecteur
van politie
rimboe wachtte op zijn bruid
Geen bioscoop. Geen concerten. Geen
mogelijkheid om regelmatig de din
gen aan te schaffen die men nu een
maal nodig heeft. Weinig onderling
verkeer, omdat er tenslotte niet zo
heel veel Nederlanders in Kepi wo
nen. Behalve de pastoors in de kleine
pastorie alleen de familie Capetti,
het gezin van een administratief
ambtenaar, een landbouwdeskundige
en de dokter. En daar blijft het dan
bij. Ziedaarhet Europese brug-
rehoofd midden in de wildernis. Het
is een goed functionerend brugge-
hoofd en de stemming, de sfeer onder
de bewoners is uitstekend. Waar-
zo maar, in Zuid-Nieuw-Guinea.
Het was het uur der schemering.
De lucht was bruin-geel. En voor
we het wisten sloeg de storm,
waarschijnlijk een tyfoon-staar
tje, neer; Er stonden deuren en
ramen open, om tenminste een
kleinigheid frisse lucht toe te la
ten. Het was een der heetste dagen
geweest, die ik tot dusverre had
meegemaakt.
eich nog aanzienlijk méér verbazen
als ze de realiteit, de nuchtere wer
kelijkheid, konden zien.
De werkelijkheid! Die bestaat
uit een gebrek aan contact met
de buitenwereld. O zekerer is
een radio-telefoonverbinding met
Merauke, en iedere dag spreekt
Kepi njet Merauke. Dan vraagt
Kepi zo het een en ander wat het
tekort komt. Suiker, zout, bier, si
garetten. Soms kan er door een
vliegtuig gedropped worden, maar
er was sinds m'n komst daar in
geen zes weken gedropped. Te
slecht weer. Te veel regen, teveel
bewolking.
Men woont in huizen. Zeker. In
zelfgebouwde huizen. Men bouwt hier
goeddeels zelf z'n woning. Van hout.
schynlijlc omdat men doende is aan
zo'n wondermooi experiment, dat al
len gegrepen heeft en geboeid houdt
Voor dat experiment getroost men
zich het offer, dat werkelijk zwaar
lijkt. Ik zeg:- lijkt. Toen ik er met
deze mensen over sprak, werd me
gezegd, dat het géén zwaar offer
was. Ik denk, dat de waarheid in het
midden ligt. En daarbij er zijn nu
eenmaal mensen, die geboren zijn
voor voorposten. Waarschijnlijk zijn
ze dat allemaal, die op het ogenblik
in Kepi leven.
Dat is ook de man, in wiens hou
ten huis ik die dagen, als ik in Kepi
was, sliep; de inspecteur van politie.
Een jonge Limburger, die eerst kort
geleden hier aankwam. Hij wacht op
'de komst van zijn vrouw.
Met deze inspecteur heb ik uren
lang gesproken. Een ernstig en con-
Het was een ramp. Ineens was
het huis vol storm en regen.- We
trachtten de zaak te redden, maar
er stond te veel open. En dat red
den moest in seconden gebeuren.
Omdat die wind een orkaan was en
die regen een zondvloed, een wolk
breuk.
Toen we de schade opnamen, na
het sluiten van de deuren, lag het
portret van de vrouw van de in
specteur in stukken op de vloer. Ik
zag hem een weinig verbleken. Het
was ellendig. En er viel niets te
zeggen op dit ogenblik.
Nieuwe stukken water kwamen
Kepi, aan de Obaa-rivier, is een voorpost in optima forma. En het
was in Kepi, dat ik ruimschoots in de gelegenheid was het leven op
een voorpost in Zuid-Nieuw-Guinea mee te maken. Dat leven is anders
dan men zich voorstelt. Men kan het zich in Nederland moeilijk voor
stellen, omdat het een bestaan is, haast ondenkbaar in een normaal
marcherende samenleving, waar alles geordend is, alles iets met t ij d
te maken heeft, en waar men het leven min of meer in afgepaste
vakken heeft verdeeld.
Kepi, waar het binnenlands bestuur wordt vertegenwoordigd door
controleur Frans Capetti, de jongste controleur in dit land. Een bij
zonder enthousiast, haast idealistisch man. Hij houdt van dit land,
en hij houdt van de ménsen daar. Wat minstens zo belangrijk is. Hij
werkt er op een allerplezierigste manier samen met de missie, die
reeds voor het bestuur contact met de Mappi-bevolking opnam.
Het was hier, dat ik een beeld kreeg van wat met goede wil en
eerlyk enthousiasme Is te bereiken. Zélfs in een zo wild gebied als
Zuid-Nieuw-Guinea. Zélfs in de enkele jaren, dat men hier met dit
„experiment" (hetgeen het in feite is) bezag is.
binnen. Hij legde het portret voor
zichtig op de tafel en we gingen
door met de zaak te regelen. Dat
duurde een kwartier. Toen ik terug
kwam had het gelekt op het portret,
waarvan de lijst en het glas al waren
gebroken Ook het portret zelf was
nu beschadigd.
Het was een bedroefde, sombere
avond. We spraken niet veel omdat
het vernielde portret tussen ons lag
Die avond laat werd hij gehaald
door een paar Papoea-agenten. Een
der gevangenen was ontsnapt Hij
stond op, Keek me aan en zei „Ik
weet niet, wanneer ik terugkom. U
gaat uw gang maar U weet waar al
les staat. Het bier ligt in de mandi-
bakin de kast achter staat nog
een halve fles Vermouthen op
tafel ligt een brood. Maar dat is
zuur en niet goed eetbaar. U moet
alleen die ene fles champagne laten
staan. Die is voor m'n vrouw en mij.
Als ze komt. We zijn in Holland al
leen maar voor de wet getrouwd.
Hier trouwen we dus opnieuw. Voor
die dag heb ik deze fles bewaard.
Toen hij weg was, heb ik die hu-
welijksfles bekeken. Er marcheerden
enkele honderden mieren over. Het
etiket whs beschadigd en vuil: Veuve
I Cliequot-Ponsardin (demi-sec).
Het was het enige nog, wat h(j had
voor dat feest. Ik heb die fles niet
aangeraakt. Maar ik heb er wel vaak
naar gekeken.
Het was namelijk zo'n aandoenlijk
aangrijpend stuk bewaarde vreugde
uit de wereld zonder voorposten.
Misschien, dat u begrijpt, wat ik
bedoel.
In Arthur Koestiers treffen
de aanklacht tegen 't com
munistische recht, ..Nacht in
de middag", vertrouwt de on
dervragende politieman aan
een ten dode opgeschreven
partijleider toe: „Het politie
ke nut van uw bekentenis zal
in zijn vrijwillige karakter
liggen". Later voegt hij er
aan toe: „Uw verklaring op
de zitting zal de laatste
dienst zijn die U aan de par
tij kunt bewijzen".
Roebashow, de valselijk
beschuldigde commissaris,
wordt overtuigd, dat hij de
revolutie zal helpen door de
misdaden" te bekennen, die
hij nooit beging. Het onver
zoenlijke systeem belooft
maar een enkele troost: „Op
zekere dag, wanneer het geen
kwaad meer kan, zullen de
geheime arehieven openbaar
gemaakt worden. Dan zal de
wereld weten, wat de achter
grond was van deze poppen
kast".
André Wurmser, propagan
dist voor 't Franse communis
me, heeft nu een verbazing
wekkend feitenverhaal gepu
bliceerd dat een herhaling lijkt
van Koestiers roman.
In 't maandblad van de par
tij. Democratie Nouvelle, ver
telt hij van interviews met Ar
thur London, een werkelijke
Tsj echo-Slowaakse „Roeba
show", met mevrouw London
en met de weduwe van Laszlo
Rajk, de gedode, maar inmid
dels gerehabiliteerde Hongaar
se „Roebashow".
C. L. Sulzberger wijdt aan
Wurmsers publikatie 'n be
schouwing in The New*
York Times, waaraan nog
het volgende is ontleend:
London, nu 41 jaar oud, is 'n
oud partijlid. Hij vocht in de
internationale brigades in
Spanje en werkte m de com
munistische tak van de Fran
se ondergrondse beweging. In
1952 werd hij, als deelnemer
aan de veelbesproken Slansky-
Clementis-samenzwering, tot
levenslange gevangenisstraf
veroordeeld wegens trotskisme,
titoïsme, zionisme, burgerlijk
nationalisme en als een volks
vijand die had geprobeerd om
Tsjecho-Slowakije los te maken
van Rusland en het aan het
westen te verbinden.
Weer verschenen
Wurmser herinnert eraan,
dat London in april
jongstleden „weer ver
scheen". Alvorens op reis te
gaan om hem te bezoeken, kon
Wurmser niet begrijpen waar
om 'n man, die de Gestapo had
weerstaan, misdaden had be
kend waaraan hij niet schuldig
was. Omdat hij daarvan uit
ging, zo geeft Wurmser toe,
was hij ervan overtuigd ge
weest dat London eerlijk ver
oordeeld, was.
Londons eigen vrouw, Lise|
had een brief aan het Praagse
communistische hof geschre
ven, waarin een rechtvaardige
straf werd gevraagd voor ae
verraderlijke activiteit van
haar man.
Wurmser schrijft aan Lon
don motieven voor bekennen
toe, die alleen aannemelijk zijn
in een gekkenhuis of achter het
ijzeren gordijn. London vertel
de hem namelijk: „Welke
slechte behandeling kan wor
den vergeleken met deze mo
rele kwelling: veracht te wor
den door mijn eigen kamera
den, door de beste mannen,
door degenen wier achting ik
verdiende en voor wie ik hoog
achting bleef koesteren, zelfs
toen zij mij verstootten?
Ik kon mijzelf niet verdedi
gen, of ik had moeten opstaan
tegen de partij waarvoor ik ge
durende vijf en twintig jaar
had gevochten en tegen het ge
hele socialistische kamp, twee
houdingen waren mogelijk.
Sommige beschuldigde com
munisten dachten dat zij het
socialisme beter zouden dienen
door te weigeren, zichzelf te
veroordelen; anderen geloofden
dat zij het socialisme beter
dienden door te weigeren, hun
eigen levens te verdedigen.
Wat mij betreft: ik behield ver
trouwen in mijn partij; ik wist
dat zij mij eens recht zou doen.
Ik weet dat deze gevoelens
ontoegankelijk zijn voor dege
nen die met weten wat 'n com
munist is. Die brief waarover
zoveel is gezegd en die mijn
vrouw schreef, menend dat ik
schuldig was, die brief waarin
werd gevraagd om mij te straf
fen, dié verwachtte ik".
Zjjn ontmoeting met het ge
zin London beschrijvend ver
telt Wurmser dat Lise op dit
punt van het gesprek teder
naar haar man lachte.
Betere communisten
Tot kort geleden beschouw
de Wurmser zowel Lon
don als Rajk schuldig aan
onzinnige misdaden. Als onder
deel van zijn eigen mea culpa
zond hij zijn vrouw naar Boe
dapest om Rajks weduwe te
interviewen. Mevrouw Wurm
ser verhaalt, dat Rajks wedu
we zei, dat zij ook zelf in net
communistische recht zou heb
ben geloofd op basis van de
verslagen van de zaak-Rajk,
indien zij in Wurmsers plaats
had gestaan.
Hij vraagt retorisch, welke
andere partij of godsdienst hel
den kan tonen van gelijke
grootte. Waarschijnlijk niet
eén, sinds de Ammonieten hun
eerstgeborenen offerden aan de
afgod Moloch. Wurmsers ver
dediging is een gemene parodie
op Koestiers boek. Stilzwijgend
zet hij een heldenkroon op het
hoofd van de communistische
leiders die gerehabiliteerd zijn.
maar' dood. Toch houdt Praag
vol, dat, hoewel London nu vrij
is, Slansky en Clementis te
recht geëxecuteerd werden. Zij
werden veroordeeld voor de
zelfde „misdaden". Zijn zij hel
den of verraders?
Zeker kan geen niet-com-
munist de beCrokken man
nen begrijpen. Het is bijv.
moeilijk, om zich het gezel
lige huiselijk leven voor te
stellen vandaag aan de dag
van Arthur London en Lise,
de vrouw die hem aanklaag
de als misdadiger. Dit ge
drag, waarvoor Wurmser
zoveel bewondering heeft,
gaat het begrip van vrije
mensen te boven.
Misschien is het nuttig, zo
besluit Sulzberger, om hier
twee citaten weer te geven, die
Koestier aan zijn beroemde ro
man vooraf het gaan. Van
Macchiavellï„Hij die een dic
tatuur vestigt en Brutns niet
doodt, of hij die een republiek
sticht en de zonen van Brutus
niet doodt, zal maar korte tijd
regeren". En van Dostojewski:
„Mens, mens, men kan niet he
lemaal zonder medelijden le
ven".