Endocil
O
LEZERS SCHRIJVEN
C
Ook voor repen!
MAGNEET
LANGZAMERHAND ZIJN ALLE
MEIGASTEN WEER COMPLEET
4
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
DONDERDAG 17 MEI 1956
ONDER ZEELANDS HOGE HEMEL
Grote bedrijvigheid in de natuur
Wat er gebeurd is in de heerltylce dagen, die achter ons liggen grenst
aan het ongelooflijke. Stonden veertien dagen geleden de meeste bomen
nog kaal. thans hebben zelfs de eike- en notebomen volop blaadjes en ben
gelen de katjes er veelbelovend tussen. In het landschap schoof de natuur
om 't zo eens te zeggen de gordijntjes weer dicht, in de eerste plaats ten be
hoeve van de nestelende vogels en ten tweede om de knusse doorkykjes te
scheppen, die we in de winter zo missen.
Er komt weer een donkere ach
tergrond, waartegen de bloemen zich
voordelig aftekenen, want de warm
te lokt de insecten uit hun schuilhoe
ken en daarvan moeten zij het heb
ben. Vooral nu zij achter zijn met 't
ontplooien van hun kleurige vlaggen,
kan het geen kwaad het voordeel
van de achtergrond uit te buiten; nu
april- en meibloemen nagenoeg te
gelijk verschijnen zullen ze moeten
concurreren om de gunst van de snel-
vleugelige bestuivers.
Hoe laat alles wel is komt nog
eens goed uit door het verschijnen
van de voorjaarspaddestoelen bij
uitnemendheid, de eetbare moriel-
jes. Alle boelven vertellen, dat
hun korte verschijnp'eriode in april
valt. Het is dan ook een grote
verrassing in de eigen tuin, op
een mooie morgen in mei, na een
zeer schone daaraan voorafgaan
de dag, een exemplaar aan te
treffen.
Het zit diep in de grond, zodat al
leen de vreemde hoed, precies een
vuil en grof sponsje boven de aarde
uitsteekt. De eveneens vreemd ge
vormde steel, byna wit, moet uitge
graven worden. Natuurlijk is de
naam sedert kort weer ge-wijzigd en
moet ze nu in plaats van Morehella
aesculenta, Morehella rotunda heten,
maar het is toch de oude bekende
morielje, zeer geliefd bij de lekker
bekken, maar heel vaak, als nu,
slechts in een enkel exmplaar opko-
door BAREND ZWERFMAN8
mend. En, hoe bekend ook, men weet
er nog niet voldoende van om ze
kunstmatig te kweken.
INSECTEN ZIJN LAAT.
Ook veel Insecten zjjn laat, wat
duidelijk blijkt wanneer we oude en
bekende terreintjes gaan opzoeken.
Kolonies van wilde voorjaarsbyen,
die hun nestgangen in onze binnen
dijken maken, vooal daar, waar de
schapen de grasmat kort houden. De
grijze graafbjj is een soort, die zijn
hoofdactiviteit ontplooit in de maand
april.
Zo tegen mei zijn de nijvere dier
tjes weer verdwenen, d.w.z. ze heb
ben voor het voortbestaan van de
soort gezorgd, waarna ze, zowel de
kortlevende mannetjes als de lang
levende wijf jes, sterven. Feitelijk zijn
ze minstens even ijverig als de ho
ningbijen, die het hele bloemenjaar
door honing en stuifmeel verzamelen
(niet voor ons, maar voor het voort
bestaan van de soort, de ontwikke
ling van de larven). Want dit het
geheel jaar door in de weer zijn, is
maar schijn; elke bijenhouder zal U
vertellen, dat in de drukke tijd de
levensduur van elke bij afzonderlijk
niet veel meer is dan een maand,
slechts de herfstbijen wat langer,
maar dat geldt de overwintering. Die
overwintering wordt bij sommige bij
en van de wilde soorten eveneens ge
vonden, maar dan vóór de periode
van het uit de grond komen, ook zy
leven dus langer dan zo ogensch^n-
lijk wel lijkt.
Nu, dit jaar, in mei is de kolonie
van de grijze graafbij nog in volle
actie en ditmaal leidt dat tot de ont
dekking van een vroeger niet gevon-
den terreintje op het zuid-oosten.
Merkwaardig genoeg zjjn de
schuimers onder de insecten, de
parasieten eveneens in groten ge
tale aanwezig. Evenals de bijtjes
zelf weten ze de telkens weer af
gesloten nestgangen op een prik
te vinden tussen de vele gras
sprieten. En kunnen ze dit niet,
dan hebben ze de gave de thuis
komende bijen op de voet te vol
gen en hun eieren tegelijk met t
openen van de nestgangen daarin
binnen te smokkelen.
WOLZWEVERS.
Vooral de wolzwevers, grote brui
ne of gele vliegen, die precies kleine
hommeltjes gelijken, en schoksgewij
ze door de lucht schieten als zweef
vliegen, maar met een uitgestoken
lange tong, zijn in actie. Zo tegen de
dijk kan men ze haast niet ontdek
ken, maar als men, op de buik lig
gend, langs de helling over de nes
ten kijkt, ziet men ze m groot aantal
tegen de blauwe lucht afsteken, als
hlikopters met rillende vleugels stil
staand in de lucht boven de gesloten
ingang van een byennestje. Iri geen
enkel jaar zag ik er zoveel tegelijk.
Het lijkt wel wat op de verschijning
van de bloei in de boomgaarden, de
bekende opvolging van de bloei der
soorten is er wel geweest, maar de
tussenpozen liepen zeer snel in elk
aar over, alles bloeit ogenschijnlijk
tegelijk.
Zo ontkrullen zich nu weer de va
rens en wel tegelijk met de schermen
van het nachtegaalskruid. En dat
terwijl nog bijna geen enkele paarde
bloem aanstalten maakt z'n pluis-
kroon op te zetten. Is het verbeelding
of staan de gele straatbloemen dit
jaar in een wat fleuriger en deftiger
_,rie. 't Valt ons op, dat die een-
dige bloemen zich zo fraai groe
peren op him rozetten.
Nu de trekvogels ook nagenoeg
alle weer present zjjn begint het len
tebeeld zich weer enigszins normaal
te vertonen. Vermoedelijk zijn we na
fi arc. Kei/a
v.vlT£
mertg 1
enkele weken al vergeten, dat we zo
lang op de fraaie zonnige dagen
hebben moeten wachten.
Ook in andere jaren fungeert de
meimaand vaak als de gelijkmaker
in het voetbalspel. De achterstand
wordt ingehaald en we zien weer
voornit naar de volgende winstpun
ten. Nu de wielewaal zich ook reeds
enige dagen heeft laten horen, voe
len we ons weer thuis in ons kille
landje, thuis in de aloude hollandse
meimaand rondom omgeven door
oude bekenden, bloemen, vogels en
insecten.
Over Curagao
Het komt me voor dat het artikel
„Kleine wereld onder hete zon" over
Curasao in uw blad van 8 mei j.l. met
een wel erge donkere bril ia geschre
ven, zodat de daarin gegeven repor
tage aan Curasao geen recht laat we
dervaren.
Tegen het signaleren van misstan
den kan uiteraard weinig bezwaar ge
maakt worden maar om in een artikel
dat de indruk wekt, algemeen oriën
terend te willen zijn, in hoofdzaak een
aantal pikante bijzonderheden te ver
melden, is m.i. niet vriendelijk en niet
billijk tegenover de rijksgenoten over
zee.
Trouwens ook over de feitelijke
juistheid van enige passages uit het ar
tikel zou nog wel een en ander zijn
op te merken. B.v. als de auteur het
wezen van Curasao samenvat als „le
ven van olie, begeerte naar water,
angst voor de toekomst" zou men in
Curasao met evenveel recht een der
gelijke kop boven een artikel over Ne
derland kunnen plaatsen, waarin als
typerend voor ons land worden ge
noemd de belangstelling voor olie
(aandelen), het weerpraatje en de zorg
om het maatschappelijk bestaan van
de wieg tot het graf te verzekeren en
te gaan emigreren.
Uw artikel zou m.i. aan waarde heb
ben gewonnen wanneer het ook een en
ander had verteld over de grote ar
beidsprestaties, die velen in Curasao
opbrengen, over de belangstelling, die
het onderwijs daar geniet, over de mo
dernisering en vooruitgang op velerlei
gebied, over de opvallende orde en
netheid aldaar in vergelijking met an
dere delen van Centraal-Amerika en
last but not least over de onderlinge
hulpvaardigheid en de vriendelijke
opgeruimde aard van een groot deel
der bevolking, die soms op beschamen
de manier haar band met Nederland
demonstreert. Een sprekend voorbeeld
van het laatste was wel de spontane
materiële hulp bij de watersnood van
1935, welke hulp, naar ik meen, ver
houdingsgewijs, groter was dan Neder
land zelf aanvankelijk verleende.
U houde mij bovenstaande opmer
kingen ten goede. Zij bedoelen niet af
te doen van de waardering voor de be
langstelling die uw blad voor Cura
sao toonde. Met hoogachting,
Goes. Mr. G. A. RENTING.
Blauwe week
In de „Blauwe week" komen de
drankbestrijders van alle schakerin-
gen in heel ons land gezamenlijk In
actie. Of dit nodig Is
Het drankmisbruik neemt weer
toe. Drank maakt brokken! Niet al
leen op de wegen door chauffeurs,
die niet nuchter zijn, maar ook en
nog veel meer in de gezinnen.
Herhaaldelijk wordt de hulp van
de drankbestrijders Ingeroepen om
(Advertentie)
altijd welkom
Wat doet FC
Dank zij het principe van
de overwonnen wrijving,
krijgen voeten vleugels. In
plaats van inspanning
wordt fietsen, zelfs bij
tegenwind, een genoegen.
Snel, gemakkelijk, heerlijk!
Raketstart
U schiet vooruit op een
nieuwe Magneet 1956.
Wat maakt het trappen op een
gewone fiets zwaar co ver
moeiend? De wrijving tussen de
bewegende delen onderling. Bij
de nieuwe MAGNEET model
len 1956 rijn deze afremmende
krachten practisch verdwenen.
r/
Alleen MAGNEET kent het ge
heim van Je», dat een nieuw
evenwicht tussen souplesse, snel
heid en sterkte betekent Hier
door zijn de MAGNEET mo
dellen 1956 op alle punten beter!
Magneet rijwielen met
Vredestein banden
Blijf niet doorrijden op uw oude fiets. Schakel over op een superlichtlopende
MAGNEET RIJWIELEN- EN MOTORENFABRIEK N.V. WEESB -
Hoofdagent Magneetrijwielen: M. J. JEREMIASSE, Oostwal 21, Goes.
er op de been
helpen waar door de drank het
leven is verknoeid. In de consultatie
bureaus voor drankzuchtigen, waar
van er In ons land momenteel 13
zijn gevestigd, staan ruim 3000 per
sonen ingeschreven, die uit eigen be
weging steun zijn komen zoeken om
van het drankkwaad verlost te wor
den. Zou er nog niet eenzelfde
aantal rondlopen, dat deze stap nog
niet heeft kunnen of. willen doen
Deze mensen willen wij, drankbe
strijders helpen, mede voor de vrou
wen en kinderen van deze mensen,
die zoveel leed en verdriet te ver
dragen hebben. Daarvoor zijn der
tien consultatiebureaus, over ons
hele land verspreid, niet voldoende.
Maar voor het oprichten en ook voor
het in stand houden van deze inrich
tingen is veel geld nodig.
De gezamenlijke drankbestrijders
in ons land katholieke, protes
tantse en humanistische doen
daartoe een beroep op U allen.
Zij zullen dit werk graag doen
voor drinkers, die toch ook ons aller
medemensen zijn en vaalt niet de
slechtste, maar uw financiële steun
kunnen zij hiervoor niet missen.
In de „Blauwe week" van 21 tot
26 mei, zullen wij daarom met toe
stemming van burgemeester en wet
houders collecteren met lijsten en
bussen.
Vlissings Drankweer-comité.
Vergadering herv. kerkvoogden.
De algemene vergadering van de
vereniging van kerkvoogdijen in de
Herv. kerk zal op 25 en 26 mei a.s.
in het Jaarbeursgebouw te Utrecht
worden gehouden. Als spreker zal
optreden prof. G. C. v. Niftrik te
Amsterdam. De heer C. Philipse te
's-Heer-Arendskerke treedt periodiek
als bestuurslid af, maar is herkies
baar.
Zuid-Molukken
Op 14 mei 1956 verstrekte de Ne
derlandse regering geen voeding
meer aan de Zuidmolukkers. Thans
imoeten de Zuidmolukkers met half
gevulde magèn hun leven ln Neder
land trachten te volbrengen om him
hoogste Ideaal hun nationale
strijd te verwezenlijken. Terwijl
wij met half gevulde magen in het
kamp leven, komt dan de adjunct
inspecteur van het Commissariaat
Ambonezen Zorg, de heer A. G. J.
van Boxtel, ons instructie geven, dat
wij ons gereed moeten maken voor
overplaatsing. Hoewel wij' enigszins
begrijpen, dal ons kamp met geschikt
is om langer daarin te wonen, ach
ten wij de houding van de adjunct-
inspecteur bij het uitvoeren van zijn
beleid min of meer een aansporing
tot het verstoren van orde en rust,
aangezien hij voldoende op de hoogte
is met de situatie, die de Nederland
se regering ten aanzien van de Zuid
molukkers heeft geschapen.
De heer Van Boxtel begrijpt wel,
dat voor een overplaatsing energie
nodig is. Kan de heer Van BojSel
zelf wel met een half gevulde maag
zijn functie of werkzaamheden ver
richten? Door zijn houding weer
spiegelt de heer Van Boxtel de stereo
van de koloniale structuur, die mo
menteel in verscheidene C.A.Z.-amb-
tenaren aanwezig is, zodat aanschou
welijk wordt, dat alle narigheid niet
anders is ontstaan dan door toedoen
van deze ambtenaren, omdat zij de
Zuidmolukkers als slaven beschou
wen en door de uitvoering van hun
instructies bij de Zuidmolukkers de
gevoelens wekken, dat zij trachten
dezen tot slaven te maken.
Namens de bewoners van het
woonoord Vlissingen H,
De voorzitter van de kamp-
raad,
G. Leiwerissa.
V.P.R.O. jubileert op
tweede pinksterdag.
Het jubileum-programma ter ge
legenheid van het 30-jarig bestaan
van de V.P.R.O. wordt uitgezonden
op tweede pinksterdag. Om 10 uur
zal mej. dr. N. A. Bruining een kort
inleidend woord spreken, Daarna,
om 10.15 uur, wordt uitgezonden een
der kerkdiensten, die deze ochtend
te Rotterdam worden gehouden en
wel die in de Remonstrantse Kerk,
waarin zal voorgaan ds. H. J. Kater,
Nederlands Hervormd predikant te
Amsterdam.
Te 11.30 uur volgt er een geva
rieerd programma van feestklanken,
met eventuele korte flitsen uit Rot
terdam.
De officiële jubileumviering in de
Ahoy-hal te Rotterdam wordt uitge
zonden tussen 14.3017 uur. Dit
programma omvat een openingstoe
spraak var de voorzitster, een feest
rede door prof. dr. N. A. Donker
sloot en een slotwoord van dr. J. A.
de Koning. Daartussen zang van al
le aanwezigen, een groot landelijk
koor van plm. 350 zangers en zange
ressen van het Nederlands Kamei>
koor onder leiding van Felix de No
bel. Tenslotte wordt uitgezonden
„Het lied van de levensadem", tekst
van Guillaume v. d. Graft, muziek
van Anthon v. d. Horst, Hieraan
werken mee de bovengenoemde ko
ren, de hout- en koperblazers van
het Rotterdams Philharmonisch Or
kest en Johan Schmitz, declamatie.
Het geheel staat onder leiding van
dr. Anthon v. d. Horst.
Kritiek op het Duitse
wetenschappelijk boek
De burgemeester van Utrecht, jhr.
mr. C. J. A. de Ranitz, heeft zater
dagmiddag ln het gebouw Tivoli te
Utrecht de tentoonstelling „Het
Duitse Boek", die tot 18 mei wordt
gehouden, officieel geopend.
Jhr. de Ranitz constateerde In zijn
openingsrede een zekere gereser
veerdheid van het Nederlandse pu-
pliek, met name ten aanzien van de
wetenschappelijke Duitse publika-
ties.
De omstandigheid, dat de Engel
sen en Amerikanen in de oorlog on
ze bondgenoten zijn geweest, speelt
daarbij, volgens spreker, zeker een
rol. Nederland is zich ook geestelijk
meer naar het westen gaan oriënte
ren. Daarnaast zijn er volgens jhr.
de Ranitz, ook diepere wezenlijke
oorzaken. In dit verband wees hij er
structuur van de Engelse en Ameri-
op, dat de eenvoudige zakelijke
kaanse wetenschappelijke publika-
ties, bij alle kritiek die men daarop
kan hebben, de gemiddelde Neder
landse wetenschapsman en student
gemakkelijker en zinvoller aan
spreekt dan tal van Duitse publlka-
ties.
(Advertentie)
De schoonheid
van uw huid ontsluierd
Endocil hormooncrême wekt de
huidcellen tot nieuw leven en
doet rimpeltjes en ongaafheden
verdwijnen. Endocil als nacht
crème gebruikt voedt de huid
zonder vettig te zijn. Endocil
dient overdag als basis voor
poeder of make-up, de hormoon
werking gaat onbelemmerd voort,
hormooncrême van Organon
Per tubef 2.90
P0NTH0UD
IN OKTOBER
FEUILLETON
door
MENNO DE MUNCK
42
Ik weet niet meer hoe lang wij zo
hebben gestaan. Zijn ogen gingen
even naar mijn tas, die ik nog steeds
in de hand hield. Hij schudde lang
zaam het hoofd. Daarna wendde hij
zich naar Britta.
Haar ogen stonden wijd open van
angst. Haar lippen bewogen, maar
zij sprak niet. Het enige geluid was
liet tikken van de waterdruppels, die
nog steeds van de vleugel op de
vloer lekten. Het klonk zonderling
hard en onheilspellend.
Zijn blik vestigde zich opnieuw op
mij. Hij lachte schamper.
„U", zei hij.
Ik schrok van zijn stem, maar ik
liet het niet merken. Ik zette mijn
tas neer en liep naar hem toe.
„Ja, Maarten", zei ik, „ik ben het.
Je bent een beetje ziek, mijn jongen.
Waarom ben je niet bij mij geko-
men?"
Hij hief langzaam zijn rechterarm,
met de vuist, in mijn richting. Het
was, alsof hij mij wilde tegenhouden.
Er kwam een zonderlinge gloed in
zijn ogen. Britta fluisterde zijn
naam, smekend, angstig; zij strekte
de handen naar zijn uitgestoken
arm, maar ik wees haar met mijn
ogen terug. Zij ging een pas achter
uit. Zij beefde over haar gehele
lichaam.
Maartens arm zakte, toen ik dicht
bij hem stond.
„U kunt my niet helpen", zei hij.
Hij duwde de handen diep in zijn
zakken, alsof hij ze voor mij wilde
verbergen. Toen begon hij heen en
weer te lopen, tussen de kist en de
vleugel.
„Nee, U kunt mij niet helpen. Er
is niets aan te doen. Waarom komt
U hier? Weet U, wat het is?" Hij
bleef staan en keek Britta strak aan.
„Heb jij het verteld?"
Ik antwoordde voor haar.
„Ja, Maarten", zei ik rustig, „ik
weet alles. Het was heel dom van
je om er niet over te willen spre
ken."
„Domzei hij toonloos. „Dom
Hij begon opnieuw heen en
weer te lopen. „Wat komt het er
nog op aan Toen in Stockholm,
dacht ik dat het zo erg niet was.
Ik meende, dat het wel over zou
gaan. Het was immers voorbij? Ik
voelde het niet meer. Maar nu is het
teruggekomen. Waarom?"
„Dat is een vrij gewoon verschijn
sel", zei ik. „Het kan niets te bete
kenen hebben, maar je had er niet
over mogen zwijgen. Je bent onvoor
zichtig geweest. Je wist het maar
je wilde het toch zelf niet geloven.
Dat was ontzettend dom van je.
Dom en gevaarlijk. Je hebt met je
zelf gespeeld." Ik zweeg even. „En
met je werk ook", voegde ik er toen
nadrukkelijk aan toe. „Dat was laf
van je-"
Hij bleef staan en kromp ineen. Ik
nam hem bij de arm1.
„Het is nu allemal voorbij, Maar
ten". zei ik. „Ik wil je helpen, maar
dat kan ik alleen als je mij niet te
genwerktJe moet nu eerst naar
bed gaan en slapen."
Hij schudde het hoofd, onwillig,
maar ik deed alsof ik het niet zag.
Ut keek Bi'itta aan en knikte in de
richting van de deur. Zij verliet de
kamer.
„Als je nu denkt, Maarten", zei
ik, „dat het hopeloos is, dan komt
je fout in feite op hetzelfde neer.
Wanneer je klachten hebt, dan moet
je jezelf nooit misleiden door ze te
negeren, want daar maak je het er
ger mee misschien wel zo erg, dat
de genezing uiterst moeilijk wordt
of zelfs onmogelijk. Maar als je in
ziet, dat er iets niet met je in orde
is, dan
Ik was halverwege de gang geko
men en stond op een paar meter
afstand van hun slaapkamer. Britta
had de deur er van al geopend en
wachtte op de drempel. Haar tanden
stonden in haar onderlip. Zij staar
de naar de kamer, die wij zojuist
hadden verlaten. Haar gezicht druk
te de grootste spanning uit.
Ik draaide mij om. De gang was
leeg; Maarten was mij niet gevolgd.
Ik liep terug en ging opnieuw zijn
kamer binnen. Ik sprak verder alsof
ik niet weg was geweest.
Als je inziet, dat er iets niet
met je in orde is, dan maak je die
fout ook, wanneer je aanneemt dat
het hopeloos isHet is niet ho
peloos, lang niet, maar het kan dat
worden, als je zelf niet gelooft in de
mogelijkheid van je genezing, mijn
jongen
Hij stond op dezelfde plaats, als
toenik voor het eerst was binnen
gekomen, leunend tegen de vleugel.
Zijn rechterarm hing weer slap neer;
de vingers waren licht gekromd. Hij
hield het hoofd gebogen. Zijn ogen
waren gesloten. Hij antwoordde niet.
Ik beroerde zijn schouder.
„Je gaat dus slapen, Maarten",
zei ik. Hij schudde opnieuw het
hoofd, maar hij liep toch met mij
mee, toen ik mij weer in beweging
zette. „En dan kom ik terug, als je
goed uitgerust bent. We zullen dan
verder zien
Britta had de dekens van het bed
reeds teruggeslagen, toen wij bin
nenkwamen. De sprei hing over een
stoel. Ik keek even rond en bemerk
te, dat het dezelfde kamer was waar
hij destijds met zoveel moeite ter
wereld was gekomen. Ik zag alles
zeer scherp in mijn verbeelding: Ly-
dia, met gesloten ogen. en mevrouw
Motte en mijn instrumenten, op het
witte laken, dat over de tafel was
gespreid. Het was, alsof Ik het op
nieuw beleefde alsof ik hem op
nieuw in haar armen zag liggen.
Daar in die hoek, had de wieg ge
staan de wieg, die ik zelf had ge
haald en naast het bed had ge
plaatst. En voelde ik opnieuw Ly-
dia's lippen op mijn wang?
Ik ging voor het raam staan. De
overgordijnen waren nog geheel
open.
„Kleed je maar gauw uit, jongen",
zei Ik.
Hij antwoordde niet, maar ik
hoorde, hoe hij zich traag naar het
bed bewoog. Het klonk alsof hij niet
meer bij machte was, zijn voeten
voldoende op te tillen. Hij deed mij
aan Marian denken
In de ruit voor mij zag ik de ka
mer vaag weerspiegeld. Het beeld
was zeer onduidelijk en verbrokkeld,
doordat het glas beregend was, maar
ik meende Maarten op de stoel naast
het bed te zien zitten. Britta stond
bij hem en hielp hem zich te ontkle
den. Hun schaduwen bewogen zich
groot en misvormd over de wanden.
Ik hoorde Britta's stem, zacht, met
kleine woorden, sussend, alsof zij tot
een kind sprak.
„Jatoe maar, jongen
Ik boog mij naar voren, tot mijn
gezicht het koude s"las raakte. Het
spiegelbeeld verdween. Ik zag, dat
het niet meer regende. De droppels,
die op de vensterbank tikten, dropen
van de dakgoot.
Ik keek achter mij. Maarten zat,
in zijn pyjama, op de rand van het
bed, de ellebogen op de knieën, hot
hoofd in de handen. Britta streelde
zijn haar. Haar zachte blik trof mij.
Ik wist eensklaps heel zeker, dat zij
zeer veel van hem hield.
Toen ik de gordijnen sloot, keek
zij mij aan. Zij sprak niet, maar
haar blik was vol vertrouwen op mij
gericht. Haar ogen lieten mij niet
los, terwijl ik naar het bed liep.
Britta wilde hem toedekken, doch ik
schudde het hoofd.
Maarten trachtte zich van mij af
te wenden, toen ik zijn knieën wilde
ontbloten. Bijna nad hij mij verrast;
ik kon hem nog juist tegenhouden.
„Even maar, Maarten", zei ik. Tk
keek hem strak aan. „Je mag niet
opnieuw laf worden, mijn jongen
Ik zag zijn mond vertrekken. Zijn
tegenstand verslapte. Met gesloten
ogen liet hij mij mijn gang gaan.
De linkerknie was geheel normaal,
maar de rechter was iets gezwollen.
Hij voelde enigszins warm aan,
maar ik zag geen pijnreacties op
Maartens gezicht, toen ik er op
drukte. Toen ik hem vroeg, of hij
iets voelde, schudde hy het hoofd. Ik
legde de thermometer niet aan, om
dat ik hem nu niet te veel wilde pla
gen. Hij maakte echter niet de in
druk koortsig te ziin. r ok transpi
reerde hij vrijwel niet. Zijn pols was
betrekkelijk langzaam.
(Wordt vervolgd).