Endocil O LEZERS SCHRIJVEN C Ook voor repen! MAGNEET LANGZAMERHAND ZIJN ALLE MEIGASTEN WEER COMPLEET 4 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT DONDERDAG 17 MEI 1956 ONDER ZEELANDS HOGE HEMEL Grote bedrijvigheid in de natuur Wat er gebeurd is in de heerltylce dagen, die achter ons liggen grenst aan het ongelooflijke. Stonden veertien dagen geleden de meeste bomen nog kaal. thans hebben zelfs de eike- en notebomen volop blaadjes en ben gelen de katjes er veelbelovend tussen. In het landschap schoof de natuur om 't zo eens te zeggen de gordijntjes weer dicht, in de eerste plaats ten be hoeve van de nestelende vogels en ten tweede om de knusse doorkykjes te scheppen, die we in de winter zo missen. Er komt weer een donkere ach tergrond, waartegen de bloemen zich voordelig aftekenen, want de warm te lokt de insecten uit hun schuilhoe ken en daarvan moeten zij het heb ben. Vooral nu zij achter zijn met 't ontplooien van hun kleurige vlaggen, kan het geen kwaad het voordeel van de achtergrond uit te buiten; nu april- en meibloemen nagenoeg te gelijk verschijnen zullen ze moeten concurreren om de gunst van de snel- vleugelige bestuivers. Hoe laat alles wel is komt nog eens goed uit door het verschijnen van de voorjaarspaddestoelen bij uitnemendheid, de eetbare moriel- jes. Alle boelven vertellen, dat hun korte verschijnp'eriode in april valt. Het is dan ook een grote verrassing in de eigen tuin, op een mooie morgen in mei, na een zeer schone daaraan voorafgaan de dag, een exemplaar aan te treffen. Het zit diep in de grond, zodat al leen de vreemde hoed, precies een vuil en grof sponsje boven de aarde uitsteekt. De eveneens vreemd ge vormde steel, byna wit, moet uitge graven worden. Natuurlijk is de naam sedert kort weer ge-wijzigd en moet ze nu in plaats van Morehella aesculenta, Morehella rotunda heten, maar het is toch de oude bekende morielje, zeer geliefd bij de lekker bekken, maar heel vaak, als nu, slechts in een enkel exmplaar opko- door BAREND ZWERFMAN8 mend. En, hoe bekend ook, men weet er nog niet voldoende van om ze kunstmatig te kweken. INSECTEN ZIJN LAAT. Ook veel Insecten zjjn laat, wat duidelijk blijkt wanneer we oude en bekende terreintjes gaan opzoeken. Kolonies van wilde voorjaarsbyen, die hun nestgangen in onze binnen dijken maken, vooal daar, waar de schapen de grasmat kort houden. De grijze graafbjj is een soort, die zijn hoofdactiviteit ontplooit in de maand april. Zo tegen mei zijn de nijvere dier tjes weer verdwenen, d.w.z. ze heb ben voor het voortbestaan van de soort gezorgd, waarna ze, zowel de kortlevende mannetjes als de lang levende wijf jes, sterven. Feitelijk zijn ze minstens even ijverig als de ho ningbijen, die het hele bloemenjaar door honing en stuifmeel verzamelen (niet voor ons, maar voor het voort bestaan van de soort, de ontwikke ling van de larven). Want dit het geheel jaar door in de weer zijn, is maar schijn; elke bijenhouder zal U vertellen, dat in de drukke tijd de levensduur van elke bij afzonderlijk niet veel meer is dan een maand, slechts de herfstbijen wat langer, maar dat geldt de overwintering. Die overwintering wordt bij sommige bij en van de wilde soorten eveneens ge vonden, maar dan vóór de periode van het uit de grond komen, ook zy leven dus langer dan zo ogensch^n- lijk wel lijkt. Nu, dit jaar, in mei is de kolonie van de grijze graafbij nog in volle actie en ditmaal leidt dat tot de ont dekking van een vroeger niet gevon- den terreintje op het zuid-oosten. Merkwaardig genoeg zjjn de schuimers onder de insecten, de parasieten eveneens in groten ge tale aanwezig. Evenals de bijtjes zelf weten ze de telkens weer af gesloten nestgangen op een prik te vinden tussen de vele gras sprieten. En kunnen ze dit niet, dan hebben ze de gave de thuis komende bijen op de voet te vol gen en hun eieren tegelijk met t openen van de nestgangen daarin binnen te smokkelen. WOLZWEVERS. Vooral de wolzwevers, grote brui ne of gele vliegen, die precies kleine hommeltjes gelijken, en schoksgewij ze door de lucht schieten als zweef vliegen, maar met een uitgestoken lange tong, zijn in actie. Zo tegen de dijk kan men ze haast niet ontdek ken, maar als men, op de buik lig gend, langs de helling over de nes ten kijkt, ziet men ze m groot aantal tegen de blauwe lucht afsteken, als hlikopters met rillende vleugels stil staand in de lucht boven de gesloten ingang van een byennestje. Iri geen enkel jaar zag ik er zoveel tegelijk. Het lijkt wel wat op de verschijning van de bloei in de boomgaarden, de bekende opvolging van de bloei der soorten is er wel geweest, maar de tussenpozen liepen zeer snel in elk aar over, alles bloeit ogenschijnlijk tegelijk. Zo ontkrullen zich nu weer de va rens en wel tegelijk met de schermen van het nachtegaalskruid. En dat terwijl nog bijna geen enkele paarde bloem aanstalten maakt z'n pluis- kroon op te zetten. Is het verbeelding of staan de gele straatbloemen dit jaar in een wat fleuriger en deftiger _,rie. 't Valt ons op, dat die een- dige bloemen zich zo fraai groe peren op him rozetten. Nu de trekvogels ook nagenoeg alle weer present zjjn begint het len tebeeld zich weer enigszins normaal te vertonen. Vermoedelijk zijn we na fi arc. Kei/a v.vlT£ mertg 1 enkele weken al vergeten, dat we zo lang op de fraaie zonnige dagen hebben moeten wachten. Ook in andere jaren fungeert de meimaand vaak als de gelijkmaker in het voetbalspel. De achterstand wordt ingehaald en we zien weer voornit naar de volgende winstpun ten. Nu de wielewaal zich ook reeds enige dagen heeft laten horen, voe len we ons weer thuis in ons kille landje, thuis in de aloude hollandse meimaand rondom omgeven door oude bekenden, bloemen, vogels en insecten. Over Curagao Het komt me voor dat het artikel „Kleine wereld onder hete zon" over Curasao in uw blad van 8 mei j.l. met een wel erge donkere bril ia geschre ven, zodat de daarin gegeven repor tage aan Curasao geen recht laat we dervaren. Tegen het signaleren van misstan den kan uiteraard weinig bezwaar ge maakt worden maar om in een artikel dat de indruk wekt, algemeen oriën terend te willen zijn, in hoofdzaak een aantal pikante bijzonderheden te ver melden, is m.i. niet vriendelijk en niet billijk tegenover de rijksgenoten over zee. Trouwens ook over de feitelijke juistheid van enige passages uit het ar tikel zou nog wel een en ander zijn op te merken. B.v. als de auteur het wezen van Curasao samenvat als „le ven van olie, begeerte naar water, angst voor de toekomst" zou men in Curasao met evenveel recht een der gelijke kop boven een artikel over Ne derland kunnen plaatsen, waarin als typerend voor ons land worden ge noemd de belangstelling voor olie (aandelen), het weerpraatje en de zorg om het maatschappelijk bestaan van de wieg tot het graf te verzekeren en te gaan emigreren. Uw artikel zou m.i. aan waarde heb ben gewonnen wanneer het ook een en ander had verteld over de grote ar beidsprestaties, die velen in Curasao opbrengen, over de belangstelling, die het onderwijs daar geniet, over de mo dernisering en vooruitgang op velerlei gebied, over de opvallende orde en netheid aldaar in vergelijking met an dere delen van Centraal-Amerika en last but not least over de onderlinge hulpvaardigheid en de vriendelijke opgeruimde aard van een groot deel der bevolking, die soms op beschamen de manier haar band met Nederland demonstreert. Een sprekend voorbeeld van het laatste was wel de spontane materiële hulp bij de watersnood van 1935, welke hulp, naar ik meen, ver houdingsgewijs, groter was dan Neder land zelf aanvankelijk verleende. U houde mij bovenstaande opmer kingen ten goede. Zij bedoelen niet af te doen van de waardering voor de be langstelling die uw blad voor Cura sao toonde. Met hoogachting, Goes. Mr. G. A. RENTING. Blauwe week In de „Blauwe week" komen de drankbestrijders van alle schakerin- gen in heel ons land gezamenlijk In actie. Of dit nodig Is Het drankmisbruik neemt weer toe. Drank maakt brokken! Niet al leen op de wegen door chauffeurs, die niet nuchter zijn, maar ook en nog veel meer in de gezinnen. Herhaaldelijk wordt de hulp van de drankbestrijders Ingeroepen om (Advertentie) altijd welkom Wat doet FC Dank zij het principe van de overwonnen wrijving, krijgen voeten vleugels. In plaats van inspanning wordt fietsen, zelfs bij tegenwind, een genoegen. Snel, gemakkelijk, heerlijk! Raketstart U schiet vooruit op een nieuwe Magneet 1956. Wat maakt het trappen op een gewone fiets zwaar co ver moeiend? De wrijving tussen de bewegende delen onderling. Bij de nieuwe MAGNEET model len 1956 rijn deze afremmende krachten practisch verdwenen. r/ Alleen MAGNEET kent het ge heim van Je», dat een nieuw evenwicht tussen souplesse, snel heid en sterkte betekent Hier door zijn de MAGNEET mo dellen 1956 op alle punten beter! Magneet rijwielen met Vredestein banden Blijf niet doorrijden op uw oude fiets. Schakel over op een superlichtlopende MAGNEET RIJWIELEN- EN MOTORENFABRIEK N.V. WEESB - Hoofdagent Magneetrijwielen: M. J. JEREMIASSE, Oostwal 21, Goes. er op de been helpen waar door de drank het leven is verknoeid. In de consultatie bureaus voor drankzuchtigen, waar van er In ons land momenteel 13 zijn gevestigd, staan ruim 3000 per sonen ingeschreven, die uit eigen be weging steun zijn komen zoeken om van het drankkwaad verlost te wor den. Zou er nog niet eenzelfde aantal rondlopen, dat deze stap nog niet heeft kunnen of. willen doen Deze mensen willen wij, drankbe strijders helpen, mede voor de vrou wen en kinderen van deze mensen, die zoveel leed en verdriet te ver dragen hebben. Daarvoor zijn der tien consultatiebureaus, over ons hele land verspreid, niet voldoende. Maar voor het oprichten en ook voor het in stand houden van deze inrich tingen is veel geld nodig. De gezamenlijke drankbestrijders in ons land katholieke, protes tantse en humanistische doen daartoe een beroep op U allen. Zij zullen dit werk graag doen voor drinkers, die toch ook ons aller medemensen zijn en vaalt niet de slechtste, maar uw financiële steun kunnen zij hiervoor niet missen. In de „Blauwe week" van 21 tot 26 mei, zullen wij daarom met toe stemming van burgemeester en wet houders collecteren met lijsten en bussen. Vlissings Drankweer-comité. Vergadering herv. kerkvoogden. De algemene vergadering van de vereniging van kerkvoogdijen in de Herv. kerk zal op 25 en 26 mei a.s. in het Jaarbeursgebouw te Utrecht worden gehouden. Als spreker zal optreden prof. G. C. v. Niftrik te Amsterdam. De heer C. Philipse te 's-Heer-Arendskerke treedt periodiek als bestuurslid af, maar is herkies baar. Zuid-Molukken Op 14 mei 1956 verstrekte de Ne derlandse regering geen voeding meer aan de Zuidmolukkers. Thans imoeten de Zuidmolukkers met half gevulde magèn hun leven ln Neder land trachten te volbrengen om him hoogste Ideaal hun nationale strijd te verwezenlijken. Terwijl wij met half gevulde magen in het kamp leven, komt dan de adjunct inspecteur van het Commissariaat Ambonezen Zorg, de heer A. G. J. van Boxtel, ons instructie geven, dat wij ons gereed moeten maken voor overplaatsing. Hoewel wij' enigszins begrijpen, dal ons kamp met geschikt is om langer daarin te wonen, ach ten wij de houding van de adjunct- inspecteur bij het uitvoeren van zijn beleid min of meer een aansporing tot het verstoren van orde en rust, aangezien hij voldoende op de hoogte is met de situatie, die de Nederland se regering ten aanzien van de Zuid molukkers heeft geschapen. De heer Van Boxtel begrijpt wel, dat voor een overplaatsing energie nodig is. Kan de heer Van BojSel zelf wel met een half gevulde maag zijn functie of werkzaamheden ver richten? Door zijn houding weer spiegelt de heer Van Boxtel de stereo van de koloniale structuur, die mo menteel in verscheidene C.A.Z.-amb- tenaren aanwezig is, zodat aanschou welijk wordt, dat alle narigheid niet anders is ontstaan dan door toedoen van deze ambtenaren, omdat zij de Zuidmolukkers als slaven beschou wen en door de uitvoering van hun instructies bij de Zuidmolukkers de gevoelens wekken, dat zij trachten dezen tot slaven te maken. Namens de bewoners van het woonoord Vlissingen H, De voorzitter van de kamp- raad, G. Leiwerissa. V.P.R.O. jubileert op tweede pinksterdag. Het jubileum-programma ter ge legenheid van het 30-jarig bestaan van de V.P.R.O. wordt uitgezonden op tweede pinksterdag. Om 10 uur zal mej. dr. N. A. Bruining een kort inleidend woord spreken, Daarna, om 10.15 uur, wordt uitgezonden een der kerkdiensten, die deze ochtend te Rotterdam worden gehouden en wel die in de Remonstrantse Kerk, waarin zal voorgaan ds. H. J. Kater, Nederlands Hervormd predikant te Amsterdam. Te 11.30 uur volgt er een geva rieerd programma van feestklanken, met eventuele korte flitsen uit Rot terdam. De officiële jubileumviering in de Ahoy-hal te Rotterdam wordt uitge zonden tussen 14.3017 uur. Dit programma omvat een openingstoe spraak var de voorzitster, een feest rede door prof. dr. N. A. Donker sloot en een slotwoord van dr. J. A. de Koning. Daartussen zang van al le aanwezigen, een groot landelijk koor van plm. 350 zangers en zange ressen van het Nederlands Kamei> koor onder leiding van Felix de No bel. Tenslotte wordt uitgezonden „Het lied van de levensadem", tekst van Guillaume v. d. Graft, muziek van Anthon v. d. Horst, Hieraan werken mee de bovengenoemde ko ren, de hout- en koperblazers van het Rotterdams Philharmonisch Or kest en Johan Schmitz, declamatie. Het geheel staat onder leiding van dr. Anthon v. d. Horst. Kritiek op het Duitse wetenschappelijk boek De burgemeester van Utrecht, jhr. mr. C. J. A. de Ranitz, heeft zater dagmiddag ln het gebouw Tivoli te Utrecht de tentoonstelling „Het Duitse Boek", die tot 18 mei wordt gehouden, officieel geopend. Jhr. de Ranitz constateerde In zijn openingsrede een zekere gereser veerdheid van het Nederlandse pu- pliek, met name ten aanzien van de wetenschappelijke Duitse publika- ties. De omstandigheid, dat de Engel sen en Amerikanen in de oorlog on ze bondgenoten zijn geweest, speelt daarbij, volgens spreker, zeker een rol. Nederland is zich ook geestelijk meer naar het westen gaan oriënte ren. Daarnaast zijn er volgens jhr. de Ranitz, ook diepere wezenlijke oorzaken. In dit verband wees hij er structuur van de Engelse en Ameri- op, dat de eenvoudige zakelijke kaanse wetenschappelijke publika- ties, bij alle kritiek die men daarop kan hebben, de gemiddelde Neder landse wetenschapsman en student gemakkelijker en zinvoller aan spreekt dan tal van Duitse publlka- ties. (Advertentie) De schoonheid van uw huid ontsluierd Endocil hormooncrême wekt de huidcellen tot nieuw leven en doet rimpeltjes en ongaafheden verdwijnen. Endocil als nacht crème gebruikt voedt de huid zonder vettig te zijn. Endocil dient overdag als basis voor poeder of make-up, de hormoon werking gaat onbelemmerd voort, hormooncrême van Organon Per tubef 2.90 P0NTH0UD IN OKTOBER FEUILLETON door MENNO DE MUNCK 42 Ik weet niet meer hoe lang wij zo hebben gestaan. Zijn ogen gingen even naar mijn tas, die ik nog steeds in de hand hield. Hij schudde lang zaam het hoofd. Daarna wendde hij zich naar Britta. Haar ogen stonden wijd open van angst. Haar lippen bewogen, maar zij sprak niet. Het enige geluid was liet tikken van de waterdruppels, die nog steeds van de vleugel op de vloer lekten. Het klonk zonderling hard en onheilspellend. Zijn blik vestigde zich opnieuw op mij. Hij lachte schamper. „U", zei hij. Ik schrok van zijn stem, maar ik liet het niet merken. Ik zette mijn tas neer en liep naar hem toe. „Ja, Maarten", zei ik, „ik ben het. Je bent een beetje ziek, mijn jongen. Waarom ben je niet bij mij geko- men?" Hij hief langzaam zijn rechterarm, met de vuist, in mijn richting. Het was, alsof hij mij wilde tegenhouden. Er kwam een zonderlinge gloed in zijn ogen. Britta fluisterde zijn naam, smekend, angstig; zij strekte de handen naar zijn uitgestoken arm, maar ik wees haar met mijn ogen terug. Zij ging een pas achter uit. Zij beefde over haar gehele lichaam. Maartens arm zakte, toen ik dicht bij hem stond. „U kunt my niet helpen", zei hij. Hij duwde de handen diep in zijn zakken, alsof hij ze voor mij wilde verbergen. Toen begon hij heen en weer te lopen, tussen de kist en de vleugel. „Nee, U kunt mij niet helpen. Er is niets aan te doen. Waarom komt U hier? Weet U, wat het is?" Hij bleef staan en keek Britta strak aan. „Heb jij het verteld?" Ik antwoordde voor haar. „Ja, Maarten", zei ik rustig, „ik weet alles. Het was heel dom van je om er niet over te willen spre ken." „Domzei hij toonloos. „Dom Hij begon opnieuw heen en weer te lopen. „Wat komt het er nog op aan Toen in Stockholm, dacht ik dat het zo erg niet was. Ik meende, dat het wel over zou gaan. Het was immers voorbij? Ik voelde het niet meer. Maar nu is het teruggekomen. Waarom?" „Dat is een vrij gewoon verschijn sel", zei ik. „Het kan niets te bete kenen hebben, maar je had er niet over mogen zwijgen. Je bent onvoor zichtig geweest. Je wist het maar je wilde het toch zelf niet geloven. Dat was ontzettend dom van je. Dom en gevaarlijk. Je hebt met je zelf gespeeld." Ik zweeg even. „En met je werk ook", voegde ik er toen nadrukkelijk aan toe. „Dat was laf van je-" Hij bleef staan en kromp ineen. Ik nam hem bij de arm1. „Het is nu allemal voorbij, Maar ten". zei ik. „Ik wil je helpen, maar dat kan ik alleen als je mij niet te genwerktJe moet nu eerst naar bed gaan en slapen." Hij schudde het hoofd, onwillig, maar ik deed alsof ik het niet zag. Ut keek Bi'itta aan en knikte in de richting van de deur. Zij verliet de kamer. „Als je nu denkt, Maarten", zei ik, „dat het hopeloos is, dan komt je fout in feite op hetzelfde neer. Wanneer je klachten hebt, dan moet je jezelf nooit misleiden door ze te negeren, want daar maak je het er ger mee misschien wel zo erg, dat de genezing uiterst moeilijk wordt of zelfs onmogelijk. Maar als je in ziet, dat er iets niet met je in orde is, dan Ik was halverwege de gang geko men en stond op een paar meter afstand van hun slaapkamer. Britta had de deur er van al geopend en wachtte op de drempel. Haar tanden stonden in haar onderlip. Zij staar de naar de kamer, die wij zojuist hadden verlaten. Haar gezicht druk te de grootste spanning uit. Ik draaide mij om. De gang was leeg; Maarten was mij niet gevolgd. Ik liep terug en ging opnieuw zijn kamer binnen. Ik sprak verder alsof ik niet weg was geweest. Als je inziet, dat er iets niet met je in orde is, dan maak je die fout ook, wanneer je aanneemt dat het hopeloos isHet is niet ho peloos, lang niet, maar het kan dat worden, als je zelf niet gelooft in de mogelijkheid van je genezing, mijn jongen Hij stond op dezelfde plaats, als toenik voor het eerst was binnen gekomen, leunend tegen de vleugel. Zijn rechterarm hing weer slap neer; de vingers waren licht gekromd. Hij hield het hoofd gebogen. Zijn ogen waren gesloten. Hij antwoordde niet. Ik beroerde zijn schouder. „Je gaat dus slapen, Maarten", zei ik. Hij schudde opnieuw het hoofd, maar hij liep toch met mij mee, toen ik mij weer in beweging zette. „En dan kom ik terug, als je goed uitgerust bent. We zullen dan verder zien Britta had de dekens van het bed reeds teruggeslagen, toen wij bin nenkwamen. De sprei hing over een stoel. Ik keek even rond en bemerk te, dat het dezelfde kamer was waar hij destijds met zoveel moeite ter wereld was gekomen. Ik zag alles zeer scherp in mijn verbeelding: Ly- dia, met gesloten ogen. en mevrouw Motte en mijn instrumenten, op het witte laken, dat over de tafel was gespreid. Het was, alsof Ik het op nieuw beleefde alsof ik hem op nieuw in haar armen zag liggen. Daar in die hoek, had de wieg ge staan de wieg, die ik zelf had ge haald en naast het bed had ge plaatst. En voelde ik opnieuw Ly- dia's lippen op mijn wang? Ik ging voor het raam staan. De overgordijnen waren nog geheel open. „Kleed je maar gauw uit, jongen", zei Ik. Hij antwoordde niet, maar ik hoorde, hoe hij zich traag naar het bed bewoog. Het klonk alsof hij niet meer bij machte was, zijn voeten voldoende op te tillen. Hij deed mij aan Marian denken In de ruit voor mij zag ik de ka mer vaag weerspiegeld. Het beeld was zeer onduidelijk en verbrokkeld, doordat het glas beregend was, maar ik meende Maarten op de stoel naast het bed te zien zitten. Britta stond bij hem en hielp hem zich te ontkle den. Hun schaduwen bewogen zich groot en misvormd over de wanden. Ik hoorde Britta's stem, zacht, met kleine woorden, sussend, alsof zij tot een kind sprak. „Jatoe maar, jongen Ik boog mij naar voren, tot mijn gezicht het koude s"las raakte. Het spiegelbeeld verdween. Ik zag, dat het niet meer regende. De droppels, die op de vensterbank tikten, dropen van de dakgoot. Ik keek achter mij. Maarten zat, in zijn pyjama, op de rand van het bed, de ellebogen op de knieën, hot hoofd in de handen. Britta streelde zijn haar. Haar zachte blik trof mij. Ik wist eensklaps heel zeker, dat zij zeer veel van hem hield. Toen ik de gordijnen sloot, keek zij mij aan. Zij sprak niet, maar haar blik was vol vertrouwen op mij gericht. Haar ogen lieten mij niet los, terwijl ik naar het bed liep. Britta wilde hem toedekken, doch ik schudde het hoofd. Maarten trachtte zich van mij af te wenden, toen ik zijn knieën wilde ontbloten. Bijna nad hij mij verrast; ik kon hem nog juist tegenhouden. „Even maar, Maarten", zei ik. Tk keek hem strak aan. „Je mag niet opnieuw laf worden, mijn jongen Ik zag zijn mond vertrekken. Zijn tegenstand verslapte. Met gesloten ogen liet hij mij mijn gang gaan. De linkerknie was geheel normaal, maar de rechter was iets gezwollen. Hij voelde enigszins warm aan, maar ik zag geen pijnreacties op Maartens gezicht, toen ik er op drukte. Toen ik hem vroeg, of hij iets voelde, schudde hy het hoofd. Ik legde de thermometer niet aan, om dat ik hem nu niet te veel wilde pla gen. Hij maakte echter niet de in druk koortsig te ziin. r ok transpi reerde hij vrijwel niet. Zijn pols was betrekkelijk langzaam. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 4