KAPPIE en de BOEVENKAPITEIN c LEZERS SCHRIJVEN Zwitsaletten NEDERLANDS VERNUFT IN UITHOEKEN DER AARDE WIJZIGING VAN GARANTIEWET MILITAIREN K.N.I.L. Standard Vanguard III PROVINOIALB ZBBUWBB COURANT DUTSPAq 8 MET 1988 NEDECO BEPERKT „EXPORT INTELLECT" Jonge ingenieurs doen in buitenland ervaring op (Van onze speciale verslaggever) Kort geleden werd bekend, dat Ne derlandse ingenieurs, «"erkend voor de NEDECO, in Japan een groot droogleggingsproject zullen voorbe reiden. Prof. ir. P. Pli. Jansen uit Delft heeft de besprekingen geleid en een contract met Japan getekend. Velen zullen wellicht bq dit bericht wat bedenkelijk hebben gekeken en gezegd: „Daar gaan alweer een paar van onze ingenieurs het land uit En daarbij zullen ze misschien ge dacht hebben aan de alarmeernde be richten over de „export van Neder lands intellect", zoals dit vaak wordt genoemd. Wat dit project in Japan betreft behoeven zij echter niet ongerust te zijn. Want de NEDECO exporteert onze ingenieurs niet integendeel, deze organisatie houdt ze juist hier. De NEDECO is namelijk een adviesbureau Nederlands Ad viesbureau voor Ingenieurswerken in het Buitenland dat uitslui tend als adviserend lichaam op treedt voor grote buitenlandse projecten en daarbij gebruik maakt van de beste mensen die ons land heeft. Men gaat er van uit, dat het Ne derlandse ingenieurspotentieel veel te kostbaar is om het te laten weglooen. Maar iemand, die zich hier niet "kan ontplooien, die meent elders meer er varing te kunnen opdoen, kan men niet tegen zijn zin vasthouden. Vroe ger. toen Indonesië nog niet was weg- Ïevallen, was dit geen probleem. oen gingen onze jonge ingenieurs d&érheen. Zij deden er technische er varing op, zij leerden de mentaliteit van het Oosten kennen, zij verwier ven mensenkennis en leerden zich gemakkelijk bewegen in alle mogelij ke en onmogelijke omstandigheden. En kwamen zij terug, dan waren zij goede leiders geworden voor de jon geren hier. Die mogelijkheid hebben zij nu niet. In 1951 richtten dertig grote Ne derlandse ondernemingen samen de NEDECO op. Het waren grote inter nationale aannemers, handelsonder nemingen, industrieën, die het risico namen. Men wist nog niet precies, hoe men zou gaan werken. Zeker was echter, dat het een volkomen onaf hankelijk adviesbureau zou moeten zijn, niet gebonden aan de Neder- Koppensnellers op Nieuw-Guinea Uit Nederlands Nieuw Guinea wordt bericht, dat bewoners van het dorp Ajam, ~elegen in het Asmatge- bied (residentie Zuid Nieuw Guinea) een sneltocht hebben gehouden, waar bij 29 bezoekers uit het naburige dorp Jipaj werden vermoord. Het bestuur heeft maatregelen getroffen om eventuele repressailles te voor komen. De daders worden opgespoord en een onderzoek is gaande naar de oorzaak van deze gebeurtenis. Be kend is, dat de dorpen Ajam en Japaj traditionele vijanden zijn. landse industrie en evenmin aan de overheid. Dit systeem heeft gewerkt. De NEDECO werkt samen met de grootste specialisten in ons land: elftse hoogleraren, kopstukken van Waterstaat, ingenieurs met grote tropenervaring. ZH is in ieder opzicht onafhan kelijk van de regering, maar dat betekent niet, dat deze niet tensief het werk van deze instel ling steunt. Het „opsporen" van projecten is vooral sterk afhanke lijk van onze missies in het bui tenland. Maar ook Waterstaat, de T. H. in Delft, Wageningen en vele andere overheidsinstanties werken actief mee. Voor vele instanties is het name lijk van groot belang, dat leden van de Ingemeursstaf ervaring opdoen, zelfstandig werken onder moeilijke omstandigheden en zich verder ont plooien zonder ons land uit de han den te glippen. Men heeft sedert de oprichting in 1951 gewerkt in Griekenland, in Ethiopië, op Ceylon, in Svrlë, in Bra zilië, in Nigeria, in Pakistan en op nog vele andere plaatsen van onze wereldbol. En de ingenieurs komen rijk aan ervaring terug. Daarin zien wij een der grootste verdiensten van deze op zet. En daarnaast betekent het, dat de goede naam van onze ingenieurs kunst en ondernemingsgeest ver over de grenzen wordt uitgedragen. 12. Met een geweldige vaart schoot Kapple door de luchtkoker naar beneden. „Hal! Hal!" zuchtte hl) benauwd. „Waar zal ik te recht komenT Ik val ja veel dieper, dan lk gedacht had!" Waar hij terecht kwam, merkte hij evenwel toch gauw genoeg. Met een dof fe klap sloeg hij tenslotte op een houten vloer neer en dat betekende, dat hij niet verder hoefde te vallen. Zo dra hij enigszins van de schrik bekomen was, keek hij eens om zich heen. Hty bevond zich in een half duister vertrekje, waar het aangenaam rook naar aller hande etenswaren, zoals worsten, hammen en uien. „Ik geloof, dat ik warem pel In de provisiekast ben gevallen!" mompelde hij be duusd. Maar hij keek nog beduusder toen hij plotse ling voelde hoe er 'n trilling door het schip voer. Ergens onder in het vaartuig begonnen machines te stam pen en het trillen van de wanden werd sterker er mompelde hij. „De machines zijn De onlangs naar Nederland terugge roepen landbouwattaché te Buenos Ai res, dr. ir. A. L. S. BSr is benoemd tot directeur van een nieuwe afdeling: „agrarische vertegenwoordiging bui tenland", van de directie van de land bouw van 't ministerie van landbouw, visserij en voedselvoorziening. WONDEROLIE Weg met onhandige llkdoornringen en gevaarlijke scheermesjes. Een nieuw vloeibaar middel. NOXACORN. neemt de pijn weg in 60 seconden. Eeltplekken en eksterogen verschrompelen met wortel en al. Bevat gezuiverde wonderolie, jodium en het pijnstillende benzocalne. Een flesje NOXACORN Antiseptisch Likdoornmiddel van f. 1.35 bespaart TJ veel ellende. (50) „PROCEDURE GEEN BEZWAAR" Regering vraagt mede werking van het parlement Verschenen is de memorie van ant woord op het voorlopig verslag der commissie van rapporteurs uit de Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot wijziging" van de garantlewet militairen K.N.I.L. Het bezwaar tegen de behandeling van dit wetsontwerp, zolang over een onderwerp, dat daarvan deel uit maakt waarmede kennelijk is be doeld de voorgestelde tekstverbete ring van de garantiewet militairen K.N.I.L. een procedure aanhan gig is, kan de regering niet delen. Dit klemt te meer, wanneer wordt bedacht, dat een uitleg van de wet, als thans door een daarbij belang hebbende wordt bepleit, volkomen in strijd is met haar gehele systeem. Men bedenke, dat bij die zienswijze een garantie voor salaris over de be zettingsperiode alleen zou zijn gege ven voor een bepaald omschreven groep, nl. voor hen, die „militair" zijn in de zin dier wet. Zo is uitbetaling van de salarissen over de bezettingsperiode aan de we duwen en wezen van die K.N.I.L.-mi- litairen, die vóór 27 december 1949 zijn overleden, b.v. doordat zij zijn omgekomen in Japanse krijgsgevan genschap, dan wel zijn gesneuveld in een der politionele acties, niet gega randeerd. Anderzijds zou de conse quentie van deze zienswijze zqn, dat Nederland wél een garantieverplich ting zou hebben met betrekking tot de salarissen van de Indonesische militairen, d.w.z. van de onderdanen van een vreemde mogendheid. Handhaving van een w< welke tot een dergelijke leiden, gerij mi bepaald heid zou kunnen leiden, is niet te verdedigen. Bovendien mag- niet uit het oog worden verloren, dat door de uitbe taling van salarissen aan K.N.I.L.- militairen over de bezettingsperiode aan de grotendeels reeds uitgevoerde rehabilitatie-regelingen de rechts grond zou ontvallen, hetgeen tot nog grotere discrepanties en discrimina tie zou leiden. De regering meent, dat zij mede op grond van het bovenstaande niet alleen gerechtigd, doch zelfs ver plicht is, voor het herstel van een. kennelijk onduidelijkheid de mede werking in te roepen van de volks vertegenwoordiging als medewet gever. Dat in de meerbedoelde Srocedure de rechtbank een op arti- el 2, eerste lid, sub. a, van de ga- rantiewet militairen K.N.I.L. geba seerde vordering tegen de staat heeft toegewezen, vormt voor haar slechts een bewiis te meer, dat de voorgestelde verduidelijking van de wet noodzakelijk is. Onder radio-actieve atoomreactor Arbeiders repareerden lek in een der buizen. Op een Britse atoomfabriek hebben 251 arbeiders, ieder 25 minuten wer kend onder een radioactieve atoom- reactor, in tien dagen tyds een lek in een der buizen gerepareerd. Ieder van de mannen werkte slechts 25 minuten onder het hart van de atoomoven gedurende tien dagen van intense spanning, zo ver telde de algemeen bedrijfsleider van de atoombom-fabriek in Windscale, H. G. Davy tijdens een rede in het instituut voor scheikundige inge nieurs te Londen. Een der verbindingsbuizen van een der twee reactoren in Windscale was gebroken. Voortgaan met de atoom oven te gebruiken zou betekenen dat de oven met radioactiviteit „vergif tigd" zou worden. De oven sluiten zou betekenen dat men maanden moest wachten om de oven te laten afkoe len, hetgeen een kostbare geschiede nis zou worden. De ingenieurs zagen echter kans om de schade te herstel len terwijl toch de oven in werking zou zijn. Het radioactieve gevaar voor de arbeiders zou 2000 maal zo groot zijn als bij de normale werkzaamheden op de fabriek. De veiligheidstechnici van de medische afdeling van de fa briek berekenden dat een man slechts gedurende 25 minuten in de nabijheid van de reactor zou kunnen werken zonder meer radioactiviteit in zich op te nemen als hij in twee weken tijds met normaal werk in de fabriek zou opdoen. De proef slaagde; de ar beiders gaven zich vrijwillig op. Betogingen in Engeland tegen automatisering De traditionele meidag van de ar beid die in Engeland altijd op de eer ste zondag van mei wordt gevierd, stond gisteren geheel in het teken van de staking- en het protest tegen de automatisering van de industrie. Bijna iedere spreker op de grote mei bijeenkomsten die in alle mdu- strieële centra werden gehouden sprak over de echte of vermeende be dreiging van het bestaan van de ar beiders. In Birmingham maakten voormannen van 200.000 arbeiders bekend steun te zullen geven aan de elfduizend stakende arbeiders bij de Standardfabrieken en de stakers van een bekende motorfietsen fabriek die zaterdag bok het werk hebben neer gelegd. (Advertentie). de Britse auto-industrie. Vraagt uw dealer vrijblijvend demonstratie. 2^ Prijs: 8595. Importeurs voor Nederland van Standard/Triumph automobielen: LOUWMAN PARQUI - DEN HAAG - Lekstraat 1-7 - Tel 772070 MIDDELBURG: Garage „Zeeland", Fa. J. Sukkel, Rotterdamsekade 5963, telefoon 2057. KLOOSTERZANDEAutomobielbedrijf Th. WeemaesBrassel, Groenendijk 224, tel. 10. Filliaal te Sas van Gent, telefoon 389. BRUINISSE: Fa. M. Elenbaas, Nieuwstraat A 16, telefoon 42. F ototentoonstelling te Kapelle. Mogèn wij U hierbij even 'n plaats je verzoeken om onze mening te uiten betreffende de Huisvlijttentoon- stelling te Kapelle, en wel de foto afdeling, waarvoor door het tentoon- stellingsbestuur de medewerking van verschillende personen was ge vraagd. Wij hebben ons verbaasd over de beoordeling van een 20-tal foto's van de zeer bekende amateurfotograaf de heer B. van Wingen te Kapel le, die daar slechts met een eervolle vermelding in een hoek werd ge drukt, wat wij als een grove bele diging aanvoelen. Wanneer een tentoonstellingsbe- stuur zich bedient van een duidelijk totaal ondeskundige jury om zulle werk te beoordelen, neemt zij wel verantwoordelijkheid op zich, daar dit hier in dit geval fotowerk be treft met een nationale bekendheid, :en internationale bekendheid, zelfs. Wanneer men zich als jury in staat voelt dit eventjes te beoorde len, moet men wel heel hoog met zichzelf staan dit aan te durven. Welke motieven hiertoe aanleiding hebben gegeven is ons een raadsel, interesseert ons ook verder niet, daar het feit er nu eenmaal ligt. Dat de heer Van Wingen kosten nog moeite heeft gespaard om van zijn mooiste fotowerk door middel van deze expositie iedereen te laten meegenieten is wel hogelijk slecht gewaardeerd. Wij kunnen dit niet begrijpen van daar ons commentaar en raden het tentoonstellingsbestuur aan deze blamage te erkennen. Geachte heer redacteur wij meen den dit zo te moeten stellen en dan ken U zeer voor uw medewerking. Fotoclub „De Bevelanden", Goes. Allereerst wil ik mededelen, dat ook ondergetekende als leek het fo tomateriaal van de heer Van Win gen het beste vond en dit reeds tij dens de tentoonstelling aan meer personen kenbaar maakte. Wat dit betreft ben ik het dan ook volkomen eens met de steller(s) van het inge zonden stuk. Dit is echter het enige waar ik het mee eens kan zijn, want hoe komt men er bij om van een blamage van het tentoonstellingsbe stuur te spreken! Kunnen de heren van de fotoclub misschien aan de neus van een jury zien of zij ook cabapel is om foto materiaal te keuren? Nee heren, als de schuld bij ons lag, dan zouden wij die erkennen, maar in dit geval niet! Het ware beter geweest, dat de jury zich had onthouden van een beoordeling van de ingezonden fo to's, doch dit lag dan op de weg van de jury zelf om dit te beslissen en niet op de onze. Hopelijk zult U dit ook kunnen aanvoelen en begrij pen. Indien het mede de bedoeling zijn om het tentoonstellingsbestuur als buffer te gebruiken voor de ri valiteit van twee plaatselijke ama teurfotografen, dan passen wij daar eveneens voor. B. Spuij, Voorzitter Ned. Bond van Oudstrijders afd. Kapelle— Biezelinge. Bureaucratie en ambtenarij Met mij zullen vele lezers met stij gende verwon dering het verslag in de krant van zaterdag 28 april j.l. van de discussie over de aanvrage tot beschikbaarstelling van gelden voor de bouw van een christelijke kleuterschool in de vergadering van de gemeenteraad van Vlissingen heb ben gelezen en na lezing daarvan niet nebben kunnen begrijpen, dat het lid van die gemeenteraad, de heer Ventevogel, daarin aanleiding vond op staande voet ontslag te ne men als zodanig. Immers het voor stel van B. en W. tot afwijzing van het verzoek was formeel juist. Het bleek tijdens de beraadslagingen te vens duidelijk, dat B. en W. aller minst afwijzend staan tegen de in williging van een aan de wettelijke eisen beantwoordende aanvrage. Vandaar ook, dat het bestuur van de schoolvereniging in overweging werd gegeven zodra mogelijk een nieuw verzoek met de vereiste stukken in te zenden, opdat het veroorzaakte op onthoud, dat, indien bedoeld verslag juist is en er is niet de minste reden om daaraan te twijfelen, geheel aan dat bestuur is toe te schrijven, zo veel mogelijk kan worden beperkt. B. en W. hebben daartoe in het debat alle mogelijke medewerking toege zegd. Onder het lezen zullen velen met mij zich hebben afgevraagd of dan het bestuur niet was gewaar schuwd toen bleek, dat de lijst van aanstaande leerlingen niet volledig was. Op deze vraag gaf wethouder Poppe evenwel een afdoend antwoord door zijn verklaring, dat naar zijn mening het bestuur werd gewaar schuwd. Een verklaring, welke door de heer Ventevogel niet werd tegen gesproken of weerlegd. Het naast meergenoemd verslag afgedrukte bericht omtrent een na der afgelegde verklaring in een on derhoud met iemand van de pers moet wel sterk de indruk wekken, dat de heer Ventevogel zoekt naar een zondebok en deze heeft gemeend te moeten zoeken bij het administra tief personeel der gemeente, zich be klagende over te trage afdoening van de in behandeling komende zaken. Als oud-ambtenaar ener gemeente secretarie weet ik heel goed, dat het publiek vaak vlug geneigd is te spre ken van bureaucratie en ambtenarij, maar mijn ervaring is, dat aan een ambtenaar ook door schoolbestu ren dikwijls door onvolledigheid van gegevens moeilijkheden in de weg worden gelegd bjj een vlugge afdoening van zaken. Indien er in dit geval naar het oordeel van de heer Ventevogel een oordeel, waartoe het verslag m.i. geen enkele reden aan de lezer kan geven sprake is van bureaucratie en ambtenarij, dan ware het onge twijfeld beter van dit raadslid ge weest hierover en over andere door hem aan te geven gevallen te klagen bq B. en W. en aan te dringen óp on derzoek en bij gebleken juistheid dier klacht herhaling te voorkomen. Voorts is het niet juist om een amb tenaar verantwoordelijk te stellen voor een voorstel van B. en W. De ambtenaar kan slechts aan dat colle- te adviseren en het is zijn plicht aarbq de wettelijke bepalingen nim mer uit het oog te verliezen. Vooral in onderwijsaangelegenheden mag de betreffende ambtenaar daarin niet falen, opdat bq beroep van enige zq- de tegen de genomen beslissing het schoolbestuur niet nog meer wordt gedupeerd door een zeer langdurig oponthoud. Goes J. LODDER (Advertentie) PERIODIEKE PIJNEN! Moderne vrouwen bestrijden ze met: Enorme oliebrand op Oost-Sumatra Uit Oost-Sumatra wordt gemeld, dat een olieopslagplaats, die dertien duizend ton ruwe olie bevat, in brand is gevlogen. Men verwacht dat de gigantische vuurzee pas over een week zal verminderen. Volgens be richten uit Medan ligt de tank in Batoe Tangkoe P0MTH0UD IN OKTOBER FEUILLETON door MENNO DE MUNCK „Ja, ik heb een uitstekende techniek, is het niet, Britta?" Uitla tingen als deze kwamen veelvuldig voor, en het was bqna ontroerend haar gezicht te zien, als zij ztyn be wering beaamde. Het was dan alsof zij met hem meevocht tegen de sfeer van angst, die gaandeweg weer ster ker om hem werd. Het was duidelijk dat hp-aan zichzelf twijfelde. Het was ook opvallend hoe druk hij zijn handen bewocg. Hij plaatste onop houdelijk zijn vingertoppen op het. lage tafeltje, dat naast hem stond, en tikte dan nerveus on het blad. Een maal zweeg hq plotseling en trok zijn handen snel terug. Hq maakte enige polsbewegingen en betastte vervol gens met zijn linkerhand de vinger gewrichten van zqn rechter. Ik zag, hoe hq bij de middenvinger lang talmde. Er hing een haast onhoudbare stil te op dat ogenblik. Ik boog Iets naar voren en nam hem scherp op. Hij hield de ogen gesloten en de lippen stijf oneen Ik keek snel naar Brit ta. Haar ogen hadden een uitdruk king van ontsteltenis. Haar lippen beefden en haar handen, die op haar knieën lagen, schoven langzaam in zijn richting. Het was, alsof zij hem wilde helpen, maar ik voelde, dat zij hem op dit ogenblik niet mocht aan raken. Ik voorkwam dit door plotse ling te hoesten. Maarten opende met een schok de ogen. Hij keek verdwaasd naar zijn handen, en vervolgens naar mij. „Vertel eens iets meer van Zwitser land," zei ik, alsof er niets gebeurd was. „Ik weet er niet veel van; ik ben er maar tweemaal geweest in mijn vakanties en dan nog niet lan ger dan een week of twee..." Het voorval had slechts kort ge duurd, hoogstens een tiental secon den, maar de beklemming hing nog minuten achtereen in de kamer. Het duurde lang eer Maarten aan mijn verzoek voldeed, en toen hij eindelijk begon te spreken, deed zqn houding mij sterk denken aan die van de vo rige dag. Zijn stem was traag gewor den en haast onwillig; het was, alsof hij er zqn gedachten niet bij had en slechts "aan mijn verzoek voldeed, omdat hij niet onhoffelijk wilde zqn. Wel werd het langzaam iets beter maar hij bleef toch afwezig, en vaak zweeg hij een tijdlang, om in gedach ten voor zich te staren, of met half gesloten ogen de vingergewrichten van zijn rechterhand opnieuw te be tasten. Ook strekte hij nu herhaalde lijk zijn handen naar het vuur, hoe wel de temperatuur in de kamer eer der hoog was dan laag, door het drukkende weer. Ik was blij, toen Lydia het sein gaf aan tafel te gaan. De maaltijd duurde lang en verliep voor het grootste ge deelte zwijgend. Er hing een stem ming van zwaar onheil in het ver trek. Maarten keek vrijwel niet op van zijn bord, maar ik voelde, dat Britta mij telkens tersluiks opnam. Eenmaal ontmoette mijn blik de hare; zij keek mij even strak aan, doch sloeg toen de oogleden snel neer, alsof zq zich beschaamd voelde, Lydia at bijna niets. Ik zag aan haar gezicht, dat zij radeloos was, maar het enige, dat ik voor haar kon doen, was haar van tijd tot tijd be moedigend aan te zien. Ik deed mijn uiterste best een gesprek met haar te voeren, doch zij was zo in de war, dat zij telkens het antwoord schuldig bleef, zodat ik het op de duur maar opgaf. Ik vertrok reeds voor half tien. nog geen halfuur nadat de maaltqd teneinde was, zeggend dat ik nog een patiënt moest bezoeken. Toen ik Maarten de hand drukte, keek hij mq slechts even aan; daarna sloeg hij schichtig de ogen neer. Ik kreeg de indruk, dat hij zich opgelucht voelde door mqn vertrek. Ik had van Britta hetzelfde ver wacht, maar zq keek mij, tot mijn verwondering, open aan. Er was niets van verlegenheid meer in haar blik; eerder kreeg ik het gevoel, dat zij mij aandachtig opnam, alsof zij wilde peilen wat er in mq omging. Zij liep mee naar de gang om mq uit te laten. Zij stond naast Lydia op de drempel, toen ik de stoep afdaalde, een arm door de hare gestoken, in een gebaar alsof zij haar wilde beschermen. Ik had eensklaps veel vertrouwen in haar, maar toch voelde ik mij onvol daan toen ik nog eens naar hen om keek; het was, alsof ik Lydia's hand nog in de mijne voelde, bevend in een radeloosheid waarvoor geen woorden bestonden, en waar ik slechts mijn vertrek tegenover kon stellen een vertrek, dat scheen neer te komen op een laffe vlucht, omdat ik met haar alleen geen woord meer had kunnen wisselen. Ik weet zeker, dat het geen poging tot zelfrechtvaardiging was, toen ik mij een ogenblik later afvroeg, of ik wel anders had gekund. Ik moest hier helpen; mijn beroep gebood mij dit niet alleen, maar ik voelde het tevens als een verplichting jegens Lydia en Maarten, en, door hem, ook Britta, waarbij bovendien nog dat ik het eenvoudig niet kon laten, omdat dit huis en zqn bewoners mij, door de vele jaren van onze omgang, zeer dierbaar waren geworden. En kon ik werkelijk goed helpen, als ik mij niet terdege rekenschap gaf van de wijze, waarop ik het moest doen? Hier werd iets voor Lydia verborgen, wist ik misschien uit domheid, misschien uit zorgzaamheid es zou ik de weerstand niet hebben ver groot, wanneer ik, door haar nog even apart te nemen, had laten blij ken, dat ook wq samen iets te ver bergen hadden Ik overdacht nog eens goed alles wat mij was opgevallen. Maartens ge drag was zeer ongewoon om niet te zeggen abnormaal, maar toch trok ik het vermoeden, dat er tussen hem en zijn vrouw een verwijdering zou be staan, zeer in twijfel. Ut had dit wel overwogen, toen ik, wat Lydia mij had verteld, had gecombineerd met hun gedrag bij ruij thuis, maar hun houding van de afgelopen uren had deze veronderstelling danig aan het wankelen gebracht. Tijdens hun be zoek aan mij was het Britta geweest, die een geforceerde indruk had ge maakt, en zelfs het vermoeden had kunnen wekken, dat zij Maarten van zich voelde wegdrijven, iets, wat nog werd versterkt door zijn woorden, die Lydia had opgevangen toen zij voor de deur van hun kamer stond. Doch was vanavond alles niet heel anders geweest tegengesteld bijna aan onze eerste ontmoeting? Ik dacht aan Britta. Zij had veel minder gesproken en was daardoor echter en eerlijker geworden in mijn ogen en Maarten had opvallend veel gepraat, maar het was geweest, aslof hij zichzelf gerust had willen stellen over iets. Neen, ook dit was de echte Maarten niet. Hq had zichzelf niet geloofd; hij had Britta zelfs no dig gehad om hem te helpen zichzelf te misleiden. De woorden, die Lydia had opgevangen, gingen opnieuw door mij heen. „Ga weg! Het is niet nodig!" Ik schudde het hoofd. Van avond was duidelqk gebleken dat hij Britta wel nodig had, heel hard zelfs. Het raadselachtige van wat hij had gezegd, maakte dit niet anders. Ik dacht ook aan de onrust, die zijn gebaren had gekenmerkt, en aan de zonderlinge wijze waarop hij zijn vin gergewrichten had betast, op dat ogenblik van zijn plotselinge zwijg zaamheid. Het was, alsof ik hem op nieuw zijn handen naar het vuur zag strekken. En ik zag ook de handen van Britta, die smal en bevend waren losgekomen van haar knieën, om de zijne te kunnen omvatten en te koes teren. Het was zo hulpeloos geweest maar toeh was ik blq, dat ik het voorkomen had, ondanks de ontroe ring, die het in mij had gewekt. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1956 | | pagina 4