KAPPIE Klanken uit de ether AZOREN-HOGEDRUKGEBIEDEN BEDERVEN ONZE ZOMERS ir-Hiiiiiii „a en de STUNTERS euMurm Een dagje vrij 16 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 14 JULI 1956 Depressies varen er wel bij (Van onze weerkundige medewerker De eerste helft van deze zomer ligt al weer achter ons terwijl er in Zee land nog maar twee officiële zomerse dagen zijn voorgekomen tegen nor maal vijf. In De Bilt is dit verschil nog groter namelijk drie tegen normaal twaalf. Er zijn zo af en toe van die zo mers waarin het maar geen zomer wil worden. De een meent dit aan atoomontploffingen te moeten toe schrijven, anderen beweren dat de zon steeds zwakker wordt, maar waar wij het op houden ls dat er bij een ongun stige zomer een even ongunstige luciitdrukverdeling heerst, althans voor West Europa. Wij doelen hier op een hogedrukge- bied bij de Azoren. Dit is een eilan dengroep ver ten westen van Portugal gelegen. Wanneer zich daar een hoge drukgebied vast zet, en op deze breed te treffen wij het grootste deel van het jaar een hogedrukgebied aan, dan heeft dit tot gevolg dat rond dit ho gedrukgebied aan de westflank zuide lijke winden warme sub-tropische lucht de Oceaan op blazen. Boven het midden van de Oceaan komt deze warme lucht in botsing met veel kou dere lucht van Groenland of over de Labradorstroom afkomstig. Op deze grenslijn tussen warme en koude lucht ontstaan nu de beruchte „oceaande pressies" welke dan. passend bij het hogedrukgebied bij de Azoren, met de krachtige westelijke luchtstroom de een na de andere naar West Euro pa koersen. Bijgaand weerkaartie geeft hiervan een voorbeeld. Langs de noordflank van 't Azoren-hogedruk- gebied bewegen deze depressies snel naar het oosten. Welke gevolgen dit op het weer in ons land heeft behoeft niet te worden toegelicht. De eerste helft van deze zomer is vrijwel geheel door een der gelijke situatie bedorven. Verleden jaar, toen de zomer van 9 juli af bij zonder droog en zonnig was, kwamen lliiiiiiiiiiiiiii HAZETFABRIEKEN TE ZEVENBERGEN Tussen 1948 en eind vorig jaar zijn er in de V.S. 127 vliegtuigbotsingen in de lucht voorgekomen. In zestig gevallen vielen er doden. Dit is door een func tionaris voor de veiligheid in de lucht meegedeeld op een bijeenkomst van een commissie van het huis van afgevaardig- zich dikwijls via de Noordzee naar Scandinavië om daar contact te ma ken met een Scandinavisch hogedruk gebied. Een dergelijke ontwikkeling is in de zomer zeer gunstig voor onze omgeving, maar helaas boven Scan dinavië is na des trenge vorst in fe bruari nog geen sterk hogedrukge bied weer op het toneel verschenen. Het is te begrijpen dat de depressies bij een hierboven omschreven situatie er wel bij varen. Afgewisseld door ruggen van hoge-luchtdruk welke dan voor een tijdelijke weersverbetering zorgen, blijven zij het weer een koel en onbestendig karakter geven. Het is te hopen dat hierin spoedig verandering komt, daar wij anders in het zelfde schuitje blijven varen als in 1954 toen er voor de zomer ook geen goed woord meer af kon. Het spijt ons voor hen die hun va kantie al achter de rug hebben, maar wij hebben de moed nog niet verloren. Hoewel wij huiverig zijn voor voor spellingen, dat het ook in Zeeland maar bij slechts twee zomerse dagen zal blijvenneen daar geloven wij niets van. Weerssituatie boven de Oceaan bij de aanwezigheid van een hogedrukge bied bij de Azoren. De ene depressie met regen trekt na de andere snel van west naar oost naar West Europa icaar zij de zomer bederft met koel 12. Angstig klemde de Maat zich vast aan het touw. „Help!" schreeuwde hij. „Ik wil niet!" Maar nie mand hoorde hem. Snel zag hij het landschap beneden zich kleiner worden. De Maat sloot de ogendoch ineens hoorde hij boven zich iemand schreeuwen: „Klimmen! Je moet naar boven klimmen!" Uit de helikopter leunde een man, die een grote filmcamera op hem gericht hield en hem bleef aanmoedigen, naar boven te klauteren. Langzaam drong het tot de Maat door, dat hij in ieder geval beter in het toestel kon zitten, dan er onder aan bungelen en moeizaam begon hij te klimmen. Bo ven zijn hoofd begon de camera te snorren en hij hoorde een man opgewon den uitroepen: „Mooil Goed zo! Ja, even omhoog kij ken! Iets meer hijgen! Ja, gerust, je mag nu wel even moe zijn!" Met uitpuilende ogen staarde de Maat naar de romp van het vliegtuigje Hij kon geen woord meer uitbrengen. Steunend werkte hij zich omhoog. „Schitterend!" schreeuwde de man met de ca mera. „Een juweel van een beeldje!" Bijna had de Maat de romp van het vliegtuig be reikt, toen hij de man boven zich ineens hoorde zeggen: „Ziezo! Voor mekaar. Nu het volgende bedrijf." Tegelijkertijd haalde de kerel een mes tevoor schijn en sneed het touw door! HOOG EN LAAG WATER 15 juli U.+N.A.P. U.+N A.P. U.—N.A.P. N.A.P Vlissingen 7.23 1.89 19.43 1.72 1.28 2.08 13.39 1.64 Terneuzen 7.50 2.07 20.10 1.90 1.57 2.21 14.07 1.77 Hansweert 8.22 2.20 20.32 2.03 2.29 2.38 14.38 1.94 Zierikzee 8.39 1.42 20.53 1.20 1.57 1.74 14.26 1.32 Wemeldinge 8.56 1.63 21.14 1.40 2.22 1.98 14.44 1.54 16 juli Vlissingen 8.23 1.71 20.48 1.58 2.22 1.93' 14.38 1.56 Terneuzen 8.49 1.89 21.14 1.76 2.48 2.06 15.08 1.69 Hansweert 9.18 2.02 21.35 1.90 3.18 2.23 15.34 1.86 Zierikzee 9.33 1.35 21.53 1.14 2.59 1.66 15.29 1.28 Wemeldinge 9.50 1.55 22.14 1.34 3.15 1.88 15.42 1.48 ZONDAG 15 JULI 195G HILVERSUM I. 402 m. 716 kc/s. VARA: 8,00 Nws. en postduivenberich- ten. 8.18 Voor het platteland. 8.30 Weer of geen weer. 10.00 Geestelijk leven, caus. 10.15 Meisjeskoor. 10.35 Met en zonder omslag. 11.00 Gram. AVRO: 12.00 Lichte muziek. 12.30 Sportspiegel. 12.35 Even af rekenen, heren! 12.45 Pianorecital. 13.00 Nieuws. 1305 Mededelingen of gram. 13.10 Voor de militairen. 14.00 Boekbespreking. 14.20 Holland Festival 1956: tenor, piano en hoorn. 1. (In de pauze: Rembrandt en wij, toespraak). 15.20 Omroeporkest. 16.05 Lichte muziek 16 20 Gram. 16.30 Sportre- vue. (Tussen 16.00 en 17.00 Ronde van Frankrijk.) VARA: 17.00 Gram. 17.00 Voor de jeugd. 17.50 Nieuws en sportuitslagen. 18.05 Sportjournaal. VPRO: 18.30 Korte Ned. Herv. Kerkdienst. IKOR: 19.00 Kin- derdienst. 19.30 Bijbelvertelling. AVRO: 20.00 Nieuws. 20.05 Theaterorkest en so liste. 20.30 Rembrandt, hoorspel. 22.00 Franse chansons. 22.30 Ronde van Frank rijk. 22.40 Gram. 23.00 Nieuws, 23.15 Jour naal. 23.25—24.00 Gram. HILVERSUM n. 298 m. 1007 kc/s. 8.00 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. KRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 8.25 Hoog mis. NCRV: 9.30 Nieuws en waterstanden. 9.45 Gram. 10.00 Gereformeerde kerk dienst. 11.30 Gram. 11.45 Kamermuziek. KRO: 12.15 Gram. 12.20 Apologie. 12.40 Instr. kwintet en Hammondorgel. 12.55 Zonnewijzer. 13,00 Nieuws en katholiek nieuws. 13.10 Lichte muziek. 13.40 Boek bespreking. 13.55 Holland Festival 1956: Concertgebouworkest en solist. 15.00 Gram. 15.25 Dêr 't de dyk it lSn omklam- met, klankbeeld. 15.55 Instr. kwartet. 10.15 Sport. 16.30 Vespers. IKOR: 17.00 Her vormde jeugddienst. 18.00 Land in op bouw, klankbeeld. 18.40 Filmrubriek. 18.55 Kerkelijk allerlei. NCRV: 19,00 Nieuws uit de kerken. 19.05 Boekbespreking. 19.15 Gram. 19.30 Het Evangelie in een draai kolk, causerie. KRO: 19.45 Nieuws. 20.00 De gewone man. 20.05 Lichte muziek. 20.25 Actualiteiten. 20.35 U bent toch ook van de partij?, causerie. 20.45 Gram. 21.10 Idem. 22.00—22.45 De zotte inval, hoorspel. 22.45 Avongebed en liturgische kalender. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gram. MAANDAG 16 JULI 1956 HILVERSUM I. 402 m. 746 kc/s. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20—24.00 VARA. VARA: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.23 Gram. 7.55 Wie weet hoe? 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de vrouw. 9.35 Waterstanden. 9.40 Gram. VPRO: 10.00 Voor de oude dag, causerie. 10.05 Morgen wijding. VARA: 10.20 Gram. 10.45 Ritmi sche muziek. 11.15 Sopraan en piano. 11.40 Voor de jeugd. 12.00 Metropole orkest. 12.30 - Land- en tuinbouwmededelingen. 12.33 Voor het platteland. 12.38 Pianoduo. 13.00 Nieuws. 13.15 Voor de middenstand. 13.20 Orgel en zang. 13.45 Gram. 14.00 Voor de vrouw. 14.15 Viool en piano. 14.50 Gram. 15.15 Gevarieerd programma. (Tus sen 16.00 en 17.00 Ronde van Frankrijk.) 16.15 Gram. 17.30 Dansmuziek. 18.00 Nieuws en commentaar. 18.20 Pianospel. 18.30 Ronde van Frankrijk. 18.40 Lichte muziek. 19.00 Voor de jeugd. 19.10 Piano recital. 19.45 Regeringsuitzending: Land- bouwrubriek: Het landbouw-huishoudon- derwijs. VARA: 20.00 Nieuws. 20.05 Thea terorkest, koor en sol. 20.45 Ronde van Frankrijk. 20.55 Interv. met gram. 21.30 Lichte muziek. 21.55 De economische ont wikkeling in 1956, causerie. 22.10 Concert HILVERSUM II 298 m. 1007 kc/s. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nieuws en S.O.S.-berlchten. 7.10 Gewijde muziek. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weer berichten. 8.15 Gram. 9.00 Voor de zie ken. 9.25 Voor de vrouw.. 9.35 Voordracht. 10.00 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.15 Lichte muziek. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinbouw mededelingen. 12.35 Zang. 12,55 Gram. of actualiteiten. 13.00 Nieuws. 13.15 Lichte muziek. 13.40 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.30 Bijbeloverdenking. 15.00 Rembrandt- herdenklng in de Westerkerk te Amster dam. 16.30 Pianoduo. 17.00 Voor de kleu ters. 17.30 Gram. 17.40 Beursberichten. 17.45 Regeringsuitzending: De B.B. van binnen en van buiten. Jan Goderie, hoofd voorlichting Stichting Bevordering Be scherming Bevolking, vraagt de aandacht van de Nederlandse noodwacht. 18.00 Gemengd koor. 18.20 Gram. 18.30 Lichte muziek. 19.00 Nieuws en weerberichten. 19.10 Orgelconcert. 19.30 Parlementair commentaar. 19.45 Gram. 20.00 Radio krant. 20.20 Holland Festival 1956: Con certgebouworkest. 21.30 Louise, hoorspel. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws. Er was eens een meneer die nooit iets anders deed dan lezen- Nooit iets anders. Hij was een echte boekenwurm ge worden. Alle andere din gen was hij vergeten. Hij wist niet meer hoe een strand er uitziet, hoe 't bos ruikt en hoe heerlijk het is om op je rug in 't gras te liggen. Hij zat maar bij zijn tafel en las. Spinrag hing langs de muren en al zijn kasten zaten dik onder het stof. In zijn slaapkamer zou je denken aat het nog winter was. Vijf dikke dekens lagen op zijn bed en de ramen zaten pot dicht. Of het avond of morgen was wist hij ook niet. Als hij een boek uit had, ging hij een poosje slapen. Toen hij het poesje voor het eerst hoorde miau wen, wist hij dus hele maal niet of het nacht of morgen was. Hij hoorde 't in zijn slaap en draai de zich boos om, maar 't poesje riep zo hara dat hij er wakker van werd. „Dan ga ik maar verder met mijn werk tot dat geluid ophoudt", dacht hij en schoof aan zijn ta fel en sloeg een hieuw boek open. Maar toen hij dat uit had en erg moe was, riep het poesje nóg en nu veel treuriger dan eerst. Vier, vijf keer draaide de boekenwurm zich om in bed, maar sla pen kon hij niet. „Dan zhl ik wel zien hoe ik dat ding stil krijg", bromde hij. Hij liep naar zijn raam en deed iets wat hjj in geen jaren had gedaan: hij maakte het open! De nacht was bij na om en in het eerste morgenlicht zag hij een klein, nat diertje zitten. Wat dat voor een diertje was, wist hij natuurlek niet. Oók vergeten, net als alle andere dingen buiten z(jn kamer. Het poesje sprong onmiddel lijk in zijn vensterbank en miauwde. Meneer de boekenwurm wist niet wat hij doen moest. Hij deed'wat hij altijd deed: hij liep naar zijn boeken kast en ging zoeken of hij daar misschien de naam van het beestje in vinden kon. Hij zocht en bladerde. Wacht eens, die plaat daar. Hij keek nog eens en keek toen naar het diertje in de vensterbank. Het beest op de plaat was wat gro ter en lang niet zo ma ger als het echte diertie. maar ja, dat zei niets. ,Een tijger", las de me neer, „nou dan is hij, in vensterbank, klein tijgertje". Het poesje knipperde met de ogen en sprong op de grond. Met haar zachte velletje streek langs de blote benen van de boekenwurmHij moest voor 't eerst sinds heel lang lachen: het kriebelde een beetje. Door het open raam woei de zomerwind langs zijn hoofd en dat was nog heerlijker. Hij bleef verbaasd naar de lucht staan kijken, naar de witte wolken en de eer ste vogels en vooral naar het groen van de bomen le dauw op het dak. Het poesje begon weer te miauwen. „Merk ie niet dat ik honger heb?" leek het te zeggen. En meneer de boekenwurm begreep het. maar omdat hij zelf altijd rauwe ci troenen at, die het poes je niet lustte, trok hij vlug zijn kleren aan en ging met stijve benen voor het eerst na jare trap af. „Vjees' dacht hij, „tijgers eten vlees, staat er in mijn boek. Waar haal ik vlees vandaan?" Hij liep dicht langs de huizen tot hij op 'n win kelraam met grote let ters „VLEES" zag staan. „Aha", zei hij en stapte op de deur toe. Maar de deur was dicht. Hij belde: één keer, twee keer, drie keer. Hij bons de en moest gewoon la chen om het lawaai dat hij maakte. De slager, die boven een raam open schoof, lachte niet. „Wat moet U?", riep hij, „ik heb vakantie!" „O", zei de meneer, „kun je dat eten, vakan tie?". De slager werd rood van boosheid. „Waarom houdt U mij voor de gek?" riep hij. „Ik heb toch al zo weinig vakantie". „Ja maar..." zei de me neer, „ik heb een tijger en ik weet niet of die wel vakantie lust' slager sloeg met 'n har de Klap zijn raam dicht. De meneer keek ver baasd om zich heen. Achter zich hoorde hij flessen rinkelen. Hij draaide zich om; daar was de melkboer. Meneer de boekenwurm pakte een fles melk uit -'-'n mand en vroeg: enkt U dat een tijger dit lust?" De melkboer schrok zó, dat hij hard wegliep. De boekenwurm liep ver- De morgenzon is er maar net, daar komt Boer Berend pas uit bed het erf af van zijn boerderij, het hek door naar de groene wei. Boer Berend staat gewoon verstomd als hg het weiland binnenkomt: geen paard, geen schaapje en geen koe! Mijn dieren! Waar zijn ze naar toe? Hu Bles, hu Roosje, Koos je, Sien! Hu Neeltje, laat je horens zien. Hu, duiven in je duiven til! Maar alles in het land blijft stil. Heel treurig tsjilpt op nek een mus. Ze zijn op reis, boer, met een bus. Ze wilden eens een dag naar zee. Ik was te klein, ik mocht niet mee. Dan neemt Boer Berend ook maar v Lui languit ligt hjj in wej. Hij slaapt zó in het hoge gras en wakker wordt hij 's avonds Daar staan als altijd zo gewoon zijn dieren naast hem, fris en scnoon. Aan al hun natte staarten 't meest ziet Berend waar ze zijn geweest. Hi, grinnikt Bles, een koe lacht boe, de duiven giechelen roekoe. De mus, die alles heeft verklikt zit op het hoge bek en snikt. baasd naar huis terug Pas op de trap merkte hij, dat hij de fles nog in zijn hand had. Maar het poesje miauw de van blijdschap toen ze die zag. Borden had de boeken wurm niet, daarom goot hij de melk in een oude bolhoed. Het poesje be gon er dadelijk aan en likte haar snorren af. Maar nog voor ze het he lemaal op had, begon er op de trap een verschrik kelijk lawaai. „Eruit!", riepen boze stemmen, „eruit. Wij. willen geen tijger in onze straat!" De slager en de melkboer stonden voorop en daarachter kwam de hele buurt. Met z'n allen joegen ze de meneer het huis uit. Het poesje sprong hem na, maar dat zag niemand. Onder Van het mooie theeser viesje dat een tante haar (eens gaf brak van een der mooie kopjes laatst ineens een (oortje af. „Oei" sprak Mies dat. moet ik maken!" en ze (kocht bij haar drogist snel een grote tube „L\jmco" 't beste wat de (drogist wist. Thuis nam ze het losse oortje, Smeerde lijm er- fop.... héél veel. Toen het kopje. Even la ter was het theeservies (weer heel ,jPrachtig!" riep de muis vol vreugde. „Zo gaat (het weer jaren mee!" „ik ga het meteen probe ren!" goot het kopje vol (met thee. Maar het domme muisje wist niet dat de lijm ook (drogen moet.... Het oortje hield ze in haar handje en de thee (kwam op haar goed. aan de trap miauwde het en de boekenwurm nam het in zijn armen. Zo lie pen ze de straat uit. De meneer stond opeens in het park, waar een hele boel kinderen aan het spelen waren. „Wat is dat?", riep hij, „moeten jullie niet leren?" Wat leren was, had hij natuurlijk nooit verge ten! „We hebben vakan tie", riepen de kinderen. „Vakantie...? O ja, va kantie!" De boekenwurm begon zich te herinneren wat dat was. Met het in zijn armen ging hij overal heen waar mensen met va kantie waren. Naar het strand, naar het bos, naar de weilanden, naar het water. Hij deed pre cies wat hij alle andere mensen zag doen: lui lig gen, zwemmen, varen en in bomen klimmen. En 't poesje ging overal met hem mee. wat hadden ze ,'n plezier. Iedereen ken de de boekenwurm met zijn poesje op het laatst. Dat die poes geen tijger was hebben ze hem ook verteld. Hij weet nu al les. Maar beter dan wie ook, weet de boeken wurm wat vakantie is. En Tijger, want zo heet zijn poesje, weet het ook! Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 8