De rol van de moderne vrouw in de Europese politiek 3 C tot OZCUH) VRIJDAG 11 MEI 1956 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT c "ütouiveirpaqLna BELANGWEKKENDE UNESCO-ENQUETE Anti-feminisme heeft taai leven In de meeste landen hebben de vrouwen tegenwoordig kiesrecht. In hoeverre maken zij werkelijk gebruik van dit recht? En als zij dit doen, hoe stemmen zij dan? Om een antwoord te vinden op deze vragen en de daarmee samenhan gende kwesties heeft de afdeling Sociale Wetenschappen van de UNESCO een onderzoek ingesteld naar de rol, die de vrouw speelt in de politiek van vier Europese lan den, namelijk Frankrijk, Duitsland, Noorwegen en Joego-Slavië. Mau rice Duverger, hoogleraar in de po litieke wetenschappen aan de uni versiteiten van Parijs en Bordeaux heeft de resultaten van de enquê tes behandeld en deze werden door de UNESCO uitgegeven onder de titel: „De politieke rol van vrou wen". Over het algemeen is het aantal vrouwen, dat deelneemt aan ver kiezingen ongeveer gelijk aan het aantal mannen en zij stemmen na genoeg hetzelfde. Niettemin zijn er zekere verschillen die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de vorming van de openbare mening. Onderzoekingen in de genoemde vier landen in Duitsland onder andere in 1953 hebben aange toond, dat 90 procent der getrouw de vrouwen op dezelfde partijen en kandidaten haar stem uitbrengt als haar man. Vroeg men haar naar het waarom, dan zeiden velen, dat zij niét werkelijk in de politiek wa rén geïnteresseerd en dat zij afgin gen op het inzicht van haar man in dit soort zaken. En professor Du verger tekent hierbij aan: „Géén der ondervraagde mannen gaf dit antwoord Deze verschillen in standpunt ko men nog duidelijker naar voren wan neer het niet slechts gaat om het uitbrengen van een stem, maar wan neer vrouwen moeten worden geko zen voor posities in regering or par lement. Hier is de rol, die de vrouw speelt, al bijzonder klein. Theoretisch mag er dan gelijkheid bestaan: wan neer het gaat om voor een bepaalde post gekozen te worden, wanneer de stemgerechtigden hebben te kiezen tussen mannelijke en vrouwelijke kandidaten, dan is er steeds een ze kere discriminatie der sexen. De wet ten welke de burgerlijke gelijkheid der geslachten hebben vastgesteld zijn de gebruiken der maatschappij vóór. De traditie van het anti-femi nisme heeft een taai leven! Vérstrekkende veranderingen ge durende de laatste halve eeuw ten spijt is de westerse beschaving nog steeds gebaseerd op de superioriteit van de man. Een vrouw een politieke positie geven betekent, dat men de man er een ontneemt. Bijgevolg is, zoals prof. Duverger het noemt, het aandeel van de vrouw in parlement en regering „belachelijk klein". Kan men nu dus zeggen, dat de hoop van zekere feministen nooit in vervulling is gegaan? Natuur lijk, de wereld is zeker niet plot seling een beter oord geworden om in te leven, toen de vrouwen zijn gaan stemmen. Maar histori ci van de toekomst zullen zeker ontdekken, hoeveel groter de in vloed van de vrouw is geworden in deze 20e eeuw. Men merkt dit reeds in de beginselprogramma's van de politieke partijen. En al zijn er nog weinig vrouwen op po litieke posten, de meningen, aie zij naar voren brengen worden vaak aangehaald in toespraken en pro- framma's welke mannen opstel en. Dit brengt ons in aanraking met een ander aspect van de gelijkheid, de discriminatie en de verschillen tussen de beide sexen. De tegenstand van de mannen is betrekkelijk ge makkelijk te begrijpen, al kan zij niet volledig worden verklaard uit de angst om van een vaste zetel ver drongen te worden. Maar, zo vraagt Maurice Duverger, „waarom zijn zo weinig vrouwen zelf feministe?" Op dit punt dient men het probleem van de positie van de vrouw in de poli tiek te bestuderen van zowel sociaal als politiek standpunt. Niet alleen patroon", dat zich misschien opper vlakkig wijzigt, maar waarin diep gaande veranderingen slechts zéér geleidelik plaatsvinden, maar zij lebben ook haar eigen, zéér speciale argument keer op keer weer hebben gebruikt om de vrouw te verhinde ren, aan het openbare leven deel te nemen. Thans zeggen zij echter niet langer, dat de vrouw de politiek on waardig is, maar dat de politiek de vrouw onwaardig is. En dat komt op hetzelfde neerHoe men het ook plooit, de vrouw moet verhinderd worden, aan het politieke leven deel te nemen Onderd rukking Hetzelfde kan men ook beweren in Scandinavië wijzen tekenen daar op door te beweren, dat vrouwen in geen enkel opzicht van de man nen behoren te verschillen. Zij zou den zich in ieder opzicht moeten aanpassen aan de gedragsregels, zo als deze zijn vastgelegd door wat Jung noemt de „grote club van man nen' Zij zouden nooit de aandacht op zichzelf moeten vestigen, vast houden aan haar rechten of speci fiek vrouwelijke voorstellen moeten doen. Op deze wijze wordt de ontwik keling van de persoonlijkheid van de vrouw van buitenaf onderdrukt. Of, als zij zich al, ondanks alle hinder nissen, weet te handhaven, dan zal dit gebeuren met specifiek vrouwe Eindelijk een vrouw, die niet bang is voor een enorme spin Zij glimlacht zelfs tegen liet diertje in zijn niet minder enorm web! Dat web is namelijk een nieuw soort parapluie van doorzichtig materiaalwélke onlangs op 'n Engelse modeshow van regenschermen te zien was. De „spin" is van zwart fluweel, en dient ter versiering van dit hypermoderne parapluutje. lijke en indirecte methoden, die de ware feministen afwijzen. Vrouwen, die op een dergelijke manier haar in vloed, indirect of in het geheim wil len uitoefenen, zouden daarmee al leen bereiken, dat een gebrek aan werkelijkheidszin in de menselijke verhoudingen zou blijven voortduren. En dit brengt ons dan in het diepe, onoverzichtelijke gebied der menselijke psychologie, een ge bied dat de 'wetenschap slechts pas begonnen is. te exploreren. Niettemin, in dit gebied hebben specialisten, zoals professor Ashley Montagu van de Prince ton Universiteit in de V.S. reeds een typisch vrouwelijke trek ont dekt, welke bijzonder belangrijk kan zijn, zowel op politiek gebied als in het leven in het algemeen. Hij zegt namelijk: „Vrouwen be zitten het geheim van de supe rioriteit zonder inferioriteit". Met andere woorden: de vrouw heeft niet de minderwaardigheid van een ander nodig om zelf de meer dere te zyn. Deze verklaring is niet zo para doxaal als zij lijkt, maar zij werpt de vraag op „moet de vrouw, om deel te hebben aan het politieke leven, haar eigen levenswijze dan wel de politiek veranderen?" Hoe het antwoord ook luidt het enige, wat de vrouw werkelijk nodig heeft is vrijheid en de gelegenheid, haar eigen weg te vinden. Het doet er weinig toe of haar politiek inzicht afwijkt van dat van haar man of niet. Maar een onpartijdig onderzoek zoals deze studie welke de UNESCO liet publiceren over situaties en stromin gen kan van grote waarde zijn voor vrouwen en voor allen, die haar pro blemen trachten te begrijpen. Dit jurkje geeft de draagster niet al leen een maximum aan bewegings vrijheid, het kan ook gemakkelijk worden nagemaakt en is een ideaal bezit voor koele zomerdagen. Licht blauw linnen, met witte strepen, is het materiaal; het model heeft bre de manchetten en een v-vormige halsuitsnijding. r jaaz üzcmü en kaaz kuis' \L (Van onze redactrice Vijftig jaar is het deze maand geleden, dat één van Nederlands bekendste vrouwenbladen opgericht werd. In 1906 verscheen het eerste nummer van „De vrouw en haar Huis", onder redactie vayi Elis M. Rogge, die ruim dertig jaar lang haar beste krachten aan dit maandblad heeft gege ven. Nu, een halve eeuw later, be staat „De vrouw en haar Huis" nog steeds. Wat meer is: het heeft nog niets van zijn repu tatie ingeboet, het staat nog immer op een uitzonderlijk hoog niveau tussen de vele uit gaven, die ten dienste van de vrouw in Nederland het licht zien, en wordt met evengrote zorg en verantwoordelijkheid geredigeerd als vijf decennia geleden. Elis M. Roggedochter van een Amsterdams hoogleraar, heeft een groot deel van haar leven gewijd aan het tot bloei brengen van dit maandblad voor de ontwikkelde vrouw. In het fraaie jubileumnummer van „De vrouw en haar Huis", dat deze maand verschenen is, wordt zij gekarakteriseerd als een vrouw die toentertijd de tijd van het feminisme in haar blad op duidelijke wijze de moderne eisen van de mo derne vrouw naar voren bracht. De eerste jaargangen spreken hieromtrent duidelijke taal! In die eerste jaargangen waren daar verder de moderu briek en ook tóen kwamen de ideeën al uit Parijs er waren pedagogische raadgevin gen voor de vrouw-met-kinde ren, en er waren twee rubrie ken die de toenmalige hoofd redactrice zeer ter harte moe ten zijn gegaan en die in het hedendaagse ,J)e vrouw en haar Huis" nog steeds een gro te plaats innemen. Dat zijn de uitgebreide rubrieken over de kunst van het fraaie hand werk en de woninginrichting, die beide door de jaren heen 'n begrip zijn gebleven met be trekking tot dit maandblad. Op haar éénentachtigste jaar, na drieëndertig ja ren van onvermoeid werk, droeg Elis M. Rogge haar taak over aan de huidige redactrice, dra. M. G. Schenk. Dat was in 1939, en het moet de vrouw wier naam onverbrekelijk ver bonden zal blijven met dit Ne derlandse maandblad, zwaar zijn gevallen om afstand te doen van het werk, dat zozeer met haar leven verweven was geraakt. Maar „De vrouw en haar Huis" is onder de bekwame leiding van haar opvolgster ge bleven wat het was: een blad met een bijzonder cachet, waar in de bêfaarfidë rubrieken over fraaie handwerken, over wo ninginrichting en huizenbouw gehandhaafd bleven, verzorgd door deskundige medewerkers. Een blad met een uitstekende huishoudelijke rubriek de naam van mevrouw R. Lotge ringHillebrand staat er borg voor met praktische wenken op het gebied van plantenver- zorging en tuinarchitectuur, kortom: met voorlichting op velerlei gebied. „De vrouw en haar Huis" vólgde de maat schappelijke ontwikkelings gang van de Nederlandse vrouw door de jaren heen, 't volgde de mode van reform- kleding tot onze tijd van Fath en Dior, het paste zich aan bij veranderde tijdsomstandighe den en bleef toch in opzet en wezen zichzélf gelijk. Het jubileumnummer van ,De vrouw en haar Huis" ligt thans voor oyis. Het is een waarlijk jubileumnum mer, doch niet in die zin, dat er alleen maar lang en breed ge sproken wordt over de voorbij gegane halve eeuw. Er zijn na tuurlijk woorden van waarde ring, van herdenking en van dank; er is een interessant overzicht vati al datgene, dat de vrouw niet alleen in Ne derland, maar overal ter we reld in dit tijdsbestek aan winst heeft mogen boeken. Er is een boeiend verhaal over, de mode en haar verschillende, sterk afwisselende verschij ningsvormen tussen 1906 en 1956, over de evoluties in onze keuken, over het enorme ver schil tussen reclame-methoden van vijftig jaar geleden en nu... Allemaal interessante en le zenswaardige stof, die men verwacht in een jubileumnum mer, en zeker bij een gouden jubileum. Maar het is vooral een ge slaagde uitgave, omdat dit. nummer in alle opzichten, re presentatief is voor „De vrouw en haar HuisDoor de keuze van de onderwerpen voor de verscheidene artikelen, door de namen van de medewerksters en medewerkers die een garan tie zijn voor een gedegen en deskundige behandeling dezer onderwerpen, en niet in de laatste plaats door de uitste kende typografische verzor ging. Het bijzonder mooie om slag is uitgevoerd in zachte pastelkleuren met hier en daar een felle toets, de foto's zijn, zoals altijd, uitstekend van kwaliteit, zélfs de advertentie kolommen zijn een lust voor 't oog. Niet alleen hen die voor de inhoud van dit jubileumnum mer verantwoordelijk zijn, maar ook de uitgevers Van Hólkema en Warendorf N.V. te Amsterdam moet het ver schijnen van deze feestelijke uitgave een diepe voldoening hebben geschonken. PARLEMENTAIRE MINIATUREN (lil) /keozcHW ƒ4. ^J-cztaniez-de l/Oit: de ckaz manie (Van onze parlementaire redacteur) Het is een goede gewoonte in de Tweede Kamer dat de afgevaardig den, wanneer zij spreken, dit van de speciaal daarvoor bestemde katheder doen. Het is de Kamerleden ook ge oorloofd van hun plaatsen te spreken waar zij evenwel niet over een mi crofoon beschikken. Een enkele keer, wanneer slechts korte opmerkingen gemaakt behoeven te worden, doen zij dat. Voor sommigen is dat geen bezwaar, zij zijn duidelijk verstaan baar. Zoals mevrouw A. Fortanier- de Wit, een van de negen leden van de fractie van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. Zij heeft een helder stemgeluid en niemand nam het haar kwalijk, toen zij zich kort geleden bij het stellen van mondelin ge vragen niet naar het spreekge stoelte begaf. Behalve de voorzitter, mr. Korten- horst. Hij meende het uitstekend en als men in zijn hart had kunnen kij ken, zou men gemerkt hebben, dat ook hij het helemaal niet erg vond, dat mevrouw Fortanier-de Wit Jeanne, zoals zij op de perstribune kortheidshalve, doen met de nodige eerbied wordt aangeduid niet de officiële sprekersplaats innam. De Kamer-president is echter de stren ge handhaver van het Reglement van Orde van de Kamer. Daarom bracht hij mevrouw Fortanier-de Wit aller vriendelijkst onder het oog, dat als een lid in aansluiting op een ander lid die daartoe verlof van de Kamer ont vangen heeft, mondelinge vragen aan een of meer ministers stelt, dit van zijn of haar plaats behoort te doen. Mevrouw Fortanier-de Wit had van de plaats van een andere afgevaar digde gesproken, ergens dicht bij het spreekgestoelte. Mevrouw Fortanier kan, omdat zij zich thuis voelt in de Tweede Kamer, zich er gemakkelijk beweegt, altijd ter zake kundig is, gemakkelijk spreekt en ad rem interrup ties weet te beantwoorden, én om dat alle overige leden haar een warm hart toedragen, zulke incidentjes uit stekend verdragen. Van de voorzitter ontvangt zij daarbij altijd volledig begrip. Dat gebeurde ook eens, toen er een verschil van mening tussen haar en de christelijk-historische afgevaar digde mr. Roosjen moest worden uit gevochten. De heer Roosjen kreeg van de Kamerpresident anderhalve minuut spreektijd. Ieder verwachtte, dat mevrouw Fortanier-de Wit in an derhalve minuut zou moeten ant woorden. Mr. Kortenhorst verleende haareen onbeperkte spreektijd. Dat is de wijze, waarop men me vrouw Fortanier gaarne tegemoet treedt. Zij gebruikte niet meer dan twee minuten. Dat is de manier waarop zij op een dergelijke royale geste reageert. Deze charmante, altijd in de punt jes geklede goed opgemaakte jeug dig uitziende afgevaardigde ge droeg zich niet alleen bij het stel len van mondelinge vragen als een dwaalster in de ,£amer. Zij is vaak op andere plaatsen te vin den, confererend met medeleden of luisterend naar een spreker. Zij was onmiskenbaar de grote „televisietroef", toen in maart '55 het televisiedebat uitgezonden werd. Zij mag dan een dwaalster zijn tus sen de leden: op politiek terrein is zij standvastig in de leer. Zij weet zeer nauwkeurig wat zg wil en verdedigt altijd zeer principieel het liberie standpunt. Indertijd was zij werkzaam bij het openbaar lager onderwijs in Rotter dam en in Den Haag en zij is secre taresse geweest van de Vereniging van Industriescholen voor meisjes in Rotterdam. Aangezien zij dus uit het onderwijs stamt, is het begrijpelijk, dat de onderwijszaken in de Kamer haar bijzondere belangstelling heb ben. Zij spreekt er met een opvallen de deskundigheid over. Als men haar in de rede valt, antwoordt zij met een ontwapenende gemoedelgkheid. Ook ambtenarenzaken hebben haar interesse, hetgeen allerminst wil zeg gen, dat haar belangstelling met ..on derwijs" en „ambtenarenkwesties" uitgeput is. Zij beweegt zich over het gehele brede terrein van de politiek en had een goede leerschool in de Rotterdamse gemeenteraad, waar zij voor de Liberale Staatsparty deel heeft uitgemaakt. Zij is bestuurslid van de vereniging van Openbare Leeszalen en van het Prins Bernhardfonds en neemt in de V.V.D. een vooraanstaande plaats in. Hoezeer zij ook in het politieke en parlementaire bedryf doorkneed is waarbij zij waarvolle steun onder vindt van haar man, dr. G. F. Forta nier, die directeur is van het Gewes telijk Arbeidsbureau in Amsterdam zij is er de vriendelijke vrouw en moeder bij gebleven, die ook tijd vindt voor huishoudelijke zaken en voor haar echtgenoot en zoontje. ~Oan ozcutv Er zijn op het moderne verschijn sel „Radio" heel wat aanmer kingen te maken, en wjj hebben ons daarmee in deze rubriek ook meermalen vlijtig bezig gehouden. Maar het is goed ons bij tgd en wijle te realiseren dat die aanmerkingen, hoe gegrond ook misschien, allereerst het gevolg zijn van het verkeerd ge bruik ener op zichzelf verdienstelijke uitvinding. Een goed weloverwogen gebruik van diezelfde radio kan ons ongedachte genoegens verschaffen, die bovendien zonder dat medium schaars of in het geheel niet binnen ons bereik liggen. Eén van de werkelijk positieve waarden waarmee de raaio ons leven heeft verrijkt is een verdiepte belang stelling voor de klank van de mense lijke stem. Het is dat het ons in het dagelijks verkeer moeilijk zo niet onmoge lijk valt, iemands stem af te schei den uit het complex van gewaarwor dingen, die zijn verschijning bij ons oproept. Waarbij wij onbewust nog meestal het oog de voorrang geven boven het oor uit een dwaze eeu wenoude gewoonte, die wy maar moeilijk afwennen. „De mens ziet aan wat voor ogen is" dat is niet enkel een diepzinnig bijbelwoord maar ook een practische waarheid die wij alle dag bevestigd zien. Of is het, om één voorbeeld te noe men, voor een kunstenaar op een po dium of een toneel niet een kwestie van levensbelang dat hij „zijn uiterlijk meeheeft"? Kunt U zich een overtui gende Ophelia voorstellen met het voorkomen van een Germaanse sa- genheldin, of een imposante Brün- nilde maat acht en dertig? Een fraaie stem kan in waarde dalen door een minder gunstige verschijning terwijl welgeschapenheid, met raffi nement uitgebuit, een mager talent aardig weet te camoufleren. Wat die misvatting betreft had de film ons nog weer enige reuzenschreden ver der van huis gebracht Maar daar het evenwicht zich al tijd weer zoekt te herstellen, kwam daar de radio op die zich uitsluitend richtte op ons twee derangs zintuig tot dan toe: het ge hoor. En met verbazing leerden wij de klank van de menselg'ke stem, vol komen losgemaakt van de zichtbare verschijning, eindelijk ten volle waar deren. Het was nu, theoretisch, mogelijk dat een meisje met een alledaags uiterlijk, uitstekend geschikt kon blijken voor omroepster, alleen door de charme van haar stem. En een acteur, die ons op de planken mis schien ternauwernood zou zijn opge vallen kon ons nu, waar hij enkel stem was geworden, dwingen om naar hem te luisteren. En toen ons dat, geoefend door de ervaring, vertrouwd was geworden, leerden wij er een nieuw vermogen by: genegenheid opvatten voor een loutere stem. Wn hebben vaak de knop omgedraaid om een bepaald (^Dank. oóoz een stent programma te horen, niet zozeer vanwege belangrijkheid als wel om het feit, dat daarin iemand sprak die wij graag mochten horen om de stem alleen. Zo zijn er luisteraars geweest die opbleven tot de dagsluiting, enkel en alleen om door een bepaalde omroe per goedenacht te worden gewenst... Ik moest aan dit eigenaardige maar hartverwarmende ver schijnsel denken, toen ik opge schrikt werd door het overlijdensbe richt van Nico de Jong. Want op slag werd mij en waar schijnlijk velen in het land duide lijk, hoezeer zijn stem voor ons een begrip geworden was: een begrip vol menselijke, warmhartige inhoud. Wij hadden geleerd een glimlachende genegenheid te koesteren voor dat stemgeluid van een oud, bedacht zaam, ietwat ironisch man, die ken nelijk zijn constitutie moest ontzien; maar waar hij sparen moest aan vo lume kon woekeren met intensiteit. Een natuurlijke stem met de char me van kleine gebreken, die juist daardoor zo vertrouwd en volkomen levendig aandeed. Een stem die men uit een spreekkoor nog zou herken nen, die men maar eenmaal behoefde te horen om te weten: die wil ik nog eens en zo vaak mogelijk horen en dan in de rol die hem het beste ligt de uitbeelding van zichzelf. Een oude man die niet sterk van gestel, maar wel van geest is; die, in gestage verwachting van het einde, geen angst kent maar wel een harts tochtelijke en diepe belangstelling voor het ogenblik van .heden Ik heb hem eenmaal in levenden lijve die rol zien spelen, waarbij fic tie en realiteit samenvielen: de oude feschiedenis-leraar in „Oranje Hotel" !n om de waardigheid, de ironie, de verrukkelijke inconsequentie van sceptische intellectueel en ontstuimi- ge vrijheidsstrijder van die figuur zou ik willen, dat dit stuk op elke vijfde mei uit de lade werd eehaald en le vend op de planken gezet, tot lering van de jongere generatie en bean- ning van de oudere. Al zal niemand die kleine, rustige oude man zo onvergetelijk kunnen spelen als Nico de Jong dat deed. SASKIA rUHNEKINM. UREHI

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 7