KAPPIE en de BOEVENKAPITEIN
c
LEZERS SCHRIJVEN
Zwitsaletten
NEDERLANDS VERNUFT IN
UITHOEKEN DER AARDE
WIJZIGING VAN GARANTIEWET
MILITAIREN K.N.I.L.
Standard Vanguard III
PROVINOIALB ZBBUWBB COURANT DUTSPAq 8 MET 1988
NEDECO BEPERKT „EXPORT INTELLECT"
Jonge ingenieurs doen in
buitenland ervaring op
(Van onze speciale
verslaggever)
Kort geleden werd bekend, dat Ne
derlandse ingenieurs, «"erkend voor
de NEDECO, in Japan een groot
droogleggingsproject zullen voorbe
reiden. Prof. ir. P. Pli. Jansen uit
Delft heeft de besprekingen geleid en
een contract met Japan getekend.
Velen zullen wellicht bq dit bericht
wat bedenkelijk hebben gekeken en
gezegd: „Daar gaan alweer een paar
van onze ingenieurs het land uit
En daarbij zullen ze misschien ge
dacht hebben aan de alarmeernde be
richten over de „export van Neder
lands intellect", zoals dit vaak wordt
genoemd.
Wat dit project in Japan betreft
behoeven zij echter niet ongerust te
zijn. Want de NEDECO exporteert
onze ingenieurs niet integendeel,
deze organisatie houdt ze juist hier.
De NEDECO is namelijk een
adviesbureau Nederlands Ad
viesbureau voor Ingenieurswerken
in het Buitenland dat uitslui
tend als adviserend lichaam op
treedt voor grote buitenlandse
projecten en daarbij gebruik
maakt van de beste mensen die
ons land heeft.
Men gaat er van uit, dat het Ne
derlandse ingenieurspotentieel veel te
kostbaar is om het te laten weglooen.
Maar iemand, die zich hier niet "kan
ontplooien, die meent elders meer er
varing te kunnen opdoen, kan men
niet tegen zijn zin vasthouden. Vroe
ger. toen Indonesië nog niet was weg-
Ïevallen, was dit geen probleem.
oen gingen onze jonge ingenieurs
d&érheen. Zij deden er technische er
varing op, zij leerden de mentaliteit
van het Oosten kennen, zij verwier
ven mensenkennis en leerden zich
gemakkelijk bewegen in alle mogelij
ke en onmogelijke omstandigheden.
En kwamen zij terug, dan waren zij
goede leiders geworden voor de jon
geren hier. Die mogelijkheid hebben
zij nu niet.
In 1951 richtten dertig grote Ne
derlandse ondernemingen samen de
NEDECO op. Het waren grote inter
nationale aannemers, handelsonder
nemingen, industrieën, die het risico
namen. Men wist nog niet precies,
hoe men zou gaan werken. Zeker was
echter, dat het een volkomen onaf
hankelijk adviesbureau zou moeten
zijn, niet gebonden aan de Neder-
Koppensnellers op
Nieuw-Guinea
Uit Nederlands Nieuw Guinea wordt
bericht, dat bewoners van het
dorp Ajam, ~elegen in het Asmatge-
bied (residentie Zuid Nieuw Guinea)
een sneltocht hebben gehouden, waar
bij 29 bezoekers uit het naburige
dorp Jipaj werden vermoord. Het
bestuur heeft maatregelen getroffen
om eventuele repressailles te voor
komen. De daders worden opgespoord
en een onderzoek is gaande naar de
oorzaak van deze gebeurtenis. Be
kend is, dat de dorpen Ajam en Japaj
traditionele vijanden zijn.
landse industrie en evenmin aan de
overheid. Dit systeem heeft gewerkt.
De NEDECO werkt samen met de
grootste specialisten in ons land:
elftse hoogleraren, kopstukken van
Waterstaat, ingenieurs met grote
tropenervaring.
ZH is in ieder opzicht onafhan
kelijk van de regering, maar dat
betekent niet, dat deze niet
tensief het werk van deze instel
ling steunt. Het „opsporen" van
projecten is vooral sterk afhanke
lijk van onze missies in het bui
tenland.
Maar ook Waterstaat, de T. H. in
Delft, Wageningen en vele andere
overheidsinstanties werken actief
mee.
Voor vele instanties is het name
lijk van groot belang, dat leden van
de Ingemeursstaf ervaring opdoen,
zelfstandig werken onder moeilijke
omstandigheden en zich verder ont
plooien zonder ons land uit de han
den te glippen.
Men heeft sedert de oprichting in
1951 gewerkt in Griekenland, in
Ethiopië, op Ceylon, in Svrlë, in Bra
zilië, in Nigeria, in Pakistan en op
nog vele andere plaatsen van onze
wereldbol.
En de ingenieurs komen rijk aan
ervaring terug. Daarin zien wij een
der grootste verdiensten van deze op
zet. En daarnaast betekent het, dat
de goede naam van onze ingenieurs
kunst en ondernemingsgeest ver over
de grenzen wordt uitgedragen.
12. Met een geweldige vaart
schoot Kapple door de
luchtkoker naar beneden.
„Hal! Hal!" zuchtte hl)
benauwd. „Waar zal ik te
recht komenT Ik val ja
veel dieper, dan lk gedacht
had!"
Waar hij terecht kwam,
merkte hij evenwel toch
gauw genoeg. Met een dof
fe klap sloeg hij tenslotte op
een houten vloer neer en
dat betekende, dat hij niet
verder hoefde te vallen. Zo
dra hij enigszins van de
schrik bekomen was, keek
hij eens om zich heen. Hty
bevond zich in een half
duister vertrekje, waar het
aangenaam rook naar aller
hande etenswaren, zoals
worsten, hammen en uien.
„Ik geloof, dat ik warem
pel In de provisiekast ben
gevallen!" mompelde hij be
duusd. Maar hij keek nog
beduusder toen hij plotse
ling voelde hoe er 'n trilling
door het schip voer. Ergens
onder in het vaartuig begonnen machines te stam
pen en het trillen van de wanden werd sterker er
mompelde hij. „De machines zijn
De onlangs naar Nederland terugge
roepen landbouwattaché te Buenos Ai
res, dr. ir. A. L. S. BSr is benoemd tot
directeur van een nieuwe afdeling:
„agrarische vertegenwoordiging bui
tenland", van de directie van de land
bouw van 't ministerie van landbouw,
visserij en voedselvoorziening.
WONDEROLIE
Weg met onhandige llkdoornringen en
gevaarlijke scheermesjes. Een nieuw
vloeibaar middel. NOXACORN. neemt de
pijn weg in 60 seconden. Eeltplekken en
eksterogen verschrompelen met wortel
en al. Bevat gezuiverde wonderolie,
jodium en het pijnstillende benzocalne.
Een flesje NOXACORN Antiseptisch
Likdoornmiddel van f. 1.35 bespaart TJ
veel ellende. (50)
„PROCEDURE GEEN BEZWAAR"
Regering vraagt mede
werking van het parlement
Verschenen is de memorie van ant
woord op het voorlopig verslag der
commissie van rapporteurs uit de
Eerste Kamer over het ontwerp van
wet tot wijziging" van de garantlewet
militairen K.N.I.L.
Het bezwaar tegen de behandeling
van dit wetsontwerp, zolang over een
onderwerp, dat daarvan deel uit
maakt waarmede kennelijk is be
doeld de voorgestelde tekstverbete
ring van de garantiewet militairen
K.N.I.L. een procedure aanhan
gig is, kan de regering niet delen.
Dit klemt te meer, wanneer wordt
bedacht, dat een uitleg van de wet,
als thans door een daarbij belang
hebbende wordt bepleit, volkomen in
strijd is met haar gehele systeem.
Men bedenke, dat bij die zienswijze
een garantie voor salaris over de be
zettingsperiode alleen zou zijn gege
ven voor een bepaald omschreven
groep, nl. voor hen, die „militair"
zijn in de zin dier wet.
Zo is uitbetaling van de salarissen
over de bezettingsperiode aan de we
duwen en wezen van die K.N.I.L.-mi-
litairen, die vóór 27 december 1949
zijn overleden, b.v. doordat zij zijn
omgekomen in Japanse krijgsgevan
genschap, dan wel zijn gesneuveld in
een der politionele acties, niet gega
randeerd. Anderzijds zou de conse
quentie van deze zienswijze zqn, dat
Nederland wél een garantieverplich
ting zou hebben met betrekking tot
de salarissen van de Indonesische
militairen, d.w.z. van de onderdanen
van een vreemde mogendheid.
Handhaving van een w<
welke tot een dergelijke
leiden,
gerij mi
bepaald
heid zou kunnen leiden, is
niet te verdedigen.
Bovendien mag- niet uit het oog
worden verloren, dat door de uitbe
taling van salarissen aan K.N.I.L.-
militairen over de bezettingsperiode
aan de grotendeels reeds uitgevoerde
rehabilitatie-regelingen de rechts
grond zou ontvallen, hetgeen tot nog
grotere discrepanties en discrimina
tie zou leiden.
De regering meent, dat zij mede
op grond van het bovenstaande niet
alleen gerechtigd, doch zelfs ver
plicht is, voor het herstel van een.
kennelijk onduidelijkheid de mede
werking in te roepen van de volks
vertegenwoordiging als medewet
gever. Dat in de meerbedoelde
Srocedure de rechtbank een op arti-
el 2, eerste lid, sub. a, van de ga-
rantiewet militairen K.N.I.L. geba
seerde vordering tegen de staat
heeft toegewezen, vormt voor haar
slechts een bewiis te meer, dat de
voorgestelde verduidelijking van de
wet noodzakelijk is.
Onder radio-actieve
atoomreactor
Arbeiders repareerden lek
in een der buizen.
Op een Britse atoomfabriek hebben
251 arbeiders, ieder 25 minuten wer
kend onder een radioactieve atoom-
reactor, in tien dagen tyds een lek
in een der buizen gerepareerd.
Ieder van de mannen werkte
slechts 25 minuten onder het hart
van de atoomoven gedurende tien
dagen van intense spanning, zo ver
telde de algemeen bedrijfsleider van
de atoombom-fabriek in Windscale,
H. G. Davy tijdens een rede in het
instituut voor scheikundige inge
nieurs te Londen.
Een der verbindingsbuizen van een
der twee reactoren in Windscale was
gebroken. Voortgaan met de atoom
oven te gebruiken zou betekenen dat
de oven met radioactiviteit „vergif
tigd" zou worden. De oven sluiten zou
betekenen dat men maanden moest
wachten om de oven te laten afkoe
len, hetgeen een kostbare geschiede
nis zou worden. De ingenieurs zagen
echter kans om de schade te herstel
len terwijl toch de oven in werking
zou zijn.
Het radioactieve gevaar voor de
arbeiders zou 2000 maal zo groot zijn
als bij de normale werkzaamheden op
de fabriek. De veiligheidstechnici
van de medische afdeling van de fa
briek berekenden dat een man slechts
gedurende 25 minuten in de nabijheid
van de reactor zou kunnen werken
zonder meer radioactiviteit in zich
op te nemen als hij in twee weken
tijds met normaal werk in de fabriek
zou opdoen. De proef slaagde; de ar
beiders gaven zich vrijwillig op.
Betogingen in Engeland
tegen automatisering
De traditionele meidag van de ar
beid die in Engeland altijd op de eer
ste zondag van mei wordt gevierd,
stond gisteren geheel in het teken
van de staking- en het protest tegen
de automatisering van de industrie.
Bijna iedere spreker op de grote
mei bijeenkomsten die in alle mdu-
strieële centra werden gehouden
sprak over de echte of vermeende be
dreiging van het bestaan van de ar
beiders. In Birmingham maakten
voormannen van 200.000 arbeiders
bekend steun te zullen geven aan de
elfduizend stakende arbeiders bij de
Standardfabrieken en de stakers van
een bekende motorfietsen fabriek die
zaterdag bok het werk hebben neer
gelegd.
(Advertentie).
de Britse auto-industrie.
Vraagt uw dealer vrijblijvend
demonstratie.
2^ Prijs: 8595.
Importeurs voor Nederland van Standard/Triumph automobielen:
LOUWMAN PARQUI - DEN HAAG - Lekstraat 1-7 - Tel 772070
MIDDELBURG: Garage „Zeeland", Fa. J. Sukkel, Rotterdamsekade 5963, telefoon 2057.
KLOOSTERZANDEAutomobielbedrijf Th. WeemaesBrassel, Groenendijk 224, tel. 10. Filliaal te Sas van Gent, telefoon 389.
BRUINISSE: Fa. M. Elenbaas, Nieuwstraat A 16, telefoon 42.
F ototentoonstelling
te Kapelle.
Mogèn wij U hierbij even 'n plaats
je verzoeken om onze mening te
uiten betreffende de Huisvlijttentoon-
stelling te Kapelle, en wel de foto
afdeling, waarvoor door het tentoon-
stellingsbestuur de medewerking van
verschillende personen was ge
vraagd.
Wij hebben ons verbaasd over de
beoordeling van een 20-tal foto's van
de zeer bekende amateurfotograaf
de heer B. van Wingen te Kapel
le, die daar slechts met een eervolle
vermelding in een hoek werd ge
drukt, wat wij als een grove bele
diging aanvoelen.
Wanneer een tentoonstellingsbe-
stuur zich bedient van een duidelijk
totaal ondeskundige jury om zulle
werk te beoordelen, neemt zij wel
verantwoordelijkheid op zich, daar
dit hier in dit geval fotowerk be
treft met een nationale bekendheid,
:en internationale bekendheid, zelfs.
Wanneer men zich als jury in
staat voelt dit eventjes te beoorde
len, moet men wel heel hoog met
zichzelf staan dit aan te durven.
Welke motieven hiertoe aanleiding
hebben gegeven is ons een raadsel,
interesseert ons ook verder niet, daar
het feit er nu eenmaal ligt.
Dat de heer Van Wingen kosten
nog moeite heeft gespaard om van
zijn mooiste fotowerk door middel
van deze expositie iedereen te laten
meegenieten is wel hogelijk slecht
gewaardeerd.
Wij kunnen dit niet begrijpen van
daar ons commentaar en raden het
tentoonstellingsbestuur aan deze
blamage te erkennen.
Geachte heer redacteur wij meen
den dit zo te moeten stellen en dan
ken U zeer voor uw medewerking.
Fotoclub
„De Bevelanden", Goes.
Allereerst wil ik mededelen, dat
ook ondergetekende als leek het fo
tomateriaal van de heer Van Win
gen het beste vond en dit reeds tij
dens de tentoonstelling aan meer
personen kenbaar maakte. Wat dit
betreft ben ik het dan ook volkomen
eens met de steller(s) van het inge
zonden stuk. Dit is echter het enige
waar ik het mee eens kan zijn, want
hoe komt men er bij om van een
blamage van het tentoonstellingsbe
stuur te spreken!
Kunnen de heren van de fotoclub
misschien aan de neus van een jury
zien of zij ook cabapel is om foto
materiaal te keuren? Nee heren, als
de schuld bij ons lag, dan zouden
wij die erkennen, maar in dit geval
niet! Het ware beter geweest, dat
de jury zich had onthouden van een
beoordeling van de ingezonden fo
to's, doch dit lag dan op de weg
van de jury zelf om dit te beslissen
en niet op de onze. Hopelijk zult U
dit ook kunnen aanvoelen en begrij
pen.
Indien het mede de bedoeling
zijn om het tentoonstellingsbestuur
als buffer te gebruiken voor de ri
valiteit van twee plaatselijke ama
teurfotografen, dan passen wij daar
eveneens voor. B. Spuij,
Voorzitter Ned. Bond van
Oudstrijders afd. Kapelle—
Biezelinge.
Bureaucratie en ambtenarij
Met mij zullen vele lezers met stij
gende verwon dering het verslag in
de krant van zaterdag 28 april j.l.
van de discussie over de aanvrage
tot beschikbaarstelling van gelden
voor de bouw van een christelijke
kleuterschool in de vergadering van
de gemeenteraad van Vlissingen heb
ben gelezen en na lezing daarvan
niet nebben kunnen begrijpen, dat
het lid van die gemeenteraad, de
heer Ventevogel, daarin aanleiding
vond op staande voet ontslag te ne
men als zodanig. Immers het voor
stel van B. en W. tot afwijzing van
het verzoek was formeel juist. Het
bleek tijdens de beraadslagingen te
vens duidelijk, dat B. en W. aller
minst afwijzend staan tegen de in
williging van een aan de wettelijke
eisen beantwoordende aanvrage.
Vandaar ook, dat het bestuur van de
schoolvereniging in overweging werd
gegeven zodra mogelijk een nieuw
verzoek met de vereiste stukken in
te zenden, opdat het veroorzaakte op
onthoud, dat, indien bedoeld verslag
juist is en er is niet de minste reden
om daaraan te twijfelen, geheel aan
dat bestuur is toe te schrijven, zo
veel mogelijk kan worden beperkt. B.
en W. hebben daartoe in het debat
alle mogelijke medewerking toege
zegd. Onder het lezen zullen velen
met mij zich hebben afgevraagd of
dan het bestuur niet was gewaar
schuwd toen bleek, dat de lijst van
aanstaande leerlingen niet volledig
was. Op deze vraag gaf wethouder
Poppe evenwel een afdoend antwoord
door zijn verklaring, dat naar zijn
mening het bestuur werd gewaar
schuwd. Een verklaring, welke door
de heer Ventevogel niet werd tegen
gesproken of weerlegd.
Het naast meergenoemd verslag
afgedrukte bericht omtrent een na
der afgelegde verklaring in een on
derhoud met iemand van de pers
moet wel sterk de indruk wekken,
dat de heer Ventevogel zoekt naar
een zondebok en deze heeft gemeend
te moeten zoeken bij het administra
tief personeel der gemeente, zich be
klagende over te trage afdoening van
de in behandeling komende zaken.
Als oud-ambtenaar ener gemeente
secretarie weet ik heel goed, dat het
publiek vaak vlug geneigd is te spre
ken van bureaucratie en ambtenarij,
maar mijn ervaring is, dat aan een
ambtenaar ook door schoolbestu
ren dikwijls door onvolledigheid
van gegevens moeilijkheden in de
weg worden gelegd bjj een vlugge
afdoening van zaken.
Indien er in dit geval naar het
oordeel van de heer Ventevogel
een oordeel, waartoe het verslag m.i.
geen enkele reden aan de lezer kan
geven sprake is van bureaucratie
en ambtenarij, dan ware het onge
twijfeld beter van dit raadslid ge
weest hierover en over andere door
hem aan te geven gevallen te klagen
bq B. en W. en aan te dringen óp on
derzoek en bij gebleken juistheid
dier klacht herhaling te voorkomen.
Voorts is het niet juist om een amb
tenaar verantwoordelijk te stellen
voor een voorstel van B. en W. De
ambtenaar kan slechts aan dat colle-
te adviseren en het is zijn plicht
aarbq de wettelijke bepalingen nim
mer uit het oog te verliezen. Vooral
in onderwijsaangelegenheden mag de
betreffende ambtenaar daarin niet
falen, opdat bq beroep van enige zq-
de tegen de genomen beslissing het
schoolbestuur niet nog meer wordt
gedupeerd door een zeer langdurig
oponthoud.
Goes J. LODDER
(Advertentie)
PERIODIEKE PIJNEN!
Moderne vrouwen bestrijden ze met:
Enorme oliebrand op
Oost-Sumatra
Uit Oost-Sumatra wordt gemeld,
dat een olieopslagplaats, die dertien
duizend ton ruwe olie bevat, in brand
is gevlogen. Men verwacht dat de
gigantische vuurzee pas over een
week zal verminderen. Volgens be
richten uit Medan ligt de tank in
Batoe Tangkoe
P0MTH0UD
IN OKTOBER
FEUILLETON
door
MENNO DE MUNCK
„Ja, ik heb een uitstekende
techniek, is het niet, Britta?" Uitla
tingen als deze kwamen veelvuldig
voor, en het was bqna ontroerend
haar gezicht te zien, als zij ztyn be
wering beaamde. Het was dan alsof
zij met hem meevocht tegen de sfeer
van angst, die gaandeweg weer ster
ker om hem werd. Het was duidelijk
dat hp-aan zichzelf twijfelde. Het
was ook opvallend hoe druk hij zijn
handen bewocg. Hij plaatste onop
houdelijk zijn vingertoppen op het.
lage tafeltje, dat naast hem stond, en
tikte dan nerveus on het blad. Een
maal zweeg hq plotseling en trok zijn
handen snel terug. Hq maakte enige
polsbewegingen en betastte vervol
gens met zijn linkerhand de vinger
gewrichten van zqn rechter. Ik zag,
hoe hq bij de middenvinger lang
talmde.
Er hing een haast onhoudbare stil
te op dat ogenblik. Ik boog Iets naar
voren en nam hem scherp op. Hij
hield de ogen gesloten en de lippen
stijf oneen Ik keek snel naar Brit
ta. Haar ogen hadden een uitdruk
king van ontsteltenis. Haar lippen
beefden en haar handen, die op haar
knieën lagen, schoven langzaam in
zijn richting. Het was, alsof zij hem
wilde helpen, maar ik voelde, dat zij
hem op dit ogenblik niet mocht aan
raken. Ik voorkwam dit door plotse
ling te hoesten.
Maarten opende met een schok de
ogen. Hij keek verdwaasd naar zijn
handen, en vervolgens naar mij.
„Vertel eens iets meer van Zwitser
land," zei ik, alsof er niets gebeurd
was. „Ik weet er niet veel van; ik
ben er maar tweemaal geweest in
mijn vakanties en dan nog niet lan
ger dan een week of twee..."
Het voorval had slechts kort ge
duurd, hoogstens een tiental secon
den, maar de beklemming hing nog
minuten achtereen in de kamer. Het
duurde lang eer Maarten aan mijn
verzoek voldeed, en toen hij eindelijk
begon te spreken, deed zqn houding
mij sterk denken aan die van de vo
rige dag. Zijn stem was traag gewor
den en haast onwillig; het was, alsof
hij er zqn gedachten niet bij had en
slechts "aan mijn verzoek voldeed,
omdat hij niet onhoffelijk wilde zqn.
Wel werd het langzaam iets beter
maar hij bleef toch afwezig, en vaak
zweeg hij een tijdlang, om in gedach
ten voor zich te staren, of met half
gesloten ogen de vingergewrichten
van zijn rechterhand opnieuw te be
tasten. Ook strekte hij nu herhaalde
lijk zijn handen naar het vuur, hoe
wel de temperatuur in de kamer eer
der hoog was dan laag, door het
drukkende weer.
Ik was blij, toen Lydia het sein gaf
aan tafel te gaan. De maaltijd duurde
lang en verliep voor het grootste ge
deelte zwijgend. Er hing een stem
ming van zwaar onheil in het ver
trek.
Maarten keek vrijwel niet op van
zijn bord, maar ik voelde, dat Britta
mij telkens tersluiks opnam. Eenmaal
ontmoette mijn blik de hare; zij keek
mij even strak aan, doch sloeg toen
de oogleden snel neer, alsof zq zich
beschaamd voelde,
Lydia at bijna niets. Ik zag aan
haar gezicht, dat zij radeloos was,
maar het enige, dat ik voor haar kon
doen, was haar van tijd tot tijd be
moedigend aan te zien. Ik deed mijn
uiterste best een gesprek met haar te
voeren, doch zij was zo in de war,
dat zij telkens het antwoord schuldig
bleef, zodat ik het op de duur maar
opgaf.
Ik vertrok reeds voor half tien.
nog geen halfuur nadat de maaltqd
teneinde was, zeggend dat ik nog een
patiënt moest bezoeken. Toen ik
Maarten de hand drukte, keek hij mq
slechts even aan; daarna sloeg hij
schichtig de ogen neer. Ik kreeg de
indruk, dat hij zich opgelucht voelde
door mqn vertrek.
Ik had van Britta hetzelfde ver
wacht, maar zq keek mij, tot mijn
verwondering, open aan. Er was niets
van verlegenheid meer in haar blik;
eerder kreeg ik het gevoel, dat zij mij
aandachtig opnam, alsof zij wilde
peilen wat er in mq omging. Zij liep
mee naar de gang om mq uit te laten.
Zij stond naast Lydia op de drempel,
toen ik de stoep afdaalde, een arm
door de hare gestoken, in een gebaar
alsof zij haar wilde beschermen. Ik
had eensklaps veel vertrouwen in
haar, maar toch voelde ik mij onvol
daan toen ik nog eens naar hen om
keek; het was, alsof ik Lydia's hand
nog in de mijne voelde, bevend in een
radeloosheid waarvoor geen woorden
bestonden, en waar ik slechts mijn
vertrek tegenover kon stellen een
vertrek, dat scheen neer te komen op
een laffe vlucht, omdat ik met haar
alleen geen woord meer had kunnen
wisselen.
Ik weet zeker, dat het geen poging
tot zelfrechtvaardiging was, toen ik
mij een ogenblik later afvroeg, of ik
wel anders had gekund. Ik moest hier
helpen; mijn beroep gebood mij dit
niet alleen, maar ik voelde het tevens
als een verplichting jegens Lydia en
Maarten, en, door hem, ook
Britta, waarbij bovendien nog
dat ik het eenvoudig niet kon laten,
omdat dit huis en zqn bewoners mij,
door de vele jaren van onze omgang,
zeer dierbaar waren geworden. En
kon ik werkelijk goed helpen, als ik
mij niet terdege rekenschap gaf van
de wijze, waarop ik het moest doen?
Hier werd iets voor Lydia verborgen,
wist ik misschien uit domheid,
misschien uit zorgzaamheid es
zou ik de weerstand niet hebben ver
groot, wanneer ik, door haar nog
even apart te nemen, had laten blij
ken, dat ook wq samen iets te ver
bergen hadden
Ik overdacht nog eens goed alles
wat mij was opgevallen. Maartens ge
drag was zeer ongewoon om niet te
zeggen abnormaal, maar toch trok ik
het vermoeden, dat er tussen hem en
zijn vrouw een verwijdering zou be
staan, zeer in twijfel. Ut had dit wel
overwogen, toen ik, wat Lydia mij
had verteld, had gecombineerd met
hun gedrag bij ruij thuis, maar hun
houding van de afgelopen uren had
deze veronderstelling danig aan het
wankelen gebracht. Tijdens hun be
zoek aan mij was het Britta geweest,
die een geforceerde indruk had ge
maakt, en zelfs het vermoeden had
kunnen wekken, dat zij Maarten van
zich voelde wegdrijven, iets, wat nog
werd versterkt door zijn woorden, die
Lydia had opgevangen toen zij voor
de deur van hun kamer stond. Doch
was vanavond alles niet heel anders
geweest tegengesteld bijna aan
onze eerste ontmoeting?
Ik dacht aan Britta. Zij had veel
minder gesproken en was daardoor
echter en eerlijker geworden in mijn
ogen en Maarten had opvallend
veel gepraat, maar het was geweest,
aslof hij zichzelf gerust had willen
stellen over iets. Neen, ook dit was de
echte Maarten niet. Hq had zichzelf
niet geloofd; hij had Britta zelfs no
dig gehad om hem te helpen zichzelf
te misleiden. De woorden, die Lydia
had opgevangen, gingen opnieuw
door mij heen. „Ga weg! Het is niet
nodig!" Ik schudde het hoofd. Van
avond was duidelqk gebleken dat hij
Britta wel nodig had, heel hard zelfs.
Het raadselachtige van wat hij had
gezegd, maakte dit niet anders.
Ik dacht ook aan de onrust, die zijn
gebaren had gekenmerkt, en aan de
zonderlinge wijze waarop hij zijn vin
gergewrichten had betast, op dat
ogenblik van zijn plotselinge zwijg
zaamheid. Het was, alsof ik hem op
nieuw zijn handen naar het vuur zag
strekken. En ik zag ook de handen
van Britta, die smal en bevend waren
losgekomen van haar knieën, om de
zijne te kunnen omvatten en te koes
teren. Het was zo hulpeloos geweest
maar toeh was ik blq, dat ik het
voorkomen had, ondanks de ontroe
ring, die het in mij had gewekt.
(Wordt vervolgd).