KAPPIE en de STUNTERS
Vlissings echtpaar H. de Lange
verdient geld aan vakanties
Klanken uit de ether
GEEN HULP VOOR 30.000 KLEINE
LANDBOUWBEDRIJVEN
Mü Avontuur in de
Residentie
PROVINCIE
25 tl k! U W E COURANT
AUGUSTUS 1956
ZEEUWEN ALS EMIGRANTEN
Pension in badplaats Bondi
(Van onze correspondent in Australië)
Toen het echtpaar H. de Lange uit VHssingen naar Australië emigreerde,
had het er geen enkel idee van, wat het in dat land zou beginnen. „We zoch
ten avontuur en waren eerlijk gezegd van plan om na 'n paar jaar terug te
gaan naar Vlissingen. Nü kan dat hoogstens zgn voor onze eigen vakantie".
En het echtpaar verdient geld dóór de vakanties van anderen
Mevrouw De Lange vertelde eerlijk, dat ze vaak heeft terugverlangd naar
haar woning aan de Vlissingse Bilderdijklaan en ze had flink met heimwee
te kampen. Toen dacht ze niet meer aan het avontuur. Nu is echter die tijd
voorbij en ze is zelfs bang, dat ze in Nederland heimwee naar Australië zou
krijgen, wanneer ze met vakantie is. En misschien mede daarom blijven de
Nederlandse vakantieplannen voorlopig veilig opgeborgen.
tijd om zich alles te realiseren, hy
moet verder in zijn nieuwe land.
BUITENPLAATS.
Men kan in de bladen dikwijls
aanbiedingen zien voor „married
couples (getrouwde paren), die
op een buitengoed een plaats
kunnen krijgen; de man voor
tuinwerk e.a. en de vrouw voor
het huishouden. Dat betekent
uiteraard vrij wonen, dikwijls
vrjje kost en bovendien loon. Die
banen zijn vrijwel alleen voor
echtparen, zonder kinderen weg
gelegd en ook het echtpaar De
Lange trok naar zulk een buiten
plaats, niet ver van Melbourne.
„We hadden het er .prima", zei me
vrouw De Lange; haar echtgenoot
was wat minder enthousiast. Het
grasmaaien, paden wieden en al wat
dies meer zg, lag deze boekhouder
van professie niet zo bijster goed.
Of het avontuur gekomen ls?
„Ja, maar anders dan wij ons had
den voorgesteld", bekende ae heer De
Lange. „We hadden gedroomd over
grote schapenboerderijen, over paard
rijden, eenzaamheid en natuurleven.
We hebben dat alles wel ondervon
den, maar het was lang niet zo in
teressant als we dachten."
Dit echtpaar is zeker niet het eni
ge, dat in Australië deze ontdekking
aeed!
Om dat „avontuur" ging het grote
verlangen by aankomst in Australië
meteen uit naar wat men daar noemt
de „country" en wat men hier het
beste zou betitelen met de „wijde
vlakte".
Wel, uw correspondent is op scha
penboerderijen geweest met opper
vlakten van vele tientallen kilometers
in het vierkant; de tocht er heen was
dodend eenzaam: land, schapen en
wolken waren alles, wat soms gedu
rende uren en uren achtereen te zien
was. Soms is er dun een korte onder
breking b\j het passeren van een
bergrug. En wanneer men op zo'n rit
autopech krijgt, kan men wel eens
een paar dagen blijven steken!
SCHAPENBOERDERIJ.
Hoe dan ook, de wensen van het
echtpaar De Lange in die richting
werden vervuld. Twee weken zaten
de De Lange's in kamp Bonegilla;
toen had het arbeidsbureau een baan
op een schapenboerderij gevonden.
„Bijna twee dagen zaten we in de
trein en stapten toen over op een lo
kaaltje, dat éénmaal per dag in de
gewenste richting reed. Aan het sta
tion stond een auto gereed, waarmee
nog een rit van vier uren door het
land volgde. Toen zagen we, wat
Australië eigenlijk is: heel iets an
ders dan de miljoenensteden Melbour
ne en Sydney
Het begon goed. De farmer bleek
een geschikte baas en het personeel
was welwillend. De enige moeilijkheid
was: de taal.
„Met je beste school-Engels begin
je hier nog bitter weinig", ondervond
de heer Dc Lange. „Maar er viel niet
veel te praten. De voorman maakte
zo goed als dat ging duidelglc wat ik
te doen had en ik ging aan het werk."
AFRASTERINGEN.
Mevrouw De Lange had het
moeilijker. Ztj had haar taak in
de keuken van de grote „boerde-
rg", die meer op een villa dan op
een boerenbehuizing leek. Het
I werk van de heer De Lange be-
I stond de eerste tyd in hoofdzaak
uit het herstellen van de afraste
ringen, Een werkje, dat jaar en
dag doorgaat. Want niet alleen
de schapen, maar ook de kangoe
roes, de wilde honden en veel
ander gedierte verrichten regel
matig sloopwerk, zodat de scha
pen nog verder in het „niemands
land" kunnen trekken dan door
de afrasteringen reeds mogelijk
is.
Later werd het de taak van de heer
De Lange om de schapen te contro
leren en soms bepaalde groepen bij
een te jagen, wanneer er geschoren
moest worden. En zesduizend schapen
heb je niet zó bg elkaar
„De eerste maanden amuseerden
we ons best, maar toen begonnen - -
de eenzaamheid te voelen'r
heer De Lange.
„En ik had heimwee", vulde zgn
vrouw aan.
Hetgeen men haar moeilijk kwa
lijk kan nemen.
Ondanlï3 alles hield de „country
dit echtpaar toch nog een jaar vast;
toen ontsnapte het aan land, schapen
en wolken
„We waren aan de stad ontgroeid,
voelden ons vreemd en bang", vertel
de de heer De Lange.
Maar een emigrant heeft niet de
aldus de
Maar er kon worden gespaard en
de plannen voor de toekomst ontwik
kelden zich. Tg'dens de vakantiedagen
was het echtpaar dikwgls naar net
nabygelegen badplaatsje Bondi geto
gen
En daar. genietend van het strand,
werd gewikt en gewogen over de za
kelijke zijde van de vakantie: het
~eld verdienen aan andersmans va-
geld ver
kantte!
EEN PENSION.
bekyken en in de winter kochten we
een dergelgk bedrgf. Dat was toen
niet zo duur, maar we moesten door
die kwade tgd zien heen te komen",
aldus de heer De Lange.
Maar de Australische winters zijn
kort, hoogstens drie of vier maanden;
daarna begint de grote trek naar het
strand weer en worden de pensions
volgeboekt.
Twee jaar exploiteert het echtpaar
De Lange nu in Bondi de Austra
lische vakantietgd en „er zit goed
geld in", vertrouwde de heer De Lan
ge ons toe. Uiteraard moet er hard
voor gewerkt worden, maar dat doet
men met plezier.
Het plan om na een paar jaar weer
naar Nederland terug te keren is ver
geten, maar Zeeland is niet uit de
gedachten, want de Provinciale
Zeeuwse Courant wordt welhaast van
voor naar achter uitgespeld, meer
nog dan het plaatselijke blaadje van
Bondi.
„Dan voelen we ons niet zo vér
weg", vertrouwde mevrouw De Lan
ge ons toe. Hetgeen tóch nog een
stukje heimwee betekent.
DONDERDAG 2 AUGUSTUS.
AVRO: 7,00 nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram.
VPRO. 7.50 Dagopening. OVRO: 8.oo Nws.
8.15 Gram. 9.00 Gym. 9.10 V. d. vrouw.
9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij
ding. 10.00 Gram. 10.50 V. d. kleuters.
11.00 Kookkunst. 11.15 Lichte muz. 11.45
Internat, bezinning op onderwijsvernieu
wing, caus. 12.00 Orgel en viool. 12.25 In
't spionnetje. 12.30 Land- en tuinbouw
meded. 12.33 Interview en muz. 13.00 Nws.
13.15 Med. of gram. 13.20 Promenade-
ork. 13.55 Beursber. 14.00 Bariton en pia-
no. 14.30 Klaver vier, hoorsp. 15.05 Gram.
15.15 V. d. zieken. 16,00 Voordr. 16.15 Muz.
caus, 16.45 V. d. jeugd. 17.30 Gram. 17.45
Regeringsuitz: Nederland en de wereld.
Het maandelijks overz. v. d. werkzaam
heden der Ver. Naties, door mr. C. W.
A. Schürmann, Nederl. permanent verte
genwoordiger bij de Ver. Naties. 18.00
Nws. 18.15 Sportproblemen, 18.25 Mil. ork.
19.00 Gesproken brief uit Londen. 19.50
Ritmische muz. 19,25 Amus. muz. 20.00
Nws, 20.05 strijkkwartet. 20.35 Aan de
zelfkant van het koninkrijk, eaus. 20.45
Viool en piano. 21.35 Aan de zelfkant van
het koninkrijk, caus. 21.50 Gevar. progr.
v. d. militairen. 22.40 Journ. 22.50 Sport-
aet. 23.00 Nws. 23.15 Beursber. en act.
of gram. 23.45—24,00 Lichte muz.
HILVERSUM II. 298 m. 1007 kc/s. 7.00
KRP. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 14.00—24.00
NCRV,
KRO: 7.00 Nws. 7.10. Gram. 17,45 Mor
gengebed en liturg, kal. 8.00 Nws. en
weerber. 8.15 Gram, 9.00 V. d. vrouw. NC
RV: 10.00 Gram. 10.30 Morgendienst. KRO:
11.00 V, d. zieken. 11.45 Franse chansons.
12.00 Angelus. 12.03 Mil. kapel. 12.30 Land
en tuinb-med. 12.33 Wij van het land.
12.40 Gram. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nws.
en kath. nws. 13.20 Sopr. en piano. 13.35
Gram. NCRV: 14.00 45ste zendingsdag te
Driebergen-Rijsenburg. 14.45 V. d. vrouw.
15.15 Gram. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Viool,
cello en elaveeimbel. 17.00 V. d. Jeugd.
17.30 Gram. 17.40 Koersen. 17.45 Promena
de ork. en omr. ork, 18.30 Gram, 18.45
Idem. 19.00 Nws, en weerber. 19.10 Gram.
19.20 id. 20.00 Radiokrant. 20.20 Radio-vos-
senjaeht. 21.30 Gram. 21.45 Klein vrouwen
koor. 22.00 Orgelconc. 22.25 Gram. 22.45
Avondoverdenking. 23.00 Nws. 23.15—24.00
Gram.
TELEVISIEPROGRAMMA.
NTS.:20.00 Journ. en weerber.
VPRO: 20.15 De Wallace collectie, film-
documentaire. 20.45 Pennywhlstle blues,
film.
Geit voor Grace
De Deense herder die by tgd en
wgl half Europa doorwandelt
om aan 'n dame die hy byzon-
der vereert 'n geit cadeau te
doen (Ingrid Bergmann kreeg
er reeds drie) is in Monte Carlo
gearriveerd met het vaste
voornemen om aan Prinses
Grace persoonlijk een witte
geit te schenken. Hg heeft de
gehele afstand vanuit Dene
marken te voet afgelegd.
Geen enkel hotel echter wilde
de Deen, Page LiUiénstrand,
die 43 jaar oud is, samen met
geit opnemen. Ten einde raad
en in afwachting van een au
diëntie heeft de politie de ver
eerder van Prinses Grace maar
in een garage gehuisvest.
lltlllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllM
„HOPELOZE GEVALLEN"
Minder opbrengst uit 200.000 ha
(Van een medewerker)
Tot voor enkele jaren heeft de regering het standpunt ingenomen dat de
bgna 100.000 kleine landbouwbedrijven in ons land, niet aan hun lot moch
ten worden overgelaten. Hierbij werd uitgegaan van de overweging, dat de
betrokken boeren niet verantwoordelijk konden worden gesteld voor de ge
ringe oppervlakte van hun bedrijven gemiddeld 6.5 ha. en voor de ge
brekkige uitrusting, waarmee zg hun arbeid moesten verrichten. De ongun
stige bedrijfsuitkomsten lieten immers niet toe dat deze hoeren betrekkelijk
grote bedragen investeerden in de stalverbetering, de bouw van silo's en in
bijvoorbeeld de aanschaf van kwaliteitsvee. Zij beschikten nu eenmaal niet
over de middelen hiervoor.
konden blijven profiteren. De ge
noemde diénst werd in deze opvat
ting gesterkt door de ervaring dat
de bedrijven die eenmaal met be
hulp van de premieregeling be
langrijke verbeteringen hadden
aangebracht, ook uit eigen bewe
ging er toe overgingen nieuwighe
den toe te passen. En dit bewijs
van meer durf werd dan ook stee
vast beloond met betere opbreng
sten en betere inkomsten.
Te licht bevonden
De consequentie van deze gedacht-
tengang is echter dat de Dienst Klei
ne Boeren thans nog uitsluitend in
zee gaat met de bedrijven, die zich
gedurende de jaren van de premiere
geling hebben onderscheiden door de
wil zich te moderniseren. Via de pre
mieregeling zgn meer dan 60.000 klei
ne bedrijven in blijvend contact ge
komen met de landibouwvoorUch-
tingsdienst en uit deze aanraking is
behalve de overwinning op de terug
houdendheid ook een betere ontwik
keling van de bedrijfsvoerders ge
groeid.
Hier staat echter tegenover dat ruw
weg 30.000 kleine landbouwbedrijven
zich afzijdig hebben getoond van de
pogingen van de Dienst Kleine Boe
ren om met behulp van rfjksgelden op
hoger peil te worden gebracht. De
dienst heeft hieruit de conclusie ge
trokken dat deze 30.000 bedrijven er
de voorkeur aan geven hun eigen
peultjes hoe mager ook te dop
pen. In feite zijn deze bedrijven gewo
gen en te licht bevonden, hetgeen op
de keper beschouwd er op neerkomt
dat de regering deze bedrijven als
hopeloze gevallen aanmerkt, waar
voor geen oplossing bestaat.
Dit betekent dus dat deze bedrij-
Het gevolg van deze instelling was
dat van 1947 tot 1956 in totaal een be.
drag van 24 miljoen gulden door het
rijk beschikbaar werd gesteld voor
het verlenen van premies aan kleine
landbouwbedrijven. Met behulp van
deze gelden zijn inderdaad belangrij
ke verbeteringen tot stand gebracht;
o.m. werd voor een totale oppervlak
te van bgna 54.000 ha gras- en kla
verzaad aangeschaft, werd voor ruim
340.000 m3 groenvoedersilo's ge
bouwd, werden ruim 3500 pluimvee-
hokken gemoderniseerd en ruim 1200
nieuwe aangeschaft. Niet één van de
kleine boerenbedrijven was van deze
premieverlening uitgesloten en het
resultaat was dan ook dat een groot
aantal er in is geslaagd het bedrgf
zodanig in te richten dat het inko
men merkbaar is gestegen.
Meer durf
De betreffende regeringsinstantie,
met name de Dienst. Kleine Boeren,
heeft gedurende de jaren waarin de
premieregeling van kracht was, een
aardige kijk gekregen op de proble
matiek van de kleine boerenbedrijven.
De oorzaak hiervan moest ook wor
den geweten aan de geringe ontwik
keling van de kleine boeren t.o.v. him
„grotere" collega's en aan de opmer
kelijke terughoudendheid van de
meeste boeren wanneer het er om
gaat nieuwigheden toe te passen.
Toen dan ook eenmaal vaststond
dat de terughoudendheid en de
mindere ontwikkeling in bepaalde
gevallen meer gewicht in de
schaal legden dan liet gebrek aan
kapitaal, besloot de Dienst Kleine
Boeren minder vrijgevig te worden
en niet langer zonder meer te stel
len dat alle kleine bedrijven zon
der uitzondering van de staatskas
27. Duizeldader klom ach
ter het stuur van de enor
me vrachtauto, startte de
motor en reed de stad uit.
Zodra hij op de buiten
wegen was, zette hij er een
flink gangetje in. Hotsend
en bolderend schoot het ge
vaarte over de weg.
„Een stevig karretje",
mompelde hij. „Daar kun
je een huis mee in puin
rijden. En dat huis zal Be
verheuvel zijn!"
Terwijl Duizeldader aldus
op Beverheuvel en zijn
niets vermoedende gasten
afstoof, voer de Kraak de
haven van Langelos binnen.
Kappie stond zelf aan het
stuurwiel en liet zijn ogen
links en rechts over de ri
vier gaan.
„Bliksiekater!" riep hij
plotseling uit. „Daar ligt ja
de vlïegboot van Duizel-
dinges al! Dat gaat ver
keerd! Die kerel is natuur
lijk al onderweg!"
Haastig stuurde hij de
sleepboot naar de eerste de beste steiger en nog
voor de Kraak goed en wel langs de kant lag, was
Kappie al op de wal gesprongen.
„Let op tot ik terugkom!" schreeuwde hij i
r de
Meester en rende toen weg. „Ik moet de Maat waar
schuwen! Anders kon het best eens gebeuren, dat
ik zonder stuurman naar Lutjewier terug moet",
mompelde hij in zichzelf, terwijl hij de eerste de
De storni, die zondag en maandag
over West-Europa heeft gewaaid,
eiste van de scheepvaart een zware
tol. Op de linkerfoto ziet men hoe
geredden van de Engelse kaag
Moyana, die in het Kanaal onder-
rg, in Fowey langs een touwladder
Clan Maclean, die hen oppikte,
verlaten om met sloepen aan land te
gaan. Op enige mijlen van Dunge-
ness kapseisde de Engelse kustvaar
der Teeswood. Eén opvarende kwam
om het leven. Foto rechts: over
levenden komen aan land.
ven in den vervolge aan hun lot zul
len worden overgelaten en dat hun
technische achterstand steeds groter
zal worden, totdat, ia, totdat er niet
meer van een „kleine boerenpro-
bleem". maar van een „onwillige boe-
renprobleem" zal worden gesproken.
Rationalisatie
Inmiddels zijn de moeilgkheden
voor de welwillende kleine boeren nog
allerminst opgelost. Men zou kunnen
zeggen dat hiervoor een beter per
spectief is geschapen. De premierege
ling, die sinds 1954 voor deze bedrg-
ven is geschapen, komt neer op de
medefinanciering van een bedrgfs-
plan, dat door boer en voorlichtings
dienst samen wordt opgesteld. Het
plan loopt over drie jaren, gedurende
welke de Dienst Kleine Boeren voor
ongeveer 1000 per bedrgf in de in
vestering deelneemt. Ter verhoging
van het technische peil van de boeren
wordt voor iedere 45 bedrgven, die
onder deze premieregeling vallen, een
afzonderlijke rayonassistent by de
voorlichtingsdienst aangesteld. Om
organisatorische redenen maakt dit
het gewenst dat deze bedrijven zoveel
mogelijk in hetzelfde dorp of in de
zelfde streek liggen. Dit heeft tevens
het voordeel dat Üe bedrijven automa
tisch tot een vorm van onderlinge
bedrijfsvergel ijking en daarmee tot
onderlinge samenwerliing komen.
In 1954 werd met 700 bedrijven be
gonnen; dit jaar is dit aantal tot 3000
uitgebreid met een gezamenlgke be-
drgfsoppervlakte van 20.000 ha. De
De meeste van deze bedrgven bevin
den zich in onze „zandprovincies", in
de gebieden waar de kleine boeren
zich van oudsher hebben gevestigd.
De bedrgven, die aan dit plan, waar
van de kosten op 20 miljoen worden
geschat, deelnemen, worden rationali.
satiebedrgven genoemd en als de
voortekenen niet bedriegen, zullen zg
binnen enkele jaren inderdaad als
voorbeelden van rationele bedrgfsvoe-
ring opgeld kunnen doen. Maar het
onbevredigende feit blijft dat hoe be
ter deze bedrijven zich zullen inrich
ten hoe slechter het zal gaan met de
30.000 die door eigen toedoen buiten
de premieregeling zijn komen te
staan. Het betekent bovendien dat
rond 200.000 ha. landbouwgrond min
der opbrengst zal geven dan mogelgk
Gemakkelijker reizen
zonder extra kosten.
Waar U ook heen gaat, haal uw
spoorkaartjes, van en terug naar
Middelburg, vooraf bij de V.V.V. U
reist dan zoveel prettiger, gemakke
lijker. Zonder gehol en gehaast. Zon
der in de rij te staan. En't kost
niets extra. Reist U op een andere
dag dan voorgenomen, uw kaartje
wordt altijd terugbetaald, als U het
maar inlevert vóór of op de dag van
geldigheid. Ook perronkaartjes ver
krijgbaar.
V.V.V. MIDDELBURG
Lange Delft 23, tel. 2112
Reisbureau Laagland N.V.
de»,
TJEHRD ADEMA
52
„Natuurlijk wel, mgnheer", zei het
meisje ongeduldig. „Ik kan mij alleen
op het ogenblik niet herinneren
Zou u mij de verblgfplaats van mgn
verloofde willen meedelen? Het spijt
mij, dat ik u onder deze omstandig
heden moest lastig vallen, maar ik
heb hem een zeer dringende medede
ling te doen. Voor zijn eigen veilig
heid
Ir. Steensma schudde mistroostig
het hoofd.
„Het spgt mij, freule", zei hij,
„maar ik
„Wilt u het mij Diet zeggen, mijn
heer?" vroeg het meisje opstaande.
Ir. Steensma keek haar een ogen
blik verbaasd aan. Haar ogen fonkel
den, zij haalde snel adem, zij leek
hoogst geëmotioneerd.
„Ik kan het u niet zeggen, freule",
zei hg, „want ik weet net niet",
„Is dat de waarheid, mgnheer?"
vroeg het meisje vertwijfeld.
„Op mijn erewoord, freule", zei
Steensma langzaam. „Nadat wg el
kaar verlieten, heb ik niets meer van
hem gehoord. Ik begrgp niet hoe Bas
tiaan
Het meisje nam haar plaats weer
in. Blgkbaar was zij volkomen ge
desillusioneerd.
„Dan zal ik u niet langer lastig
vallen", zei ze. „Ik hoop niet, dat ik
u vermoeid heb, mgnheer
Zij keek hem vragend aan.
Ir. Steensma stond op het punt zgn
naam te noemen, toen het hem plot
seling te binnen schoot, dat Bastiaan
haar voor het adres van haar ver-
loofde naar hem had verwezen. Wat
duivel, Bastiaan wist toch
De binnenkomst van zuster Blanca
onderbrak zgn gedachtengang.
„Het spgt me, freule", zei de zus
ter vriendelijk, „dat ik u zal moeten
verzoeken de patiënt nu te verlaten.
Er is vandaag nogal wat bezoek voor
hem geweest en de dokter moet reke
ning houden met de mogelijkheid
van een lichte hersenschudding5'.
Het meisje stond haastig op.
„Ik zou niet graag de toestand
door mijn bezoek willen verergeren"
merkte ze op,
„Komt u morgen terug, freule", zei
zuster Blanca. Jk hoop, dat u de pa
tiënt dan wat langer zult kunnen
spreken".
„Het spijt mg, dat ik morgen niet
kan komen", zei het meisje. „Ik lo
geer in Leiden bg een vriendin en
mijn ouders verwachten mg morgen
weer thuis".
Zij trad naar het bed en stak haar
hand uit.
„Dag Jacobus", zei ze, „ik hoop
dat je heel spoedig zult herstellen. Ik
ben erg big, dat ik je even gezien
heb. Zo mogelgk hoop ik de volgende
week even terug te kunnen komen".
Ir. Steensma schudde een beetje
mistroostig het hoofd.
„Ik kan je geen hand geven, Cato",
zei hg spptig. „Mgn rechter arm is
nog te stgf. Hartelgk dank voor je
bezoek en de groeten aan de huisge
noten".
Het meisje knikte hem vriendelijk
tóe.
Zg trok haar handschoenen aan en
keerde zich op de drempel een ogen
blik om.
„Tot ziens, Jacobus!"
„Tot ziens, Cato!" riep ir. Steens
ma glimlachend.
De zuster sloot zachtjes de deur
achter de bezoekster.
EEN BRIEF
De leerlinge, die hem een glas melk
bracht, had de deur van de kamer
open gelaten en ir. Steensma. luister
de naar de geluiden van het huis, die
hem nog vreemd waren.
Orgelklanken en kerkgezang dron
gen tot hem door en hij begreep, dat
vele zusters om deze tgd in de kapel
vertoefden.
Zo nu en dan ging een verpleegster
op vilten zolen door de gang en soms
keek een vrouwenhoofd, door een wit
te kap ómlgst, belangstellend om de
hoek van de ziekenkamer.
Om zeyen uur kwam zuster Vero
nica binnen.
„Ik kom even naar U kgken, me
neer Van Waardenburg", zei ze
vriendelijk. „Ik kom U mgn excuus
maken, dat ik U wat nonchalant heb
toegesproken. Ik dacht, dat U de een
of andere zwerver was. Ér komen zo
vaak van die typen bg ons binnen".
„Verontschuldig U maar niet, zus
ter", zei Steensma glimlachend. „De
kleren maken de man en aangezien
ik geen kleren had en ook niet pra
ten kon, heeft U mij voor een land
loper gehouden. Ik begrijp best, dat
er niet elke nacht van hun kleren be
roofde jonkheren in plantsoentjes
worden gevonden.
Hoe gaat het met uw patiënten?
De kennismaking is raaar kort ge
weest, maar ik kreeg wel de indruk,
dat U daar een gezellige collectie
heeft".
„Ze mogen graag praten, mijn
heer", zei zuster Veronica. „Ze heb
ben er in een ziekenhuis de tijd. voor
en er gebeurt hier zo wenig, dat alles
hun interesseert. Juist daarom was
U, als min of meer romantische von
deling, zo'n dankbaar onderwerp."
„U kunt beter van lijdend voorwerp
spreken, zuster", zei Steensma glim
lachend.
Hij boog zich naar het kastje naast
zijn bed, deed met zijn linker hand 't
laatje open en nam er een biljet van
vijf en twintig gulden uit.
„Ik zou het prettig vinden, zuster,
als U iets extra's voor uw discipelen
zou willen kopen. Zegt U maar aan
die meneer in het pyjamajasje, dat
het van de „baron" is".
De zuster nam verrast het geld in
onvangst.
„Ik ben U zeer dankbaar, meneer
Van Waardenburg", zei ze. „Wc zul
len ze allen een verrassing bereiden".
Zuster Veronica knikte hem vrien
delijk toe en keerde naar haar eigen
rumoerige afdeling terug.
Het duurde lang eer Steensma die
avond in slaap viel.
Hg had het probleem van freule
Cato van alle kanten bekeken en was
niet tot een bepaalde conclusie ge
komen.
Was dit meisje inderdaad de ver
loofde van de heer Van Waarden
burg
Zo ja, waarom had ze dan zoveel
over hem Steensma gehoord
zonder zelfs zgn naam te kennen?
Waarom was zij plotseling 't adres
van haar verloofde kwgt geraakt en
waarom had Bastiaan haar naar hem
venvezen, terwijl Bastiaan toch wist,
dat hij dit adres evenmin kende?
Was liet meisje een handlangster
van zijn tegenstanders, dari was hg
opnieuw in de val gelopen.
Dan had hij maar al te grif toege
stemd, dat hg niet jonkheer Van
Waardenburg maar een ander was.
Dan zouden ze hem nu wel met rust
laten en het spoor van de jonker
f;aan volgen, naar wiens adres zg ge-
ukkig tevergeefs geïnformeerd had
den.
Hij sliep eerst tegen de morgen in
en had een onrustige droom.
Tweemaal boog de nachtzuster zich
over hem heen.
Zuster Angelica was een magere
oude vrouw. Haar gelaat was hoekig
en had scherpe Ignen. Zij was onte
vreden en nagverig op de jongere
zusters, die meer in de gunst der pa
tiënten stonden.
De heer Van Waardenburg, die tot
dusver weinig notitie van haar geno
men had, was haar antipathiek, zy
hield over het algemeen niet van
mannen, die zonderlinge avonturen
beleefden en de tol hunner uitspat
tingen in een ziekenhuis moesten be
talen en wilde zelfs een geval als het
zijne niet als een uitzondering be
schouwen.
Aandachtig luisterde zg naar zgn
gemompel. Zg ving enkele onsamen
hangende woorden op en zocht tever
geefs naar enig zinsverband.
Zg legde zijn kussen recht en ver
liet geluidloos de ziekenkamer.
Tegen tien uur de volgende morgen
kwam Bastiaan.
Steensma hoorde van verre zgn
stap door de brede corridor en be
luisterde de vriendelijke klank van
zgn stem, toen hg zuster Blanca be
groette.
„Goede morgen, zuster!"
„Goede morgen, mgnheer!"
Even later stond Bastiaan voor het
bed van zgn meester en haalde uit 'n
reusachtige koffer allerlei vruchten.
Het tafeltje in de ziekenkamer was
in een ogenblik gevuld en Steensma
keek belangstellend naar een grote
collectie appelen, peren en druiven.
(Wordt vervolgd)