KAPPIE
Tuinders hebben veel interesse
voor kansen van automatisering
Ook voor
repen!
en de STUNTERS
GROOTSTE STAD TER WERELD
LONDEN OF NEW YORK
Mü Avontuur
in de
sidentie tjeerd adema
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
DONDERDAG 2 AUGUSTUS 1956
8. Gehaast begon Kappie
in het telefoonboek te bla
deren. „Sakkers!" bromde
hij. toen hij eindelijk ont
dekte, dat er niet één, maar
zevenenveertig Silversteins
in het boek stonden. „Hoe
vind ik die klont nou?"
Er zat niets anders op dan
bij het begin te beginnen en
het rijtje af te werken.
Maar Kappie had geluk,
want al bij de twaalfde
keer hoorde hij aan de an
dere kant van de lijn een
stem zeggen: „Met het huis
van Silverstein, de film
magnaat!"
„Ik moet de Maat heb
ben!" toeterde Kappie in
de hoorn. „Directl Subiet!
Er is haast bij!"
Even bleef het stil, toen
antwoordde de stem aan
de andere kant: „Dan is U
verkeerd aangesloten. Hier
woont geen Maat. u
spreekt met het huis van
Silverstein!"
Het angstzweet brak Kap
pie uit. „Sta er ja niet om toe te praten, kerel!"
schreeuwde hij. „Het gaat om Duizel... Duizel-
dinges. Hij is net met Silverstein aangekomen!"
„Zeker mijnheer, ik zal mijnheer Duizeldader
even roepen!" hoorde Kappie de stem aan de an-
dere kant zeggen en vol ongeduld bleef hij wach
ten.
De hoofdrolspeler, die de telefoon had aangeno
men, ging naar de Maat toe en riep: „Hé, Duizel
dader, telefoon voor je! Een zekere mijnheer Kap
pie! Hij had haast, zei hij!"
De Maat haastte zich naar de telefoon en even
later hoorde hij Kappie's opgewonden stem: „Maak
onmiddellijk dat je wegkomt, jong! De echte Dui
zeldader is op weg naar je toe en hij heeft niet
veel goeds in de zin!"
MET THERMOSTAAT EN FOTO-ELEKTRISCHE CEL
Mechanisering van bedrijven
in vergevorderd stadium
(Van een medewerker.)
Op zichzelf genomen Is het enigszins merkwaardig dat de mecha
nisatie van de landbouw aanmerkelijk meer belangstelling geniet dan
die van de tuinbouw, hoewel de laatste zonder enige twijfel een veel
grotere vlucht heeft genomen. Vermoedelijk kom dit omdat de toe
passing van motorische kracht in de landbouw, en dan vooral by de
gezinsbedrijven, op grote weerstanden stuit, terwijl de tuinbouwer
„van huis-uit" meer op mechanisatie is ingesteld.
De groenten- en fruitteler hebben steeds voor de opgave gestaan
van de kleinst mogelijke oppervlakte grond de grootst mogelyke
oogst te verkrijgen. Om hierin te slagen moest al gauw naar „kunst
matige" middelen worden omgezien waarvan het gebruik van de
koude- en later van de stookkas de beste voorbeelden zijn. Dan over
treft de gevoeligheid van de meeste tuinbouwgewassen die van de
landbouwgewassen, met als gevolg dat de eerste meer zijn aangewezen
op fijnere bewerkingsmethoden en verzorging. Daaruit valt vermoe
delijk de bijzondere belangstelling van de tuinder voor de mogelyk-
heden van de mechanica e.i de motorisatie te verklaren.
Hoe dan ook, de tuinbouw is de
landbouw stukken voor wat het
gebruik van mechanische middelen
betreft. Wie de gecompliceerde ver
warmingsinstallaties van de stook-
tuinders heeft gezien en wie de mo
torische nevelspuiten als robots
door de fruitkwekerijen heeft zien
kruipen, kan daarover meepraten.
(Advertentie)
Investeringen van meer dan een
halve ton in mechanische en gemo
toriseerde middelen op een bedrijf
van slechts enkele hectaren zijn
geen zeldzaamheid.
Het ziet er voorts allerminst naar
uit dat de rationalisatie van onze
tuinbouw zijn verzadigingspunt heeft
bereikt. De mechanisatie zowel als
de motorisatie gaan gestaag voort.
Naast de traktor vinden bijvoorbeeld
de motorploeg en de motorfrees
steeds meer toepassing. In de stook-
kassen begint de heetwaterverwar-
ming steeds meer plaats te maken
voor de hete-luchtverwarming. Voor
al deze laatste opent tal van nieuwe
perspektieven; het regelen van de
temperatuur en van de vochtigheid
gebeurt hier gemakkelijker dan met
ae oude waterketels. Op het Instituut
voor Tuinbouwtechniek is men thans
zover dat men door middel van ther
mostaten zonder menselijk ingrijpen
deze regeling kan laten geschieden.
Zodra bijvoorbeeld de zon gaat schij
nen, wordt de verbranding in de ketel
getemperd, zodat de temperatuur ge
lijkmatig blijft.
Veel tuinders gaan er tegenwoor
dig ook in het donkere jaargetijde
toe over door middel van kunstmatige
verlichting het daglicht te verlengen,
dan wel te intensiveren. Men verkort
hierdoor de groeiperiode van de ge
wassen en komt zodoende tot meer
oogsten per seizoen. Het regelen van
de licht-intensiteit is geen eenvoudig
karweitje; het menselijk netvlies is
hierop slechts gedeeltelijk ingesteld.
Met behulp van de foto-elektrische
cel komt men tot volkomen juiste be
oordeling van de lichtintensiteit, re
den waarom het niet al te lang meer
zal duren voordat ook de elektronika
hun toepassing in de Nederlandse
tuinbouw zullen vinden.
Het is daarom niet voor niets dat
men in de tuinbouw thans rekening
Vervoer- en marktverbod
voor varkens afgekondigd
Ondanks het vervoervcrbod van
lichte varkens in de grensstrook
langs de Belgische grens, valt een
toeneming van het aantal gevallen
van mond- en klauwzeer onder var
kens in ons land waar te nemen,
welke verontrustend is, deelt het mi
nisterie van landbouw, visserij en
voedselvoorziening mede.
Aangezien in vele gevallen met ze
kerheid kan worden aangenomen, dat
de dieren besmet werden door be
smette transportmiddelen, heeft de
minister een algeheel vervoer- en
marktverbod voor varkens afgekon
digd, dat geldt voor het gehele land.
Alleen vervoer van slachtvarkens
(boven 70 kilogram) is toegestaan.
Het ligt in het voornemen het ver-
voerverbod tot 20 augustus te hand
haven, tenzij de omstandigheden
zich wijzigen.
Na opheffing van het vcrvoerver-
bod zal transport van vee slechts
mogen geschieden indien het ver
voermiddel is ontsmet. Dit moet
blijken uit een ontsmettingscertifi
caat, dat na ontsmetting onder toe
zicht zal worden uitgereikt. De ont
smettingscertificaten zullen overeen
komstig de veewet slechts één week
geldig zijn, zodat elke veetransport
wagen minstens eenmaal per week
dient te worden ontsmet.
Grieks luchtvaartmonopolie
voor reder Onassis
Krachtens een gisteren met de
Griekse regering gesloten overeen
komst verwerft de reder A. Onassis
het monopolie voor de exploitatie van
Griekse luchtvaartlijnen. Volgens
Reuter zal 60 pet van de aandelen der
nieuwe maatschappij zich in handen
van Griekse onderdanen bevinden.
Bij een botsing tussen twee treinen
bij het station van Göppingen (West-
Duitsland) zijn 32 personen gewond,
van wie twaalf ernstig. De twee trei
nen reden op een enkelsporig traject
op elkaar in.
In Iran zijn ongeveer 300 mensen om
het leven gekomen en ruim een mil
joen dakloos, doordat tot driemaal
toe de vlakten rond de meer dan
JfOOO meter hoge bergen overstroomd
zijn.
De bovenste foto geeft een beeld van
vrouwen uit een van de volkomen
verwoeste plaatsjes, die uitkijken
naar redding en voedsel. De onderste
foto geeft een overzicht van een van
de ondergelopen dorpjes in de om-
geving van Kasham.
Jeugdige oplichter
aangehouden
Ten huize van de heer P. L. te
Bergen op Zoom vervoegde zich on
langs de 15-jarige zoon van de familie
D., met de vraag of de heer L. lid
wilde worden van de kankerbestrij
ding. Eén en ander ging volgens de
j.ongeman uit van het Algemeen Bur
ger Gasthuis te Bergen op Zoom en
de contributie zop fl per jaar be
dragen.
De heer L. kreeg ech.ter argwaan
en waarschuwde de politie. Toen de
jongeman werd aangehouden, deelde
hij mee reeds enige tijd bezig te zijn
geweest op een dergelijke manier gel
den ten eigen bate in te zamelen. En
kele inwoners van Bergen op Zoom
zijn waarschijnlijk de dupe geworden
van de praktijken van deze „spaar-
zieke" jongeman.
Kwestie van statistiek
Onze eigen kinderen leren op
school, dat New York de grootste
stad ter wereld is. Ondanks onze zeer
pertinente bewering, dat dit niet
waar is en dat Londen dit predicaat
opeist waarbij we dan vertéllen,
dat dit zo is, omdat Londen al zgn
voorsteden meetelt blijven zij de
meester trouw. Wij zijn gewoonweg
een beetje achter. Een buurkind, op
een andere school, vertélt daarente
gen, dat het toch Londen is. Dat doet
het vertrouwen in de school toelis-
waar iets méér wankelen, dan de
ouderlijke twijfel, maar overuigd zijn
ze niet.
En nu komt daar ineens een voor
ons gezag in zulke zaken ontstellend
bericht: New York is werkelijk de
grootste stad ter wereld!
Hoe is dat nu mogelijk De „Welt-
woche" onthult het: Tot nu toe gold
Londen met 8,3 miljoen inwoners als
de grootste stad ter wereld, gevolgd
door New York met 7,8 miljoen. Zo
kan men het in elke atlas en ency
clopedie vinden. Het nieuwe jaarboek
van de Verenigde Naties zegt het
anders: New York staat nu ineens
met 12,3 miljoen verreweg aan de
spits. Hoe komt de zetel der Verenig
de Naties nu ineens aan die aanwas
van vier miljoen? Heel eenvoudig:
ditmaal heeft New York hetzelfde
gedaan, wat Londen altijd al deed,
net heeft alle voorsteden, waaronder
er zelfs zijn, die in de staat New
Jersey liggen, tot groot New York
gerekend en daarmee deze enorme
voorsprong gekregen op groot Lon
den.
Intussen zijn de statistici het over
de juistheid van deze methode niet
eens. Immers, je kunt toch niet op
eens de grondslag van de berekening
wijzigen, zeggen ze. De tegenpartij
daarentegen heeft waarschijnlijk
Londen tot voorbeeld genomen en in
deze methode geen inbreuk op de
statistische spelregels gezien.
Maar misschien, zo meent de
„Weltwoche", wordt dit dan toch
nog wel een kwestie, die de Verenig
de Naties in laatste instantie moeten
uitmaken I
begint te houden met die graad van
rationalisatie, die men over het al
gemeen automatisering noemt. Het
druk-op-de-knop-systeem houdt tal
van tuinders al ernstig bezig, niet al
leen omdat hun gevoel voor techniek
hen hiertoe brengt, maar ook omdat
het tekort aan arbeideskrachten hun
lelijk parten begint te spelen. In de
stookkassen is men thans op een punt
fekomen dat het eenvoudige schakel-
ord tot vervanging van heel wat
mankracht leidt. Voor de bediening
van een heteluchtkachel met een ca
paciteit van 190.000 cal. u. kan inder
daad worden volstaan met één ar
beidskracht, die éénmaal op het
knopje behoeft te drukken om het
geval in werking te stellen en één
maal om het tot stoppen te brengen.
Verbindt men hieraan dan nog een
thermostaat en een foto-elektri
sche cel, dan heeft men zonder ge
bruik van menselijke arbeids
kracht ook de luchtvochtigheid en
de lichtintensiteit automatisch in
de hand. Het lijkt eenvoudig en
zodra vaststaat dat de kostprijs
deze investering kan verdragen,
zal hiertoe ook zonder enige twij
fel worden overgegaan. De tech
niek is al zover.
Groeiende industrie
Er zit aan de mechanisering, of zo
men wil, automatisering van de tuin
bouw nog een interessant aspect vast
namelijk het industriële. Het heeft
namelijk niet kunnen uitblijven dat
de Nederlandse industrie, aangemoe
digd door de verregaande mechanisa
tie van onze tuinbouw, zich er op
heeft toegelegd de hiervoor benodigde
werktuigen en apparaten te vervaar
digen. De zojuist genoemde hete-
luchtketel is van Nederlands fabri
kaat, de hiervoor bestemde stookkas
sen, met inbegrip van de verplaats
bare de constructie staat met wie
len op rails worden eveneens hier
te lande vervaardigd. Hetzelfde geldt
voor de gemotoriseerde nevelspuiten,
de motorploegen en bijvoorbeeld de
fruitsorteermachines. Niet alleen
worden deze artikelen aan onze tuin
ders geleverd, maar hiervoor is se
dert enkele jaren ook een aanzienlij
ke export opgebouwd.
Van overheidszijde wordt deze ont
wikkeling krachtig gestimuleerd, o.
m. vanwege het eerder genoemde In
stituut voor Tuinbouwtechniek, dat
gratis zijn ervaring voor de ontwik
keling van nieuwe werktuigen en ap
paraten beschikbaar stelt en nieuwe
vindingen van onze industrie in uit
voerige rapporten beoordeelt zowel
ten behoeve van de fabrikanten als
van de gebruikers. Ook staat de re
search van dit instituut zelf aller
minst stil; een recent bewijs is de con
structie van een automatische vogel
verschrikker, waarvan de praktijk
met steeds grotere tevredenheid ge
bruik maakt.
Het wachten is dus nu op de auto
matisering, zjf het dat ook op andere
gebieden nog mogelijkheden braak
liggen. Denken wjj alleen maar aan
de arbeidsintensieve oogst van aard
beien en ander klein-fruit en ook
hard-fruit. Op dit punt is nog heel
wat intensiviteit nodig, maar als men
hierin zal slagen, zullen de construc
teurs zich van grote belangstelling
verzekerd weten.
altijd welkom
ïom
53
„Heb je een inbraak gepleegd in 'n
fruitwinkel, Bastiaan V' vroeg hij
verbaasd.
„Het hjkt er wel op, mijnheer", zei
Bastiaan glimlachend. „Ik hoop, dat
ze U zullen smaken".
„Ik vrees", zei Steensma, „dat
tachtig procent van deze verrassin
gen bij mijn vrienden beneden terecht
zal komen. Mijn maag is geen fruit-
pakhuis, Bastiaan en het zou zonde
zijn. dit kostelijke ooft te laten be
derven. Intussen hartelijk dank voor
je vriendelijke bemoeiingen".
Bastiaan zuchtte. „Ik heb er heel
wat winkels voor afgelopen, meneer."
„Dat geloof ik graag", zei Steens-
ma, glimlachend de expositie op het
tafeltje bekijkend. „Ik moet je wat
vragen, Bastiaan. Ken jij freule Cato
Tervooren?"
Bastiaan keek verbaasd op.
„Zeker meneer", antwoordde hij,
dat is de verloofde van de jonker."
„Ken jij de freule persoonlijk, Bas
tiaan?"
„Wanneer de jonker op „Zonnehof"
logeerde, heeft hij me vaak meege
nomen, meneer. Ik heb de eer de fa
milie zeer goed te kennen. Mag ik
misschien weten, mijnheer, waarom
U...?"
Steensma antwoordde met een
vraag die hem zelf op de lippen lag.
„Is de freule gisteren bij je geweest
om naar het adres van de jonker te
vragen?"
„Neen, mynheer", antwoordde Bas
tiaan verbaasd.
„Dus je hebt haar voor dat adres
ook niet naar mij verwezen", conclu
deerde Steensma.
„Neen, antuurlijk niet, mijnheer",
zei Bastiaan een tikje ongeduldig.
„Mag ik misschien vragen...?"
Ir. Steensma zuchtte.
„Ik was er al bang voor, Bastiaan",
zei hij. „Kom eens even rustig bij me
zitten."
Hij vertelde uitvoerig over het be
zoek van de onbekende jongedame en
Bastiaan stond dadelijk op om haar
portret te gaan halen.
Binnen een half uur was hg terug
en haalde uit een aktentas de grote
foto in zilveren lijst, welke bij Steens
ma's eerste bezoek aan de heer Van
Waardenburg op het schrijfbureau
had gestaan.
Ir. Steensma bekeek aandachtig
het portret van een jonge, knappe
vrouw met zwart haar en grote, don
kere ogen.
„Is dit is dit de dame, die U
gisteren bezocht heeft, mijnheer?",
vroeg Bastiaan in spanning.
„Neen, Bastiaan", zei Ir. Steensma,
„zij lijkt er zelfs.niet op. We kunnen
nu wel concluderen, dat onze tegen
standers weten, dat ik niet jonkheer
Van Waardenburg ben. Waarschijn
lijk weten zij niet wie ik wèl ben,
maar dat zal hun op het ogenblik
minder interesseren."
„Heeft U uw naam niet genoemd,
mynheer?"
Steensma dacht even na. „Voor zo
ver ik me kan herinneren niet, Bas
tiaan", zei hij. „Er was iets vreemds
in de situatie, dat mij tenslotte voor
zichtig gemaakt heeft."
Bastiaan zuchtte. „Het is maar ge
lukkig, mijnheer", zei hg, „dat U het
adres van de jonker niet heeft ge
weten."
Steensma hoorde een verwijtende
klank in de stem van de bediende.
„Waarom, Bastiaan?" vroeg hij.
Bastiaan schrok op. Hij was niet
gewend zgn meester iets te verwijten
en hg betrok ook zichzelf dadelijk in
zgn conclusie.
„Dan hadden we dat misschien ver
teld, mijnheer. Dan zouden we zelf
onze achtervolgers op het spoor van
de jonkheer gebracht hebben."
Steensma boog zwijgend het hoofd.
Hy wist maar al te goed, dat Bas
tiaan gelijk had.
De eerstvolgende twee weken gin
gen voor Steensma zonder emotionele
gebeurtenissen voorbij.
Hij was na ruim een week uit het
verband gepakt, de losse hoektand
was getrokken en hij had de macht
over zijn armen en handen terug ge
kregen.
De schaafwonden aan zijn gezicht
waren plekken geworden, welke van
dag tot dag een normaler huidskleur
kregen en alleen over de rechterwang,
waar de val tegen de stoeprand twee
grote kerven had achtergelaten, wa
ren kruislings een paar pleisters vast
gehecht, die, naar de dokter voor
spelde, binnen weinige dagen niet
meer vervangen behoefden te worden.
Er bestond geen vrees meer voor
hersenschudding, maar de dokter had
geconstateerd, dat de patiënt, als ge
volg van de noodlottige gebeurtenis
sen, nog in een enigszins nerveuze
toestand verkeerde, waarom hij nog
enkele weken rust in het ziekenhuis
had voorgeschreven.
Overdag wandelde Steensma in de
grote gestichtstuin, een plantsoen met
talrijke rustbanken en bedden vol
kleurige bloemen. Daarachter lag de
moestuin en een boomgaard waarin
appel-, pere- en pruimebomen een
rijke najaarsoogst voorspelden.
Hy was volkomen met zyn omge
ving vertrouwd geraakt.
Menigmaal kwam de rector, een
jonge, actieve geestelijke, een gezel
lig praatje op zijn kamer maken en
als het mooi weer was, zette Steens
ma zich op een bank in de tuin, of
bedacht hij een bezoek aan het man-
nenzaaltje van zuster Veronica, waar
hij steeds als de verloren zoon werd
binnengehaald, omdat de patiënten
wisten, dat zyn bezoek altya de voor
bode van allerlei culinaire verrassin
gen was.
Als het regende, zette h(j zich in
een fateuil in zyn kamer en genoot
van wat lichte lectuur, welke Bas
tiaan, op zijn verzoek, voortdurend
met nieuw uitgekomen werken ver
rijkte.
Soms ontmoette hg de moeder
overste, een jonge, vriendelijke vrouw
die zich in niets van de andere nonnen
onderscheidde en hg gevoeide, dat hij
door zijn bijzondere positie en de min
of meer avontuurlijke wgze, waarop
hg in dit gesticht was terecht ge
komen, een veelbesproken en popu
laire figuur was geworden.
Alle zusters kenden hem; als hg
door het ziekenhuis dwaalde, werd hij
overal vriendelijk gegroet en diverse
doktoren, die mj hier had leren ken
nen, kwamen in een vrg momentje
graag even een sigaret op zijn gast
vrije kamer roken of een gezellig
praatje maken bij de grote witte tuin
bank in het park, waar hg bg zonnig
weer vaak een beschut plaatsje in de
schaduw van een noteboom zocht.
Hij had tevergeefs getracht ook
met zuster Angelica op goede voet te
komen. Zij was in de nacht meer
malen op zgn kamer geweest en eens
toen hij niet slapen kon, had hij haar
gekscherend verzocht hem met het
opstellen van een menuutje te helpen,
omdat zuster Blanca hem ter ere van
zgn beterschap beloofd had, dat hij
de volgende dag zou mogen eten wat
hij wenste.
Zuster Angelica had hem misprij
zend aangekeken en gezegd, dat hij
zgn kostbare levenstijd nuttiger kon
besteden, wanneer hij zich wat min
der om zijn dagelijkse maaltijden be
kommerde en wat meer aandacht
schonk aan de spijs, die nooit ver
gaat.
Zg had verontwaardigd haar hoofd
geschud en hg had sindsdien elke toe
naderingspoging achterwege gelaten.
Enkele weken na zijn komst bracht
Bastiaan hem een "brief, die door een
kruier was afgegeven en aan de heer
Van Waardenburg overhandigd moest
worden.
Steensma bekeek de lichtblauwe
enveloppe. Naam en titel van de heer
Van Waardenburg waren volledig op
het adres vermeld. Aan de achterzijde
was een zegel van blauwe lak, waar
in de afbeelding van een staand
leeuwtje gedrukt was.
Boven het adres was met duidelijke
letters „Persoonlijk" geschreven.
Daarnaast stond iets kleiner het
woordje „Spoed".
Steensma bekeek de brief aan alle
kanten, maar het enige, dat hg bij
oppervlakkige beoordeling kon vast
stellen was, dat het adres hoogst
waarschijnlijk door een vrouw was ge
schreven.
Hij stond op het punt de brief open
te maken, toen de dokter, die hem be
handelde, op zgn kamer verscheen.
(Wordt vervolgd)