KAPPIE en de STUNTERS Vlissings echtpaar H. de Lange verdient geld aan vakanties Klanken uit de ether GEEN HULP VOOR 30.000 KLEINE LANDBOUWBEDRIJVEN Mü Avontuur in de Residentie PROVINCIE 25 tl k! U W E COURANT AUGUSTUS 1956 ZEEUWEN ALS EMIGRANTEN Pension in badplaats Bondi (Van onze correspondent in Australië) Toen het echtpaar H. de Lange uit VHssingen naar Australië emigreerde, had het er geen enkel idee van, wat het in dat land zou beginnen. „We zoch ten avontuur en waren eerlijk gezegd van plan om na 'n paar jaar terug te gaan naar Vlissingen. Nü kan dat hoogstens zgn voor onze eigen vakantie". En het echtpaar verdient geld dóór de vakanties van anderen Mevrouw De Lange vertelde eerlijk, dat ze vaak heeft terugverlangd naar haar woning aan de Vlissingse Bilderdijklaan en ze had flink met heimwee te kampen. Toen dacht ze niet meer aan het avontuur. Nu is echter die tijd voorbij en ze is zelfs bang, dat ze in Nederland heimwee naar Australië zou krijgen, wanneer ze met vakantie is. En misschien mede daarom blijven de Nederlandse vakantieplannen voorlopig veilig opgeborgen. tijd om zich alles te realiseren, hy moet verder in zijn nieuwe land. BUITENPLAATS. Men kan in de bladen dikwijls aanbiedingen zien voor „married couples (getrouwde paren), die op een buitengoed een plaats kunnen krijgen; de man voor tuinwerk e.a. en de vrouw voor het huishouden. Dat betekent uiteraard vrij wonen, dikwijls vrjje kost en bovendien loon. Die banen zijn vrijwel alleen voor echtparen, zonder kinderen weg gelegd en ook het echtpaar De Lange trok naar zulk een buiten plaats, niet ver van Melbourne. „We hadden het er .prima", zei me vrouw De Lange; haar echtgenoot was wat minder enthousiast. Het grasmaaien, paden wieden en al wat dies meer zg, lag deze boekhouder van professie niet zo bijster goed. Of het avontuur gekomen ls? „Ja, maar anders dan wij ons had den voorgesteld", bekende ae heer De Lange. „We hadden gedroomd over grote schapenboerderijen, over paard rijden, eenzaamheid en natuurleven. We hebben dat alles wel ondervon den, maar het was lang niet zo in teressant als we dachten." Dit echtpaar is zeker niet het eni ge, dat in Australië deze ontdekking aeed! Om dat „avontuur" ging het grote verlangen by aankomst in Australië meteen uit naar wat men daar noemt de „country" en wat men hier het beste zou betitelen met de „wijde vlakte". Wel, uw correspondent is op scha penboerderijen geweest met opper vlakten van vele tientallen kilometers in het vierkant; de tocht er heen was dodend eenzaam: land, schapen en wolken waren alles, wat soms gedu rende uren en uren achtereen te zien was. Soms is er dun een korte onder breking b\j het passeren van een bergrug. En wanneer men op zo'n rit autopech krijgt, kan men wel eens een paar dagen blijven steken! SCHAPENBOERDERIJ. Hoe dan ook, de wensen van het echtpaar De Lange in die richting werden vervuld. Twee weken zaten de De Lange's in kamp Bonegilla; toen had het arbeidsbureau een baan op een schapenboerderij gevonden. „Bijna twee dagen zaten we in de trein en stapten toen over op een lo kaaltje, dat éénmaal per dag in de gewenste richting reed. Aan het sta tion stond een auto gereed, waarmee nog een rit van vier uren door het land volgde. Toen zagen we, wat Australië eigenlijk is: heel iets an ders dan de miljoenensteden Melbour ne en Sydney Het begon goed. De farmer bleek een geschikte baas en het personeel was welwillend. De enige moeilijkheid was: de taal. „Met je beste school-Engels begin je hier nog bitter weinig", ondervond de heer Dc Lange. „Maar er viel niet veel te praten. De voorman maakte zo goed als dat ging duidelglc wat ik te doen had en ik ging aan het werk." AFRASTERINGEN. Mevrouw De Lange had het moeilijker. Ztj had haar taak in de keuken van de grote „boerde- rg", die meer op een villa dan op een boerenbehuizing leek. Het I werk van de heer De Lange be- I stond de eerste tyd in hoofdzaak uit het herstellen van de afraste ringen, Een werkje, dat jaar en dag doorgaat. Want niet alleen de schapen, maar ook de kangoe roes, de wilde honden en veel ander gedierte verrichten regel matig sloopwerk, zodat de scha pen nog verder in het „niemands land" kunnen trekken dan door de afrasteringen reeds mogelijk is. Later werd het de taak van de heer De Lange om de schapen te contro leren en soms bepaalde groepen bij een te jagen, wanneer er geschoren moest worden. En zesduizend schapen heb je niet zó bg elkaar „De eerste maanden amuseerden we ons best, maar toen begonnen - - de eenzaamheid te voelen'r heer De Lange. „En ik had heimwee", vulde zgn vrouw aan. Hetgeen men haar moeilijk kwa lijk kan nemen. Ondanlï3 alles hield de „country dit echtpaar toch nog een jaar vast; toen ontsnapte het aan land, schapen en wolken „We waren aan de stad ontgroeid, voelden ons vreemd en bang", vertel de de heer De Lange. Maar een emigrant heeft niet de aldus de Maar er kon worden gespaard en de plannen voor de toekomst ontwik kelden zich. Tg'dens de vakantiedagen was het echtpaar dikwgls naar net nabygelegen badplaatsje Bondi geto gen En daar. genietend van het strand, werd gewikt en gewogen over de za kelijke zijde van de vakantie: het ~eld verdienen aan andersmans va- geld ver kantte! EEN PENSION. bekyken en in de winter kochten we een dergelgk bedrgf. Dat was toen niet zo duur, maar we moesten door die kwade tgd zien heen te komen", aldus de heer De Lange. Maar de Australische winters zijn kort, hoogstens drie of vier maanden; daarna begint de grote trek naar het strand weer en worden de pensions volgeboekt. Twee jaar exploiteert het echtpaar De Lange nu in Bondi de Austra lische vakantietgd en „er zit goed geld in", vertrouwde de heer De Lan ge ons toe. Uiteraard moet er hard voor gewerkt worden, maar dat doet men met plezier. Het plan om na een paar jaar weer naar Nederland terug te keren is ver geten, maar Zeeland is niet uit de gedachten, want de Provinciale Zeeuwse Courant wordt welhaast van voor naar achter uitgespeld, meer nog dan het plaatselijke blaadje van Bondi. „Dan voelen we ons niet zo vér weg", vertrouwde mevrouw De Lan ge ons toe. Hetgeen tóch nog een stukje heimwee betekent. DONDERDAG 2 AUGUSTUS. AVRO: 7,00 nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. VPRO. 7.50 Dagopening. OVRO: 8.oo Nws. 8.15 Gram. 9.00 Gym. 9.10 V. d. vrouw. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij ding. 10.00 Gram. 10.50 V. d. kleuters. 11.00 Kookkunst. 11.15 Lichte muz. 11.45 Internat, bezinning op onderwijsvernieu wing, caus. 12.00 Orgel en viool. 12.25 In 't spionnetje. 12.30 Land- en tuinbouw meded. 12.33 Interview en muz. 13.00 Nws. 13.15 Med. of gram. 13.20 Promenade- ork. 13.55 Beursber. 14.00 Bariton en pia- no. 14.30 Klaver vier, hoorsp. 15.05 Gram. 15.15 V. d. zieken. 16,00 Voordr. 16.15 Muz. caus, 16.45 V. d. jeugd. 17.30 Gram. 17.45 Regeringsuitz: Nederland en de wereld. Het maandelijks overz. v. d. werkzaam heden der Ver. Naties, door mr. C. W. A. Schürmann, Nederl. permanent verte genwoordiger bij de Ver. Naties. 18.00 Nws. 18.15 Sportproblemen, 18.25 Mil. ork. 19.00 Gesproken brief uit Londen. 19.50 Ritmische muz. 19,25 Amus. muz. 20.00 Nws, 20.05 strijkkwartet. 20.35 Aan de zelfkant van het koninkrijk, eaus. 20.45 Viool en piano. 21.35 Aan de zelfkant van het koninkrijk, caus. 21.50 Gevar. progr. v. d. militairen. 22.40 Journ. 22.50 Sport- aet. 23.00 Nws. 23.15 Beursber. en act. of gram. 23.45—24,00 Lichte muz. HILVERSUM II. 298 m. 1007 kc/s. 7.00 KRP. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 14.00—24.00 NCRV, KRO: 7.00 Nws. 7.10. Gram. 17,45 Mor gengebed en liturg, kal. 8.00 Nws. en weerber. 8.15 Gram, 9.00 V. d. vrouw. NC RV: 10.00 Gram. 10.30 Morgendienst. KRO: 11.00 V, d. zieken. 11.45 Franse chansons. 12.00 Angelus. 12.03 Mil. kapel. 12.30 Land en tuinb-med. 12.33 Wij van het land. 12.40 Gram. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nws. en kath. nws. 13.20 Sopr. en piano. 13.35 Gram. NCRV: 14.00 45ste zendingsdag te Driebergen-Rijsenburg. 14.45 V. d. vrouw. 15.15 Gram. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Viool, cello en elaveeimbel. 17.00 V. d. Jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Koersen. 17.45 Promena de ork. en omr. ork, 18.30 Gram, 18.45 Idem. 19.00 Nws, en weerber. 19.10 Gram. 19.20 id. 20.00 Radiokrant. 20.20 Radio-vos- senjaeht. 21.30 Gram. 21.45 Klein vrouwen koor. 22.00 Orgelconc. 22.25 Gram. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram. TELEVISIEPROGRAMMA. NTS.:20.00 Journ. en weerber. VPRO: 20.15 De Wallace collectie, film- documentaire. 20.45 Pennywhlstle blues, film. Geit voor Grace De Deense herder die by tgd en wgl half Europa doorwandelt om aan 'n dame die hy byzon- der vereert 'n geit cadeau te doen (Ingrid Bergmann kreeg er reeds drie) is in Monte Carlo gearriveerd met het vaste voornemen om aan Prinses Grace persoonlijk een witte geit te schenken. Hg heeft de gehele afstand vanuit Dene marken te voet afgelegd. Geen enkel hotel echter wilde de Deen, Page LiUiénstrand, die 43 jaar oud is, samen met geit opnemen. Ten einde raad en in afwachting van een au diëntie heeft de politie de ver eerder van Prinses Grace maar in een garage gehuisvest. lltlllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllM „HOPELOZE GEVALLEN" Minder opbrengst uit 200.000 ha (Van een medewerker) Tot voor enkele jaren heeft de regering het standpunt ingenomen dat de bgna 100.000 kleine landbouwbedrijven in ons land, niet aan hun lot moch ten worden overgelaten. Hierbij werd uitgegaan van de overweging, dat de betrokken boeren niet verantwoordelijk konden worden gesteld voor de ge ringe oppervlakte van hun bedrijven gemiddeld 6.5 ha. en voor de ge brekkige uitrusting, waarmee zg hun arbeid moesten verrichten. De ongun stige bedrijfsuitkomsten lieten immers niet toe dat deze hoeren betrekkelijk grote bedragen investeerden in de stalverbetering, de bouw van silo's en in bijvoorbeeld de aanschaf van kwaliteitsvee. Zij beschikten nu eenmaal niet over de middelen hiervoor. konden blijven profiteren. De ge noemde diénst werd in deze opvat ting gesterkt door de ervaring dat de bedrijven die eenmaal met be hulp van de premieregeling be langrijke verbeteringen hadden aangebracht, ook uit eigen bewe ging er toe overgingen nieuwighe den toe te passen. En dit bewijs van meer durf werd dan ook stee vast beloond met betere opbreng sten en betere inkomsten. Te licht bevonden De consequentie van deze gedacht- tengang is echter dat de Dienst Klei ne Boeren thans nog uitsluitend in zee gaat met de bedrijven, die zich gedurende de jaren van de premiere geling hebben onderscheiden door de wil zich te moderniseren. Via de pre mieregeling zgn meer dan 60.000 klei ne bedrijven in blijvend contact ge komen met de landibouwvoorUch- tingsdienst en uit deze aanraking is behalve de overwinning op de terug houdendheid ook een betere ontwik keling van de bedrijfsvoerders ge groeid. Hier staat echter tegenover dat ruw weg 30.000 kleine landbouwbedrijven zich afzijdig hebben getoond van de pogingen van de Dienst Kleine Boe ren om met behulp van rfjksgelden op hoger peil te worden gebracht. De dienst heeft hieruit de conclusie ge trokken dat deze 30.000 bedrijven er de voorkeur aan geven hun eigen peultjes hoe mager ook te dop pen. In feite zijn deze bedrijven gewo gen en te licht bevonden, hetgeen op de keper beschouwd er op neerkomt dat de regering deze bedrijven als hopeloze gevallen aanmerkt, waar voor geen oplossing bestaat. Dit betekent dus dat deze bedrij- Het gevolg van deze instelling was dat van 1947 tot 1956 in totaal een be. drag van 24 miljoen gulden door het rijk beschikbaar werd gesteld voor het verlenen van premies aan kleine landbouwbedrijven. Met behulp van deze gelden zijn inderdaad belangrij ke verbeteringen tot stand gebracht; o.m. werd voor een totale oppervlak te van bgna 54.000 ha gras- en kla verzaad aangeschaft, werd voor ruim 340.000 m3 groenvoedersilo's ge bouwd, werden ruim 3500 pluimvee- hokken gemoderniseerd en ruim 1200 nieuwe aangeschaft. Niet één van de kleine boerenbedrijven was van deze premieverlening uitgesloten en het resultaat was dan ook dat een groot aantal er in is geslaagd het bedrgf zodanig in te richten dat het inko men merkbaar is gestegen. Meer durf De betreffende regeringsinstantie, met name de Dienst. Kleine Boeren, heeft gedurende de jaren waarin de premieregeling van kracht was, een aardige kijk gekregen op de proble matiek van de kleine boerenbedrijven. De oorzaak hiervan moest ook wor den geweten aan de geringe ontwik keling van de kleine boeren t.o.v. him „grotere" collega's en aan de opmer kelijke terughoudendheid van de meeste boeren wanneer het er om gaat nieuwigheden toe te passen. Toen dan ook eenmaal vaststond dat de terughoudendheid en de mindere ontwikkeling in bepaalde gevallen meer gewicht in de schaal legden dan liet gebrek aan kapitaal, besloot de Dienst Kleine Boeren minder vrijgevig te worden en niet langer zonder meer te stel len dat alle kleine bedrijven zon der uitzondering van de staatskas 27. Duizeldader klom ach ter het stuur van de enor me vrachtauto, startte de motor en reed de stad uit. Zodra hij op de buiten wegen was, zette hij er een flink gangetje in. Hotsend en bolderend schoot het ge vaarte over de weg. „Een stevig karretje", mompelde hij. „Daar kun je een huis mee in puin rijden. En dat huis zal Be verheuvel zijn!" Terwijl Duizeldader aldus op Beverheuvel en zijn niets vermoedende gasten afstoof, voer de Kraak de haven van Langelos binnen. Kappie stond zelf aan het stuurwiel en liet zijn ogen links en rechts over de ri vier gaan. „Bliksiekater!" riep hij plotseling uit. „Daar ligt ja de vlïegboot van Duizel- dinges al! Dat gaat ver keerd! Die kerel is natuur lijk al onderweg!" Haastig stuurde hij de sleepboot naar de eerste de beste steiger en nog voor de Kraak goed en wel langs de kant lag, was Kappie al op de wal gesprongen. „Let op tot ik terugkom!" schreeuwde hij i r de Meester en rende toen weg. „Ik moet de Maat waar schuwen! Anders kon het best eens gebeuren, dat ik zonder stuurman naar Lutjewier terug moet", mompelde hij in zichzelf, terwijl hij de eerste de De storni, die zondag en maandag over West-Europa heeft gewaaid, eiste van de scheepvaart een zware tol. Op de linkerfoto ziet men hoe geredden van de Engelse kaag Moyana, die in het Kanaal onder- rg, in Fowey langs een touwladder Clan Maclean, die hen oppikte, verlaten om met sloepen aan land te gaan. Op enige mijlen van Dunge- ness kapseisde de Engelse kustvaar der Teeswood. Eén opvarende kwam om het leven. Foto rechts: over levenden komen aan land. ven in den vervolge aan hun lot zul len worden overgelaten en dat hun technische achterstand steeds groter zal worden, totdat, ia, totdat er niet meer van een „kleine boerenpro- bleem". maar van een „onwillige boe- renprobleem" zal worden gesproken. Rationalisatie Inmiddels zijn de moeilgkheden voor de welwillende kleine boeren nog allerminst opgelost. Men zou kunnen zeggen dat hiervoor een beter per spectief is geschapen. De premierege ling, die sinds 1954 voor deze bedrg- ven is geschapen, komt neer op de medefinanciering van een bedrgfs- plan, dat door boer en voorlichtings dienst samen wordt opgesteld. Het plan loopt over drie jaren, gedurende welke de Dienst Kleine Boeren voor ongeveer 1000 per bedrgf in de in vestering deelneemt. Ter verhoging van het technische peil van de boeren wordt voor iedere 45 bedrgven, die onder deze premieregeling vallen, een afzonderlijke rayonassistent by de voorlichtingsdienst aangesteld. Om organisatorische redenen maakt dit het gewenst dat deze bedrijven zoveel mogelijk in hetzelfde dorp of in de zelfde streek liggen. Dit heeft tevens het voordeel dat Üe bedrijven automa tisch tot een vorm van onderlinge bedrijfsvergel ijking en daarmee tot onderlinge samenwerliing komen. In 1954 werd met 700 bedrijven be gonnen; dit jaar is dit aantal tot 3000 uitgebreid met een gezamenlgke be- drgfsoppervlakte van 20.000 ha. De De meeste van deze bedrgven bevin den zich in onze „zandprovincies", in de gebieden waar de kleine boeren zich van oudsher hebben gevestigd. De bedrgven, die aan dit plan, waar van de kosten op 20 miljoen worden geschat, deelnemen, worden rationali. satiebedrgven genoemd en als de voortekenen niet bedriegen, zullen zg binnen enkele jaren inderdaad als voorbeelden van rationele bedrgfsvoe- ring opgeld kunnen doen. Maar het onbevredigende feit blijft dat hoe be ter deze bedrijven zich zullen inrich ten hoe slechter het zal gaan met de 30.000 die door eigen toedoen buiten de premieregeling zijn komen te staan. Het betekent bovendien dat rond 200.000 ha. landbouwgrond min der opbrengst zal geven dan mogelgk Gemakkelijker reizen zonder extra kosten. Waar U ook heen gaat, haal uw spoorkaartjes, van en terug naar Middelburg, vooraf bij de V.V.V. U reist dan zoveel prettiger, gemakke lijker. Zonder gehol en gehaast. Zon der in de rij te staan. En't kost niets extra. Reist U op een andere dag dan voorgenomen, uw kaartje wordt altijd terugbetaald, als U het maar inlevert vóór of op de dag van geldigheid. Ook perronkaartjes ver krijgbaar. V.V.V. MIDDELBURG Lange Delft 23, tel. 2112 Reisbureau Laagland N.V. de», TJEHRD ADEMA 52 „Natuurlijk wel, mgnheer", zei het meisje ongeduldig. „Ik kan mij alleen op het ogenblik niet herinneren Zou u mij de verblgfplaats van mgn verloofde willen meedelen? Het spijt mij, dat ik u onder deze omstandig heden moest lastig vallen, maar ik heb hem een zeer dringende medede ling te doen. Voor zijn eigen veilig heid Ir. Steensma schudde mistroostig het hoofd. „Het spgt mij, freule", zei hij, „maar ik „Wilt u het mij Diet zeggen, mijn heer?" vroeg het meisje opstaande. Ir. Steensma keek haar een ogen blik verbaasd aan. Haar ogen fonkel den, zij haalde snel adem, zij leek hoogst geëmotioneerd. „Ik kan het u niet zeggen, freule", zei hg, „want ik weet net niet", „Is dat de waarheid, mgnheer?" vroeg het meisje vertwijfeld. „Op mijn erewoord, freule", zei Steensma langzaam. „Nadat wg el kaar verlieten, heb ik niets meer van hem gehoord. Ik begrgp niet hoe Bas tiaan Het meisje nam haar plaats weer in. Blgkbaar was zij volkomen ge desillusioneerd. „Dan zal ik u niet langer lastig vallen", zei ze. „Ik hoop niet, dat ik u vermoeid heb, mgnheer Zij keek hem vragend aan. Ir. Steensma stond op het punt zgn naam te noemen, toen het hem plot seling te binnen schoot, dat Bastiaan haar voor het adres van haar ver- loofde naar hem had verwezen. Wat duivel, Bastiaan wist toch De binnenkomst van zuster Blanca onderbrak zgn gedachtengang. „Het spgt me, freule", zei de zus ter vriendelijk, „dat ik u zal moeten verzoeken de patiënt nu te verlaten. Er is vandaag nogal wat bezoek voor hem geweest en de dokter moet reke ning houden met de mogelijkheid van een lichte hersenschudding5'. Het meisje stond haastig op. „Ik zou niet graag de toestand door mijn bezoek willen verergeren" merkte ze op, „Komt u morgen terug, freule", zei zuster Blanca. Jk hoop, dat u de pa tiënt dan wat langer zult kunnen spreken". „Het spijt mg, dat ik morgen niet kan komen", zei het meisje. „Ik lo geer in Leiden bg een vriendin en mijn ouders verwachten mg morgen weer thuis". Zij trad naar het bed en stak haar hand uit. „Dag Jacobus", zei ze, „ik hoop dat je heel spoedig zult herstellen. Ik ben erg big, dat ik je even gezien heb. Zo mogelgk hoop ik de volgende week even terug te kunnen komen". Ir. Steensma schudde een beetje mistroostig het hoofd. „Ik kan je geen hand geven, Cato", zei hg spptig. „Mgn rechter arm is nog te stgf. Hartelgk dank voor je bezoek en de groeten aan de huisge noten". Het meisje knikte hem vriendelijk tóe. Zg trok haar handschoenen aan en keerde zich op de drempel een ogen blik om. „Tot ziens, Jacobus!" „Tot ziens, Cato!" riep ir. Steens ma glimlachend. De zuster sloot zachtjes de deur achter de bezoekster. EEN BRIEF De leerlinge, die hem een glas melk bracht, had de deur van de kamer open gelaten en ir. Steensma. luister de naar de geluiden van het huis, die hem nog vreemd waren. Orgelklanken en kerkgezang dron gen tot hem door en hij begreep, dat vele zusters om deze tgd in de kapel vertoefden. Zo nu en dan ging een verpleegster op vilten zolen door de gang en soms keek een vrouwenhoofd, door een wit te kap ómlgst, belangstellend om de hoek van de ziekenkamer. Om zeyen uur kwam zuster Vero nica binnen. „Ik kom even naar U kgken, me neer Van Waardenburg", zei ze vriendelijk. „Ik kom U mgn excuus maken, dat ik U wat nonchalant heb toegesproken. Ik dacht, dat U de een of andere zwerver was. Ér komen zo vaak van die typen bg ons binnen". „Verontschuldig U maar niet, zus ter", zei Steensma glimlachend. „De kleren maken de man en aangezien ik geen kleren had en ook niet pra ten kon, heeft U mij voor een land loper gehouden. Ik begrijp best, dat er niet elke nacht van hun kleren be roofde jonkheren in plantsoentjes worden gevonden. Hoe gaat het met uw patiënten? De kennismaking is raaar kort ge weest, maar ik kreeg wel de indruk, dat U daar een gezellige collectie heeft". „Ze mogen graag praten, mijn heer", zei zuster Veronica. „Ze heb ben er in een ziekenhuis de tijd. voor en er gebeurt hier zo wenig, dat alles hun interesseert. Juist daarom was U, als min of meer romantische von deling, zo'n dankbaar onderwerp." „U kunt beter van lijdend voorwerp spreken, zuster", zei Steensma glim lachend. Hij boog zich naar het kastje naast zijn bed, deed met zijn linker hand 't laatje open en nam er een biljet van vijf en twintig gulden uit. „Ik zou het prettig vinden, zuster, als U iets extra's voor uw discipelen zou willen kopen. Zegt U maar aan die meneer in het pyjamajasje, dat het van de „baron" is". De zuster nam verrast het geld in onvangst. „Ik ben U zeer dankbaar, meneer Van Waardenburg", zei ze. „Wc zul len ze allen een verrassing bereiden". Zuster Veronica knikte hem vrien delijk toe en keerde naar haar eigen rumoerige afdeling terug. Het duurde lang eer Steensma die avond in slaap viel. Hg had het probleem van freule Cato van alle kanten bekeken en was niet tot een bepaalde conclusie ge komen. Was dit meisje inderdaad de ver loofde van de heer Van Waarden burg Zo ja, waarom had ze dan zoveel over hem Steensma gehoord zonder zelfs zgn naam te kennen? Waarom was zij plotseling 't adres van haar verloofde kwgt geraakt en waarom had Bastiaan haar naar hem venvezen, terwijl Bastiaan toch wist, dat hij dit adres evenmin kende? Was liet meisje een handlangster van zijn tegenstanders, dari was hg opnieuw in de val gelopen. Dan had hij maar al te grif toege stemd, dat hg niet jonkheer Van Waardenburg maar een ander was. Dan zouden ze hem nu wel met rust laten en het spoor van de jonker f;aan volgen, naar wiens adres zg ge- ukkig tevergeefs geïnformeerd had den. Hij sliep eerst tegen de morgen in en had een onrustige droom. Tweemaal boog de nachtzuster zich over hem heen. Zuster Angelica was een magere oude vrouw. Haar gelaat was hoekig en had scherpe Ignen. Zij was onte vreden en nagverig op de jongere zusters, die meer in de gunst der pa tiënten stonden. De heer Van Waardenburg, die tot dusver weinig notitie van haar geno men had, was haar antipathiek, zy hield over het algemeen niet van mannen, die zonderlinge avonturen beleefden en de tol hunner uitspat tingen in een ziekenhuis moesten be talen en wilde zelfs een geval als het zijne niet als een uitzondering be schouwen. Aandachtig luisterde zg naar zgn gemompel. Zg ving enkele onsamen hangende woorden op en zocht tever geefs naar enig zinsverband. Zg legde zijn kussen recht en ver liet geluidloos de ziekenkamer. Tegen tien uur de volgende morgen kwam Bastiaan. Steensma hoorde van verre zgn stap door de brede corridor en be luisterde de vriendelijke klank van zgn stem, toen hg zuster Blanca be groette. „Goede morgen, zuster!" „Goede morgen, mgnheer!" Even later stond Bastiaan voor het bed van zgn meester en haalde uit 'n reusachtige koffer allerlei vruchten. Het tafeltje in de ziekenkamer was in een ogenblik gevuld en Steensma keek belangstellend naar een grote collectie appelen, peren en druiven. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 12